De Blekerij van de heer Berckenrode De blekerij die in de oudste bekende schriftelijke gegevens bekend staat als de blekerij van "Adrian Berckenroe", is waarschijnlijk de eerste blekerij, die gevestigd werd in het gebied van de zanderij aan de Jan Gijsenvaart. Inleiding Na het gereedkomen van de Jan Gijsenvaart, die in 1537 in opdracht van de Haarlemse burgemeester Johan Gijssen van Blanckevoort werd gegraven, werd op deze plaats een begin gemaakt met het afgraven van het duin zand. Hier was dan ook de eerste mogelijkheid om een blekerij te vestigen in een gebied dat bij uitstek geschikt was voor de vestiging van een blekerij. Er was schoon en voldoende drangwater uit de duinen ter beschikking voor het bleekproces, de duinen konden functioneren als droogbergen en er was weiland ter beschikking als bleek veld. Het water lekte hier als het ware uit de duinrand, het is dan ook niet verwonderlijk dat het gebied de naam Leckbuurt kreeg en de aangrenzende polder de naam Leckpolder. Wanneer de blekerij precies is gesticht is niet bekend, maar dit zal liggen tussen 1540 en 1584. De blekerij is door de jaren heen naamloos gebleven, maar in het verhaal over de geschiedenis zullen wij de blekerij gemakshalve de naam Berckenrode geven. De blekerij was in de 18e eeuw een lijnwaat- of lakenblekerij maar heeft ook als garen- en kleerblekerij gefunctio neerd. Een lijnwaat- of lakenblekerij is een blekerij waar geweven stoffen, waaronder het beroemde Haarlemse linnen, werden gebleekt. De blekerij Berckenrode was in dit gebied de eerste en grootste blekerij; het was ook de eerste blekerij die weer werd opgeheven. Na deze korte inleiding over het ontstaan van het blekersgebied gaan we verder met de geschiedenis van deze blekerij. Een blekerij in de Zanderij Van de oudste geschiedenis van de blekerij is niet veel bekend. Het oudste schriftelijke gegeven dateert uit 1584. In dat jaar werd door Corte Jaeckles van den Bergen een blekerij gehuurd van Adrian van Berckenroe (Berkenrode), de burgemeester van Haarlem. De blekerij lag in de Leckbuurt en werd aangeslagen voor een bedrag van 5 gulden en 11 stuivers per morgen. Naast de bleke rij huurde Jaeckles nog één morgen land bij de Jan Gij senvaart van Willem Pauwels uit Amsterdam.1 Mogelijk gebruikte hij dit land voor het weiden van vee voor het verkrijgen van melk; melk was één van de belangrijke producten in het bleekproces. Op een kaart uit 1599 van Pieter Bruijns waarop de ble- kerijen in Bloemendaal en Santpoort zijn weergegeven, werden de namen van Mijnheer de Hoigen en Heinraed van Berckenroe vermeld als eigenaren van de blekerij. Op een volgende kaart van rond 1610 werd alleen de naam van Heijndrich van Berckenrode vermeld als eige naar. Op beide kaarten is te zien dat de Jan Gijsenvaart 14 dan eindigt bij de blekerij Berckenrode. [afb.2 en 3 op blz 21.] Het eerstvolgende gegeven dateert uit 1612. Toen ver kocht Pieter van Blanckenvoort, vermoedelijk een nazaat van Jan Gijsen van Blanckenvoort, een vierde part van de Jan Gijsenvaart en de grond waarop vier blekerijen stonden aan Egbert van Bosveld uit Haarlem en aan de edele Jacobszoon een bleker uit Aelbertsberge (Bloemen daal). Bij de verkoop was inbegrepen het vierde part van zo'n 11 morgen duin. Als huurders werden ondermeer vermeld Pieter Coppens en Adrijaen Janszoon.2 Zij wa ren toen waarschijnlijk de huurders van de grond waar op de blekerij Berkenrode stond en zullen daar elk een eigen blekerij hebben gehad. De andere huurders die ver meld werden waren Joost Verstaten en Gilles Janszoon, die respectievelijk de grond huurden waar op de blekerij en Uitvlugt en Watervloed waren gevestigd. In 1625 werd een vierde part van de Jan Gijsenvaart en grond door Jan Mattheweszoon, een koopman uit Haarlem, verkocht aan Matthijs Valckenburg, een koopman uit Amsterdam. Dan wordt Lieven van Doorn vermeld als huurder van de grond waarop de blekerij Berckenrode staat. De bleke rij lag tussen de Wildernis (later de Moolenduijnen) en de Heerenweg (nu de Bloemendaalse straatweg).3 [afb.3, blz.21] Bij opvolgende verkopen van een achtste part van de vaart en de grond in 1631 en 1637, werd Lieven van Doorn opnieuw genoemd als huurder van de grond waarop zijn blekerij stond.4 Dat het verkrijgen van welwater uit de Wildernis een kwetsbaar proces was en zorgen gaf voor de blekers, blijkt uit het volgende. In 1643, na een periode van stilstand van ongeveer 24 jaar, werden er plannen gemaakt door één van de eigenaren om opnieuw te gaan afzanden. Hiervoor was het nodig de Jan Gijsenvaart uit te diepen. De blekers protesteerden hiertegen bij het Hof van Holland. In hun protest gaven zij aan dat zij hiervan hinder zouden ondervinden bij de waterhuishouding op hun blekerijen. In het verleden hadden zij in sommige jaren door het afzanden te weinig water aan de Wilder nis kunnen onttrekken. Uit het vervolg van de geschiede nis blijkt dat zij het afzanden niet tegen konden houden. Maar in 1657 kregen zij van de Vrouwe douairière van Brederode toestemming om een sloot aan de rand van de Wildernis te graven waardoor meer welwater uit de Wildernis kon vloeien ten behoeve van de blekerijen. Door de tijd heen bleek dat deze sloot niet voldoende functioneerde, mogelijk ten gevolge van de voortgaande af-zanding. Dit leidde er toe dat de blekers in 1687 de sloot wilden verlengen over een lengte van 50 meter om de eerder ondervonden problemen te voorkomen. Hier voor vroegen zij toestemming aan de Raad en Meesters van de rekening der domeinen en de Staten van Holland 15 Afb. 1. Gerbrand van den Eckhout Lijnwaat Blekerij bij Santpoort, Rijksprentenkabinet, Amsterdam Afb.4. Blekerij 1611-1614, Een blekerij buiten Haarlem bij de duinen te Santpoort tussen 1611-1614. Ets door Claes Jansz. Visscher (1587-1652). Het gaat hier mogelijk om de blekerij Berckenrode. Duidelijk kunnen we zien dat het om afgegraven land gaat. Ten tweede zien we de combinatie van blekerij en boerderij. Noord-Hollands Archief, Haarlem, collectie prenten en tekeningen Provinciale Atlas.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 2012 | | pagina 8