7ïJe Jaargang. Eerste Heemsteedsche Courant. 29 Augustus 1930. Tweede Blad. No. 35. LOSSE BLAADJES. Na de vacantie. Brokjes Levenswijsheid. Met een boekske in een hoekske. Rondom de groene tafel. SPORT. V$©r de kinderen. De ezel van mijnheer Pimpelmans, door G. Th. Rotman. SCHAAKRUBRIEK. Titels van boeken. (Nadrul: verboden). Kijk, kijkzei Piet. ,,daar heb je Ons Terug van de vacantiereis Veel moois gezien, en is het goed bevallen?" ,,Bah!" sprak zijn vriend, ,,ik had niets dan pech, Voortdurend regen, 'n modderweg, Dct doet natuurlijk je plezier vergallen. Je keek die grijze lucht soms aan. En waagde 't om er uit te gaan, Doch nauwelijks waren we uit 't logiees vertrokken, Of dadelijk plaste 't water neer En gingen we hótelwaarts weer; Het was geen doen, zoo kletsnat rond te sjokken. En k(jk nu, wat ean ommekeer: Nu is 't waarempel prachtig weer, Maar 'lt moet aan 't werk, aar mijn vacantie om is „Nu, 'k hoor, genoten heb je niet," Hernam vriend Piet, „ja man, je ziet, Dat weggaan met zulk weertje dom is. Je had ook moeten doen als ik; 'k Verveelde mij geen oogenblik; Ik heb 't uitstekend met het weer getroffen. Was maar gebleven in de stad; Twee buitjes heb ik maar gehad! Dat is toch wat je noemt geweldig boffen!" „Zeg. maak dat nou je Grootje wijs 'k Ben niet van gist'ren!" sprak vriend Gijs ,,'k Geloof het niet, dat zeg je om te plagen!" „Neen", sprak toen Piet, ,,'t is eerlijk waar; Er vielen slechts twee buien, maar Een duurde tien, en d'ander veertien dagen!" Wij lezen veel tegenwoordig. De kranten vol staan niet meer met één enkele uitgeve per dag; we krijgen ochtend-, middag- en avond edities. En elke editie d(jt uit tot een heele bi bliotheek. De openbare leeszalen voorzien ons doorloopend van allerhande lectuur. Boven dien zijn er nog altijd menschen die boeken koopen. De stroom drukwerken, die jaarlijks van de persen verschijnt, rijst al meer en meer. De ca talogi van den boekhandel zijn niet langer bij te houden. Zóó overstelpend wordt de boeken productie, dat de uitgevers gemeend hebben het voorbeeld van de groentekweekers en ka toenbouwers te moeten volgen door op inkrim ping van den oogst aan te dringen. Het tegenwoordige boek is een ééndags vlieg. Het artikel lectuur is aan markt en mo de onderhevig zoogoed als de tabak en de vrouwenkleeding. Heden rookt men dit merk en morgen is men 't voor het andere vergeten. Heden is het nieuwste snufje van gister hope loos ouderwetsch geworden. Het boek, dat men een half jaar geleden in ieders hand zag, ligt thans onder ,t stof van den rommelzolder begraven. Een nieuwe schla ger is verschenen, en deze „best seller" van het moment zal over een half jaar op zijn beurt on verkoopbaar zijn. Een professor uit de achttiende eeuw droeg den bijnaam „heiluo librorum", „verslinder van boeken". Toen ik onlangs de voedering van de zeeleeuwen inden dierentuin bijwoonde, dacht ik ons hedendaagsch lezerspubliek. De boek handel gaat rond en werpt uit zrjn emmer de klanten hun brokje vóór; ze happen, slikken cn zóó is de maaltijd verteerd Onrustig scholen ze tezamen voor de volgende voedering. Lezen is wel de mooiste kunst, welke een mensch kan leeren. Een boek blijft het koste lijkste geschenk. Wij mogen erkentelijk zijn voor dezen overvloed van lectuur. Want over