W. H. VAN STAVEREN
PALACE
AFSLAG BUSGROENTEN!
STADSSCHOUWBURG
PLICHT
LIEFDE ONDER DE OLMEN
- DE JORDAAN, -
SCHOUWBURG - JANSWEG
AAN DIE MOOIE
BLAUWE DONAU
C. E. TOESET, Kleverpark, Mr. Corneiisstraat 38-40.
DAMESKAPSALONS
HAARWERKEN - PERMANENT WAVE
PARFUMERIEËN - WATER-ONDULATIE
HAARLEM, Groote Houtstraat 111-113 - Tel. 11937.
RADIO OP AFBETALING
DE VROUW DIE STREED.
Doet nog heden Uw voordeel, deze aanbieding is slechts tijdelijk!
BRANDSTOFFENHANDEL
BOS-VAN DEN ENDEN
HAARLEM
TIEN UUR HEIT DE KLOK.
Gemeente Volksvoorstelling door het
ZEEMANSVROUWEN,
HAARLEM
ZONDAG 9, MAANDAG 10, DINSDAG 11,
en WOENSDAG 12 MAART 8.15 UUR
CINEMA EN VARIÉTÉ
Vanaf VRIJDAG 7 MAART
THE FRANK BROTHERS
Novelle door A. K.
Niet zonder veel innerlvjken strijd was Rose
Markham er toe overgegaan, de vrouw van
John Lester te worden. Niet, omdat zij op John
persoonlijk iets tegen had, want hij was, wat
uiterljjk, karakter en fortuin betrof, een uit
stekende partij. Hij had Rose lief met de warme,
diepe genegenheid, die men maar eens in het
leven ondervindt. Er was voor Rose echter één
beletsel.
Zij was een „werkende vrouw". Haar letter
kundige arbeid had in verschillende richtingen
de aandacht getrokken door den flinken boeien
de styi en de frissche oorspronkeiyke denk
beelden. Er waren een paar romans, een dicht
bundel en een groot aantal novellen van haar
hand verschenen, die gretig gelezen werden. Op
haar 28ste jaar bewoonde zy een klein land
huisje even buiten het dorp Wanfield. In dit
huisje had zy zich omringd van haar boeken,
kostbare bibelots, en allerlei, waarin een intelli
gente vrouw belang stelt. Het streelde haar
trots, wanneer zy, haar kamers rondziende, be
dacht, dat zij dit alles met eigen handen ver
diend had. En dit- sterke onafhankelijkheids
gevoel was ook de oorzaak, dat zij John Lester,
den eigenaar van Lester House een blauwtje liet
loopen.
John was echter niet iemand, die zoo spoedig
iets opgaf. Enkele maanden later herhaalde hij
zijn aanzoek en nu weigerde zij niet langer. Het
onbewuste verlangen niet alleen zichzelf maar
ook den man dien zy had leeren achten en lief
hebben gelukkig te maken, deed haar besluiten
zich niet langer uitsluitend aan haar werk te
wijden. John beloofde haar, dat ze op Lester
House haar eigen werkkamer zou kragen, die
zy naar eigen verkiezing in zou kunnen richten,
tér wijl zy in ieder opzicht vrij zou zijn in haar
tydsverdeeling.
Rose, zoo geheel gewend in alles vrjj en onaf-
hankelyk te zyn, voelde wel hoe slechts de
wensch haar gelukkig te zien, hem dit ingaf. Zij
begreep niet, hoe hij gehoopt had, dat zy zou
zeggen dat zooiets geheel onnoodig was, omdat
zy voortaan alleen voor hèm wilde leven.
Toen zy hem dan ook onstuimig bedankte en
zeide, dat zij het „verrukkelijk" vond, trok er
even een trek van teleurstelling over zyn ge
zicht. Maar toch sloot hy haar in zijn armen en
beweerde lachend, dat een arme onwetende
landjonker als hy geheel in het niet zonk by
zoo'n geleerde vrouw.
