7ïJe Jaargang.
Eerste Heemsteedsche Courant. 29 Augustus 1930. Tweede Blad.
No. 35.
LOSSE BLAADJES.
Na de vacantie.
Brokjes Levenswijsheid.
Met een boekske in een
hoekske.
Rondom de groene tafel.
SPORT.
V$©r de kinderen.
De ezel van mijnheer Pimpelmans,
door G. Th. Rotman.
SCHAAKRUBRIEK.
Titels van boeken.
(Nadrul: verboden).
Kijk, kijkzei Piet. ,,daar heb je Ons
Terug van de vacantiereis
Veel moois gezien, en is het goed bevallen?"
,,Bah!" sprak zijn vriend, ,,ik had niets dan
pech,
Voortdurend regen, 'n modderweg,
Dct doet natuurlijk je plezier vergallen.
Je keek die grijze lucht soms aan.
En waagde 't om er uit te gaan,
Doch nauwelijks waren we uit 't logiees
vertrokken,
Of dadelijk plaste 't water neer
En gingen we hótelwaarts weer;
Het was geen doen, zoo kletsnat rond te
sjokken.
En k(jk nu, wat ean ommekeer:
Nu is 't waarempel prachtig weer,
Maar 'lt moet aan 't werk, aar mijn vacantie
om is
„Nu, 'k hoor, genoten heb je niet,"
Hernam vriend Piet, „ja man, je ziet,
Dat weggaan met zulk weertje dom is.
Je had ook moeten doen als ik;
'k Verveelde mij geen oogenblik;
Ik heb 't uitstekend met het weer getroffen.
Was maar gebleven in de stad;
Twee buitjes heb ik maar gehad!
Dat is toch wat je noemt geweldig boffen!"
„Zeg. maak dat nou je Grootje wijs
'k Ben niet van gist'ren!" sprak vriend Gijs
,,'k Geloof het niet, dat zeg je om te plagen!"
„Neen", sprak toen Piet, ,,'t is eerlijk waar;
Er vielen slechts twee buien, maar
Een duurde tien, en d'ander veertien dagen!"
Wij lezen veel tegenwoordig. De kranten vol
staan niet meer met één enkele uitgeve per
dag; we krijgen ochtend-, middag- en avond
edities. En elke editie d(jt uit tot een heele bi
bliotheek. De openbare leeszalen voorzien ons
doorloopend van allerhande lectuur. Boven
dien zijn er nog altijd menschen die boeken
koopen.
De stroom drukwerken, die jaarlijks van de
persen verschijnt, rijst al meer en meer. De ca
talogi van den boekhandel zijn niet langer bij
te houden. Zóó overstelpend wordt de boeken
productie, dat de uitgevers gemeend hebben
het voorbeeld van de groentekweekers en ka
toenbouwers te moeten volgen door op inkrim
ping van den oogst aan te dringen.
Het tegenwoordige boek is een ééndags
vlieg. Het artikel lectuur is aan markt en mo
de onderhevig zoogoed als de tabak en de
vrouwenkleeding. Heden rookt men dit merk
en morgen is men 't voor het andere vergeten.
Heden is het nieuwste snufje van gister hope
loos ouderwetsch geworden.
Het boek, dat men een half jaar geleden in
ieders hand zag, ligt thans onder ,t stof van
den rommelzolder begraven. Een nieuwe schla
ger is verschenen, en deze „best seller" van het
moment zal over een half jaar op zijn beurt on
verkoopbaar zijn.
Een professor uit de achttiende eeuw droeg
den bijnaam „heiluo librorum", „verslinder van
boeken". Toen ik onlangs de voedering van de
zeeleeuwen inden dierentuin bijwoonde, dacht
ik ons hedendaagsch lezerspubliek. De boek
handel gaat rond en werpt uit zrjn emmer de
klanten hun brokje vóór; ze happen, slikken
cn zóó is de maaltijd verteerd Onrustig scholen
ze tezamen voor de volgende voedering.
Lezen is wel de mooiste kunst, welke een
mensch kan leeren. Een boek blijft het koste
lijkste geschenk. Wij mogen erkentelijk zijn
voor dezen overvloed van lectuur. Want over
vloed van lectuur. Want overvloed moet er zijn
om keus mogelijk te maken. De geestelijke be
hoeften verschillen nog meer dan de stoffelijke
Wat den één mondt lust de ander slecht. Voor
ieder is onder de duizenderlei boeken tenslotte
misschien maar één boek geschreven.
