Ook die Vaart van Jan Gij zen heeft hier, mét het duinzand, de romeinse weg opgeruimd. Nu liggen er op het vroegere rechtlijnige tracé een tennisbaan (Duinlust) en de garage van het PEN. Van de huidige winkelstraat in Santpoort-Zuid kan men nog de oude romeinse weg inkijken tot aan de afrastering van de tennis baan. Als er geen gebouwen en bomen -en terreinverschillen- in de weg stonden, zou men rechtstreeks een andere "winkelstraat" kunnen inkijken, namelijk die van Bloemendaal! Het is waarschijnlijk dat zich van het tracé De Zilk - Vogelen zang een zijtak afsplitste naar Bennebroek, die vandaar recht streeks naar Haarlem doorliep, via de huidige Herenweg, Wagenweg, Plein, Grote Houtstraat. De beide Haarlemse Houtwegen zullen dan, na uitgekomen te zijn op "Het Zand", ter weerszijden van de Grote Kerk of Sint Bavo, hun voortzetting hebben gehad in de Kruisstraat en -weg en in de Jans straat en -weg. Ten Noorden van de stad kwamen deze wegen weer samen ter hoogte van waar nu de in 1885 gebouwde Ripperda-kazerne staat. Van hier af werd het de Schoterweg. Deze volgde het oude tracé naar en dóór het dorp Schoten en liep verder rechttoe rechtaan op het Castellum Felisenum! (Bij deze en andere beschrijvingen moet natuurlijk bedacht worden dat namen van plaatsen en wegen alleen voor oriëntatie gebruikt worden, waarbij als het ware grote spron gen door de eeuwen heen worden gemaaktvom de -vermoedelijke- topo grafische toestand in de romeinse tijd te verduidelijken. Wél moe ten de Romeinen langs de "strandwal-wegen" op vele plaatsen primi tieve nederzettingen hebben aangetroffen, maar geen van de genoem de dorpen en géén stad Haarlem bestonden in die tijd. De "romeinse tijd" in deze streken begon omstreeks 50 jaar vóór Chr. en duurde tot ver in de vierde eeuw na Chr. De eigenlijke grens van het Romeinse Rijk werd gevormd door de Rijn, die toen bij Katwijk(Lug- dunum Batavorum) in zee stroomde. Aan de Rijn lagen dan ook ette lijke versterkingen (castella) die invasies van germaanse stammen (waaronder de Friezen) moesten verhinderen en van waaruit ook wel expedities werden uitgestuurd om hen in bedwang te houden. Maar er lagen ook versterkingen vóór die grens, zoals ons Castellum Felise- num, de vlootbasis. Behalve de zoeven genoemde recht op het Castellum aanlopende weg kwam er ook een uit het Oosten, die via de dam in het Spaarne (Spaarndam) naar het Noorden afboog en het Castellum bereikte. Doordat in de laat-romeinse tijd en daarné het water van het in open verbinding met de Noordzee (bij Castricum) en het Flevo-meer staande -toen zeer uitgestrekte- IJ zó kwam opzetten dat het ge hele oevergebied onder water kwam te staan of in moerassen veran derde, kwamen de beide door dit gebied gelegen verbindingswegen te vervallen. Vanuit het Oosten komend moest daarna de omweg gemaakt worden via de Santpoorter- of Velserlaan, (de Westlaan)en vanuit het Zuiden werd het gedeelte van de op de Westlaan doodlopende rech te weg naar het Noorden, even voorbij Schoten omgelegd of, zoals men dat toen noemde "verkeerd" of "vergierd" in de richting van De Zand poort, waar bij het eigenlijke begin van de tegenwoordige Hoofdstraat deze "Vergierdeweg" de weg vanuit Bloemendaal ontmoette en vóór het dorpsfront langs verder Noordwaarts ging. 52 De hier genoemde Westlaan was van oudsher de enige verbinding van Spaarndam's achterland (Amsterdam, het Gooi) met het slot Brederode. De Slaperdijk kwam pas in 1627 tot stand, de (grind-)weg erlangs werd omstreeks 1820 aangelegd. De weg kwam uit op de Heirwegh/Rijksstraatweg/Hoofdstraat bij de kruising waar eens een door een Brederode gestichte kapel had ger staan en van oudsher ook een of meer herbergen. (De Wildeman, om streeks 1810 verdwenen, de Uilenboom, nu De Meijerij)De plaat selijke herbergiers hebben kennelijk goed beseft op welke punten zij zich moesten vestigen! De "Romeinse" Hoofdstraat liep vroeger rechtdoor naar de Hofgeest. En ook hier weer moeten we dat Geest zien als afkomstig uit Cas tellum. Dit kan in verband hebben gestaan met het nabij gelegen Castellum Felisenum. Daar -op de Hofgeest- treffen we nog steeds de restanten aan van het latere Huis te Spijk (of Huis 't Spijk) opvallend gelegen binnen nog steeds bestaande wallen, al zijn de vroegere grachten verdwenen. De Romeinen omringden namelijk al hun vestigingen met wallen en grachten. Bij het Castellum Felisenum lag de vloot, die van voedsel moest worden voorzien. Het was gebruikelijk dit te doen vanuit een "spi- carium" waarin het graan (spica= korenaar) werd opgeslagen. Dit alles geeft ons te denken. Pas een "grondig" onderzoek kan ons de waarheid leren. (Spicarium: Spiker, Spijker=voorraad- of korenschuur (Van Dale) (zie naschrift), vgl. Duits: Speicher. Spica Spiik, Spijk en mogelijk ook Spek: SpekkewegjeFG.) Tot zover Kees van Berendonk, die voor wat de Hoofdstraat be treft besluit "Al onze straatwegen zijn destijds door de Romeinen bestraat en dat is nu dan zo'n tweeduizend jaar geleden gebeurd. In het jaar 13 vóór Chr. heeft Drusus het hele gebied westelijk van de (Gelderse) IJssel in bezit genomen. Santpoort inbe grepen. In 1987 bestaat ons aller Hoofdstraat dus tweeduizend jaar! Als "straatweg" dan, want als strandwalweg" komen er dan nog eens een niet te schatten aantal eeuwen bij. Zo oud als de weg naar Kralingen? Kom nou! Vele eeuwen ouder! Zo oud als de wegen van Lugdunum, Praetorium, Augusti (ofae) Castellum, (enz.) Naar Castellum Felisenum. Anno minus XIII Kees van Berendonk. Naschrift Deze door Kees van Berendonk geschreven bijdrage in eerste versie is hier en daar redactioneel bekort en "aangepast". Naast deze bij drage verschafte hij ons nog een tweede, uitgebreidere, lezing, met vele interessante door hem ontdekte feiten en vondsten, resultaat van zijn speciaal op de romeinse tijd gerichte nasporingen, voor namelijk aan de hand van grootschalige stafkaarten van de besproken gebieden en uitgaande van zijn vaste overtuiging dat de officiële 53

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 1986 | | pagina 28