vloed van lectuur. Want overvloed moet er zijn om keus mogelijk te maken. De geestelijke be hoeften verschillen nog meer dan de stoffelijke Wat den één mondt lust de ander slecht. Voor ieder is onder de duizenderlei boeken tenslotte misschien maar één boek geschreven. Dit één» boek te vinden, is het hoogste geluk dat een lezer ten deel ken vallen. Het naar zijn hart, zjjn lievelingsboek. Het boek, dat hij leest en herleest, het versleten is. Het boek, dat hij meeneemt op rjis, dat hij naast zijn hoofdkus sen legt; het boek, waarmee hij leeft als met een vriend. Het boek, det hij, als hij 't heeft stuk gelezen, niet meer opnieuw behoeft aan te schaffen, omdat hij 't van buiten kent. Slechts wie dit boek heeft gevonden, heeft dc kunst van lezen geleerd. Hem is lectuur ge worden wat het moet z(jn: levensverrijking, levensbezit. Guido Gezelle heeft zoo aandoenlijk mooi uitgesproken, wat zijn oude brevier voor hem is geweest. „Als zorge mijn herte verslinden, Als moeheid van 's werelds getier; Dan zoek ik weêrom dén beminden, Dan grjjp ik den ouden brevier." Dit oude gebedenboekje kon den priester dichter niets nieuws leeren; het waren de duizendmaal geprevelde woorden, die hem het gemoed verhelderden. Juist omdat hij met hun inhoud zoo innig vertrouwd was, konden ze zoo veel voor hem zijn. Wie zulk een boekje bezit, dat hij heeft op genomen in zijn geest, dat hij leest en herleest, kent en herkent, zal er ondanks het bekende telkens iets nieuws in vinden. Het oude woord leent zich in verband met de veranderde om standigheden voortdurend tot nieuwe overden kingen. Want zoo'n woord wordt een sleutel, die de schatkamers van 's lezers eigen gevoel en ge dachte doet openspringen. Wij zijn het zelf, die de wijsheid en schoonheid voortbrengen, welke wij meenen te lezen. Lectuur maakt onze gees telijke vermogens actief, brengt snaren in ons aan 't trillen, wekt gedachten, herinneringen, plannen. Het meeste lezen wij in ons lievelings boek tusschen dc regels; wij lezen het ijverigst, wanneer wij, peinzend over het gelezene, het boek uit onze hand laten vallen en ons over geven aan ons gemijmer. „Hoemeer gij in mij zoekt, temeer gij in mij vindt", heet het -in een oud rijmpje over een eerwaard boek. Een' boek is er niet om ons, gelijk een film, af te leiden en in spanning te houden. Lectuur is een andersoortig procédé. Lectuur veronderstelt zelfwerkzaamheid. Bij lectuur moeten wij stilstaan, moeten wij zoe ken om eenmaal te vinden. Dat elk onzer zoo'n boekske had om mee in een hoekske te zitten! Voor ieder zou het een ander* zijn. Vroeger meende men, dat er voor de groote verscheidenheid van menschen maar één boek bestond, dat voor allen het eenige en ware was. Thans ziet men in, dat het eenige en ware voor ieder verschillend kan zijn, om dat het eenige en ware het strikt persoon lijke is. H. G. CANNEGIETER. boekske 2. Kindertoeslag. De agenda d. oeg er de duidelijke sporen van, dat we in anderhalve maand tijd drie raads zittingen kregen te verwerken, maar dit' bleek toch geen bezwaar om een paar uurtjes vol te praten. Er was trouwens wel reden voor eenig debat, want het liet zich aanzien, dat' de finan- cieele voorstellen van B. en W. inzake de be lastingheffing niet zonder een woord van pro test onder den hamer zouden