J. van EERDEN HFDEN HEROPEND DE FIGUUR VAN SOCRATES. «HOOGERWOERD» Stofzuiger- en SVSotorspecialist Huiduitslag, Jeuk, Eczeem Kleermakerij „ELSW0U1" ViSCH bestellen BEETHOVEN-CYCLUS f Ttlaar Miep/^%, ket sporthemd 1 van Viet is bepaald goor naast dat j #v. van Hees !^Jm MET WEKEN, VUILE PLEKKEN AANSMEREN EN WRIJVEN VOOR HET KOKEN MOET HET /jr' \COEO TOCH WIT WORDEN. MAAR 70 MOOI KRIJG IK HET NOOHW JE MOET RADION HET WERK LATEN DOEN, ANNIE. ALS WE THUIS V) KOMEN, ZAL JE ZIEN, WAT IK BEDOEL^ HET IS JAMMER, DAT IK GEEN RADION -1 KAN GEBRU1KEN-HET IS ZO DUUR.^ £JB frSL_ ■c-r EN IS DAT AL WAT JE DOET OM HET ZO PRACHTIG WIT TE KRIJGEN JA. EN RADION WAST ZO i VEILIG. VOEL EENS, HOE ZACHT DIT HEMD IS. grond van beweegredenen, waaraan wij onwille keurig onderworpen zijn, motieven, waarin wij ons niet hebben verdiept, hoe wij ons laten al- drijven op die motieven wier realiteit ons ver borgen is gebleven door een ethisch synoptisch bedrog. Uit die bewegelijke denk-slaap wil So crates de mensehen verlossen, werkende als een vroedvrouw, die het kind losmaakt uit zijn vorige wel warme maar donkere verblijf. Iets is niet „goed" omdat het ons aangenaam aandoet, omdat wij het lusten. Lust de waterzuchtige ook niet het water, waaraan hij zich juist dood drinkt? Is Perikles goed te noemen en groot als staatsman omdat rijkdom en macht, die hij aan de stad Athene verschafte zoo aangenaam zijn, terwijl wij nog niet eens hebben nagegaan of „rijkdom" en „macht" zelve goed zijn? Er is dus een aangenaam-vinden, een goed-vinden, een schoon-vinden, dat door de menschen, onkritisch, niet is onderzocht, maar waar ze als slapende op aan drijven. Hen dit leerende was Socrates de wekker, staande buiten zijn tijd, tegen zijn tijd, dus krijgt hij zijn tijd tegen zich. Aan den sofist Gorgias, den welsprekende, vraagt hij wat is nu toch eigenlijk de welsprekendheid. Gorgias vindt een uitweg met het gebruikelijke: welspre kendheid geeft macht. Maar wat is macht? Is dat op zichzelf iets? Neen. Waartoe leidt macht dan? Heeft macht op zich zelf een goede strek king? En zoo gaat hij door met zijn kennis-vra gen: waarom en waartoe? Zoo doet hij de sug gesties, die de menschen elkander voorhouden en nazeggen, als gevaarlijke slaapwandelaars wegen zich onthullen. En dat onthullen kunnen de menschen niet verdragen. Ook van Christus konden zij het niet, daarom moest hij weg. Met Socrates hetzelfde. Tot zoover een blik op So crates als mensch. Er is echter ook wel iets te zeggen omtrent hem als leermeester van een bepaalde leer. Met Socrates treedt de Europee- sche mensch op in de kennisleer. Het denken vóór Socrates ging hiervan uit, dat het kennis- hongerig subject opging of onderging in het te kennen object (kosmisch denken). Hij stelt de vraag, wat is deze kosmos, de werkelijkheid, wat is er in ons aan kennis van deze ons gegeven wereld. Het mythologisch denken, als dit denken mag heeten, de cosmologieën, de cosmogonieën, de theogonieën, waarin menschen tot groot krachten werden opgeheven, verliezen met So crates hunne onwetenschappelijke macht. Het wetenschappelijk denken wordt geboren. Geheel vreemd aan het voorafgaande Grieksche denken was dit niet. Reeds Democritus, die eerst opging in de atomen en de leege ruimte kwam reeds tot de ontdekking, dat de uitspraak van het kennen de denken een wortel moet hebben in het den kende subject, m.a.w. niet het objectieve ding op zichzelf is en zegt wat het is, maar een andere een subjectieve orde van denken komt daarbij om den hoek. De kiem dezer waarheid vinden we aldus bij de sófisten, maar zij hebben deze ontdekking meteen overdreven gegeneraliseerd en gezegd: