^1* Bestuur en rechtspraak Belastingen in Velsen rond 1752 De banden van de ambachtsheren en-vrouwen met Velsen Karei Ackema Vanaf de dertiende eeuw waren de heren van Bredero- de ambachtsheer van Velsen, een functie die men doorgaans verwierf door zich voor veel geld in te kopen. Tot de rechten van de heer behoorde het benoemen van schout, schepenen, secretaris, schoolmeester en nog een aantal functionarissen. gij schout, schepenen en een aantal zogeheten welbo- ren mannen berustte het algemeen bestuur. De schout was hoofd van de plaatselijke politie en zorgde met een vijftal schepenen voor het dagelijks bestuur en de recht spraak in lagere juridische aangelegenheden. In belang rijke bestuurlijke zaken beslisten enkele 'welboren' mannen mee. Zij dankten die omschrijving aan hun wel vaart die meestal afkomstig was van het bezit van een hoeve, aandelen of schepen. Het mag duidelijk zijn dat de ambachtsheer een grote invloed kon uitoefenen. Ma het overlijden in 1699 van Wolfert, de laatste heer van Brederode, verviel de heerlijkheid Brederode - een zogenaamd kwaadleen dat niet in vrouwelijke lijn mocht vererven - aan de grafelijkheid, die destijds be stond uit de Staten van Holland en West-Friesland. Dat laatste gold echter niet voor de ambachtsheerlijkheid Velsen waartoe ook Santpoort behoorde. Deze vererfde in aanverwante families totdat Frederik Adolf van Lip- pe-Detmold, heer van Velsen, in 1718 zijn heerlijke rechten verkocht aan de Staten van Holland. Op hun beurt verkochten deze voor fl. 28.300 in 1722 hun rech ten aan de Amsterdamse burgemeester Gerrit Corver, eigenaar van de buitenplaats Watervliet. (jerrit Corver, zoals wij zagen sedert 1722 heer van Velsen en Santpoort, woonde aanvankelijk op de hof stede Waterland, ten Zui den van het dorp Velsen. Na het overlijden van Ger- rits'broer Johan Corver in 1719 en van diens weduwe Sara Maria Trip in 1721 vererft hun hofstede Wa tervliet op Gerrit. Deze verkoopt vervolgens Wa terland en neemt 's zomers Watervliet, dat groter en fraaier is, in gebruik. Jo han Corver had Watervliet in 1717 voor 50.000,- gul den gekocht van Joachim Portret van Gerrit Corver, Rendorp en nadien nog ambachtsheer van Velsen aanzienlijk uitgebreid door en de Zandpoort van 1722 de aankoop van diverse tot 1756 percelen land. Qok Gerrit Corver breidt zijn nieuwe bezit nog uit en laat het verfraaien tot wat Brouërius van Nidek in het "Zegepralend KennemerlaND" IN 1929 als volgt om schrijft "Prachtiger, kostbaarder, grooter noch volko- mener lustplaets zal men nergensOntmoeten". Ma het overlijden van Gerrit Corver in 1757 gaat niet alleen de ambachtsheerlijkheid over op zijn dochter Maria Margaretha, gehuwd als weduwe van Jan Hooft, met Mr. Nicolaas Geelvinck, heer van Castricum, maar ook de hofstede Watervliet. Aan deze lustplaats geeft het echtpaar de voorkeur boven Akerendam"te Bever wijk, waar een verbouwing wordt stopgezet en dat te koop wordt gezet. Jn 1764 overlijdt Nicolaas Geelvinck. Op Watervliet had inmiddels een verbouwing plaatsgevonden en de tuinaanleg was naar een meer landschappelijke aanleg gewijzigd. In 1777 overlijdt ook Maria Margaretha Cor ver, een erfenis van drie miljoen gulden nalatend aan haar zoon Gerrit Corver Hooft (uit haar eerste huwelijk) en haar beide dochters Margaretha Levina- en Agnès Maria Geelvinck. De oudste dochter Margaretha Levina erft "Watervlief'en wordt vrouwe van Velsen en Sant poort. Zij is gehuwd met Mr.Henrik Hoeuffl (1747-1823), advocaat Hof van Holland, raadsheer Hof van Brabant en het Land van Overmaze(l771-1783), la ter rentenier (1813) met een inkomen van 55.000 francs en wonende aan de Herengracht 510 te Amsterdam, dat hij in 1779 voor 131.000 guide n had gekocht. Hendrik Hoeufft werd bij rekest van 8 september 1784 wegens "melancholie"onder curatele gesteld den op een buiten plaats te Ouderkerk aan de Amstel uitbesteed, waar hij in 1823 overleed. J-[et echtpaar had dtrie dochters en een zoon. Mr. Jacob Pompejus Hoeufft (1779-1835), die in Amsterdam een aantal functies bekleedde en onder meer ook lid van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten van Holland (1823-1835 is geweesgt. Hij werd de nieuwe heer van Velsen en Santpoort en bezat d e buitenplaatsen "Water vliet","Breezaap","Velserbosch"en "Bellevue"(later "Meerzichf'genaamd). Hij overleed op "Watervlief'op 24 augustus 1835 en was in 1809 te Amsterdam gehuwd met Judith Catharina Dedel (1783-1817), weduwe van Lodewijk Hovy (1779-1805), een Amsterdamse koop man en bankier. J7 en groot gedeelte van het huidige Velsen-Noord, IJmuiden en Driehuis was eigendom van Jacob Pom pejus Hoefft, die één der belangrijkste grootgrondbezit ters van Velsen mocht worden genoemd. Niet alleen de aan de ambachtsheerlijkheid verbonden benoemings- 32 rechten, die trouwens tijdens de Bataafse Republiek (1795-1896) gaandeweg werden afgeschaft, maar meer nog het grote