Dit één» boek te vinden, is het hoogste geluk
dat een lezer ten deel ken vallen. Het naar zijn
hart, zjjn lievelingsboek. Het boek, dat hij leest
en herleest, het versleten is. Het boek, dat hij
meeneemt op rjis, dat hij naast zijn hoofdkus
sen legt; het boek, waarmee hij leeft als met
een vriend. Het boek, det hij, als hij 't heeft
stuk gelezen, niet meer opnieuw behoeft aan
te schaffen, omdat hij 't van buiten kent.
Slechts wie dit boek heeft gevonden, heeft
dc kunst van lezen geleerd. Hem is lectuur ge
worden wat het moet z(jn: levensverrijking,
levensbezit.
Guido Gezelle heeft zoo aandoenlijk mooi
uitgesproken, wat zijn oude brevier voor hem
is geweest.
„Als zorge mijn herte verslinden,
Als moeheid van 's werelds getier;
Dan zoek ik weêrom dén beminden,
Dan grjjp ik den ouden brevier."
Dit oude gebedenboekje kon den priester
dichter niets nieuws leeren; het waren de
duizendmaal geprevelde woorden, die hem het
gemoed verhelderden. Juist omdat hij met hun
inhoud zoo innig vertrouwd was, konden ze
zoo veel voor hem zijn.
Wie zulk een boekje bezit, dat hij heeft op
genomen in zijn geest, dat hij leest en herleest,
kent en herkent, zal er ondanks het bekende
telkens iets nieuws in vinden. Het oude woord
leent zich in verband met de veranderde om
standigheden voortdurend tot nieuwe overden
kingen.
Want zoo'n woord wordt een sleutel, die de
schatkamers van 's lezers eigen gevoel en ge
dachte doet openspringen. Wij zijn het zelf, die
de wijsheid en schoonheid voortbrengen, welke
wij meenen te lezen. Lectuur maakt onze gees
telijke vermogens actief, brengt snaren in ons
aan 't trillen, wekt gedachten, herinneringen,
plannen. Het meeste lezen wij in ons lievelings
boek tusschen dc regels; wij lezen het ijverigst,
wanneer wij, peinzend over het gelezene, het
boek uit onze hand laten vallen en ons over
geven aan ons gemijmer.
„Hoemeer gij in mij zoekt, temeer gij in mij
vindt", heet het -in een oud rijmpje over een
eerwaard boek. Een' boek is er niet om ons,
gelijk een film, af te leiden en in spanning te
houden. Lectuur is een andersoortig procédé.
Lectuur veronderstelt zelfwerkzaamheid. Bij
lectuur moeten wij stilstaan, moeten wij zoe
ken om eenmaal te vinden.
Dat elk onzer zoo'n boekske had om mee in
een hoekske te zitten! Voor ieder zou het een
ander* zijn. Vroeger meende men, dat er voor
de groote verscheidenheid van menschen maar
één boek bestond, dat voor allen het eenige en
ware was. Thans ziet men in, dat het eenige
en ware voor ieder verschillend kan zijn, om
dat het eenige en ware het strikt persoon
lijke is.
H. G. CANNEGIETER.
boekske 2.
Kindertoeslag.
De agenda d. oeg er de duidelijke sporen van,
dat we in anderhalve maand tijd drie raads
zittingen kregen te verwerken, maar dit' bleek
toch geen bezwaar om een paar uurtjes vol
te praten.
