A—grr 'U: 7
r-gST'* p>
•jij, (g*
i pnp -<> -pzT
'4;^
Oude teksten over Velsen
V r v\ v;.
|n het Rijksarchief van Noord-Holland geef ik sinds 15
jaar cursussen paleografie. Paleografie wordt ook
oud-schrift genoemd en de nadruk van de archiefstuk
ken die we lezen ligt bij Hollandse handschriften van de
16e, \T en 181"' eeuw. Omdat ik goed bekend ben met het
oud-archief van Velsen kies ik graag teksten van deze
plaats. Uit een groot scala kies ik hierbij twee archief
stukken om nader te bespreken.
JJet eerste stuk is van 1608 en het vertelt ons hoe de
werkzaamheden en de inkomsten van de schoolmees
ter zijn geweest. De schoolmeester fungeerde gelijk als
koster van de kerk. Er zijn in totaal vijf ordonnanties die
samengesteld en goedgekeurd werden door de top van
het Velsense bestuur van die tijd: de schout en de sche
penen, de welgeboren mannen, in aanwezigheid van de
predikant en twee ouderlingen.
Jn de eerste twee artikelen lezen we dat ieder huisgezin,
behalve de behoeftige, elk jaar een kleine bedrag
moest meebetalen aan het salaris van de schoolmeester.
De kinderen, van wie de ouders zo arm waren dat zij
geen schoolgeld konden betalen, moest hij voor niets in
zijn school opnemen en hun onderwijs geven. Uit het
derde artikel blijkt dat er meer betaald moest worden om
te leren lezen én schrijven. Alleen leren lezen was goed
koper. Er zullen in die tijd dus heel wat mensen geweest
zij die wel konden lezen, maar de veer niet ter hand na
men omdat zij niet hadden leren schrijven.
]-Jet vierde artikel gaat over de inkomsten die hij als
koster had van het luiden van de klok bij begrafenis
sen. Het luiden over de doden was niet alleen een eerbe
toon aan de overledene, maar het was ook een status
symbool. Hoe rijker men was, hoe langer er geluid
werd. In grote steden waar de kerk zowel een grote als
een kleine klok in de toren had hangen, wilde men op de
dag van de begrafenis van welgestelde personen de gro
te klok wel twee uur laten luiden, terwijl voor een een
voudig heerschap misschien net de kleine klok een
kwartier geluid kon worden. Voor de armen werd
meestal helemaal niet geluid. In Velsen was kennelijk
geen keus mogelijk uit een grote of kleine klok. Deze
ordonnantie zegt dat de schoolmeester/koster de klok
moet laten luiden voor wie dat wil, en van degene die
het niet willen heeft hij toch recht op een kleine, eerlijke
vergoeding.
J^et vijfde artikel vermeldt dat hij voor zijn werkzaam
heden als koster een jaarsalaris zal ontvangen van
drieënzeventig gulden; daar moet hij de kerk voor be
dienen en de klok op tijd laten lopen.
De originele teksten wordt gevolgd door een letterlijke
transcriptie.
28
".s -
U'S
Bron: Archieven der Ned. Hervormde Gemeente, Gemeente-archief Velesen, inventarisnummer 26
Transcriptie:
Artyckelen van den schoolmeester
I sal elck huijs uutgeseijt daer de middelen
niet en sijn betalen alle Jaers In plaetse
van de prooven thien stuijvers an gelt offtwe
brooden ofte coome
II de kijnderen van artne luijden die de middelen
niet
en hebben om te betalen sal hij voor niet leeren
III de kijnderen sullen geven die niet en schrijven een
stooter, en die schrijven drie stuijvers Int vieren
deel
Jaers
IIII het luijden over de dooden sal zo toegaen die selfs
offijmant uut sijnen naem begeert te luijden
sal hij toelaten, die t niet en begeert sal hij
dienen om een eerlijcke vergelainghe
V van de costerie sal hij genieten alle Jaers de som-
me
van drie ent seventich gulden des moet hij
de clocke stellen en die kercke bedienen voor het
selfde
Dit is aldus geacordeert en besloten bij den schoudt
en schepenen en die ivelgeboorene In
tegenwoordicheijt van aen predicant en hoe
ouderlijngen tot Velsen den 26 november
Anno 1608
et tweede archiefstuk waar ik u kennis van wil laten
nemen komt uit het oud-rechterlijk archief van Vel
sen. Schout en schepenen bestuurden niet alleen de
Heerlijkheid Velsen, zij hadden ook de lage rechtspraak.
Er was vrijwillige rechtspraak en rechtspraak in geschil
len. Onder de vrijwillige rechtspraak hoorden zaken als
de overdracht van onroerend goed, testamenten, procu
raties e.d. De rechtspraak in geschillen kon crimineel
zijn of civiel. In criminele zaken fungeert de schout als
aanklager en de gedaagde is de persoon die een misdrijf
heeft begaan. De schepenen spreken recht. Civiele za
ken betreffen geschillen tussen burgers onderling, bij
voorbeeld ruzie over een overpad, onbetaalde rekenin
gen e.d. Ook in deze zaken spreken de schepenen recht.
29
,7
-fc-1 .t.y