i m m W'% m 7de Jaargang. Eerste Heemsteedsche Courant. 22 Augustus 1930. Tweede Blad No. 34. LOSSE BLAADJES. De gestolen Baby. Brokjes Levenswijsheid. Ver van Huis. Voor de Vrouw. De werkende vrouw in Amerika. Voor de practische vrouw. Wetenschappelijke Varia. SCHAAKRUBRIEK. De ezel van mijnheer Pimpelmans, door G. Th. Rotman. (Nadruk verboden.) In Londen nam een jonge vrouw Zooals ik las vanmorgen Een maand geleén een zuigeling aar Om tijd'ljjk te verzorgen. Zij vond bet kindje mooi en lief: „Och wat een schattebout je! Ik wou, dat 't maar het mijne was", Zoo peinsde ras het vrouwtje. Zij wist wel raad, zjj ging te bed En wenkte manlief nader. „Kijk, dat is onze zuigeling Wat zeg je daarvan, vader?" „Wel", riep haar echtvriend hoogst verbaasd „Wat heb ik nou in 't laatje?" Maar nam zijn spruit toch liefdryk op: „Toe lach r's tegen Paatje!" Het blijkt wel, dat de goede man Geen snugger echtgenoot was, Daar 't pasgeboren wonderkind Wel extra zwaar en groot was! Maar toen de ware moeder kwam iDie steeds had stilgezwegen) En 't kleine kindje met zich nam Was 't vrouwtje doodverlegen. Wat moest zij nu haar echtgenoot Weer op de mouw gaan spelden? Zij wist het al: Een kinderroof Was 't, wat zjj hem vertelde. Terwijl ze voor een winkel keek Was 't kindje haar ontstolen, Zoo zei ze tot de gansche buurt Die fluks kwam samenscholen. Politie kwam er aan te pas, Het stond in alle kranten. Per radio werd het bericht Verspreid naar alle kanten. „Zoekt allen naar den kinderdief! Gemeen, zoo'n kind te gappen!" De ware moeder hoorde 't ook En ging de zaak verklappen. De pseudo-moeder is toen ras Per noorderzon verdwenen. En is uit angst voor manliefs toorn Tot nog toe niet verschenen! (Nadruk verboden.) Ver van huis krijgen wij eigenlijk eerst den juisten blik op hetgeen wij hebben verlaten. Als v acantie-ganger zullen wij geen last hebben van heimwee; de tijd is hiervoor te kort en te pret tig. Eerst een afwezigheid op langen termijn, een verblijf in een ver en onbekend land, waar vreemde zeden en een vreemde taal ons omrin gen, een eenzame post ergens diep in de binnen landen, een langdurige expeditie vol gevaar en ontbering is bij machte, ons gevoelens van erkentelijkheid bij te brengen voor hetgeen wij thuis onverschilligweg aanvaarden. Op onze vacantie-reis zijn wij niet rechtvaar dig ten opzichte van onze woonplaats. Ons oor deel valt dan meestal ten gunste van de vreem de omgeving uit. We genieten hier dingen, welke we thuis nooit gekend hebben; ons leven is een aaneenschakeling van genoegens; we aoen niets, waarin we geen zin hebben en we vermoeien ons louter voor ons plezier. En dan, onze vrijheid! Lieve Hemel, wat heb ben we ons daar thuis laten ringelooren. Zoo'n dorp of zoo'n stad, waar je woont, is zoo stijf en bekrompen; men begluurt en betuurt e" elkaar; men laakt en men lastert, je kunt ei- geen vinger in de asch steken, of je wordt er besproken. Wat een bekrompenheid, wat een kleinburgerlijkheid. Maar hier, in het vacantie-oord. Dat zjjn nog eens prettige menschen; mensch-en met een ruimen blik en een gul hart. Hier leeft men voor zijn pleizier, hier ademt men vreugde en vrijheid in. Hoe beminnelijk, hoe toeschietelijk zijn onze gastheeren. hoe vriendelijk is de bevolking! Die argelooze boeren in hun knusse huisjes, die pri mitieve toestanden, of straks in de steden: die l offelijke boulevardiers, die kunstenaars met )-. n weidschen zwier, die grappige