Er was trouwens wel reden voor eenig
debat, want het liet zich aanzien, dat' de finan-
cieele voorstellen van B. en W. inzake de be
lastingheffing niet zonder een woord van pro
test onder den hamer zouden doorgaan. Het
kwam dan ook, en wel van de zjjde van den
heer v. d. Erf, die immer voor den kleinen man
op de bres springt en ook nu weinig te spreken
was over het voorstel om 65 opcenten te
heffen op de personeele belasting. Deze be
lasting drukt toch al ongelijkmatig, zoo sprak
hij, want een groote groep van de bevolking
is gedwongen in duurdere huizen te wonen dan
wel met hun beurs overeen komt, eenvoudig,
omdat de kleine woningen, waaraan zij vol
doende zouden hebben, cr niet zijn. Doch voor
namelijk arbeiders met groote gezinnen lijden
door de onbillijkheid van de personeele belas
ting, immers, zij moeten een grootere woning
betrekken dan anderen, terwijl zij toch al meer
.uitgaven hebben. Zij voelen de personeele be
lasting dan oQk als dubbel drukkend. Nu
wordt de gemeente wel van de 5e naar de 3e
klasse teruggebracht en dit zal voor sommigen
wel verlaging beteekenen maar door het heffen
van opcenten wordt met de eene hand terug
genomen, wat met de andere gegeven wordt.
Dat klonk heel goed, maar wethouder Jhr. v. d.
Poll maakte den heer v. d. Erf attent op een
kleine fout in diens gedachtengang, n.l. dat
bij het terugbrengen van de gemeente in de
3e klasse de „kleyne luyden" vrij waren van
het betalen van personéele belasting. Voor
dezen kwam het er dus niet op aan of 60 of 65
opcenten zouden worden geheven, want zooals
de heer Van Unen zeer logisch opmerkte: 60
procent van 0 is net zooveel als 65 procent.
De geheele raad, behalve de heer V. d. Erf, was
daarmee overtuigd en nam het voorstel aan
met één stem tegen.
De discussies over den kindertoeslag, die nu
volgden, waren niet minder leerrijk. B. en W.
hadden het voorstel gedaan om aan de werk
lieden f 1 per week en per kind uit te keeren
en aan de ambtenaren 3 van het salaris,
bij beide te beginnen met het derde kind. Op
dit voorstel waren verschillende amendementen
ingediend. Dat van de heeren Rijkes, Andretsch
Venig, Moolenaar en Mevr. De Voogtde Vogel
beoogde den kindertoeslag alleen toe te kennen
aan werklieden en ambtenaren, wier loon min
der dan f 2000 per jaar bedroeg en bovendien
kinderen ouder dan 16 jaar en die f 5 of meer
per week verdienen, buiten beschouwing te
laten als kind. Dat dit laatste zeer moeilijk te
controleeren zou zijn vond de heer Rijkes geen
bezwaar; hrj durfde wel op de eerlijkheid van
de menschen vertrouwen. Recht tegenover dit
amendement, dat dus bedoelde minder te geven
dan B. en W., omdat de voorstellers vonden,
dat goed gesalarieerde ambtenaren geen kin
dertoeslag behoefden, stond het amendement
van de heeren Jonckbloedt, Breed en Kwak,
waarbij ook de heer v. d. Erf zich aansloot. Dit
beoogde, aan ieder, die in de termen voor
kindertoeslag viel, f 1.50 te geven, zoowel amb
tenaar als werkman. Een salarisgrens wenschte
de heer Jonckbloedt niet vast te stellen, daar
dit altijd tot onbillijkheden aanleiding geeft,
Een ambtenaar b.v. met zes kinderen, waarvan
vier onder de 16 jaar, zou f312 kindertoeslag
krijgen. Gesteld nu de salarisgrens op f 3000,
dan zou deze ambtenaar, als hij een periodieke
verhooging van b.v. f 100 zou krijgen, practisch
achteruitgaan in salaris.
De heer Andretsch was van mecning, dat
voor deze grensgevallen een oplossing moest
gezocht worden door höt salaris dan te ver-
hoogen met het nadeelige verschil, en opende
met deze opmerking de deur van een aardig
politiek doolhofje. Want daardoor kwam de
verkapte loonsverhooging weer op de proppen
en liet de heer v. d. Erf zich verleiden tot een
verdediging van den kindertoeslag op een wijze
die den heer Kwak deed uitroepen: „Als ik had
geweten, dat dit de bedoeling was, had ik
tegen kindertoeslag gestemd. Er was ook nog
een kleine schermutseling tusschen de heeren
Van Unen en De Boer over kindertoeslag, die
al of niet uit de zakken der werkgevers kwam,
waarbij de heer De Boer de bloemist-werk
gevers ten voorbeeld kon stellen, die al jaren
lang dezen toeslag zelf betaalden.
