BOSBEEKSCHOOL 12 5 OF RUIM 2 00 JAAR OUD
Vorig jaar is het 125-jarige jubileum van de Bosbeeksehool gevierd.
Opvallend hierbij was dat uit geen enkel (kranten-)bericht bleek op
welke wijze de oprichting van de openbare school tot stand was
gekomen.' Aan mij was bekend dat in literatuur feiten werden vermeld
waaruit eenvoudig kon worden afgeleid dat de school reeds vóór 1869
bestond.- Al met al was dit voor mij interessant genoeg om de
geschiedenis rond de oprichting van de openbare school te Santpoort en
het onderwijs uit die periode nader te onderzoeken. Het resultaat van
mijn bevindingen volgt hieronder.
Eind 18de-eeuw staan er twee scholen binnen het ambacht Velsen, nlde
dorpsschool te Velsen en de school te Santpoort. Het zijn beide
zogenaamde Nederduitse scholen, waar de jeugd dus onderwezen wordt in
de Nederlandse taal. Zij verschillen van de Franse scholen, waarop
meestal de beter gesitueerde leerlingen zitten. De twee eerste scholen
vormen de basis voor al het latere onderwijs binnen de gemeente
Velsen.
Op 2 maart 1791 verzoekt Pieter Corver, reeds 6-jaar ondermeester bij
Gerbrand Rijperman te Velsen, middels een rekest om als schoolmeester
in de Santpoort te worden aangesteld. Hierbij verwijst hij naar een
eerder rekest (uit 1742) aan:
'wijlen den weledele gestrenge heer Gerrit Corver, de ambachtsheer van
Velsen ende Santpoort'
Hieruit blijkt dat er destijds in Santpoort een schoolmeester tot
onderwijs van de jeugd is geweest. Het verzoek van Pieter Corver wordt
prompt ingewilligd, waardoor nu zowel in Velsen als in Santpoort een
schoolmeester was aangesteld.3
Echter op 20 juli 1791 komt Gerbrand Rijperman, in de functie van
schoolmeester - voorlezer en koster te overlijden. Tot zijn opvolger
wordt op 13 september 1791, de net in Santpoort aangestelde
schoolmeester Pieter Corver benoemd. Hiertoe verkreeg hij de benodigde
goedkeuring van de toenmalige ambachtsvrouwe Margareta Lievina
Hoeufft, geboren Geelvinck.
Hoewel de nieuwe schoolmeester kosteloos in de dorpsschool mag wonen,
wordt hij verplicht de weduwe van zijn voorganger (Bregje Spruijt)
haar leven lang een jaarlijkse som van ƒ150,- uit te keren. De
gemeente ziet kennelijk in dat zo'n bedrag wel wat veel is voor de
aankomend meester, zodat besloten wordt 50-gulden uit de inkomsten van
de gereformeerde kerk bij te dragen.4 De vrijgekomen vacature te
Santpoort wordt met ingang van 8 oktober 1791 opgevuld door Jacob van
Meerland (geb.1768). Hij was gedurende drie jaar ondermeester bij de
75
1 Gemeente Archief Velsen (in het vervolg GAV), Persdocumentatie dossier 1.851.2A, de Bosbeeksehool.
2 Siebe Rolle. Memoriaal van Velsen1985.
3 GAV, Oud-archief tot 1813, inv.no. 4 (pl.no. 49) fo. 58 vo.
4 GAV, Oud-archief tot 1813, inv.nr. 4 (pl.nr. 49) fo. 72 e.v.