doorgaan. Het kwam dan ook, en wel van de zjjde van den heer v. d. Erf, die immer voor den kleinen man op de bres springt en ook nu weinig te spreken was over het voorstel om 65 opcenten te heffen op de personeele belasting. Deze be lasting drukt toch al ongelijkmatig, zoo sprak hij, want een groote groep van de bevolking is gedwongen in duurdere huizen te wonen dan wel met hun beurs overeen komt, eenvoudig, omdat de kleine woningen, waaraan zij vol doende zouden hebben, cr niet zijn. Doch voor namelijk arbeiders met groote gezinnen lijden door de onbillijkheid van de personeele belas ting, immers, zij moeten een grootere woning betrekken dan anderen, terwijl zij toch al meer .uitgaven hebben. Zij voelen de personeele be lasting dan oQk als dubbel drukkend. Nu wordt de gemeente wel van de 5e naar de 3e klasse teruggebracht en dit zal voor sommigen wel verlaging beteekenen maar door het heffen van opcenten wordt met de eene hand terug genomen, wat met de andere gegeven wordt. Dat klonk heel goed, maar wethouder Jhr. v. d. Poll maakte den heer v. d. Erf attent op een kleine fout in diens gedachtengang, n.l. dat bij het terugbrengen van de gemeente in de 3e klasse de „kleyne luyden" vrij waren van het betalen van personéele belasting. Voor dezen kwam het er dus niet op aan of 60 of 65 opcenten zouden worden geheven, want zooals de heer Van Unen zeer logisch opmerkte: 60 procent van 0 is net zooveel als 65 procent. De geheele raad, behalve de heer V. d. Erf, was daarmee overtuigd en nam het voorstel aan met één stem tegen. De discussies over den kindertoeslag, die nu volgden, waren niet minder leerrijk. B. en W. hadden het voorstel gedaan om aan de werk lieden f 1 per week en per kind uit te keeren en aan de ambtenaren 3 van het salaris, bij beide te beginnen met het derde kind. Op dit voorstel waren verschillende amendementen ingediend. Dat van de heeren Rijkes, Andretsch Venig, Moolenaar en Mevr. De Voogtde Vogel beoogde den kindertoeslag alleen toe te kennen aan werklieden en ambtenaren, wier loon min der dan f 2000 per jaar bedroeg en bovendien kinderen ouder dan 16 jaar en die f 5 of meer per week verdienen, buiten beschouwing te laten als kind. Dat dit laatste zeer moeilijk te controleeren zou zijn vond de heer Rijkes geen bezwaar; hrj durfde wel op de eerlijkheid van de menschen vertrouwen. Recht tegenover dit amendement, dat dus bedoelde minder te geven dan B. en W., omdat de voorstellers vonden, dat goed gesalarieerde ambtenaren geen kin dertoeslag behoefden, stond het amendement van de heeren Jonckbloedt, Breed en Kwak, waarbij ook de heer v. d. Erf zich aansloot. Dit beoogde, aan ieder, die in de termen voor kindertoeslag viel, f 1.50 te geven, zoowel amb tenaar als werkman. Een salarisgrens wenschte de heer Jonckbloedt niet vast te stellen, daar dit altijd tot onbillijkheden aanleiding geeft, Een ambtenaar b.v. met zes kinderen, waarvan vier onder de 16 jaar, zou f312 kindertoeslag krijgen. Gesteld nu de salarisgrens op f 3000, dan zou deze ambtenaar, als hij een periodieke verhooging van b.v. f 100 zou krijgen, practisch achteruitgaan in salaris. De heer Andretsch was van mecning, dat voor deze grensgevallen een oplossing moest gezocht worden door höt salaris dan te ver- hoogen met het nadeelige