Als Rose even had nagedacht, hadden die
woorden haar veel gezegd. Maar in haar groote
blijdschap over het feit, dat haar huwelijk haar
vryheid in geen enkel opzicht belemmerde, be
dacht zy niet, dat diezelfde vryheid haar geluk
in den weg zou staan.
Hun huwelijksreis was naar de Rivièra. En
nu, enkele dagen na hun terugkeer, zat Rose in
haar werkkamer en schreef. De tuindeuren
stonden wyd open en een heerlijke geur van
versch gemaaid gras kwam naar binnen. Haar
pen gleed over het papier; zy had onderweg
verschillende aanteekeningen gemaakt, die haar
in den roman, waaraan zy bezig was, te pas
konden komen. Haar uitgever had gezegd, dat
romans haar genre waren, en nu had zy zich
toegelegd op een nieuw werk, waarin zy in vele
opzichten haar eigen innerlijk weergaf. Haar
wangen gloeiden, haar gedachten gingen naar
alle richtingen, en het werk vlotte heerlyk.
Een schaduw viel over haar schrijfbureau, en
ze zag op. Zooals ze daar zat, met blozende
wangen, terwijl haar mooie witte tanden even
peinzend op haar penhouder beten, bood ze een
verrukkelyken aanblik. Dat vond John ten
minste, die om haar te verrassen van de tuin-
zyde genaderd was. Hy had al vroeg eenige
pachters bezocht en was nog in rycostuum,
waarin zyn groote, krachtige gestalte voordeelig
uitkwam.
Met een paar stappen was hij by haar en
boog zich over haar heen. Verrast zag ze hem
aan. „Ben je nu al terug?"
Maar het klonk niet zooals hy gehoopt had,
en de groef van teleurstelling op zyn gezicht
vertoonde zich weer. Maar hy herstelde zich,
trok haar hoofd aan zyn borst, en naar buiten
wy zende, zeide hy
„Het is heerlyk weer, liefste. Verkleed je
even, dan zal ik Toreador laten zadelen, en je
de bosschen laten zien, die ik gisteren heb aan
gekocht."
Haar hoofd rustte op zyn schouder, haar
oogen zagen hem aan, maar haar gedachten
dwaalden ver weg, naar het hoofdstuk, dat op
dat oogenblik haar geheele denken in beslag nam.
By zyn laatste woorden hief zy het hoofd op,
en zei beslist: „Vandaag kan ik onmogelijk mee
gaan, liefste. Het spijt my ontzettend, maar ik
moet dit hoofdstuk af hebben. Ik zou mijn ge
dachten anders onmogelyk bij jou en je bosschen
kunnen bepalen, en steeds maar moeten denken,
hoe ik die arme Lydia een betrekking zou
moeten bezorgen."
„Lydia?" herhaalde John verbaasd. „Wie
bedoel je daarmee?"
„Lydia is mijn heldin," legde ze uit. „Ze is
een ouderloos meisje, dat zonder middel van
bestaan in Londen vertoeft. Je ziet dus," ein
digde ze glimlachend, „dat zy my op 't oogen
blik meer noodig heeft dan jij."
Maar John scheen het grappige van het geval
niet in te zien. Hij klemde zyn lippen opeen,
en er kwam een donkere uitdrukking in zijn
oogen.
„Ik wil natuurlijk geen pressie op je uit
oefenen!" zei hy koud. „Dat zou tegen onze
afspraak zyn."
En zonder een woord tot afscheid verliet hy
de kamer.
Rose bleef achter, verwonderd en min of meer
gekrenkt door zijn koele houding. Niets ver
hinderde meer, Lydia de zoo zeer gewenschte
betrekking te bezorgen, en toch scheen dit op
't oogenblik een van de dingen waaraan ze 't
minst dacht. Ze staarde over 't pas gemaaide
gazon, de gedachte hoe heerlijk het zou zyn
op dezen warmen Juni-morgen naast John langs
de wegen te draven, liet haar niet met rust. En
Toreador, haar mooie fiere rijpaard, John's
laatste geschenk. Ze praatte zoo-graag met John
over zijn werk, want al was hij niet weten
schappelijk ontwikkeld, hij had een helder
hoofd en beheerde zijn bezittingen uitstekend.