straattypen, g vlotte hotelpersoneel. Alles is beter, gerieflijker, mooier dan thuis. Wij beseffen niet, dat het eenige wat beter,, ge- r-.ci'lijker en mooier geworden is sinds we op icis gingen, in ons zelfzelf bestaat. Wij zélf zijn anderd, wij bekijken de wereld met vrlen- 'i. :-.er oogen en gedragen ons hoffelijker y ens de medemensch-en, omdat wij voor ons ..zier uit zijn, vacantie genieten, niet langer als thuis, vermoeid en gejacht en vol be slommeringen rondloopen. Laten we eens voor goed in zoo'n vacantie- oord gaan wonen! Hoe spoedig zal de idylle ons teleurstellen. Het zal ook in dit lieflijke oord alweer niet beter of vroolijker blijken dan el ders. Afwezighe.d op korten termijn vermindert onze waardeering voor thuis. Maar afwezigheid op langen termijn komt die waardeering ten goede. Soms kan een brief uit den vreemde ons be schaamd doen staan. De schrijver zit na zijn verloftijd weer voor een aantal jaren op zijn eenzamen post in de verte. En nu herinnert hij zich allerlei kleine bijzonderheden van thuis. Hoe heeft hg dingen op prijs gesteld, welke wij als de gewoonste zaak van de wereld onver schillig aanvaarden. Tusschen de regels door lezen wij zijn liefde voor het door ons zoo ge ring geschatte. Wat zou de schrijver er voor over hebben, zoo hij, al was 't maar een enkel oogenblik, de dampkring van zijn vaderland en zijn woonplaats kon inademen. Heimwee, het komt nog voor, en meer dan men meent. Verlangen, onweerstaanbaar ver langen naar dat veel gesmade en bespotte „dierbaar plekje grond". Wie met het heimwee heeft kennis gemaakt, wie het in een eenzaam oogenblik ginds in de verte zelf heeft ervaren of wie het heeft gelezen in den droevigen blik van een ver van huis levenden makker, heeft iets leeren begrijpen van de heiligheid van der. huiselijken haard. Hij steekt niet meer de a draak met het „sentimenteele gedweep" vaa ballingen, die met koortsige oogen vaderlands lievende liederen aanheffen. Hij weet, dat het begrip „vaderland" geen abstractie is of gec.i uitvinding van oorlogszuchtige politici. De ge hechtheid aan den geboortegrond is hij gaan beseffen als een natuurlijk instinct. Soms is een lange reis noodig om het eigen thuis te bereiken. „De kortste weg tot zichzelf leidt om de wereld", luidt de spreuk, wellcc graaf Keyserling boven zijn philosophisch reis dagboek heeft laten drukken. Wij moeten de wereld zien, voordat wij onze eigen plaats ia die wereld leeren waardeeren. Waardeeren is vrucht van vergelijken. En vergelijken kan men eerst na kennismaking met het andere. Maar dan mag die kennisma king niet bij de oppervlakte blijven. Oppervlak kige kennismaking mee de groote, wijde wereld daarginds leidt tot een onrechtvaardig oordeel jegens de plek, welke wij zoo dóór en dóór kennen. Eerst als wij de wereld daarbuiten even grondig hebben leeren kennen, zal onze verge lijking rechtvaardig zijn. En dan zal zij vaak niet ongunstig uitvallen voor onze dagelijkscbc omgeving, waarmee wij ons na terugkomst eerst volkomen tevreden gevoelen. H. G. CANNEGIETER. De legende van het rijke Amerikaansche vrouwtje, het verwende luxe-poppetje, waar voor de man hard moet werken, wordt geheel weerlegd door de uitgebreide onderzoekingen en statistieken van het Amerikaansche departe ment van Arbeid. De chef van de vrouwen- afdeeling schrijft n.l.: „In de steden vormen de verdiensten van de vrouwen en meisjes uit één bepaalde familie dikwgls de eenige