er is alleen maar subjectieve kennis. De sofist vraagt zich zoo af: wat is er door den mensch te zien buiten zijn zien en wie waar borgt ons, dat daarbuiten ueberhaupt iets is. Aldus schuift de sofist den mensch zóó tusschen zich en het ding in, dat het ding zelf wegvalt. Laat ons bij het enkele bedenksel blijven staan al valt daarmee alle realiteit weg. In ieder geval is er met dit bedenksel dan nog wel te tooveren, het kan ons brengen in een bepaalde waan, wij bouwen daar een bepaalde doxa (leer) mee op, waarmede wij macht kunnen uitoefenen op an deren. Als we alleen maar nemen, wat wij er varen, hebben wij (later zou Berkeley dit ook leeren) niets dan het denken van het, ervarene. Hier komt Socrates aan het woord. Het ken nende denken kan leeren weten. Niet de enkele mensch is de maatstaf van zijn kennis. Aldus ontwaakt met. Socrates het bewustzijn der menschheid van de mogelijkheid van het denken van de waarheid als een hoogere werkelijkheid. Kant zou dit later in zijn a-priori-leer herhalen. Socrates geeft zijne mythologisch gezinde tijdge- nooten er een beeld van door die ware kennis, dit weten voor te stellen als een herinnering uit den tijd, dat de menschen nog bij de goden leefden. In tegenstelling met wat „men" omtrent So crates meent en verhaalt leert hij juist, dat er een weten is, dat wij wel weten. Nu wordt filo sofeeren: kennend in een begrip indalen. Socra tes daalt nu tot het begrip werkelijkheid in en vraagt naar den zin daarvan. En zijn antwoord is: de werkelijkheid (werkzaamheid afgeleid van het werkwoord werken) van iets is zijn bestemming zijn inwonend doel. Van een stoel is het er op te kunnen zitten, van kleeding ons te beschutten. Een voorwerp een tafel bijv. is deugdelijk als het beantwoordt aan eigen wezen. Hier raken de begrippen kennis en deugd elkaar. Wij zijn maar een nietig deel van het Heelal, daarvan m&ar een gering deel ervarende. Het wezen, de bestemming, het doel van het Heelal kunnen wij dus, volgens hem, niet doorgronden. Maar ten deele althans weten wij wel, waar ons aller menschzijn in deugt, wat rechtvaardig is, wat onrechtvaardig, dat de leugenaar ondeugend en een waarheidlievend mensch beter is dan gene. Dit nu te zetten in een al-verband ver klaarde Socrates niet te kunnen en terecht. Hij geloofde daarom in zijn eigen mislukking. Ten onrechte. Voor ons blijft hij de reus van het openbreken van het menschelijk denken, dat tot weten voert. In de gedachtenwisseling o.a. met dr. J. D. Bierens de Haan, die de bijeenkomst leidde, kwam uit hoe ons denken eenerzijds gevaar loopt in oude suggesties te vervallen, anderzijds zich in zelfcorrectie weer kan oprichten. Hoe Socrates naar verzekerheid zocht, maar die niet vond, terwijl Plato, die vond in de Idee van het Goede. De as, waarom het Socratisch denken zich beweegt, is het beantwoorden aan eigen bestemming, die van het Platonisch denken: het ethisch goede. Eerst bij Plato vallen deugen en denken, het zedelijke en het redelijke ineen. De voordracht van dr. Sterkman, die te 's-Gra- venhage particulieren les geeft in de beginselen der wijsbegeerte en ook te Amersfoort optrad, werd niet door aanhalingen van bewijsplaatsen toegelicht. Wat hij als zijne opvattingen ten beste gaf, bevatte echter op zichzelf voldoende stof om over na te denken en het een en ander bijv. bij Vorlander (door hem genoemd) over na te slaan. Het leek ons ook voor de hoorderessen en hoorders, die zich door hem lieten leiden een avond, waaraan zij veel stof tot zelfstandig na denken kunnen ontleenen en daarop komt het maar aan. T. onzin! radion is geweldig in prijs verlaagd en kost nu maar 15 cent U