Maar vandaag had ze toch heusch geen tyd.
Zou ze hem erg teleurgesteld hebben? Was
ze niet wat scherp geweest, in haar verlangen
om verder te schrijven?
Ze boog het hoofd over haar schrijfbureau,
en een traan viel op Lydia's levensgeschiedenis,
toen zij het besluit nam naar John toe te gaan,
om eens ernstig met hem te praten.
Maar toen zij een half uur later wat gekal
meerd was, en hem zocht, kwam de butler haar
in de hal tegemoet met de boodschap, dat Sir
John plotseling naar de stad moest voor een
dringende aangelegenheid en niet vóór het
diner thuis zou zijn.
Toen sloot Rose zich voor de rest van den
dag in haar kamer op, en Lydia's betrekking
liet niet langer op zich wachten.
Om 6 uur kwam John thuis, moe en met een
bezwaard hart, omdat hij reeds zoo spoedig na
zijn huwelijk aan zijn drift had toegegeven. Hij
verweet zichzelf dat hij Rose den halven dag
alleen had gelaten, en de gedachte, hoe zij zijn
woorden van dien morgen op zou nemen, liet
hem niet met rust.
Maar toen hij, zonder een spoor van Rose te
zien, de eetkamer bereikte, waar de tafel slechts
voor één persoon gedekt was, bekroop hem een
zeer onaangenaam gevoel. En toen hij naar
boven ging, om zich te verkleeden, kwam hij
Rose's kamenier tegen die hem zeide dat
Mevrouw met hoofdpijn te bed lag, en niet aan
't diner zou komen.
Dien avond bleef het diner onaangeroerd, en
op haar kamer schreidde Rose heete tranen om
wat zjj John's hardvochtigheid noemde.
Van dien dag af dateerde de verwijdering,
die tusschen hen ontstond. Wel hadden zij zich
den volgenden dag verzoend, had John behoor
lijk excuus gevraagd, en had Rose beloofd hem
in 't vervolg ieder vrij oogenblikje te schenken.
Maar Lydia's levensgeschiedenis bleef als een
donkere wolk tusschen hun geluk hangen. Nu
Rose haar tijd moest verdeelen tusschen haar
man en haar werk, voelde zij dat haar krachten
te kort schoten. Wanneer zij tevreden was ge
weest met half werk, had het misschien geen
invloed op haar gehad, maar zy had een echte
kunstenaarsziel en zij wist, dat zij achteruit
ging. Haar figuren werden bij den dag on
wezenlijker, haar milieu-schilderingen vager,
terwijl zij moeite had, haar gedachten bij haar
werk te bepalen. Twee maanden na haat
huwelijk verscheen Lydia's levensgeschiedenis
onder den titel: „De vrouw die streed", maar
het werd slechts een matig succes, en de recen
sies waren niet bepaald schitterend. Een zeer
vrijmoedige criticus waagde het zelfs een toe
speling te maken op haar huwelijk, als de oor
zaak van haar achteruitgang. Maar op één punt
waren alle critici het eens, n.l. dat „De vrouw
die streed" niet Rose's beste werk was.
Rose was wanhopig. Niet alleen dat haar
werk geen waardeering ondervond, ook John
scheen, ondanks de vele uurtjes die zij voor
hem vrij maakte, verre van gelukkig. Er lag
een pijnlijke berustende trek om zijn mond, en
zijn oogen hadden hun vroolyke opgewekte
uitdrukking verloren. En toch kon zij haar
werk niet opgeven om een, naar zij zich voor
praatte, dor en geestdoodend bestaan te leiden.
Dan was er maar één weg, die hen beiden veel
verdriet zou doen, maar die ook de eenige op
lossing was
Op een middag vond John naast zijn bord een
brief, die hem met de grootste ontsteltenis ver
vulde. Er stond niets anders dan:
Liefste,
Ik ben heengegaan, omdat ik gezien heb, dat
het een dwaasheid was, te denken dat ik mijn
arbeid aan mijn liefde kon opofferen. Probeer
mij te vergeten, maar veroordeel mij niet hard.
