Nieuwe Avonturen van
Mijnheer Pimpelmans.
Voor de Vrouw.
8ste Jaargang,
Eerste Heemsteedsche Courant. 3 Juli 1931. Tweede Blad
No. 26.
LOSSE BLAADJES.
„Ende desespereert niet!
Brokjes Levenswijsheid.
Routine.
Liefde.
SCHAAKRUBRIEK.
Hoog stond het trotsche paviljoen
Van Neêrlandsch-Indië opgebouwd,
En 't wekte de bewondering
Van ieder, die het had aanschouwd.
Hier was de schoonste kunst te zien,
Die Indië's cultuur ons gaf
Dan, welk een ramp: het paviljoen
Brandt met zijn schatten redd'loos af!
Vergeefs is 't, dat men 't vuur bestrijdt
Het grijpt steeds verder om zich heen,
Vernielt wat zorgvol werd opgebouwd.
Verwoest de schatten, hier bijeen!
Ja, al wat hier aanwezig is,
Het werk van vijf en twintig jaar,
Een waarde van wel tien millioen
't Stort alles brandend in elkaar.
Wat kunstzin hier had saamvergaard
Is nu gedoemd tot ondergang.
Niets van beteek'nis blijft gespaard
Al woedt het vuur niet eens zoo lang.
Verkoolde resten ziet men slechts
Van 't fraaie bouwwerk van weleer;
De schoonste parel aan de kroon
Van d'expositie is niet meer!
Groot was eerst de verslagenheid,
Maar weldra vindt men nieuwe kracht;
Denkt aan de oude spreuk van Coen
En 't „despereert niet!" wordt betracht.
Met treuren krijgt men niets gedaan;
Weer gaat men moedig aan het werk
De vreemd'ling ziet 't verwonderd aan:
Een volk zoo klein, een geest zoo sterk!
(Nadruk verboden)
„Indien ge niet als een volkomen nieuw
mensch aan elke nieuwe film kunt beginnen, is
het beter dat ge ambtenaar wordt", heeft Char
lie Chaplin by zekere gelegenheid gezegd. Zijn op
ervaring gegronde uitspraak behelst een waar
schuwing tegen routine, het gemak en het ge
vaar van eiken kunstenaar, en derhalve van
iederen mensch. Want moet niet de mensch
zfln leven behandelen gelijk de kunstenaar
zijn materiaal?
Het zal zeker de vraag zijn, of de ambtenaar
niet ook op zijn gebied iets van eigen stempel
aan zijn arbeid kan geven, al bedreigt hem,
gelijk ook den aan werktuiglijke handelingen
gebonden fabrieksarbeider de sleur sterker dan
hen, die in vrije beroepen hun brood verdienen.
Maar de ambtenaar is nu eenmaal het zinne
beeld, de verpersoonlijking van de routine.
Zonder routine zou elke arbeid en ook ieder
levensbestaan onmogelijk wezen. Als we eiken
dag zonder de minste ervaring van voren af
aan moesten beginnen, zou het er in gezin en
werkplaats vreemd uitzien. Er kwam van de
maatschappij niets terecht.
De dagelyksche gewoonte doet ons een vaar
digheid verkrijgen, welke het tempo van den
arbeid versnelt en er de uitkomsten van ver
meerdert. Wie pas aan het werk wordt gezet,
gevoelt zich onhandig en heeft tienmaal meer
tijd noodig dan zijn jarenlang in het bedrijf
werkzame kameraad. En dan nog maakt hij
een werkstuk, dat al de fouten van het aan
komend jong maatje vertoont.
Men moet met zijn arbeid vertrouwd raken.
Eerst de bedrevenheid geeft den werkman zijn
waarde. Routine is niet alleen een gemak, maar
evenzeer een belang voor het bedrijfsleven.
Toch schuilt er in routine ook een gevaar.
Een spoorwegwachter heeft vergeten, op tijd
den boom neer te laten. Een aanrijding is het
gevolg geweest. De man pleit voor toegeeflijk
heid. „Als men pas aangesteld is", verklaart hij,
„is de komst van iederen trein een gebeurtenis;
men gevoelt zijn verantwoordelijkheid, is
er soms zenuwachtig onder en zorgt met
overvoorzichtigheid, dat alles in orde is lang
voor het beslissende oogenblik. Maar op den
duur raakt men met het gevaar vertrouwd, men
denkt niet meer bij zijn werk en gaat teveel af
op de gewoonte, zoodat men vaak eerst op 't
laatste nippertje den boom neerlaat."