mag nog zo ervaren zijn in het behandelen van de was en nog zo tevreden zijn met de resultaten, die U bereikt - zolang U geen Radion gebruikt, weet U niet, wat werkelijk wit wasgoed is. Alleen wanneer het goed volkomen schoon is, is het absoluut wit. Daarom heeft U de gecombineerde zeep- en zuurstofwerking van Radion nodig, die alle vuil verwijdert. Zorg, dat Uw wasgoed absoluut wit is - neem de volgende keer Radion! irtrLcugwJf RAD 74-091 Bioemesidaa!sch@ Glaze nwssseh@ii*ij-° MarquizenJsferiek Bloemcndaal Kleverlaan 1 Tel. 23400 GEZICHTSHAREN, puistjes en wratten wor den zonder litteekenp ver wijderd. 150 Haren voor f 2. Zr. v. Raalte, Specialiste Valeriusstr. 60, A'ifcun Te Haarlem: Zaterd. 2-4 uur, Maart. v. Heenis':, straat 1t.o. ,,Deo'". m:. Voor Dames en Hoeren bericht de ontvangst van de nieuwe VOORJAARS- EN ZOMERCOLLECTIE voordeelige en vaste prijzen BLOEMVELDLAAN 43 b/d RamT}laan,Hnnt'lpm-Overveeu 0 JA HA! Hoogerwoeid" bellen TELEFOON 23009 /ersche gerockte, Ge bakken en Natte Viscii Bak- en S t o o paling VÏSCHHANDEL Hoogerwoerdstraat 4y Telefoon 23009 H.O.V. GEMEENTELIJK CONCERTGEBOUW Op 3, 7, 10 en 14 Maart a.s. des avonds 8.15 uur Dirigent: Marinus Adam. Solisten: Elsa Nolthenius, Edouard Darsky, piano, Gijs Beths, Maurits van den Berg, viool, Hélène Ludolph, Annie Hermes, Albert Dana en Luciën Louman, zang; m.m.v. het H.O.V.- Koor en de Liedertafel Haarlem's Zanggenot. Abonneert U op deze cyclus. Abonnement voor niet-leden f 2,50, abonnement voor leden f 2,entrée per concert f 1, Abonné's voor deze cyclus kunnen zich opgeven bij de administratie der H.O.V., Ridderstraat 25a, tel. 11277 en bij de muziekhandel Alphenaar, Kruisweg 49, tel. 11532, waar tevens gaarne inlichtingen worden verstrekt. Plaatsbespreken vanaf Maandag 27 Februari bij de muziekhandel Alphenaar. KANTOORBOEKHANDEL P. TIDEMAN BLOEMENDAALSCHEWEG 36 Jr. Komt ons eens een bezoek brengen? Geopend van 10 nur v.m. tot 8 uur n.m. Zaterdags van 1010 uur. Kennemeftraat 21 le Kruidbergerweg 51 HAA LEM TEL. 16990 SANTPOORT Schoterweg 57zw. Tel. 17696 DE FIGUUR VAN SOCRATES. J.l. Maandagavond trad dr. P. Sterkman uit Den Haag met het onderwerp: De Wijsgeer So crates op voor den Kennemer Amersfoortschen lering, de aftakking naar Kennemerland van de Int. School voor Wijsbegeerte te Amersfoort. Wij meenen de vele te Bloemendaal wonende leden en vrienden van dien Kring een dienst te bewijzen door een kort verslag te geven van den door spreker gevoerden dialoog. Volgens hem is het een twijfelachtige eer, zoo als Socrates, populair te zijn als filosoof. Popu laire uitspraken van filosofen worden vaak aan gehaald los van den zin, die er door den wijsgeer zelf werd ingelegd. Als voorbeeld noemde spr. het veel aangehaalde panta rei „alles vloeit" van Heraclitus. Zoo denkt bijv. ook „men", dat So crates getypeerd wordt door de hem toegeschre ven uitspraak: „ik weet, dat ik niets weet". Hij zou een twijfelaar (scepticus) of bewust niet- weter zijn geweest (agnosticus). Geen sprake van. De ware Socrates, die te ken nen is uit Plato's dialogen, is juist een echt We- ter. Socrates was zoowel een anti-sofist als een sofist. Hij was tégen hen om hun individualisme, dat hen tot twijfel of weet-niet-kunde leidde en ook vanwege de veelal door hen gebezigde woor denpraal. Wie de sofisten waren? Spr. weidde er niet over uit; enkele hunner karaktertrekken zijn al dus te schetsen: in den tijd van hun hoogsten bloei waren sofisten in Grieksche steden leera ren van redeneeringen, waarmee macht kon wor den uitgeoefend op de massa, die er gaarne liefst in fraaie vorm gemakkelijk bespreekbare mee ningen opnahoudt. Zij