Men was het nog lang niet eens, toen de
heer Rijkers een eigenaardigheid ontdekte in
de redactie van het voorstel van B. en W.
Daarin werd gesproken van jeugdige werk
lieden, die cok in de termen zouden kunnen
vallen, om kindertoeslag te ontvangen. De heer
Rijkes had er het ambtenaren- en werklieden
reglement bij opgeslagen en daarin gelezen
dat bedoelde jeugdige werklieden niet ouder
konden zijn clan 19 jaar, en dus achtte hij het
onaannemelijk, dat deze knapen, al waren zij
dan ook getrouwd, meer dan twee kinderen
zouden hebben. „De jeugdige werklieden kun
nen dus wel uit de verordening worden ge
schrapt" zei de heer Rijkes, doch de andere
leden vonden, dat het niet hinderde, als de
jongens er bij stonden, waarschijnlijk in de
overweging, dat een jeugdig werkman, die met
een drieling wordt gezegend, toch zeer zeker
we! kindertoeslag mag hebben!
Er werd nog lang en zwaar geboomd, eer
men eindelijk tot stemming overging. En toen
behaalde het democratische voorstel van den
heer Jonckbloedt, die ambtenaren en werklie
den over één kam schoor, de meerderheid, zij
het ook op 't kantje af. Met acht stemmen
vóór en zeven tegen werd dus besloten f 1.50
kindertoeslag te geven voor elk kind boven het
derde, en ongeacht het salaris. En hoogst
tevreden met dit succes staken de voorstem*
mers een versche sigaar op!
HET ZWEMFEEST VAN H. P. C.
Vroolijk wapperden Zondagmiddag de nationale
en Heemsteedsche kleuren in de zweminrich
ting aan den Glipperweg, waar de Heemsteed
sche Zwem- en Polo-club H.P.C. wederom een
zwemfeest had georganiseerd, dat, zooals altijd
uitstekend slaagde. Het mooie weer had veie
belangstellenden verlokt een kijkje te nemen en
zoo vertoonde de zweminrichting een beeld van
vroolijke drukte.
Het feest begon met een waterpolo-wedstrijd
tusschen H.P.C. I en A.Z. I voor de promotie cn
degradatie eerste klasse. Dit begin was voor
H. P. C. reeds uitstekend, daar genoemde club
den wedstrijd won met 53.
De H. P. C.-ers waren uitstekend op dreef,
wat ook wel uit het verloop van de thans vol
gende wedstrijden bleek. Toen de zwemlijnen
waren uitgelegd (niet al te vlug, daar één man
het werk van zes moest doen) kon met het
baanzwemmen worden begonnen.
Allereerst kwamen de adspiranten aan de
beurt. De 50 M. vrije slag voor H. P. C.-adspi-
ranten werd gewonnen door L. Stuut, die ech
ter den tijd van J. Uitendaal van het vorige jaar
niet verbeterde, zoodat de beker in diens bezit
bleef.
De nummers 200 M. schoolslag voor dames
en heeren werden gecombineerd, daar er slecht3
één dame, mej. Kollerie, D. W. R„ was inge
schreven. Van de heeren kwam C. H. Vrugt als
eerste aan.
Een spannend nummer was de 100 M. vrjje
slag nieuwelingen. Kemper cn Suerhoff, Philip-
po en Van Zadel gaven een vinnigen strijd te
zien.
Dezelfde baan werd daarna door de seniores
gezwpnTmcn, waarbij Van Voorst, A. Z., beker
houder wist te blijven.
Hierop volgde een demonstratie schoonsprin-
gen, wat alt(jd veel belangstelling trekt. Er
vielen eenige mooie zweef- en snoeksprongen
te bewonderen, terwijl ook het komische ele
ment niet ontbrak.
Het tweede deel van het programma bevatte
voornamelijk de estafettes. H. P. C. werd hier-
bjj winner van de 5 x 50 M. vrjje slag, de
Zweedsche estafette en de 10 x 50 M. vrjje slag,
50 M. schoolslag voor H. P. C.-dames werd ge
wonnen door mej. A. v. Lent en bij de 50 M.
vrije slag voor damesleden H. P. C. kwam mej.