Men denkt niet meer bij zijn werk." Dat is
de schaduwzij van routine.
Men heeft ook zooveel aardigheid niet meer
in zijn bezigheden. Ze doen iemand niets meer;
ze winden niet op, ze geven geen angst meer
en ook geen vreugde. Dit is het vreeslijke van
de routine, dat zij de arbeidsvreugde vernie
tigt.
De schrijnwerkersleerling, die zijn eersten
stoel heeft ineengezet; de banketbakkersjon
gen, die zijn eerste taart opgemaakt heeft; de
verzekeringsagent, die zijn eersten klant aan
gebracht heeft; de verslaggever, die zijn eerste
berichtje gedrukt ziet, welk een voldoening
smaken zij niet! Zij gevoelen zich kunstenaars,
scheppers.
Voor den arts, die zich pas heeft gevestigd,
is de eerste patient een belangrijk geval. De
jonge predikant verdiept zich van ganseher
hart in de droefenis van het eerste sterfgeval,
dat hy ambtshalve bijwoont. Hoe popelt het
hart van den tooneelspeler bij zijn debuut!
Och, later wordt alles gewoonte. Stoelen,
taarten, klanten, berichtjes, patiënten, sterf
gevallen en rollen hebben geen enkele beteeke-
nis meer; zij verschijnen werktuiglijk en de
betrokkenen blijven er even onaandoenlijk on
der als de automaat, welke zijn perronkaartjes
of chocola-reepen levert, wanneer men een
geldstuk door de gleuf glijden laat.
Als het zoover is gekomen, heeft de arbeid
zijn eigenlijke waarde verloren. De mensch is
van schepper tot machine verlaagd. En daar
is bij tenslotte te goed voor.
Men moet, waarschuwt Charlie, als een vol
komen nieuw mensch aan elk nieuw werkstuk
beginnen. Hoe vaak men zoo'n werkstuk ook
heeft herhaald. Als men zich eiken dag voor
nam, zijn bezigheden te verrichten met dezelf
de belangstelling en dezelfde zorgvuldigheid,
als had men ze nooit eerder gedaan! Hoe zou
dit den mensch en zijn arbeid beide ten goede
komen!
Zeker, onze dagen lijken allen op elkaar. Ze
De geroutineerde behoeft in zijn routine niet
onder te gaan. Hij verricht zijn taak met de
belangstelling van een kind en met de vaar
digheid van een man.
H. G. CANNEGIETER.
DE KORTE JASJES VOOR 'S AVONDS.
In dit seizoen is een avondjapon niet compleet
zonder een aardig klein jasje, dat zooiets vlots
van de gehele verschijning geeft. Mendohmmm
het dan ook in vrijwel elke zomergarderobe,
waar het als fleurige aanvulling van het toilet
bijzonder goed bijpast. Voor 's avonds is het
materiaal (in volgorde van populairiteit) satijn,
fluweel, crêpe of tafzijde. De kleur hangt geheel
af van den smaak der draagster, doch met de
vogue voor wit behoeft het ons niet te verwon
deren, dat wit satijn het meest wordt gezien.
Deze creatie van Lavin, die hij reeds in zijn
eerste voorjaarscollecties heeft gelanceerd, ge
niet wel een bijzondere populairiteit.
Bont wordt nog tamelijk dikwijls op deze
jasjes gebruikt, doch dan toch in zeer bescheiden
hoeveelheden. Er wordt een randje van langs de
mouwen of langs een groote cafe-kraag gezet.
Het is geen mode meer de stof in de kleur van
het bont ate kiezen. Toch hebben de meeste en
de meest elegante jasjes geen bont. Daardoor
zijn zij minder kostbaar, waardoor er voor de
uitgebreide garderobes der mondaine vrouwen
meerdere kunnen worden aangeschaft. Om het
ontbreken van het bont niet als gemis te voelen,
wordt er dikwijls een strik aan den hals aange
bracht., hetzij in het midden achter of van
voren op den linkerschouder. Sommige korte
avondmanteltjes worden van voren dichtgebon
den. Het goed staan ervan hangt vooral af van
het nauw aansluiten om de schouders; een pas
is hiervoor een eenvoudige oplossing, want een
goed passend capemodel is veel moeilijker van
snit.