verschil, en opende met deze opmerking de deur van een aardig politiek doolhofje. Want daardoor kwam de verkapte loonsverhooging weer op de proppen en liet de heer v. d. Erf zich verleiden tot een verdediging van den kindertoeslag op een wijze die den heer Kwak deed uitroepen: „Als ik had geweten, dat dit de bedoeling was, had ik tegen kindertoeslag gestemd. Er was ook nog een kleine schermutseling tusschen de heeren Van Unen en De Boer over kindertoeslag, die al of niet uit de zakken der werkgevers kwam, waarbij de heer De Boer de bloemist-werk gevers ten voorbeeld kon stellen, die al jaren lang dezen toeslag zelf betaalden. Men was het nog lang niet eens, toen de heer Rijkers een eigenaardigheid ontdekte in de redactie van het voorstel van B. en W. Daarin werd gesproken van jeugdige werk lieden, die cok in de termen zouden kunnen vallen, om kindertoeslag te ontvangen. De heer Rijkes had er het ambtenaren- en werklieden reglement bij opgeslagen en daarin gelezen dat bedoelde jeugdige werklieden niet ouder konden zijn clan 19 jaar, en dus achtte hij het onaannemelijk, dat deze knapen, al waren zij dan ook getrouwd, meer dan twee kinderen zouden hebben. „De jeugdige werklieden kun nen dus wel uit de verordening worden ge schrapt" zei de heer Rijkes, doch de andere leden vonden, dat het niet hinderde, als de jongens er bij stonden, waarschijnlijk in de overweging, dat een jeugdig werkman, die met een drieling wordt gezegend, toch zeer zeker we! kindertoeslag mag hebben! Er werd nog lang en zwaar geboomd, eer men eindelijk tot stemming overging. En toen behaalde het democratische voorstel van den heer Jonckbloedt, die ambtenaren en werklie den over één kam schoor, de meerderheid, zij het ook op 't kantje af. Met acht stemmen vóór en zeven tegen werd dus besloten f 1.50 kindertoeslag te geven voor elk kind boven het derde, en ongeacht het salaris. En hoogst tevreden met dit succes staken de voorstem* mers een versche sigaar op! HET ZWEMFEEST VAN H. P. C. Vroolijk wapperden Zondagmiddag de nationale en Heemsteedsche kleuren in de zweminrich ting aan den Glipperweg, waar de Heemsteed sche Zwem- en Polo-club H.P.C. wederom een zwemfeest had georganiseerd, dat, zooals altijd uitstekend slaagde. Het mooie weer had veie belangstellenden verlokt een kijkje te nemen en zoo vertoonde de zweminrichting een beeld van vroolijke drukte. Het feest begon met een waterpolo-wedstrijd tusschen H.P.C. I en A.Z. I voor de promotie cn degradatie eerste klasse. Dit begin was voor H. P. C. reeds uitstekend, daar genoemde club den wedstrijd won met 53. De H. P. C.-ers waren uitstekend op dreef, wat ook wel uit het verloop van de thans vol gende wedstrijden bleek. Toen de zwemlijnen waren uitgelegd (niet al te vlug, daar één man het werk van zes moest doen) kon met het baanzwemmen worden begonnen. Allereerst kwamen de adspiranten aan de beurt. De 50 M. vrije slag voor H. P. C.