bloembollen verkocht. Haar bezit werd in 1832
kadastraal als volgt beschreven:
Sectie F
Perceel 329 bosch
Perceel 330 notweg als bouwland
Perceel 331 huis en erf
Perceel 332 tuin
Perceel 333 bouwland
Perceel 334 tuin en boomgaard
Jannetje was winkelierster in Velsen, waaruit we mogen
we afleiden dat het huis in die tijd ook als winkel werd
gebruikt. Jannetje overleed in 1835 op 71-jarige leeftijd.
Het huis ging over naar haar enige dochter Maria Holste-
ijn. Zij was getrouwd met Jan Schneiders die ook wel Jan
Frederik werd genoemd. In 1849 lieten zij een schuur, in
1850 een turfschuur en in 1875 nog een tweede schuur
bouwen op de landbouwpercelen.15 Uit hun huwelijk
kwamen twee kinderen voort, in 1824 Jacobus en in
1827 Alberdina. Alberdina trouwde in 1848 op 22-jarige
leeftijd met Cornelis Jacobus de Koff uit Doorn. Jan
Schneiders was timmerman, winkelier en kastelein. Hij
heeft de landbouwpercelen die hij bezat, waarschijnlijk
verpacht hebben aan derden. Jan had regelmatig perso
neel in dienst, onder andere Hendrik Wijkhuizen uit
Haarlem als knecht van 1834 tot met 1863 en Petronella
van der Vaart uit Haarlem als diensbode van 1835 tot
met 1865. In 1851 overleed hun dochter Alberdina, zij
liet haar man Cornelis Jacobus Koff en hun zoon Jan
Daniel achter. Hun zoon Jacobus Schneiders trouwde in
1857 op 33-jarige leeftijd met de 24 jaar oude Johanna
Tieman uit Haarlem. In hetzelfde jaar kocht hij van zijn
ouders het huis en het bijbehorende land. Het geheel
werd omschreven als een huis met erf, werf, schuur of
loods aan de Jan Gijsenvaart, sectie F de nummers 329,
331, 332, 334, 604, 605, 675 en 676, in totaal 1 bunder
en 72 roeden groot. De verkoop gebeurde onder de voor
waarde dat, als de koper overleed, voor de langst levende
van de verkopers de verkoop werd aangemerkt als
nimmer te zijn aangegaan. De koopsom bedroeg 5533
gulden, die voldaan moest worden binnen zes maanden
na het overlijden van de langst levende der verkopers.
Zie blz 30 voor de juiste situering afb.C kaart in 1832 en
afb. D kaart in 1882
De Blauwe Druif
In de archiefstukken van rond 1830 werd het pand
omschreven als huis, maar in de praktijk functioneerde
het nog steeds als woonhuis met winkel en herberg.
In 1863 werd hier het huis aan de overkant van de weg
tijdens een openbare veiling verkocht. Hierbij werd de
herberg het logement "de Druif' genoemd; dit zou later
36
veranderen in "de Blauwe Druif'. Maria Holsteijn over
leed in 1866 en haar manjan Schneiders in 1875. Hun
erfgenamen zijn hun zoon Jacobus, de schoonzoon Cor
nelis Jacobus de Koff en hun kleinzoon Jan Daniel. De
waarde van het bezit was in 1857 al getaxeerd op 5533
gulden. Dit moest door Jacobus Schneiders uitbetaald
worden aan de rechthebbenden; dit waren Jacobus zelf
en zijn zwager Cornelis Jacobus de Koff en zijn zoon, die
in de plaats trad van zijn overleden moeder. De laatste
twee kregen dus de helft van het bedrag, onder aftrek van
de helft van de hypotheekschuld die rustte op het bezit.16
Jacobus Schneiders was tuinder en teelde bloembollen op
de grond bij het huis. In het huis was een winkel geves
tigd. Hij krijgt negen kinderen: Maria in 1857, Johannes
Jacobus in 1858, Hendrik Frederik in 1860 die overleed
toen hij 4 jaar oud was, Suzanna Rosina Louiza in 1861
die overleed toen zij 17 dagen oud was, Suzanna Rosina
Louiza in 1862, Johanna in 1863 die overleed toen zij13
maanden oud was, Johanna in 1865, een dood geboren
dochter in 1867, Hendrik Dirk in 1868 en Boudewijn in
1872.17 In 1895 liet Jacobus tegen het huis een schuur
bouwen. In 1893 verkochten hij en zijn vrouw Johanna
Tieman het huis aan hun zoon Hendrik Dirk voor 4500
gulden. Deze was in dat jaar op 24-jarige leeftijd
getrouwd met de 27 jaar oude Neeltje Kuijper. Het huis
werd omschreven als een huis ingericht als herberg
genaamd "de Blauwe Druif' en winkel, met erf en werf,
samen groot 9 aren en 50 centiaren. Het huis staat kada
straal nog steeds bekend als sectie F nr. 331 en 332.
Opnieuw golden de ontbindende voorwaarden die in
1857 waren gesteld en dat de verkoopsom voldaan moest
worden binnen 6 maanden na het overlijden van de
langstlevende. De verkopers behouden het bezit en het
genot van het verkochte. Jacobus overleed in 1899 op 76-
jarige leeftijd. De weduwe en haar nog levende kinderen
behouden hun rechten op het huis. Dit zijn: Hendrik
Dirk, kastelein en bloembollenkweker, Boudewijn,
smidsknecht, die op 37-jarige leeftijd in 1909 getrouwd
was met Neeltje Poot uit Hillegersberg, Johanna, die
getrouwd was met Johannes Frederik Rodenberg,
Suzanna Rosina Louisa die getrouwd was met Eimbart
Jan de Geest, Johannes Frederik en Maria die getrouwd
was met Hendrik Step. Johanna Tieman overleed in 1904
op 71-jarige leeftijd.18
Hierna ging het huis over naar Hendrik Dirk, die aan de
overige erfgenamen hun deel moest uitbetalen van de
waarde van het huis. De percelen grond bij het huis
werden verkocht aan de gemeente Velsen, aan Johanna
Engelbertha Doijer, de weduwe van Frederik Muller uit
Haarlem, en aan Henriette Sophia Muller, de echtgenote
van Dr. Abraham Kornelis Kuiper uit Amsterdam.
Afb. 3.
De Blauwe Druif. Foto Noord
Hollands Archief, Haarlem, col
lectie Velsen.
afb. 4.
Cafe-restaurant De Blauwe Druif in 1962. Er tegenover de benzinepompen van garage Immers. Foto Noord Hollands Archief, Haarlem, collectie Velsen.
MM r
II llii
37