Door hard werken zal ik mijn best doen het
verlorene weer in te halen. Maar een beetje aan
je blijven denken zal toch altijd
Je Rose.
Uit ieder woord sprak haar liefde voor hem,
cn toch had zij de macht gevonden heen te gaan.
Maar hy hoopte, dat het een gril, een opwelling
zou zyn, en dat hij haar binnen een paar dagen
terug zou zien. Maar toen de dagen gingen, en
het herlst werd, zonder dat zy terugkeerde,
wist hy, dat hij haar voor goed verloren had.
In een kleine villa in het zonnige Nice had
Rose zich opnieuw op haar werk toegelegd. Wel
voelde zy nu en dan een soort wroeging wanneer
zy John's gezicht voorstelde, toen hij haar
briefje opende, maar de kalmte en de rust waar
mede zy omringd was, en de wetenschap, dat
niemand haar storen kon, gaven haar de oude
werkkracht terug. In 't voorjaar verscheen een
roman, die een enorm succes had, en haar naam
voorgoed vestigde.
Toen schreef zij een bundel novellen, die door
hun Zuidelijke tint een groote bekoring hadden.
Maar daarna scheen het, of haar werkkracht
verlamd was. Eenmaal had zy John's naam
onder de passagiers van een Indische stoomboot
gelezen in een van haar Engelsche kranten en
dat wekte allerlei herinneringen by haar op. Zij
werd rusteloos en prikkelbaar, had buien van
neerslachtigheid en kon urenlang voor zich uit
zitten staren, zonder zich van haar omgeving
bewust te zijn. Haar werk bevredigde haar niet
langer, en vaak leunde zy haar hoofd tegen de
leuning van haar stoel en beeldde zich in dat het
John's arm was.
„Zou ik heimwee hebben?" vroeg zy zich af.
Zy consulteerde een geneesheer, begon, toen
deze haar verandering van lucht voorschreef,
haar koffers te pakken en vertrok naar
Engeland.
Het regende, toen zy het Kanaal overstak,
maar nooit had Engeland haar zoo heerlyk toe
geschenen, als toen zy weer voet aan wal zette.
Zy wist dat John naar Indië was vertrokken en
de verleiding bekroop haar, naar Lester House
te gaan en de mooie oude bezittingen weer te
zien. Zy had haar werkkamer verlaten, zonder
iets mee te nemen dan wat zy aan klinkende
munt bezat. Pin zij was benieuwd of John haar
kamer zoo gelaten zou hebben, of dat hy iedere
herinnering aan haar verbannen zou hebben.
Het was bijna donker, toen de huurauto
geruischloos voor het park stopte. Zij gelastte
den chauffeur op haar te wachten en stak het
gazon over naar de achterzijde van het huis,
vanwaar zij haar kamer kon zien. En bijna was
een kreet haar ontsnapt.
De kamer baadde in het volle licht, en was
nog precies zooals zy haar verlaten had. Aan
één der muren hing een levensgroot portret
van Rose, waaronder haar schrijfbureau stond.
En daarvoor zat John, iets ouder, iets meer
vergrijsd dan een jaar geleden, met de armen
over elkaar.
Ze was niet dicht genoeg in zijn nabijheid om
de verlangende uitdrukking in zyn oogen te
kunnen zien. Maar terwijl zy ademloos toekeek
liet hjj 't hoofd voorover op het bureau vallen,
en het gekreun dat hem ontsnapte, bereikte haar
door de openstaande tuindeuren. Toen wist ze,
dat het oogenblik gekomen was. In een seconde
was zij onhoorbaar naar binnen gekomen, en
voor hij zich er van bewust was, lag haar hoofd
op zyn knie, en zochten haar handen de zijne.
En zoo, sprakeloos, zag ze hem in de oogen. En
ze wist, dat hij haar vergeven had, en dat hun
liefde gebleven was, ondanks alles.