inkomsten. Weliswaar hebben de vrouwen nu stemrecht verkregen en ook andere vrijheden, maar zij hebben daarom ook meer verantwoordelijkheid. Tegenwoordig is niet meer, zooals vroeger bij vele huwelijken het geval was, het huwelijk het middel van de vrouw om voor haar leven geborgen te zijn. Dikwijls moet de vrouw het geld helpen ver dienen, waarbij het er in het geheel niet op aan komt, of de man wil en kan werken. Wij hebben verklaringen van 600.000 vrouwen, dat zij moe ten meehelpen om in het onderhoud van haar en van haar echtgenoot te voorzien. Meer dan de helft van deze vrouwen moeten het door haar verdiende geld weer geheel uitgeven, om haar gezin in het leven te houden. Een ander onder zoek in vier steden, welke ver van elkander verwijderd lagen, gaf het volgende resultaat: Op 30.000 families waren er 8100 waar geen man was, om het brood te verdienen. In ruim een vijfde dezer 30.000 families dus waren de vrouwen de eenigen, die het geld verdienen. Van de bevolking van Pennsylvanië werden 458 vrouwen ondervraagd en slechts 108 hiervan verklaarden, dat haar man ongeveer 30 dollar per week verdiende. Eén vrouw moest in een sigarenfabriek werken, om zes maanden lang haar man en twee kinderen te kunnen onder houden, omdat het den man in langen tjjd niet gelukte werk te vinden. Maar ook met onge trouwde vrouwen is het niet veel anders gesteld Er werden 17.000 ongetrouwde vrouwen ondervraagd, waarbij men tot de slotsom kwam, dat er per vijf ongetrouwde vrouwen één vrouw bestond, die de eenige kostwinster voor haar familie was. Het zijn meestal de dochters, die hun familie trouw met geld steunen, want de zoons gaan over het algemeen hun eigen weg en trouwen, waarna zij niet meer naar hun ouders omzien". (Nadruk verboden). EENVOUDIG COSTCUMFJE. ZURE MELK. Of de zure melk 'n jjmótere waarde heeft voor de gezondheid, dan zoete melk is een vraag, waarover de geleerden het niet eens zijn. Vast staat, dat men sinds onafzienbare tijden veel zure melk dronk. In Egypte is zij reeds sedert duizenden jaren bekend. De Armeniërs dronken de „Mazun", de Tartaarsche volken uit den Kaukasus, zooals de Kirgiezen en de Usbeken, drinken de zoogenaamde „Kumys", De Bulgaren en Turken drinken „Joghurt". Het is zonder twijfel ook een uitstekend des- infectiemidel voor de menschelijke darm. De zure melk bevat een bacterie, welke de melk suiker in melkzuur omzet en daarbij door af scheiding van kaasstof het dik worden van de melk veroorzaakt. Daar nu het melkzuur ae voedselresten aan den darmwand oplost en on schadelijk maakt, werkt zure melk inderdaad hygiënisch op ons organisme in. BIJ HET BAKKEN VAN UIEN WORDT DIKWIJLS VEEL VET GEBRUIKT. Spaarzamer kan men zijn, wanneer men de uienschtjven eerst in een droge pan in haar eigen sap op een klein pitje laat smoren. Daarna voegt men het vet eraan toe. DE KWALITEIT VAN GIST KAN MEN BEOORDEELEN door een stukje gist in een pan met heet water te werpen. Komt het stuk weer aan de opper vlakte, dan is de gist goed voor het gebruik. BRANDV'LEKKEN IN DE WASCH verwijderd men door de verbrande plaatsen met koud water vochtig te maken, met zout te be strooien en daarna aan den invloed van de zon bloot te stellen. Na een paar uur zijn dan de vlekken geheel verdwenen. OM ERWTEN EN BOONEN LANG TE KUNNEN BEWAREN, zonder dat zij door wurmen worden aangetast, strooit men over deze groenten per kilo onge veer één eetlepel keukenzout en schudt dan alles goed dooreen. •Het