.r
Afbeelding 2: Een impressie van de boerderij met de stolpschuur. J. Morren, op basis van de bouwkundige beschrij
ving
den de bezittingen uitgebreid met een stuk wei of teel-
land bewesten de hofstede Velserhooft dat een grootte
heeft van drie morgen en 150 roeden (1 roede 1/600
morgen).16 In die tijd kunnen we een beeld vormen van
de bebouwing en de landerijen behorende bij de woning.
De landerijen liggen dan deels in de Scheepbroeken en
deels daar buiten. Het herenhuis en de boerderij liggen
ten zuiden van de huidige Middenduinerweg. Het land
de Zaat en de weide ten zuiden hiervan liggen ten zui
den van de hofstede Duin en Berg. Het vreemde is dat
de grootte van deze twee stukken land in de transportak
te anders staat vermeld dan in het verpondingregister.
Jan Hendrik van Dam is schepen van de stad Haarlem.
Na het overlijden van Jan Hendrik gaat Middelduin
over naar Johanna Catharina van Fladeracker, zijn we
duwe. Na haar overlijden gaat de Casteleijnwoning in
erve over naar de zoon van Johanna Catharina, Chris-
toffel Jan van Dam.'7 In 1749 laat Christoffel Jan van
Dam een verbetering (verbouwing of uitbreiding) aan
brengen aan de boerderij waardoor de verponding die
geheven wordt op het bouwhuis van 1,15 verhoogd
wordt naar 2,-. 8 Wat de verbetering inhoudt, is niet
bekend. Op 11 augustus 1751 verkoopt Christoffel Jan
van Dam een boerenwoning of huis genaamd Middel
duin, van ouds genaamd Casteleijnwoning aan Gerard
Deuts voor 5.000 gulden. Christoffel staat in de akte
vermeld als oud- schepen van de stad Haarlem. De be
grenzingen van Middelduin worden als volgt omschre
ven; 'in het zuiden en westen de Buurweg (nog steeds
wordt de foutieve begrenzing genoemd), en vier croften
teelland gelegen in de Scheepbroeken belend oost en
noord door de bezittingen van de erven van advocaat
Zoutman, en nu van de heer Berewout'. Bij de koop zijn
inbegrepen een stuk weiland in de Scheepbroeken naast
de hofstede Velserhooft met een grootte van 400 roeden.
Dit wordt in het westen begrensd door de bezittingen
van de koper, in het noorden door de weg en in het oos
ten en zuiden door de bezittingen van de heer van Lim-
men (Velserhoofd). Als laatste nog twee stukken land in
de Velserbroek l9. Uit het hiervoor vermelde blijkt dat
de landen waarop de boerderij heeft gestaan van advo
caat Zoutman in de Scheepbroeken aan de Kruidberger-
weg ten zuiden van de hofstede de Kruidberg nu in bezit
zijn van de heer Berewout, de eigenaar van Jachtlust. De
boerderij van de advocaat is gesloopt in 1742.20 Gerard
Deutz is al eigenaar van de hofstede Duin en Berg waar
bij ook land behoort dat in de Scheepbroeken ligt ten
zuiden van de Kruidbergerweg. Tussen dit land, de
Kruidbergerweg en de hofstede Velserhoofd ligt het
hiervoor genoemde stuk weiland in de Scheepbroeken
met een grootte van 400 roeden.21 Gerard Deutz over-
6
Afbeelding 3: De kaart uit 'Het Zegepralent Kennmerlantcirca 1729. Privéarchief
1 De Castelijnswoning of Middelduin, weergegeven op de verkeerde plaats.
2 De boerderij die in eigendom is geweest van advocaat Zoutman.
3 Het Prinshof.
lijdt op 7 februari 1759 waarna zijn weduwe Ester Aag
je van den Bemden op 6 februari van het volgende jaar
Middelduin en Duin en Berg verkoopt aan Jan Cliquet.
Bij deze verkoop is de omschrijving van Middelduin als
volgt: een boerenwoning of huis, erf, werf, boomgaard
en land genaamd Middelduin, van ouds genaamd Caste
leijnwoning, in het zuiden en westen begrensd door de
weg. Tevens vier croften land in de Scheepbroeken die
tezamen de weide voor het huis en over de weg zijn,
waarvan een gedeelte tot moestuin is gemaakt. Het ge
heel heeft een grootte van 6 morgen en 300 roeden. De
wei over de weg wordt in het oosten begrensd door de
bezittingen van F. Berewout en H. van de Poll (de noor
delijke uitloper van de Moolenduinen), in het zuiden en
noorden door de weg en in het westen door de Schouw-
beek (Schipbroekenbeek) en de bezittingen van de koper
(landen die behoren bij Duin en Berg).22 Hier zien we
een grote fout in de omschrijving van de begrenzing,
want zowel de hofstede als de weide voor de hofstede
worden in het zuiden begrensd door dezelfde weg, wat
niet mogelijk is. De begrenzing van de weide die voor
het huis ligt wordt juist beschreven en ligt dus in de
Schipbroeken. Het bebouwde deel met het huis moet
dus tegenover de wei liggen, aan de andere kant van de
weg, dus op de plaats waar nu Middenduin ligt. De be
schrijving van de begrenzing van het bebouwde deel
moet dus duidelijk zijn, ten noorden en westen van de
weg. Het is dus duidelijk dat de begrenzing van Middel
duin nog steeds niet goed beschreven is.
Jan Cliquet houdt Middelduin en Duin en Berg in bezit
tot 6 november 1782, dan verkoopt hij de twee hofste
den aan Comelis Schuijt en Albert Mook uit Haarlem.
De beschrijving en de begrenzing van Middelduin en de
bijbehorende landen zijn gelijk aan die bij de verkoop in
1760. Alleen heeft de heer Berewout plaatsgemaakt
voor Mejuffrouw Maria Johanna Grangé de Neufville
die nu in bezit is van de hofstede Jachtlust en de bijbe
horende landen die liggen in de Scheepbroeken.23 Uit
het vervolg van de geschiedenis blijkt dat de twee ko
pers Middelduin als handelsobject hebben gekocht. Op
5 februari 1783 verkopen zij de weide voor het huis
groot 4 morgen en 300 roeden aan Johannes Onderberg.
Hiervan is 1 morgen afgenomen en tot moestuin ge
maakt. Als we de oppervlakte van al het verkochte en de
afgescheiden moestuin bij elkaar optellen komen we in
totaal op het oppervlak van 4 morgen en 300 roeden.
We missen dan nog twee morgen van het oorspronkelij
ke oppervlak die in bezit blijven van de verkopers.
Op s februari 1783 verkopen Albert Mook en Cornelis
Schuijt Middelduin aan Nicolaas de Wit die timmer
mansbaas is en woont in Santpoort. Middelduin staat
dan als volgt omschreven: een boerenwoning met erf en
werf, boomgaard en het land daaraan gelegen genaamd
Middelduijn met al het houtgewas dat daar op staat, uit
gezonderd enige olmenbomen die afzonderlijk verkocht
zijn. Het geheel wordt begrensd in het zuiden en westen
door de Buurweg. Tevens worden verkocht twee stuk-
7