-adspi- ranten werd gewonnen door L. Stuut, die ech ter den tijd van J. Uitendaal van het vorige jaar niet verbeterde, zoodat de beker in diens bezit bleef. De nummers 200 M. schoolslag voor dames en heeren werden gecombineerd, daar er slecht3 één dame, mej. Kollerie, D. W. R„ was inge schreven. Van de heeren kwam C. H. Vrugt als eerste aan. Een spannend nummer was de 100 M. vrjje slag nieuwelingen. Kemper cn Suerhoff, Philip- po en Van Zadel gaven een vinnigen strijd te zien. Dezelfde baan werd daarna door de seniores gezwpnTmcn, waarbij Van Voorst, A. Z., beker houder wist te blijven. Hierop volgde een demonstratie schoonsprin- gen, wat alt(jd veel belangstelling trekt. Er vielen eenige mooie zweef- en snoeksprongen te bewonderen, terwijl ook het komische ele ment niet ontbrak. Het tweede deel van het programma bevatte voornamelijk de estafettes. H. P. C. werd hier- bjj winner van de 5 x 50 M. vrjje slag, de Zweedsche estafette en de 10 x 50 M. vrjje slag, 50 M. schoolslag voor H. P. C.-dames werd ge wonnen door mej. A. v. Lent en bij de 50 M. vrije slag voor damesleden H. P. C. kwam mej. C. Kann als eerste aan. Nu volgde een pantomine: de mislukte picnic of de wraak van den zeegod. Het was goed, dat het programma den korten inhoud ver meldde, want hiernaar moe3t dikwjjls worden geraden, ook al omdat er bijzonder weinig han deling in zat. De aankleeding redde het stukje, dat ongetwijfeld goed bedoeld was. Het programma sloot met een vriendschap peiijken wedstrijd tusschen H. f. U. 11 en een D. W. R.-Haarlem-combinatie, waarbij H. P. C. opnieuw de zege wist te behalen. De thuisclub heeft op haar eigen zwemfeest wel succes ge haa. De voorzitter, de heer B. J. Moolenaar, reikte na afloop de prijzen uit. Zij nog vermeld, dat de jury bestond uit den hoer Dr. M. J. Huizinga, voorz.-kair.prechter, mej. M. van Ommeren en de heeren E. W. Ve* nema, G. R. Hemsing, A. B. Markus, tijd opnemers, B. J. Moolenaar, starter, V. Visser, secretaris der jury. Hieronder volgen de volledige uitslagen: 50 M. schoolslag adsp. nationaal: 1 A. v. Kal ken, D.J.K., 42.8; 2 H. Boas, D.J.K., 43.2; 3 Seubering, D.W.R., 45.8. 50 M. vrije slag H.P.C. adspianten: I L. Stuut 56.4; 2 J. Peters 40.4. 200 M. schoolslag dames, kampioenschap H.Z.B.: 1 mej. L. Kollerie 3.27.6. Idem heeren: 1 C. H. Vrugt, D.W.R.. 3.3.4.; 2 A. C. de Bruyn, D.W.R., 3.9.6; 3 v. Ellinck- huizen, Haarlem, 3.17.8. 100 M. vrjje slag nieuwelingen, heeren: 1 D. Philippo, H.P.C., 1.14; 2 J. v. Zadel H.P.C, I.14.8; 3 J. C. Laddé, D.J.K., 1.16.4. 100 M. vrjje slag seniores heeren: 1 G. van Voorst, A.Z., 1.8.4; 2 J. v. Hemsbcrgen, Haar lem, 1.10.2. Estafette 5 maal 50 M. vrjje slag nationaal: I H.P.C. 2.40.6; 2 Haarlem 2.50.8; 3 D.W.R. 2.55.6. Idem voor andere vereenigingen: H.Z.B.: 1 Halfwegsche Z.V. 3.22.8; 2 Hillegomsche Z.V. 3.33.4. 50 M. vrije slag voor damesleden H.P.C.: 1 C. Kann 39.4; 2 H. de Carpentier 44.8. Zweedsche estafette: 1 H.P.C. 5.40.6; 2 Haar lem 5.47.4. 50 M. schoolslag damesleden H. P. C.: 1 A. v. Lent 50.8; 2 D v. d. Jagt 51; 3 H. de Car pentier 51.4. Estafette 10 maal 50 M. vrije slag nationaal: I H.P.C. 5.39.4; 2 D.W.R. 6.11.4. Polo-wedstrijdenH.P.C. IA.Z. I 53. H.P.C. IID.W.R.