C. Kann als eerste aan.
Nu volgde een pantomine: de mislukte picnic
of de wraak van den zeegod. Het was goed,
dat het programma den korten inhoud ver
meldde, want hiernaar moe3t dikwjjls worden
geraden, ook al omdat er bijzonder weinig han
deling in zat. De aankleeding redde het stukje,
dat ongetwijfeld goed bedoeld was.
Het programma sloot met een vriendschap
peiijken wedstrijd tusschen H. f. U. 11 en een
D. W. R.-Haarlem-combinatie, waarbij H. P. C.
opnieuw de zege wist te behalen. De thuisclub
heeft op haar eigen zwemfeest wel succes ge
haa.
De voorzitter, de heer B. J. Moolenaar, reikte
na afloop de prijzen uit.
Zij nog vermeld, dat de jury bestond uit den
hoer Dr. M. J. Huizinga, voorz.-kair.prechter,
mej. M. van Ommeren en de heeren E. W. Ve*
nema, G. R. Hemsing, A. B. Markus, tijd
opnemers, B. J. Moolenaar, starter, V. Visser,
secretaris der jury.
Hieronder volgen de volledige uitslagen:
50 M. schoolslag adsp. nationaal: 1 A. v. Kal
ken, D.J.K., 42.8; 2 H. Boas, D.J.K., 43.2; 3
Seubering, D.W.R., 45.8.
50 M. vrije slag H.P.C. adspianten: I L. Stuut
56.4; 2 J. Peters 40.4.
200 M. schoolslag dames, kampioenschap
H.Z.B.: 1 mej. L. Kollerie 3.27.6.
Idem heeren: 1 C. H. Vrugt, D.W.R.. 3.3.4.;
2 A. C. de Bruyn, D.W.R., 3.9.6; 3 v. Ellinck-
huizen, Haarlem, 3.17.8.
100 M. vrjje slag nieuwelingen, heeren: 1 D.
Philippo, H.P.C., 1.14; 2 J. v. Zadel H.P.C,
I.14.8; 3 J. C. Laddé, D.J.K., 1.16.4.
100 M. vrjje slag seniores heeren: 1 G. van
Voorst, A.Z., 1.8.4; 2 J. v. Hemsbcrgen, Haar
lem, 1.10.2.
Estafette 5 maal 50 M. vrjje slag nationaal:
I H.P.C. 2.40.6; 2 Haarlem 2.50.8; 3 D.W.R.
2.55.6.
Idem voor andere vereenigingen: H.Z.B.: 1
Halfwegsche Z.V. 3.22.8; 2 Hillegomsche Z.V.
3.33.4.
50 M. vrije slag voor damesleden H.P.C.: 1
C. Kann 39.4; 2 H. de Carpentier 44.8.
Zweedsche estafette: 1 H.P.C. 5.40.6; 2 Haar
lem 5.47.4.
50 M. schoolslag damesleden H. P. C.: 1 A.
v. Lent 50.8; 2 D v. d. Jagt 51; 3 H. de Car
pentier 51.4.
Estafette 10 maal 50 M. vrije slag nationaal:
I H.P.C. 5.39.4; 2 D.W.R. 6.11.4.
Polo-wedstrijdenH.P.C. IA.Z. I 53.
H.P.C. IID.W.R.-Haarlem-comb. 43.
POLOSPELREGELS.
Voor dengene. die nog nooit een polowedstrijd
gezien hebben of die de spelregels niet kennen,
zjj in groote trekken 't volgende medegedeeld.
Het veld bestaat uit 2 deelen, gescheiden van
elkaar door een denkbeeldige middenlijn. Bjj 't
begin, rust en na elk doelpunt stellen de spe
lers zich op hun doellijn op.
De scheidsrechter gooit bij 't begin, rust,
enz., de bal op de denkbeeldige middenlijn.
De spelers zwemmen dan vlug naar den bal,
elke ploeg heeft 7 spelers, n.l. 1 keeper, 3 ach
ter- en 3 voorspelers.
Heeft een speler den bal vast, dan mag men
hem onderduwen. Tevens heeft men een denk
beeldige 4 meter en 2 meter lijn. Een voorspeler
mag zich niet binnen de 2 meter lijn opstellen,
doet hij dat we.', dan moet hij het water verla
ten en mag er na een doelpunt weer in. Even
als bij voetbal heeft men een strafschop bij
polo strafworp geheeten. Deze worp wordt
vanaf 4 M. van doel genomen. De partijen zijn
uit elkaar te houden door de kleur der mutsen
DUIVENSPORT.