De satijnen jasjes zijn wit of in een lichte
kleur, terwijl zoowel de donkere als de sprekende
kleuren meer gezien worden in fluweel. Patou
lanceert een elegant model van citroenkleurig
groenfluweel, dat zoowel aan den hals als aan
het middel wordt dichtgebonden en versierd is
met opgenaaide banden van gevlochten fluweelen
linten. Intusschen zien wij ook wel langere
manteltjes en voor gftlatoiletten worden zelfs tot
den grond reikende avondmantels getoond. Een
zeer opvallend model van Philippe et Gaston
was driekwart lang, van witte crêpe Elizabeth
met twee witte vossen, die den mantel van onde
ren ter hoogte van de knie afmaakten. Toch
zijn de korte, manteltjes verreweg het meest po
pulair en ook het meest practisch; zoo'n jasje
met bijpassende tasch en schoenen maakt elk
uwer japonnen tot een modieus ensemble, waar
door het eigenlijk een heel weinig kostbare
dracht is.
NIEUWE BYOUX VAN OUDE JUWEELEN.
De byoux spelen nog altijd een belangrijken
rol in het ensemble. Parels zijn en blijven de
mooiste afwerking van elk toilet, doch dit sei-
zijn eentonig en grauw. Althans, zoo kleurt ze wordt hun zachte glans gecombineerd met
de sleur! Maar de levenskunstenaar ontvangt jade, lapis lazuli, rose kwarts en bloedkoraal.
en om-echt en zijn veel eerder geneigd de tweede
moeder de plaats, die haar toekomt, in te rui.
men, wanneer zij bemerken, dat deze rechtvaar,
dig is en hen begrijpt, dan wanneer zij al te
toegevend is.
De stiefmoeder moet zich eerst die liefde en
heit vertrouwen weten waardig te maken en is er
een begin gemaakt, dan komt alles veel gauwer
dan wel denkt.
Zij zal echter voorzichtig moeten zijn met het
geven van straffen en vooral geen fouten van
de kinderen in hun bijzijn aan den vader ver.
tellen, waar dit vaak verbitterend op hen in
werkt en een verwijdering veroorzaakt, die niet
gemakkelijk te hrestellen is, daar kinderen
vaak moeilijk over vermeend onrecht heenko.
men.
Zeer verkeerd is het ook in hun tegenwoor
digheid minder aardige dingen van hen aan
vreemden te vertellen. De „booze stiefmoeder"
heeft het zoo heel gauw gedaan, ook al is zij
met de beste bedoelingen bezield.
Tracht te doen als waren het uw eigen kinde.
ren, ziet m alles wat hen betreft het mooie en
het goede en ga hen voor door uw voorbeeld!
Wees moeder, geef den ganschen rijkdom
uwer ziel en zij, die aan uwe zorgen zijn toever,
trouwd, zullen u er dankbaar om zijn.
(Nadruk verboden.)
PEDAGOGISCH PRAATJE.
DE SLAAP ONZER KINDEREN.
Zooals de geheele verzorging en voeding van
een kind geregeld moet gaan, zoo heeft het ook
behoefte aan geregelde slaap. Hier moet de
zelfde regelmaat in acht worden genomen als
met de etensuren. Hoe laat het kind moet gaan
slapen, hangit af van de leeftijd. Een kind van
nog geen twee jaar kan niet lang genoeg slapen,
daarna vermindert de behoefte aan slaap lang.
meer dan tien uur slaap noodig. Bij de verdee-
zamerhand. Een kind van zes jaar heeft al niet
ling van deze uren, waarop het kind opstaat en
naar bed gaat, bedenken wy, dat de slaap vóór
middernacht het meeste verkwikt.
Aan de eenmaal vastgestelde tijden moet aan
het begin af streng de hand worden gehouden.