-Haarlem-comb. 43. POLOSPELREGELS. Voor dengene. die nog nooit een polowedstrijd gezien hebben of die de spelregels niet kennen, zjj in groote trekken 't volgende medegedeeld. Het veld bestaat uit 2 deelen, gescheiden van elkaar door een denkbeeldige middenlijn. Bjj 't begin, rust en na elk doelpunt stellen de spe lers zich op hun doellijn op. De scheidsrechter gooit bij 't begin, rust, enz., de bal op de denkbeeldige middenlijn. De spelers zwemmen dan vlug naar den bal, elke ploeg heeft 7 spelers, n.l. 1 keeper, 3 ach ter- en 3 voorspelers. Heeft een speler den bal vast, dan mag men hem onderduwen. Tevens heeft men een denk beeldige 4 meter en 2 meter lijn. Een voorspeler mag zich niet binnen de 2 meter lijn opstellen, doet hij dat we.', dan moet hij het water verla ten en mag er na een doelpunt weer in. Even als bij voetbal heeft men een strafschop bij polo strafworp geheeten. Deze worp wordt vanaf 4 M. van doel genomen. De partijen zijn uit elkaar te houden door de kleur der mutsen DUIVENSPORT. „Gevleugelde Vrienden", Heemstede. Wed vlucht van Harwich (Engeland), afstand 235 K.M. Los 8 uur v.m. In concours 31 duiven. De prijzen werden als volgt gewonnen: 1, 4, 5, 7, 8 E. D. des Bouvries; 2, 9 W. v. Huis; 3 A. Eveleens; 6 A. v. Zadel; 10 N. Leuven. Eerstgctoonde duif om 10 uur 54 min. 25 sec. Snelheid 1337 M. Laatste prjjsvvinner om II uur 8 min. 31 sec. Snelheid 1237 M. Wedvlucht van Roozendaal, afstand 95 K.M. In concours 60 duiven. Los 8 uur v.m. I, 2, 6, 7, 11 Gebr. Lareman; 3, 4, 8 E. D. des Bouvries; 5, 10 W. v. Huis; 9. W. Eekhof. Eerstgetoonde duif 9 uur 20 min. 33 sec. Laatste prijswinnaar 9 uur 29 min. 7 sec. A.s. Zondag wedvlucht van Lier, België; af stand 138 K.M. 37. Rrrt! daar kwam meteen de wagen van mijnheer Pimpelmans den hoek om. Het achter eind van Janus' ladder kreeg een vriendschap- peliiken tik van het linkerv. iel en tegelijk kreeg Jonas een mep tegen zijn kuiten met het andere uiteinde van de ladder en nu maakte de brave gemeentewerkman een luchtsprong zóó mooi, als je nog nooil gezien heb^ 38. Het volgend oogenblik stond Jonas netjes onderstboven, met z'n beenen in de lucht en z'n hoofd, in het geurige modderputje, terwij! het druipende schepnet over het hoofd van z'n vriend Janus hing. Ja, die Jonas wist het wel! Gróót gelijk had hjj, toen hij zei, dat er een ommekeer moest komen, want als dat geen ommekeer was, wat is er dan wèl een; 39. Trip, trip, trip, daar kwam juffrouw Molly uit het modemagazijn gestapt. Ze had juist een splinternieuw japonnetje gekocht, volgens de laatste mode. want zooiets moet je bjjhoucen. Vlak bij de deur kwam ze haar vriendin Polly tegen, ,,'n Mooi japonnetje!" zei deze. „alleen vind ik dat effen witte goed een beetje ui. 11: wou. dat m'n eigen ja n er ,'fl beetje fleuriger uitzag!" 40. Rrr! daar vloog de hollende wagen van mijnheer Pimpelmans weer voorbij; het rech- terwie! zakte weg in een diepe modderplas, die vlak* langs het trottoir lag. *Een dikke bundel modderstralen spatte omhoog, en nu zagen de Japonnetjes van de dames er zoo „fleurig" uit, a'.s zc maar wensehen konden; al de saaiheid was er ineens héélemaal af! PROBLEEM Mej. M. Roest, No. 271. Heemstede. Eerste Publicatie. a b c d e I g h Mat in twee zetten. Stand der stukken: Wit: Kh8, Dd8, Td3, Th6, Ld5, Pe4, b4, c4. g3, g4. Zwart: Ke5, Lc3, Pd4, Pe8, d7, e6. WEDSTRIJD RIJNLAND EN WESTFALEN VERSUS NEDERLAND. Deze wedstrijd zal plaats hebben te Düssel- dorf op 13 en 14 September 1930. Spelers en clubs, welke spelers willen afvaardigen, wordt verzocht uiterlijk op Zondag 7 September a.s. hunne opgaven in te zenden bij den lsten bondssecretaris J. G. Hartogensis, Heeren straat 16a, Den Haag. Bewijs van Nederlander schap is voldoende. Er