hierboven geschetste costuumpje is zeer geschikt voor jonge meisjes. Zooals men ziet, bestaat het uit een gladde japon, waarvan het bovenstuk naar het jumper-model ontworpen is. Desgewenscht kan dit modelletje ook zonder mouwen gemaakt worden, in welk geval een los manteltje het costuumpje voltooit. De eenigste garneering is het rjjtje stiksels om de halsopening, eindigend in een aardig figuurtje. De rok wordt eenvoudig aan het bovenstuk bevestigd; aan weerszijden zijn een drietal niet te breede klokplooien, waartusschen een smalle voorbaan. Als ceintuur neme men een laklederen band. Ingeval het japonnetje mouwen heeft, moeten deze niet te wijd genomen worden en goed lang zijn. Als stof kieze men bjj voorkeur crème, licht gele of witte flanel. Een knippatroon is op aanvrage beschikbaar voor de maten 42, 44, 46 en 48. Nummer 272; kosten 55 cents. (Nadruk verboden). W ATER ALS SCHOONHEIDSMIDDEL. De in de eerste helft der vorige eeuw zoo be roemde actrice Mars schreef de reden van haar tot zelfs op hoogen ouderdom opvallend jeug dige teint aan het gebruik van water toe. Zg beweerde, dat het koude water haar huid een frisschen glans en elasticiteit verleende, terwijl zij aan lauw water haar schitterende oogen en de gaafheid van haar gebit te danken had. Haar stem, die helder was als een zilveren klokje, zou zij daaraan te danken hebben, dat zij dagelijks, voordat zij zich naar bed begaf, een kopje warm water dronk, hetgeen haar beschermde tegen hoesten en heeschheid. ZUURKOOL MET APPELEN. Met zet de zuurkool met heel weinig water op het vuur. Daaraan voegt men toe verschei dene, in stukken gesneden appelen (ongeveer een pond appelen op een pond zuurkool), één ui, een lepel komijnen, wat spekzwoerd of een lepel varkensvet, en laat het geheel zoolang koken, tot de appelen gaar zijn. Op deze wijze blijft de zuurkool steeds blank en ziet er sma kelijk uit. De saus wordt een beetje gebonden. OM HARINGLUCHT VAN DE HANDEN TE KRIJGEN. Men kan zeer goed koffiedik gebruiken. Ook petroleumlucht verdwijnt als sneeuw voor de zor. na het wasschen met koffiedik. Daarna flink naspoelen met helder leidingwater. EEN NIEUWE GOUD-LEGEERING. Een Amerikaansche geleerde heeft een goud- legeering samengesteld, welke in hardheid zelfs niet door het ijzer overtroffen wordt, Mocht in de practijk blijken, dat deze legeering werkelijk bruikbaar is, dan zal zij in de toe komst vooral in de tandheelkunde zeer zeker ruime toepassing kunnen vinden. RUBBERGEYrENDE PLANTEN ONTDEKT. Volgens in den laatsten tijd opduikende be richten zijn in Midden-Azië, in Kasakstan, be hoorende tot de Kirgiezen-republiek, en in het gouvernement Astrakan, een in het wild groeiende soort rubberboomen ontdekt, Chan- drilla's genaamd. Het rubbergehalte der Chan- drilla zou 20 bedragen. Men heeft uit het sap der boomen reeds gummi-artikelen ver vaardigd, welke van een uitstekende kwaliteit bleken te zijn. De aanplant dezer nieuwe soort rubberproducenten zal in de toekomst krachtig ter hand genomen worden, waardoor men on afhankelijk van de buitenlandsche rubbermarkt hoopt te worden. Niet weinig zal waarschijn lijk ook de Cusina hiertoe bijdragen, een even eens rubbersap-leverende plant, welke onlangs door een wetenschappelijke expeditie in Samar kand ontdekt werd, waar zij zeer veel in het wild voorkomt. Deze plant moet aan belang rijkheid de Chandrilla nog overtreffen, daar zij een rubbergehalte van 40 bezit. OOK DE TECHNIEK DER WOLKEN KRABBERS HEEFT HARE GRENZEN. Na het geweldige gebouw der Chrysler Cor poration en dat der Bethlehem Steel Co. heeft thans ook de National City Bank te New York hare enorme kantoorgebouwen in gebruik ge nomen. 