„Gevleugelde Vrienden", Heemstede. Wed
vlucht van Harwich (Engeland), afstand 235
K.M. Los 8 uur v.m. In concours 31 duiven.
De prijzen werden als volgt gewonnen: 1, 4,
5, 7, 8 E. D. des Bouvries; 2, 9 W. v. Huis;
3 A. Eveleens; 6 A. v. Zadel; 10 N. Leuven.
Eerstgctoonde duif om 10 uur 54 min. 25 sec.
Snelheid 1337 M. Laatste prjjsvvinner om
II uur 8 min. 31 sec. Snelheid 1237 M.
Wedvlucht van Roozendaal, afstand 95 K.M.
In concours 60 duiven. Los 8 uur v.m.
I, 2, 6, 7, 11 Gebr. Lareman; 3, 4, 8 E. D.
des Bouvries; 5, 10 W. v. Huis; 9. W. Eekhof.
Eerstgetoonde duif 9 uur 20 min. 33 sec.
Laatste prijswinnaar 9 uur 29 min. 7 sec.
A.s. Zondag wedvlucht van Lier, België; af
stand 138 K.M.
37. Rrrt! daar kwam meteen de wagen van
mijnheer Pimpelmans den hoek om. Het achter
eind van Janus' ladder kreeg een vriendschap-
peliiken tik van het linkerv. iel en tegelijk kreeg
Jonas een mep tegen zijn kuiten met het andere
uiteinde van de ladder en nu maakte de brave
gemeentewerkman een luchtsprong zóó mooi,
als je nog nooil gezien heb^
38. Het volgend oogenblik stond Jonas
netjes onderstboven, met z'n beenen in de lucht
en z'n hoofd, in het geurige modderputje, terwij!
het druipende schepnet over het hoofd van z'n
vriend Janus hing. Ja, die Jonas wist het wel!
Gróót gelijk had hjj, toen hij zei, dat er een
ommekeer moest komen, want als dat geen
ommekeer was, wat is er dan wèl een;
39. Trip, trip, trip, daar kwam juffrouw
Molly uit het modemagazijn gestapt. Ze had
juist een splinternieuw japonnetje gekocht,
volgens de laatste mode. want zooiets moet je
bjjhoucen. Vlak bij de deur kwam ze haar
vriendin Polly tegen, ,,'n Mooi japonnetje!" zei
deze. „alleen vind ik dat effen witte goed een
beetje ui. 11: wou. dat m'n eigen ja n er
,'fl beetje fleuriger uitzag!"
40. Rrr! daar vloog de hollende wagen van
mijnheer Pimpelmans weer voorbij; het rech-
terwie! zakte weg in een diepe modderplas, die
vlak* langs het trottoir lag. *Een dikke bundel
modderstralen spatte omhoog, en nu zagen de
Japonnetjes van de dames er zoo „fleurig" uit,
a'.s zc maar wensehen konden; al de saaiheid
was er ineens héélemaal af!
PROBLEEM
Mej. M. Roest,
No. 271.
Heemstede.
Eerste Publicatie.
a b c d e I g h
Mat in twee zetten.
Stand der stukken:
Wit: Kh8, Dd8, Td3, Th6, Ld5, Pe4, b4,
c4. g3, g4.
Zwart: Ke5, Lc3, Pd4, Pe8, d7, e6.
WEDSTRIJD RIJNLAND EN WESTFALEN
VERSUS NEDERLAND.
Deze wedstrijd zal plaats hebben te Düssel-
dorf op 13 en 14 September 1930. Spelers en
clubs, welke spelers willen afvaardigen, wordt
verzocht uiterlijk op Zondag 7 September a.s.
hunne opgaven in te zenden bij den lsten
bondssecretaris J. G. Hartogensis, Heeren
straat 16a, Den Haag. Bewijs van Nederlander
schap is voldoende. Er wordt gereisd per
D-trein zonder verhooging. Heenreis Zaterdag
13 Sept., vertrek uit Amsterdam 14.22, aan
komst Dtisseldorf 18.12. Terug: vertrek Diis-
seldorf Zondag 14 September, 18.12, aankomst
te Amsterdam 23.06.
