J en Kruidbergerweg tussen Middenduin en Duin en Kruidberg. In 1721 verkoopt Jacob Looten de hofstede Hoochsichtenburgh aan Frederik Berewout uit Amsterdam. De hofstede wordt dan omschreven als de hofstede Hoogsichtenburgh met daarop een huis, stal, wagenhuis, boerenhuis en de daarbij liggende landerijen. Het geheel is gelegen bij het huijs te Brederode en wordt in het oosten begrensd door de Heerewegh, ten zuiden en westen door de Wildernis en ten noorden door de gronden van Hendrik Reinst (de hofstede Duin en Berg). (8) Frederik Berewout is een rijke importeur, reder en bankier te Amsterdam. Frederik Berewout verandert de naam van de hofstede in Jachtlust, zo waren ook zijn plantages in Suriname en Birbie (nu een gedeelte van Guyana) genoemd. Mee Zowel in de transportakten als op de kaart in afbeelding 6 is niets te vinden wat er op duidt dat er stuifzand aanwezig was tussen Hoochsichtenburg en Brederode. In 1734 koopt Frederik een gedeelte van de hofstede Velserend dat tegen het duin is gelegen en een boerderij met weiland die tegenover Velserend ten westen van het kasteel Brederode staat. Ook hieruit wordt duidelijk dat er ten westen van de ruïne geen stuifzand lag. In 1747 koopt Frederik het andere deel van Velserend, waar het herenhuis op staat en voegt het geheel bij de hofstede Jachtlust. (9) Dat de afwatering via de Brederodebeek belangrijk is en daarom de slotgracht langs kasteel Brederode opengehouden moet worden, blijkt uit een brief die Christoffel Jan Van Dam in 1790 schrijft aan het Hoogheemraad van Hondsbosschen. Dit Hoogheemraadschap heeft het beheer over de afwatering ten noorden van de huidige Velserenderlaan. Ten zuiden hiervan voert het Hoogheemraadschap van Rijnland het beheer. Christoffel Jan is eigenaar van de buitenplaats Meer en Berg die in het gebied van Rijnland ligt. Hij beklaagt zich bij de Hondsbossche over de afwatering van zijn buitenplaats, omdat de Brederodebeek ten noorden van Brederode, waar de Paardekrogt ligt, niet meer is dan een greppel die de afwatering van zijn buitenplaats belemmert. De Paardekrocht is een weiland; van stuifzand is dus geen sprake. De belemmering zal dus te maken hebben gehad met onvoldoende onderhoud en onvoldoende toezicht door de Honsbossche. Hieruit blijkt ook dat de slotgracht bij Brederode nog altijd open is. Alle afbeeldingen van Brederode uit de 18e eeuw waarop de ruïne te midden van een ruig landschap ligt en geen slotgracht laat zien, geven dus een onjuiste weergave van het landschap rond Brederode.(10) In 1779 worden Jachtlust en Velserend door Frederik verkocht aan Maria Johanna Grangé de Neufville, een rijke dame uit Amsterdam. In 1788 koopt zij ook de in 1777 afgebroken hofstede Duin en Berg en tevens komt zij in bezit van de hofstede Bloemendaals begin, waardoor de gehele rand van 3 hofste-,den langs de huidige Velserenderlaan en Duin en Kruidbergerweg in haar bezit raken. In 1781 laat Maria op de hofstede een nieuw herenhuis, een tuinmanshuis en een stalling met koetshuis bouwen. Het oude huis wordt afgebroken. In 1783 koopt zij de hofstede Middenduin en in 1800 de gronden van de voormalige hofstede het Prinshof. Maria overlijdt in 1812 op de hofstede Jachtlust. Bij gerechtelijke toewijzing gaat de hofstede Velserend over naar Jan ter Hofstede uit Bloemendaal en Jacobus Boom uit Haarlem. Wie de eigenaar wordt van de hofstede Duin en Berg, is dan nog niet bekend. De hofstede Middenduin had zij voor haar overlijden verkocht aan J.G. van der Meulen. Een van de volgende eigenaren van Jachtlust wordt Willem Frederik van der Burcht van Lichtenberch; hij 36 koopt de hofstede in 1821.