En toen zjj wat later haar ontgoocheling ge
biecht had, en hij haar vertelde hoe hy rusteloos
en verlangend een reis naar Indië gemaakt had,
maai- 2 maanden geleden terug was gekomen,
in de hoop haar in Engeland weer te vinden,
toen begreep zij, dat er een tijdperk in haar
leven was, dat afgesloten moest worden. En ze
wist, dat zij er nu de kracht toe had.
Ernstig keek ze naar hem op, en zei heel
zacht: „John ik heb veel geleerd, en ik weet nu,
waarom mijn boek indertijd geen opgang
maakte. Toen ik „de vrouw die streed" schreef,
had ik mijn strijd nog niet doorgemaakt en zoo
was mijn werk onvolkomen. Maar nu heb ik
zelf moeten strijden voor mijn geluk, nu weet
ik, dat het hoogste geluk de liefde zelf is, en
dat geen arbeid, hoe grootsch ook, mij het
gemis van jouw liefde vergoeden kan."
Een jaar later werd Rose's werkkamer tot
kinderkamer ingericht. En toen John haar
vroeg, of ze nu volkomen gelukkig was, keek ze
hem stralend aan en zeide: „Mijn eenig geluk
is te leven voor jou en voor ons kind."
1 Kilo bus SPERZIEBOONEN, Nleuwenhuizen Lelden50 ct.
it if »i ij 30
1 SNIJBOONEN, 50
i f >i >1 30 jj
1 ANDIJVIE40 ct. 1 "Kilo bus SPINAZIE 40
Nog een klein partijtje FRANSCHE SNIJ- en SPERZIEBOONEN, 46 ct, per Kilo blik.
HERO SPINAZIE, uit blik gewogen 20 ct. per pond.
TELEFOON 15014.
TELEF. 10497
Koudenhorn 10 - Gasthuislaan 54 - Velserstraat 31 - Kant. Zakstraat 8
PRIMA ENG. en BELG. ANTRAC., GIET- en BRECH-
COKES VOOR CENTR. VERWARMING
I TELEF. 10497 I
iiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiimiiiiinmiiiiiiiiiiiimtiimiiiii
Bloemendaalscheweg 27 Tel. 22386
!iiiiim:miiiiiiiHiiii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiii(iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Zondag 9 Maart 8 uur
IIET OOST-NEDERLANDSCH TOONEEL,
Dir. Dr. Wynnud Frans en Albert van Dalsum
Spel in 3 bedrijven van Euo. O' Neill.
Maandag 10 Maart 8 uur
ABONNEMENTSYOORSTELLING, 2<" serie:
Dinsdag 11 Maart 8 uur
ENSEMBLE BOUBER:
door Herman Boiber.
Woensdag 12 Maart 8 uur
ENSEMBLE BOUBER
met Querido's Epos:
bewerkt door Herman Bocbur.
NEDERLANDSCHE OPERETTE
MEERMANS EN DE VOS
(An der schönen blauen Donau)
ROMANTISCHE OPERETTE IN 3 BEDRIJVEN
4 TAFEREELEN
Groot orkest Schitterende muziek
De hoofdrollen zijn in handen van de be
minde solisten uit ROSE MARIE.
Prijzen van 40 ct. tot 2.verhoogd met
rechten.
Plaatsbespreking ook per telefoon 11430.
Gelegenheid voor fietsenstalling
r r
De groote Geluidsfilm
met LON CHANEY in de hoofdrol.
Een enorme klucht met
STIK LAUREL en OLIVER HARDY
GELUIDSFILM
Binnen- en Buitenlandsche
actualiteiten
OP HET TOONEEL:
Acrobatische potpourri
Deze weck is geldig kalenderbon No. 1, 2 en 3.
TOEGANG BOVEN 14 JAAR.
lederen avond 1 voorstelling van 81/.11
uur. Zaterdag- en Woensdagmiddag half drie
MAT1NÉE. Zondag 4 voorstellingen te 2
uur 4»/4 uur 7 uur 91/* uur.