In dit opzicht zijn vele ouders onverschillig. Zij
staan de kinderen toe om 's avonds laat op te
blijven en als ze dan eindelijk toch naar bed
moeten, geeft dit de grootste onaangenaam
heden. Dit is een bewijs, dat slechte gewoonten
en ongeregeldheden hebben postgevat Als het
kind van zijn prilste jeugd aan regelmaat ge
wend is, zal men er niet de minste moeite mee
hebben. Dit is niet alleen goed voor de karak
tervorming, doch vooral voor de gezondheid. Ons
lichaam kan aan verschillende dingen gewend
worden, doch als we eenmaal iets tot gewoonte
hebben gemaakt, is het niet goed om daar niet
aan vast te houden. Slechts wanneer het kind
weer een paar jaar ouder is geworden en wel
een uur later naar bed kan gaan, kan men bij
een verjaardag instellen, dat het uur voortaan
veranderd wordt.
(Nadruk verboden).
ze, als ware iedere dag de eerste der schepping.
Hij verwondert zich in zijn dag en in de dui
zenderlei bezigheden, welke hem wachten.
door G. Th. Kotman.
Nadruk verboden.
79. Een stier die rondliep in het Veld.
Bleek op bezoek niet zeer gesteld,
En holde Pimpelmans weldra
Met al de biggen achterna;
Het werd een reuze-renparty
In vollen draf rondom de wei.
80. De kapper, een scherpzinnig man.
Bedacht, terwyi een prachtig plan:
Zgn speurend oog ontdekt al gauw-
Vlak by hem op den grond een touw.
Welk touw hij handig en gezwind
Aan het frame van 't motorrijwiel
bindt.
81. Aan 't ander eind maakt hij een lus,
Een met zoo'n lossen knoop, die dus
Wanneer er flink aan wordt gesjord.
Van lieverlee steeds nauwer wordt.
Hg denkt: „Als nu de stier passeert,
Dan loopt het zaakje al3 gesmeerd!"
82. Daar komt de stier! Op zij! Op zij!
Hij vliegt met veel gesnuif voorbij!
De kapper gooit hem fluks den strop
Van voren om zijn dikken kop;
De fiets wordt uit de sloot getrokken,
Maar de coiffeur gaat van de sokken.
waardoor eigenaardige effecten worden verkre
gen. Deze juweelen worden echter alleen by
daglicht gedragen, niet by kunstlicht; zy geven
ook de eenvoudigste japon een zeker cachet. De
Parijsche juweliers hebben op het oogenblik een
drukken tijd met het opnieuw zetten van ju
weelen; erfstukken, die een waardige plaats zou
den innemen in een museum, worden nu op meer
moderne wijze verwerkt. Diamanten uit oude
oorbellen en halskettingen mooie robijnen en
smaragden uit ouderwetsche parures, worden
thans tot zeer groote broches gemaakt, die dik-
w-yis het eenige byou zijn, dat een elegante vrouw
overdag draagt. Het schijnt, dat de broches
zelfs de halskettingen zullen vervangen. En het
nieuwste is misschien wel het met juweelen be
zette schouderbandje. Dit voorziet werkelyk in
de behoefte van de elegante Parisienne, want
tot dusver kon zy er nooit gerust op zyn, dat
haar gedecolleteerde japon niet van haar schou
der of dat er een vieiigheidsspeld zou losschieten,
waardoor de lingerie van zijn plaats gleed.
Zulke onaangename gebeurtenissen zyn uitgi
sloten met het stevige en practische juweelen
schouderbandje, dat aan beide uiteinden is voor
zien van knippen, die de japon en de onzicht
bare schouderbandjes der lingerie goed vast
houden..
DE TWEEDE MOEDER.
WAT MOET ZIJ DOEN OM DE KINDEREN
TE WINNEN?
In zeer vele gevallen is het voor een eigen
moeder al niet gemakkelyk hare kinderen op te
voeden; hoeveel zwaarder zal het dan een
tweede moeder niet vallen, om by de verschil
lende problemen, waarvoor zij komt te staan,
by de opvoeding van de aan hare zorgen toe
vertrouwde kinderen, tot een goede oplossing te
komen.
'n Eigen moeder toch immers 'oouwt vooral op
de liefde en het vertrouwen, die haar als van.
zelf sprekend gegeven wordt, een stiefmoeder
heeft echter vaak met zeer vele moeilykheden
te kampen, daar alles wat zy doet in den regel
met kritische oogen bekeken wordt.
Naarmate de kinderen kleiner zijn, is het
gemakkelijker om een goede verhouding te
krijgen, dan wanneer zy ouder zyn, daar zy dan
de nieuwe moeder meestal met een zekere voor
ingenomenheid ontvangen.