(11) Hij is in 1817 eigenaar geworden van de hofstede Hartenlust in Bloemendaal. De hofstede wordt als volgt omschreven: de gronden van de geamoveerde hofstede Jachtlust met annex de Blaauwe Trappen, gelegen onder de gemeente Bloemendaal en Velsen, met een werkmanswoning, benevens een partij duingrond onder Velsen.20 Het nieuwe herenhuis en de bijgebouwen zijn op het tuinmanshuis na gesloopt en hebben geen lang bestaan gehad. In opdracht van Willem maakt landmeter F.J. Nautz in 1821 een zakatlas waarin de plattegronden van zijn bezittingen worden getekend; daarin bevindt zich een fraaie plattegrond van de hofstede Jachtlust. Op deze plattegrond is te zien dat het tuinmanshuis dat bij het voormalige herenhuis staat, in het middelpunt van een sterrenbos is gesitueerd. Het geheel loopt tot achter de hofstede Meer en berg. Een ander deel strekt zich uit als een lange punt in de duinen. De aanleg van een sterrenbos komt vaak voor in tuinen die aangelegd worden in de formele tuinstijl uit de achttiende eeuw. In het zuidelijk deel bevindt zich een waterpartij of duinrel met daarlangs een laan die naar het duin de Blaauwe trappen loopt, nu de Brederodeberg genoemd. Deze duinrel zal gegraven zijn voor de watervoorziening van de voormalige blekerij Meer en Berg die ten oosten van de Blaauwe trappen ligt. De duinrel vervolgt zijn weg via de Brederodebeek naar Santpoort. Op de plattegrond is duidelijk te zien dat men vanuit het voormalige herenhuis via de centrale hoofdlaan van het sterrenbos uitzicht had op de ruïne van Brederode. Nog steeds is deze laan in het landschap aanwezig en geeft uitzicht op de ruïne. Ook de andere lanen van het sterrenbos zijn grotendeels nog aanwezig. (12) Het gebied van Jachtlust blijft bebost tot in onze tijd. Uit alles is op te maken dat er ook in de 18 en 19e eeuw - Afb.9 De nog bestaande laan van het sterrenbos onder langs de duinrand met zijn eeuwenoude bomen. Foto J. Morren 1995. absoluut geen sprake is van stuifzand richting Brederode. Het sterrenbos vormt een groot scherm tegen stuifzand. De eigenaren van de hofstede Hoogsichtenburg, later Jachtlust, zullen geen stuifzand geduld hebben in het gebied van de hofstede en zij zullen met zorg het duin vastgelegd hebben door begroeiing. Bovendien ligt er een boerderij met weiland tussen de hofstede en Brederode; die zou hier niet gebouwd zijn als hier alleen maar stuifzand zou liggen. De herberg en de boerderij op de ruïne van Brederode Na de verwoesting door de Spanjaarden blijft de ruïne niet leegstaan maar wordt verpacht. In de rekening van David Colterman, rentmeester van Brederode, over 1602/1603 wordt zijn broer Johan Colterman genoemd als pachter. In 1608 staat Joost Jansz. Vernaelt genoemd als waard en castelein op het huis Brederode. Op de ruïne is dus een herberg gevestigd. Daarna komen we vermeldingen tegen, dat er een rentmeester en een waard en castelein op Brederode wonen. In 1666 stelt de rentmeester van Brederode zijn jaarrekening op. Hij E L Afb.6 Een gedeelte van de kaart van Kennemerland, uitgegeven door Van Limme te Haarlem, 1729. Linksboven het huis te Brederode wordt Hoog Zichtenburg aangegeven. De naam van de hofstede wordt in de verschillende bronnen op een andere wijze geschreven. Particuliere collectie. n i A HArltii bml it# .t li »M Rum»laII<1 U if B.Utllxil sax hum i: Hu >1 rli ril t.7> - Afb.8 Brederode en zijn omgeving in 1832. J. Morren, naar het kadastrale minuutplan door F.J. Nautz. 1 bebouwing, 2 weiland, 3 akkerland, 4 bos, 5 weg, 6 houtwal, 7 tuin, 8 duin, 9 laan, 10 boomgaard, 11 Brederodebeek (zie ook pag. 27). Afb.7 Kaart uit de zakatlas van de hofsteden Harten- en Jachtlust 1821, F.J. Nautz. Noord-Hollands Archief Haarlem, de beeldbank. 37

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 2014 | | pagina 20