wordt gereisd per D-trein zonder verhooging. Heenreis Zaterdag 13 Sept., vertrek uit Amsterdam 14.22, aan komst Dtisseldorf 18.12. Terug: vertrek Diis- seldorf Zondag 14 September, 18.12, aankomst te Amsterdam 23.06. Doordat de gezelschapsbiljetten thans twee dagen geldig zijn, is de prijs, hoewel beide keeren in een D-trein gereisd wordt, iets gosd- kooper (Amsterdam pl.m. f12.Voor hotels in allerlei prijzen, waarschijnlijk van pl.m. 5 M. af, wordt gezorgd. Spelers uit Haarlem en Omstreken kunnen met biljetten tot Amster dam reizen, waar zij in den D-trein komen, om zich bij de andere spelers te voegen. Er is een leider in den trein, die de verdere bil jetten daar verstrekt. De bondssecretaris hoopt op een honderdtal deelnemers en verzoekt hem niet in den steek te laten. Schakers van Haarlem en Omstreken, helpt mede de eer van ons land hoog te houden! OPLOSSING PROBLEEM No. 267. (F. Palatz). Stand der stukken: Wit: Khl, Dfl, Lg5. Pc6, e6, f5, g2, g6, h4. Zwart: Kg4, Ta3, Te2, La6, d5, d6, e5, g3, g7, h5. 1. Pc6e7! enz. CORRESPONDENTIE. Bloemendaal, H. de R. en Haarlem, H. W. v. D. - Na 1. Pd4, Te3; 2. Pe2: antwoordt Zwart 2Ld3 en mat volgt niet na nog 2 zetten. Voorts werd alsnog de goede oplossing van Schertsprobleem No. 20 ontvangen van P Mars te Santpoort. Bekend is het verhaal van den boekhande laar, die „Een liter Smart" bij den uitgever bestelde, waarmede bedoeld bleek te zijn, het bekende drama „Ellen, een lied der smart", door Fred, van Eeden. Een boekhandelaar kent ook alle titels niet uit het hoofd en moet wel eens op den klank afgaan. Hoe sommigen dat doen, blijkt uit het lijstje en bestellingen, dat mij ontleenen aan het Weekblad van den Boekhandel: v. Hichtum Good Largo (v. Hichtum: Koedlago). Theodoor Panfilte Fransch léesboek Tjeenk Willink Tb. Banvlle, Gringoire). Fijngebraad: Short English gram. (Fijn van Draat: Short Engl. Grammar.) 2 Sara Burgerhart door Frederik v. Eeden? (het vraagteekeen is hier zeer op z'n plaats!) H. Pilon „De roods Mof in de Natuur" (De doode stof in de natuur). 1 Boorsma Examen v. h. zingen (Boors- ma Examenzinnen Holl. Duitsch). 1 Pollivain: Door het land der Drusen (Paul d'Ivoi: Naar het land der Druzen). Eymard: guerilla Vallaintin Quillrof Boogenjager Bohanier gebonden (be doeld werden van Gustave Aimard: Curumilla, Valentin Guillois, De Bijenjagers, De Boeka niers). 1 Dumois. De dame met Kamillen (of iets andere titel) (Durnas: Margaretha Gautier (La dame aux camélias). 1 Purmerend Chansons du Pays de France (Benjert et Elzinga: Chansons du Pays de France uitg. Muusses-Purmerend 1 Pubert Fet (van Druten: Puberteit). 1 Jac. van Looy Sigrid Undset (Deze raadselachtige bestelling wordt volkomen dui delijk door haar pendant van denzelfden da tum: 1 Feesten Lente). 1 Les afair son les afair octaaf mier (Octave Mirbeau: Les affaires sont les af faires). 1 Ex. geb. De Eeuers van Puthuis Vergiluis Maro Metusch vertaald door P. D. de Koning (De Aeneis van Publius Vergilius Maro, metrisch vertaald door P. W. de Koning.) LEELIJK. Dame (tot bediende): Jongmensch, kan ik de ntroon even spreken? Bediende: Voor knappe dames is hij altjjd te spreken. Dame: Zeg hem J:.n, *;.at zijn vrouw. £i; üt, M

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1930 | | pagina 5