De verstandigste manier voor deze om de
harten der kinderen te winnen is met hen
over hun eigen moeder te spreken en vooral
niet te trachten, alles wat in het verband staat
met haar uit haar huis te bannen. Zij moet hen
vertellen, dat zij gekomen is, om voor hen te
zorgen, en dat zij wil trachten 't zoo goed moge-
lyk te doen en daarom de hulp van de kinderen
noodig heeft.
De tweede moeder zal moeten trachten de
dagverdeeling zooveel mogelyk te doen gelijken
wa werk en spel betreft, op wat 't vroeger was.
Zy zal niet mogen verwachten, dat er dadelyk
liefde ontstaat tusschen de kinderen en haar,
maar voelen deze de goede zorgen van hun
pleegmoeder, dan zal die liefde langzamerhand
wel aangroeien.
Liefde moet men verdienen en daarom is het
veel beter, wanneer men niet te veel ineens ver
langt, maar met vertrouwen de toekomst te.
gemoet ziet.
Oplossingen, bijdragen, enz. te zenden aan
den Schaakredacteur,
Ged. Oude Gracht 88, Haarlem.
PROBLEEM No. 306.
W. v. Hokzhausen
(Maagdenburg).
Mat in vier zetten.
Stand der stukken:
Wit: Ka8, La4, Lg5, Pd3, a7, c3, g2, g7.
Zwart: Kbl, Tal, a2, b2.
EINDSPEL No. 6C
Lilly las en herlas het gemengd berichtje zoo
lang, totdat zy het uit het hoofd kon spellen:
„Der. bekenden Amerikaanschcn expediteur
Jack Brown heeft de smart getroffen zyn jonge
vrouw te moeten verhezen
Smart... Smart? Misschien toch wel.. Uit
gewoontemisschien was Jack toch wel een
beetje verdrietig, misschien waren de huwe
lyksbanden voor hem de banden der noodzake
lijkheid geworden, misschien duizelde hy een
korte pooze by de gedachte aan vrijheid...
Maar daarna? Wat daarna?
Zy balde onwillekeurig de krant in haar vuist
samen. Zeldzame samenloop van omstandighe
den. Nu was zy gebonden.
Kaar man trad de kamer binnen. Zy streek
de krant glad.
„De vrouw van Jack is gestorven," zei ze.
„Jack? Welke Jack? Ach zoo, Jack Brown
waaraan is zij gestorven?"
,Dat weet ik niet." Zij reikte hem de krant
over en wees op het gemengd bericht. Hy vloog
de paar regels snel door.
,Hin, belabberd voor hem. Konden zy nogal
goed met elkaar opschieten? Ik heb zulke dwaze
verhalen over hen hooren vertellen. Maar de
menschen weten altyd meer te praten dan er
werkelyk aan de hand is."
Haar man ging de kamer uit en Lilly bleef
alleen.
Zij borg het gezicht in de handen en verloor
zich in schoone bittere droomen. Hoe lief had
den zy elkaar gehad, Jack en zij. Doch Jack
was arm en zy was heel jongEr was een
dagelijksche strijd met de ouders van beide
zijden en het was voor haar een opluchting ge
weest, toen hij een positie in Amerika aan
vaardde. Halm een opluchtingde gedachte
aan zijn wanhopig vertrokken gelaat by het
afscheid op de boot, het laatste wuiven van zyn
handHet was een marteling geweest, een
lange, onbarmhartige lange marteling, zonder
hoop op verlossing
De jaren waren voorbij gegaan. En toen had
zij Peter getrouwd, Peter, die haar al zoo lang
lief had gehad.
En toen
Zelfs wanneer hij met al die eischen van zyn
liefde komt, dacht zij iederen dag, kan ik niet,
nooit kan ik Peter meer in den steek laten.
Maar het deed zoo'n pyn om daaraan te den
ken. De marteling van jaren terug was opnieuw
begonnen, iederen dag de kwiellende gedachte:
Wanneer hy nu eens terugkomt.