'n Record op dit gebied wilde echter de Equi table Trust Co. slaan. Alhoewel 't gebouw, waar deze maatschappij thans gevestigd is, nog heelemaal niet oud genoemd kan worden en zelfs eerst zéér korten tijd in gebruik was, hadden de architecten het verzoek ontvangen hun plannen voor een nieuw gebouw in te zenden. Als eisch werd echter gesteld, dat dit gebouw een dusdanige hoogte zou moeten krij gen, dat het voorloopig niet overtroffen zou kunnen worden. Er werden ongeveer 3.000 aanbiedingen ontvangen, van welke er 10 als de meest geschikte uitgekozen werden en ook in het openbaar gepubliceerd werden. Het ge waagdste en origineelste ontwerp bleek dat van 'n jong architect uit Philadelphia, een Duitsch- Amerikaan, wiens gebouw 150 verdiepingen telde, waarvan er zich weliswaar 20 onder den Oplossingen, bijdragen, enz. te zenden aan den Schaakredacteur. Ged. Oude Gracht 88, Haarlem. PROBLEEM No. 270. S. Hertmann, Boedapest. a bcdefg h 8 5- 7 6 Ïj i'Wi 5 4 ;nl 1 3 2 „JÉ 7 S 1 - a- - aor de kistderen. 33. 't Is jammer, dat het geen Sinterklaas was; mijnheer Pimpelmans had anders zóó voor Zwarte Piet kunnen spelen! Zuchtend bracht hg met 'n touwtje het gehavende tuig weer in orde, aldoor bestookt door een stort vloed van verwenschingen vanwege den eige naar van de ruit, die aldoor schadevergoeding eischte en van den schilder, die z'n pols ver stuikt had. 34. „Nou ja, die pols breng ik wel in orde 1 bromde mijnheer Pimpelmans, „ik ben niet voor niets veearts!" Toen nam hij den veron gelukten verfpot, propte dien vol met alle ze venklappers, die hij bij zich had, bond hem aan de zweep, ging weer op den bok zitten cn stak het zaakje aan. Door de verfresten brandde het lustig en even later vloog de verfpot uit elkaar met 'n slag, of de heele Vesuvius uit -Ikaar sprong. 35. Een regen van zevenklappers vloog flui tend, knallend en gierend naar alle kanten en nu lièp de ezel: loop-je niet zoo heb-je niet! Boem! daar vloog de kar over een opgebroken gedeelte van de straat, zoodat mijnheer Pini- pelmans een meter de lucht in vloog en mei een smak weer in den wagen neerkwam. E:i ach, wat was de mooie wagen beschadigd! Het achterwieltje was er af en de rugleuning lag ïu tweeën 36. Op den hoek van de straat waren Jonas de gemeentewerkman en Kanus de aanplakker in een diepzinnig gesprek gewikkeld. Ze hadden 't over de politiek en daar kom je niet gauv.' over uitgepraat. ,,Ja, ja," zei Jonas met 'n ge wichtig gezicht, „als je 't mij vraagt, geloot ik, dat er groote veranderingen op til zijn! bi" komt een groote ommekeer, wat ik je smoes". a b c d e f g h Mat in twee zetten. Stand der stukken: Wit: Ka8, Da6, Tc4, Te2, Lb2 Lh7 Lh7 Pgl b3, d2, e3, f2. Zwart: Kd3, Df5, Lh2, Pel, Pf3, d7, e6. DAMESSCHAAKCLUB. Eenige enthousiaste schaaksters van de Ne- derlandsche Huisvrouwen Vereeniging Haar lem en Omstreken spelen sedert eenige maan den een behoorlijk spel schaak. Een der leden in in staat en zoo welwillend een deugdelijke leiding aan het jonge clubje te geven en neemt op zich Donderdagsmiddags van 2X tot 5 uur, nog niet gevorderde speelsters, bij zich aan huis te ontvangen, om te trachten ze zóó ver te brengen, dat zij zich gevoeglijk bij bedoelde club kunnen aansluiten. Kosten zgn aan de toetreding tot die schaakclub voorloopig nog niet verbonden. Inlichtingen verstrekt gaarne de Clubsticht ster, Mevrouw M. van de Lint geb, Van As, Teding van Berkhoutlaan 39, Aerdenhout. Oplossing Schertsproblecm No. 20. (W„ A. Shinkman), Stand der stukken: Wit: Alleen een Paard op el. Zwart: Kh2, Tg3, Thl, Lgl, Lg2, e2, f2.' f3, f4, g4, h3, h4. 