grondbezit vormde een band tussen de fa milie Hoeufft en Velsen talrijk was het personeel op de buitenplaatsen huis- en keukenpersoneel, stalpersoneel, tuinlieden, jachtopzieners, boswachters en pachters wa ren in meerdere of mindere mate afhankelijk van de he ren en vrouwen va n Velsen en Santpoort. Qok deze invloed neemt echter geleidelijk af, naarmate bezittingen worden afgestoten door de vijf kinderen van Jacob Pompejus. Hofstede "Meerzichf'gaat over naar zoon Jhr.Mr. Henrik Hoeufft, die ook de titel erft van heer van Velsen en Santpoort. "Watervlief'met het bos en het merendeel van de landerijen worden in 1839 verkocht aan Pieter Elias Pietersz, gehuwd met één der dochters, Susanna Isabella Hoeufft, die echter op "Meershoef'blijft wonen. "Watervlief'wordt verhuurd aan zijn zwager Ds. Jan Jacob van Voorst, gehuwd met een andere zuster, Sophia Hoeufft. pieter Elias hertrouwt in 1837 na het overlijden va n Susanna Elisabeth in 1835 met Susanna Catharina Six. "Watervlief'wordt aan de huurder Ds.van Voorst verkocht, die het na Sophia's overlijden in 1855 weer verkoopt aan Ernst Sillem, Amsterdams bankier, in 1856. "Watervlief'is dan 135 jaar in het bezit van de fa milie Corver/Hoeufft geweest. Qe nieuwe heer van Velsen en Santpoort, Jhr.Mr. Hen- rik Hoeufft (1812-1894), evenals zijn vader onder meer lid van Provinciale Staten (1850-1876) en Gedepu teerde Staten (1861-1876) was zeer geïnteresseerd in droogmakingen en landbouwzaken. In 1847 was hij mede-oprichter van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw en hij werd president van de afdeling Amsterdam. Verder was hij president-hoofdingeland van de Waard-en Groetpolder, hoofdingeland en heem raad van de Haarlemmermeerpolder, hoofdingeland van Rijnland en van de Velserbroekpolder. De Schout en zijn rakkers Naast zijn bestuurstaak heeft de schout ook politieta ken in het ambacht Velsen en de Zandpoort. Zo be noemt hij een zg. schutter, die loslopend vee naar een schuthok brengt, waar de eigenaar het tegen betaling van 3 stuivers terug kan halen. Bijzonder streng is men op loslopende honden die hondsdolheid kunnen ver spreiden. Ook de brandpreventie is de zorg van de overheid: vuur mag alleen op 'bequamen haardsteden de welken van steen en kalk gemaakt zijn'... Sinds 1725 zijn er ook keurmeesters, later hooistekers ge noemd, die twee keer per week het opgeslagen hooi op hooibroei komen controleren tegen een vergoeding van 2 stuivers. Vanaf 1738 stelt men vanwege "menig vuldige diefstallen, huysbraekens en andere gewelde narijen.." bezoldigde nachtwakers aan; zij krijgen assistentie van daartoe aangewezen mannen tussen de 18 en 60 jaar, de schoutendienders of rakkers. zijn huwelijk met Emestina Lucretia Roukens (1822-1894) had hij zes kinderen, van wie de oudste zoon Jhr.Ir.Jacob Pompejus Erst Hoeufft de titel van heer van Velsen en Santpoort erfde. Hij was bouwkun dig ingenieur, rijksbouwmeester te 's Gravenhage 1880-1892, bouwkundige Koninklihjk Huis vanaf 1892 en bekleedde enkele functies aan het Hof. Hij was ge huwd met Adrienne de Perez (1844-1923). Hun zoon Jhr.Mr. Henrik Hoeufft (1872-1931) erfde de titel van a mbachtsheer. Hij was werkzaam bij de Crédit-Lyon- nais-bank te Parijs en getrouwd met een Parisienne. De band met de regio Kennemerland, laat staan met Velsen, was nu wel heel los geworden. Zijn zoon Jhr.Ds. Ernest Louis Willy Mare Hoeufft (1903-1965), wiens wieg te Parijs stond en die kinderloos overleed, was de laatste heer van Velsen en Santpoort in deze tak van de familie Hoeufft, maar wij zagen reeds, dat deze titel vrijwel niets meer voorstelt en dat er nauwelijks meer banden met Velsen bestaan. Karei Ackema ginds het ontstaan van de Republiek der Verenigde Ne derlanden waren de provincies soeverein, ook wat de belastingheffing betreft. Naast enkele landelijke belas tingen en het aandeel van iedere provincie in de landelij ke defensie-uitgaven (de zogenaamde quoten) kende het nieuwe belastingstelsel als bekendste de verponding, een grondbelasting die werd omgeslagen over steden en dorpen. Ook hieven provincies belastingen op vee (hoomgeld), rij- en vaartuigen, paarden, dienstboden etc. Vaak werden plaatselijke accijnzen geheven op wijn, het gemalen meel, turf, de slacht, enzovoorts. ^/oor onze omgeving waren nog van belang de kosten van het onderhouden en opmaken van de dijken rondom de polder de Velserbroeck én het onderhoud en de reparatie van de vier spuisluizen in de Velserdijk als mede de omslag van de Hondsbossche en duynen tot Petten. In het bestuur daarvan werd Velsen vertegen woordigd door een hoofdingeland die werd benoemd door schout, schepenen en 'welboren' mannen. Maast inkomsten uit belastingen had de staat ook in komsten uit een loterij, de zogenaamde Generaliteits- loterij die dateerde uit 1726. Deze was niet alleen be- 33

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 2009 | | pagina 18