Doordat de gezelschapsbiljetten thans twee
dagen geldig zijn, is de prijs, hoewel beide
keeren in een D-trein gereisd wordt, iets gosd-
kooper (Amsterdam pl.m. f12.Voor hotels
in allerlei prijzen, waarschijnlijk van pl.m. 5 M.
af, wordt gezorgd. Spelers uit Haarlem en
Omstreken kunnen met biljetten tot Amster
dam reizen, waar zij in den D-trein komen,
om zich bij de andere spelers te voegen. Er
is een leider in den trein, die de verdere bil
jetten daar verstrekt.
De bondssecretaris hoopt op een honderdtal
deelnemers en verzoekt hem niet in den steek
te laten.
Schakers van Haarlem en Omstreken, helpt
mede de eer van ons land hoog te houden!
OPLOSSING PROBLEEM No. 267.
(F. Palatz).
Stand der stukken:
Wit: Khl, Dfl, Lg5. Pc6, e6, f5, g2, g6, h4.
Zwart: Kg4, Ta3, Te2, La6, d5, d6, e5, g3,
g7, h5.
1. Pc6e7! enz.
CORRESPONDENTIE.
Bloemendaal, H. de R. en Haarlem, H. W.
v. D. - Na 1. Pd4, Te3; 2. Pe2: antwoordt
Zwart 2Ld3 en mat volgt niet na nog
2 zetten.
Voorts werd alsnog de goede oplossing van
Schertsprobleem No. 20 ontvangen van P Mars
te Santpoort.
Bekend is het verhaal van den boekhande
laar, die „Een liter Smart" bij den uitgever
bestelde, waarmede bedoeld bleek te zijn, het
bekende drama „Ellen, een lied der smart",
door Fred, van Eeden.
Een boekhandelaar kent ook alle titels niet
uit het hoofd en moet wel eens op den klank
afgaan. Hoe sommigen dat doen, blijkt uit
het lijstje en bestellingen, dat mij ontleenen
aan het Weekblad van den Boekhandel:
v. Hichtum Good Largo (v. Hichtum:
Koedlago).
Theodoor Panfilte Fransch léesboek Tjeenk
Willink Tb. Banvlle, Gringoire).
Fijngebraad: Short English gram. (Fijn
van Draat: Short Engl. Grammar.)
2 Sara Burgerhart door Frederik v. Eeden?
(het vraagteekeen is hier zeer op z'n
plaats!)
H. Pilon „De roods Mof in de Natuur"
(De doode stof in de natuur).
1 Boorsma Examen v. h. zingen (Boors-
ma Examenzinnen Holl. Duitsch).
1 Pollivain: Door het land der Drusen
(Paul d'Ivoi: Naar het land der Druzen).
Eymard: guerilla Vallaintin Quillrof
Boogenjager Bohanier gebonden (be
doeld werden van Gustave Aimard: Curumilla,
Valentin Guillois, De Bijenjagers, De Boeka
niers).
1 Dumois. De dame met Kamillen (of iets
andere titel) (Durnas: Margaretha Gautier
(La dame aux camélias).
1 Purmerend Chansons du Pays de France
(Benjert et Elzinga: Chansons du Pays de
France uitg. Muusses-Purmerend
1 Pubert Fet (van Druten: Puberteit).
1 Jac. van Looy Sigrid Undset (Deze
raadselachtige bestelling wordt volkomen dui
delijk door haar pendant van denzelfden da
tum: 1 Feesten Lente).
1 Les afair son les afair octaaf mier
(Octave Mirbeau: Les affaires sont les af
faires).
1 Ex. geb. De Eeuers van Puthuis Vergiluis
Maro Metusch vertaald door P. D. de Koning
(De Aeneis van Publius Vergilius Maro,
metrisch vertaald door P. W. de Koning.)
LEELIJK.
Dame (tot bediende): Jongmensch, kan ik de
ntroon even spreken?
Bediende: Voor knappe dames is hij altjjd te
spreken.
Dame: Zeg hem J:.n, *;.at zijn vrouw. £i; üt,
M