waren boven de oudere natuurfilosofieën uit tot de beschouwing van het menschwezen en het menschenleven opge stegen. In zoover was Socrates eerst hun even knie, later hun dieper doordenkend meerdere. Spr. wil de meeste aandacht schenken aan Socrates' verhouding tot de ethiek, de leer van het ware gedrag van mensch tot mensch, dat volgens hem door onverbreekbare zedewetten wordt genormeerd. Te voren o.a. door Protagoras was geleerd, dat de enkele mensch voor zichzelf alleen de maatstaf was van alle dingen, zoodat onder meer menschen van een voor hen allen geldige waar heid geen sprake kon zijn. Socrates werd de grondlegger van de stellige niet alleen formeele wetenschap van wat de mensch is in zijn bestem ming, zijn roeping, zijn plichten, de ethiek. Zoo noemen Windelband e.a., aldus spr., Socrates de eerste ethicus in de geschiedenis van Europa. Toch is dit niet aldus op te vatten, dat Socrates een vlot ethisch denker zou zijn. Zijn kracht ligt volgens spr. veeleer in zijn kennistheorie. Deze en zijn doordenken van het begrip „goed" loopen dooreen. De inzet van Socrates denken, nieuwe paden van het denken in te slaan was gigantisch. „Ik wist het wel, Socrates, tot ik „jou" was tegen gekomen", zegt hij tot zichzelf, „ik praat mij zelf vast". Inderdaad is Socrates in de verhou ding „goed" en „waar" (deugd en kennis) zelf blijven steken. Eerst met Plato, zijn leerling, komt helderheid in deze materie. Socrates' uitspraak: „ik weet, dat ik niets weet" te vinden in Plato's Apologie van Socra tes, houdt verband met een Delphische uitspraak: dat Socrates de knapste man van Athene was. Toen hij voor zijn rechters stond, beschuldigd andere goden te leeraren en de jeugd te ver leiden, geeft hij zijne verwondering over die uitspraak te kennen en zegt: „Ik weet, dat ik het niet weet", in tegenstelling met: ik meen 't een of 't ander. Meenen ligt in de populaire sfeer, weten (desnoods negatief, dat ik dit of dat niet weet) is wetenschappelijk. Zoo komen we over de persoon van Socrates tot eenige helderheid. Aan het bovenstaande haakt zich de vraag aan: waarom moest deze onschuldige man ter dood worden gebracht, hij, die de menschen tot in zicht omtrent henzelven wilde brengen? Plato laat in de apologie (Socrates' verdedigingsrede) hem zelf de verklaring geven met deze woorden: „Als ik bij de menschen in hunne huizen in hunne bedrijven rondging en bemerkte, dat zij alleen maar 't een of ander „meenden" doch hun in een tweegesprek, waarbij ik henzelven sprekende invoer, uit hunne eigen woorden dui delijk maakte, dat dit „meenen" geen kennis was, heb ik die personen tot mijn vijanden ge maakt. En als dan jongelieden mij dit nadeden werd dit een tweede rede van vijandschap tegen mij." Doordenkende, dieper iiigaande op de verhou ding van Socrates tot zijn tijd, zijn levensomge ving, blijkt ons dan de verhouding zoo: Socrates sloot aan bij de sofisten in hun ontdekking, dat ons kennis-denken in een draaikolk kan geraken, een optisch bedrog, dat wij menschen dupen, slachtoffers zijn van ons eigen gewoonte-denken, wat enkel schijn kan zijn. Socrates ziet nu ook in, hoe het ik meege voerd door eigen denken iets „goed" noemt op Krab ben verergert de kwaal en maakt U ontoon baar. Bestrijdt de oorzaak van uw ondragelijke last en folterende jeuk. Neem direct D.D.D., het recept van Dr. D. Dennis. Reeds de eerste druppels doen de ondragelijke jeuk be daren. A D.D.D. dringt diep in de poriën door en doodt de ziektekiemen, zoodat de huid zich kan herstellen. Flacons a 75 ct., f. 1.50 en f. 2.50 bij Apothekers en Drogisten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1939 | | pagina 3