Dat mag dan voor mijn geheugen niet opgaan, zeker is dat juist door die verlossingen het dorp, zijn mensen en hun historie mij nog altijd na aan het hart liggen. Dokter La Lau noteerde bij elke bevalling het volgnummer, datum en uur, de namen van de ouders van de pasgeborene, en de woonwijk. Voorts of het om een eerste of latere bevalling ging, het geslacht van het kind en zijn of haar voornamen, en de afloop van de beval ling, plus eventuele andere uit medisch oogpunt interessante bij zonderheden, zoals één- of tweeëiige tweelingen, afwijkende liggin gen van de vrucht, kunstverlossingen - waaronder vooral de vroeger veelgebruikte "tang" -, doodgeboorten, enz. Het jaarlijkse aantal bevallingen liep in de drie jaren waarover mij gegevens ter beschikking staan, geleidelijk op 54 in 1872, 59 in 1873 en 67 in 1874. Naar de oorzaak daarvan blijft het natuurlijk gissen. Een toenemend aantal geboorten lijkt onwaarschijnlijk, waar de toenmalige bevolking zeer stabiel was. Zij bestond voor een groot deel uit boeren en land arbeiders en gedeeltelijk zelfstandige tuinders, en voor de rest vooral uit arbeiders van de grote buitenplaatsen. Veeleer zal de toeneming van het jaarlijkse aantal bevallingen van dokter La Lau een gevolg zijn geweest van zijn betere resultaten, in vergelijking tot die van baker of "vroedvrouw". Terloops wil ik hier opmerken - ik hoop dat de ongeduldige lezer mij deze zijsprong vergeeft - dat moeder en kind zo een honderd jaar ge leden ook verre van veilig waren als de dókter bevalling en nazorg in handen had. De zuigelingensterfte was destijds verschrikkelijk hoog, en vele moeders stierven aan verbloeding of koorts in het kraam bed. Laat ons niet vergeten dat de oorzaken van de meeste infecties toen nog totaal onbekend waren en dat de arts in die tijd niet de be schikking had over de huidige antibiotische wondermiddelen en opera tietechnieken. Zelfs een gewone bloedtransfusie was toen nog niet mo gelijk. In de ook in het midden van de vorige eeuw door de medische student nog veel gebruikte "Handleiding tot de Verloskunde" van Dr. Gotlieb Salomons (1926, 2e druk) kan men lezen tot welke primitieve middelen de arts bij de behandeling van zogstuwing, borstontsteking en de veel al dodelijke kraamvrouwenkoorts, toentertijd zijn toevlucht moest ne men, bij gebrek aan beter: Bij de behandeling van de ontsteking der borsten gaat de voorname aanwijzing daar henen, om dezelve te resolve ren, en ettering vóór te komen. Dit oogmerk bereikt men door verdeelende kruiden, droog in een matrasje, of in de gedaante van eene pap, onder welke men, naar omstandigheden,Spaansche zeep, een weinig azijn of Goulard's mi neraalwater, mengen kan, op de borst te appliceren 20 en over de kraamvrouwenkoorts Als de koorts van den aanvang af aan reeds kwaad aardig isof wanneer men de ziekte in hare beginselen niet heeft kunnen stuiten, dan behoort zij terstond met vlugge op wekkende middelen, om de ter nedergedrukte levenskrachten op te wekken, behandeld te wordenBehalve de plaatselijke be handeling van de borsten, van de teeldeelen, en van den onder buik komen hier het meeste te pas, de Valeriana, de naphtha, de arnica, het heulsap, de serpentaria, de camphora, de moschus, en meer andere middelen Een waar luilekkerland voor onze hedendaagse voorstanders van krui dengenezing en alternatieve kwakzalverijen. Maar men moet er niet aan denken van hoe enorm veel vrouwen en klei ne kinderen het leven gespaard had kunnen blijven, als La Lau en zijn tijdgenoten destijds de beschikking hadden gehad over penicilline en soortgelijke moderne geneesmiddelen. Nu weer terug naar het geboortenregisterWij zagen dus dat dokter La Lau in zijn tijd cira 60 bevallingen per jaar heeft gehad. Rond dat cijfer zal het wel steeds zijn blijven schommelen: 30 jaar later (1904) kwam mijn vader toen óók nog de enige arts in Sant poort- eveneens tot een aantal van 60 per jaar. Het gedeeltelijk losbladige, door de jaren vergeelde schriftje van dokter La Lau, begint met nr. 174, de geboorte van Adriana Brasser op 9 januari 1872. Haar vader heette Gerrit en haar moeder was Maria Swart. Ze woonden op de z.g. Jan Gyzen Vaart, een buurtschap, waaruit later Santpoort-station, het tegenwoordige Santpoort-Zuid is gegroeid De dokter moet uit zijn bed zijn gehaald, want de geboorte vond plaats 's nachts om half drie. Het was een normale "achterhoofdslig ging" en over de nageboorte was niets bijzonders te vermelden. In de laatste en breedste kolom "Aanmerkingen" is ook slechts een streepje geplaatst. Alles oké dus. Waar het hier gaat om geboorten van meer dan honderd jaar geleden,is er geen beroepsgeheim dat mij verbiedt de namen van de betrokkenen te noemen. Toch zou ik mij kunnen voorstellen dat sommige nog in Sant poort wonende nazaten bezwaar zouden maken tegen de openbaarmaking van bepaalde intieme of minder smakelijke details. Ik denk hier aan de vermelding van hoofdluis en "favus" - de tegen woordig gelukkig zeer zeldzame "kletskop" van weleer -, aan verzak kingen, ernstige weefselverscheuringen en verbloedingen, of aan ge slachtsziekten Daarom leek het mij verstandiger niet Alle bijzonderheden te vermel den die ons door dokter La Lau zijn nagelaten. Mochten er niettemin familieleden zijn die willen weten of er mis schien wat meer bekend is over de verlossing bij de geboorte van die verre "oma" of "opa", dan kan men altijd bij mij terecht. 21

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 1980 | | pagina 12