1. Lg2—fl; 2. Tg3—g2; 3. Kh2—g3; 4. Lgl h2; 5. Tg2—gl; 6. Lfl—g2; 7. Tgl—fl; 8. Thl—gl; 9. Lg2—hl; 10. Tgl—g2; 11. Lh2 gl: 12. Kg3h213. Tg2—g3; 14. Lhl—g2; 15. Kh2—hl; 16. Lgl—h2; 17. Tfl—gl; 18. Lg2—fl; 19. Tg3—g2; 20. Lh2—g3; 21. Khl h2; 22. Tgl—hl; 23. Kh2—gl; 24. Tg2—h2; 25. Lfl—g2; 26. Kgl—fl; 27. KflXel. Óoede oplossing ontvangen van H. W. v. Dort te Haarlem (ook nog van Eindspelstudie No. 76 en Probleem No. 266). CORRESPONDENTIE. Bloemendaal. H. de R. Na 1. Lfl2. Kg2 stelt de koning zich „in schaak" van het witte Paard, vandaar dat 27 zetten noodig zijn voor de oplossing. Heemstede. Mej. M. R. Uw probleem in dank ontvangen; zal gaarne geplaatst worden na onderzoek. Overveen. J. v. G. Eén der voorwaarden van het schertsprobleem was, dat een pion niet verplaatst mocht worden. grond bevonden, wat niet wegneemt, dat de overblijvende 130 verdiepingen toch ook reeds een respectabel aantal zgn. De New Yorksche bouwpolitic heeft- thans in een cn ander aanleiding gevonden een bekend making te verspreiden, waarin o.a. verklaard wordt, dat een vergunning voor den bouw van een dergelijk torenbuis door haar, gezien den huidigen stand der bouwtechniek, niet zal wor den verstrekt. Uit verschillende gronden zijn hieraan teveel gevaren verbonden. Tegelijker tijd waarschuwt de bouwpolitie voor een over schatting der beteekenis van wolkenkrabbers in het algemeen. De door reclame en. sensatie zucht thans reeds ontstane groteske bouwsels zijn n.l. in het geheel niet meer in overeen stemming met de werkelijk op dit gebied be staande behoeften. WANNEER BEGINT DE GEESTES- WERKZAAMHEID GIJ DEN MENSCH? In Amerika beeft men proeven genomen met pasgeboren kinderen; 15 minuten na de ge boorte, teneinde het begin der hersenwerk- zaamheden te kunnen vaststellen. Een verslag van deze proefnemingen werd uitgebracht aan de „Vereeniging ter Bevordering der Weten schap", door Dr. Paul H. Turfey, van de Ame rikaansche katholieke universiteit. De onder zoekingen werden gedaan bg 62 pasgeboren kinderen, die van 15 minuten tot ongeveer 14 dagen oud waren, teneinde na te gaan, in welk leeftijdsstadium het geesteljjk leven van den mensch begint. Kenteekenen van 'n dergelijken toestand zijn b.v. bg zuigelingen het met de oogen volgen van een bewegend voorwerp, het probeeren een aan het kind getoond voorwerp met de handen of met de voeten te grjjpen, het reageeren op heldere geluiden, enz. Dr. Turfey is hierbij tot de overtuiging gekomen, dat vlak na de geboorte van een bewust geeste lgk leven eigenlijk niet gesproken kan worden. Zooals algemeen bekend, begint dit bewuste geestelijke leven van een zuigeling eerst lang zamerhand te ontwaken. Volgens Dr. Turfey is de verklaring hiervan te zoeken in het feit, dat de zenuwen zich langzaam vullen met zenuwmerg en daardoor ook langzaam gevoe lig worden voor invloeden van buiten. Alles wat een mensch aan goedheid in de wereld uitgeeft, werkt door op de harten en op het* denken der menschen. Prof. Alb. Schweitzer.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1930 | | pagina 5