iMaison Chic
CMfS KADIO'
Zondagmorgen
„TAMMER's" RADIO-BUREAU
GEBRANDSCHILDERDE RAMEN
Dinsdag 29
November 1938
VerzuchtiDg van een Hollandsch
Grenswachtsoldaat.
INRUIL - HUURKOOP en REPARATIES
HET ARME LAND.
Ontvangen Drukwerken.
3
Aan Ans en Cato
Aan Jans en aan fo
Aan Truus en aan Jet
Aan Suus en aan Net
Aan Oma en aan tante Mie
Aan Moeder en aan kleine Rie
Stuurt Sint dit jaar vast allemaal
Een mooie handschoen met een shawl
Van
GEN. CRONJÉ5TRAAT SO
't Meest gewaardeerde geschenk voor 't heele gezin is
zoo'n beroemde
Zooals gezegd is het boekje bestemd, voor de
jeugd, van 10 tot 18 jaar ongeveer, al zal ieder
ouder, die het boekje onder ooger. krijgt, bet niet
achteloos ter zijde leggen.
Het boekje is, in samenwerking met het Hoofd
bestuur der P.T.T., ontworpen en bewerkt door
Piet Zwart, architect te Wassenaar; het zal tegen
den prijs van 25 cent verkrijgbaar worden gesteld
op alle postkantoren en bij den boekhandel.
De druk werd verzorgd door de Nederlandsche
Rotogravure Maatschappij te Leiden.
Bereikbaar voor ieders beurs. - Prijzen vanaf 103.—
KLEVERLAAN 176 - TELEFOON 14753 - T.O. Gi M. SPORTTERREIN
BEKEND DOOR ZIJN 100 PROCË! TSERVICE!
In de Remonstrantsch-gereformeerde ge
meente te Haarlem werd de behoefte gevoeld een
intiemer sfeer te brengen in het kerkgebouw aan
de Keizerstraat hoek Willielminastraat. Vier
zusters der gemeente hebben het bestuur in
staat gesteld alvast in den oóstelijken gevel aan
de Willielminastraat in de twee zuidelijkste'
ramen de banale vierkante ruitjes in lood door
fraaie gebrandschilderde te vervangen. Den glas
schilder- en brander R. Gei'brands is liet gelukt
de moeilijke opgave met glans te vervullen. De
balken waartusschen telkens dertig ruitjes gevat
zijn bleven nl. ook in Wezen.
Zooals men op de in dit nummer opgenomen
welwillend aan de Stadseditie O.H.Crt. ontleende
Het Noorden is arm. Het kent niet den over-
vloedigen plantengroei en de verkwistende zon
van het Zuiden, niet het doorzichtige licht en de
spuitende kleuren. De zee is er geen vloeibaar
hemelsblauw en stroomend goud, maar een zware
grijze massa, omringd door naakte duinen en kale
landen en overkoepeld door lage, drukkende wol
ken. De bergen zelfs zijn hier geen stralende lad
ders naar de oneindigheid; zij staan massief in de
de aarde geplant en wegen zwaar op het hart.
Maar doordat alles in dit arme land onder zoo'n
zwaren druk leeft, kent het Noorden ook een
spanning, die het Zuiden eeuwig vreemd moet
blijven. De gedachten hebben hier geen gelegen
heid om op lichte vleugels op te stijgen in den
aether, zij blijven hangen onder het dichte wolken
dek, zij stooten tegen elkaar en bevruchten el
kaar, en wat daaruit te voorschijn komt is een
droom, die schooner is dan het schoonste Zuiden.
Want. grootscher dan de zon is het heimwee
naar de zon, of zooals een Finsche schrijver het
uitdrukt: „Het Noorden schonk ons het ver
langen, die onvergetelijke gave, die onze arme
natuur ons heeft geschonken, en die een meer dan
voldoende vergoeding is voor wat de werkelijk
heid ons heeft onthouden".
Daarom hebben wij misschien, ondanks ons
heimwee naar het Zuiden, in het diepst van ons
hart het Noorden meer lief, het Noorden van
Sven Hedin en van de Noormannen, van Shakes
peare en de Nibelungen, van Rembrandt en
van Barbarossa.
Waar altijd zon is, behoeft de mensch slechts
te ontvangen. Waar duisternis is, moet hij zijn
toevlucht, nemen tot licht van een andere orde.
hij moet van binnen naar buiten leven om zelf
licht te scheppen.
In het Noorden bloeit de rijkdom van arme
landen, de vrucht der ontbering: de fantasie. De
tevredenen kennen haar niet. Scandinavië daaren
tegen kent meer legenden en sagen dan de heele
Middellandsche zeekust; want het is het, land van
de lange nachten. Het Noorden is een gesnoeide
hoom; maar diens groei is veerkrachtiger dan die
van een boom in een oerwoud. Het Noorden leert
In de „Nieuwe Hengelosche Courant" van
Zaterdag j.l. troffen wij onderstaand aandoenlijk
vers aan.