Peter vermoedde niets, Peter merkte niets. Zy
voelde een groote rustige teederheid voor hem,
terwyl zy toch tegelykertyd het gevoel had als
of zij hem dagelijks in de we: -schaal van haar
ziel legde, in de andere sc'r woog zy haar
droomen en herinneringen a i v r ver en zij
werd bang voor zichzelf, wai zU aan den
doorslag dacht Nimmer zou i Peter in den
steek mogen laten, zy hamerde dit dagen lang
in haar moede hoofd en tochMisschien weet
i niet. dat hi.i tegenstand zal ontmoeten, ia
tegenstand, misschien komt hu zekeren dag
hier als een overwinnaar en verlangtver
langt, wat? Heb ik hem een belofte gedaan?
Jawat heb ik hem beloofd? Liefde, eeuwige
onverbrekelijke liefde. En hy zal deze opeischen,
hy -al haar verlangen en Ik... Ik zal bij Peter
In het van 18 April—2 Mei 1931 te New York
gehouden meestertournooi, ontstond in de
partij Frank J. Marshall (New York)—Maurice
Fox (Montreal) de volgende stand na den 28en
zet van Zwart (b6b5)
Marshall, die met Wit speelde, vervolgde met
den verrassenden zet 19. a2a31! Daar na 19.
Db4Xc4 de zwarte Dame verloren zou
zijn door 20. Tdld41, moest zij naar e7 terug»
waarna Wit het spel in twee zetten besliste:
19Db4e7; 20. Lc2Xh7f, Iig8—h8; 21.
Pf3eö en Zwart gaf op.
OPLOSSING PROBLEEM No. 80S.
(P. F. Blake).
Stand der stukken:
Wït: Kd8, Dg4, Ta6, Td7, Le8, LfS, Fa4,
Pf3, c4.
Zwart: Ke6, Dc6, Td6, Lc2, Le3, PÏ5, Ph6,
b7, c7, d2, f6 f7.
1. Kd8c8 enz.
Goede oplossing' ontvangen van: H. de Ruyter
te Bloemendaal; H. W. van Dort te Haarlem;
G. van Dantzich te Overveen; P. Mars te Sant
poort.
CORRESPONDENTIE.
Overveen. G. v. D. In No. 303 is het witte
Paard op a4 noodig in de variant 1Td4:
2. Pc5 mat. De zwarte Loopers zyn noodzakelyk
ter voorkoming van duals na 1Td7; 2.
Pc5 en 2. De4: mat. De zwarte pion op d2
voorkomt de onoplosbaarheid van dit schitte
rend probleem na 1Td2.
Hoe lang kan men door oude herinneringen
en droomen tot vertwijfeling worden gebracht?
Ongeloofelyk lang.
,Ik vind dat je er slecht uitziet," zei Peter
op zekeren dag tot haar. Het had bijna een jaar
geduurd, voordat hy tot deze ontdekking was
gekomen.
Zy lachte hem vrieridelyk toe, maar zy was
moe, zoo moe
„Ik heb aardig nieuws voor je. Je oude vriend
Jack is thuis," vervolgde hy. „Hy is een week
geleden getrouwd met een dochter van Holst:
en Trenity de grootste exportfirma van New-
York en zullen de wittebroodsweken in Europa
doorbrengen Kan je deze tijding niet een beetje
opmonteren?"
Zij staarde hem aan.
Zyn gezicht was vriendelijk, er lag een rustige
lach om zyn mond.
„De dochter van Holst," zei zy zacht voor zich
zelf, „Yrsa Holst, die is toch pas twintig jaar
oud."
Peter glimlachte.
„Nu ja," zei hy met een vergoelykend knip
oogje, ,dat is voor Jack alleen maar een voor
deel." Hy boog zich over haar heen en kuste
haar bevenden mond.
Toen hy de kamer had verlaten, zocht zy met
brandende ocgen naar een vertwyfeling in haar
innerlyk. Maar zy was er niet. Het was slechts
een gevoel van teleurstelling, van beleediging
misschien, doch zy kon zich niet goed verkla
ren, waarom al haar kwellingen en twijfel nu
ploseling waren verdwenen. De smart van vroe
ger was niet teruggekomen, diewas reeds
lang gestorven. Zij voelde zich slechts een wei
nig beleedigd, een droom was vervluchtigd als
een wierookwolkje.
Zij kon niet schreien, doch ook geen glim
lach kwam op haar gelaat
Kinderen hebben een groot gevoel voor recht blyven, maar myn hart, myn arm hart.
B. VAN SOMEREN,
(Nadruk vérboden.)