Ik fiets langs de wegen, ik loop langs de greppels,
Bewaak er de grens van ons Nederland,
Ik sta er te turen, 't geweer om den schouder
En kijk naar de grenspaaltjes aan den kant.
Ik sta niet op wacht om den vijand te keeren,
Die snood er ons land van de vrijheid belaagt,
"k Moet enkel de grens hier gesloten houden,
Voor hem, die ootmoedig om toegang vraagt
Ik lig in de struifeen en zie in gedachten
Gemartelde menschen in hoogsten nood,
Ik hoor het geweeklaag van vrouwen en
kind'ren,
En prijs gegeven aan den hongerdood.
Ik zie er de mannen, gepijnigd, gegeeseld,
Meedoogenloos uit hun gezinnen gerukt,
Ik voel er het leed r an gebrandschatte stakkers,
Onmeedoogend gehoond, getrapt en verdrukt.
Ik sta hier op wacht in het mistige landschap,
M'n oog op een modd'rigen landweg gericht
Voor 't eerst in m'n leven vervul ik met
deernis,
Hetgeen mij te doen staat als harden plicht!
Straks sleept zich misschien 'n arm oud vrouwtje
Heel angstig langs dien stillen zandweg voort,
Op zoek naar welgezinde mede-menschen,
Ontvluchtend het zwarte verschrikkingsoord
Straks valt er misschien een jonge moeder,
Verjaagd, gehoond en vol vertwijfeling,
Hier smeekend voor mijn soldatenvoeten neder,
En roept: Och, laat toe, mij, vluchteling!
Straks heft er misschien een kleine dreumes,
Zijn kleine handjes schreiend naar me op,
Maar dan weiger ik robust den doorgang,
Terwijl het klopt en hamert in mijn kop
Ik zal dan denken aan mijn eigen kind'ren,
Aan mijn gezin en niet in gevaar,
Niet uitgestooten, ook niet rampzalig,
Dan wordt mijn plicht mij haastte zwaar
foto zien kan heeft de kunstenaar de oplossing
voor een deel gevonden in eene indeeling in tafe-
reelen of door een der dunne dwarsbalken te
laten loopen door twee van elkaar gescheiden te
denken deelen, van een tafereel; Zoo b.v. in het
linksche tafereel van het zuidelijkste raam:
Jezus in Gethsemane en de discipelen onder aan
den weg naar boven in slaap.
Een derde raam bestemd voor de westzijde van
het gebouw is in bewerking. Verwacht mag wor
den dat successievelijk alle ramen een dusdanige
hoognoodige veredeling en vernieuwing zullen
ondergaan. Jl. Zondag had de onthulling der
ramen door den vervaardiger in den door dr.
A. H. Haentjes geleiden dienst plaats.
ons beter begrijpen hoe God Zijn snoeimes han
teert in de lotgevallen en harten der menschen.
Het Noorden geeft ons een doorzicht door een
nauwe poort op de mogelijkheden van een arm
land.
Hoe strenger God snoeit, hoe meer Hij beperkt,
des te rijker kan de groei worden. Hoe zwaarder
Hij de grendels van de gevangenisdeur maakt,
des te nader komt de vrijheid.
Deze wonderlijke tegenstrijdigheid is zoo oud
als de wereld en toch worden we er altijd weer
door verrast. Het lijkt zooveel natuurlijker, dat
een rijk land meer vruchten afwerpt dan een arm.
In het Zuiden, waar geen somber wolkendek den
weg naar den hemel verspert, lijkt het groeien zoo
veel gemakkelijker. Daar hoefl geen tijd aan het
opwerpen van dijken te woiden verspild, daar
hoeft het leven niet aan de natuur te worden af
gedwongen. En toch, ons weerbarstige Noorden
roept krachten op uit de diepte, wroet schatten los
uit de aarde, die het lichtende Zuiden niet kent.
De Zuiderling is zooals hij is en aanvaardt, zon
en woestijn, vulkaan en oase. De Noorderling
wenscht eeuwig anders te zijn, dan hij is; hij is
de groote ontevredene, die alleen tevreden kan
zijn met zijn ontbering.
Natuurlijk zijn deze grenzen niet streng geogra
fisch te trekken. Er zijn Noordelijke Zuiderlingen
en omgekeerd. Maar het geestelijk klimaat waarin
een mensch leeft, woidt toch altijd eenigszins door
zijn aaide en zijn hemel beïnvloed.
In het Paradijs zouden wij waarschijnlijk allen
onze veerkracht verliezen, terwijl uit de hel van
Siberië Dostojewski's zijn teruggekeerd.
Een sonnet van een Lyonsche dichteres uit* de
16e eeuw b=zingt eerst de wreedheid waarmee
de liefdegod haar leven heeft vergiftigd, en be
sluit dan
P.T.T.-jeugdboekje.
Het Staatsbedrijf der P.T.T. tracht zooveel moge
lijk medewerking te verkrijgen van de zijde van
het publiek. Daarvoor is het noodig, dat het pu
bliek zoo ruim mogelijk wordt voorgelicht omtrent
P.T.T.-zaken, waarmede het te maken heeft.
Het ligt geheel in de lijn, dat het Staatsbedrijf
reeds begint bij de jeugd, gedachtig aan de leus:
„Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst". Zoo is
eenige jaren geleden op de lagere scholen begonnen
met het geven van onderricht in het telefoneeren,
hetwelk zich gaandeweg uitbreidt, zoodat over
eenige jaren alle lagere scholen in plaatsen met
Rijksnetten dit onderricht zullen ontvangen.
Het Staatsbedrijf heeft gemeend nog verder te
moeten gaan; het heeft in een boekje voor de jeugd
het voornaamste van hetgeen men van den P.T.T.
dienst moet weten op aanschouwelijke wijze be
handeld.
Dit boekje is dezer dagen verschenen, het geeft
in kleurrijke tafereelen, op voor de jeugd onder
houdende wijze, weer hoe het verband, dat telkens
tusschen publiek en P.T.T. ontstaat, kan worden
bevorderd, in beider belang.
„Tant plus qu' amour nous vient fort assaillir,
„Plus il nous fait nos forces recueillir,
„Et toujours frais en ses combats fait estre."
25 OOOste Bezoekster aan de Sunlight Fabrieken.
gebouw, waar thee werd aangeboden. Hier werd
medegedeeld, dat MejJ. A. Lindenbergli de 25.000e
bezoekster van dit jaar was. Zij werd hartelijk
toegesproken door den heer P. H. A. Hofkamp, lid
der Directie van de Lever's Zeep Maatschappij
waarbij haar bloemen en een fraai gouden armband
horloge werden aangeboden.
Alle leden van het gezelschap waren aangenaam
verrast en keerden, zeer voldaan over de prettige
excursie, weer naar Rotterdam terug.
Wij vestigen er de aandacht van onze lezers op,
dat. voor ieder steeds de gelegenheid bestaat, dit
interessante grootbedrijf in groepen van minstens
20 personen te bezichtigen, waartoe imen zich kan
aanmelden bij de Sunlight Fabrieken; AM. Fa
brieksbezoek te Vlaardingen.
Deze vrouw kende de kracht van het arme
land, zij wist van de wonderbare vruchten, die de
ontbering doet groeien. Hoe dieper de god haar
terneersloeg, des te hooger veerde zij op. Zij bezat
iets van de wijsheid der vrouw, die een kaars
kwam branden voor het altaar van de Madonna,
vqor haar beeld neerknielde en prevelde: „Ik
dank u, dat Ge mijn gebed niet hebt verhoord."
De dankbaarheid voor het onvervulde is mis
schien het privilege van een arm land, een land,
dat seizoenen, dat een voorjaar kent. Wij zullen
in het Noorden altijd weenen om „bloemen, in
den knop gebroken"; wij zullen lijden onder alles
wat de lentestormen vernielen. Maar toch zullen
deze gebroken beloftes ons nooit zoo ontgoocheld
achterlaten als de voor menschen te weelderige
pracht van het Zuiden, waar alles op zijn hoogte
punt is, waar niets meer valt te verwachten. Liever
een gebroken knop dan een bloem zóó schoon,
dat alle verlangen sterft. In een Duizend-en-Een-
Naehtrtuin zijn een Don Quichote, een Wande
lende Jood en een Parcival ondenkbaar. En van
deze Ontevredenen moeten wij tenslotte toch
leven; zonder dolende ridders, ballingen en reine
dwazen vergaat ons de mogelijkheid tot ademen.
Het Noorden is een gezegend land, omdat het
het land is der onverhoorde gebeden. Het behoedt
ons voor den doodelijksten vijand van het men-
schelijk geslachtvoor de vervulling.
Het aantal belangstellenden, dat jaarlijks de
Sunlight-fabrieken te Vlaardingen een bezoek
komt brengen, loopt in de tienduizenden. Dit
brengt heel wat drukte in Vlaardingen! Nu was
het gisteren een zeer bijzondere dag voor Vlaar
dingen en voor de Sunlight-fabrieken, want toen
arriveerde de 25.000ste bezoekster van het jaar
1938.
De bezoekster, die deze mijlpaal voor de Sun
light fabrieken bereikte, was Mej. J. A. Linden -
bergh en maakte deel uit van het gezelschap van
den winkelier A. Spaan te Rotterdam.
Na bezichtiging van het interessante bedrijf,
waarover het geheele gezelschap opgetogen was,
vereenigden de deelnemers zich in het Ontvangst-