Nieuwe Avonturen van Mijnheer Pimpelmans. 8ste jaargang. Eerste Heemsteedsche Courant. 31 Juli 1931. Tweede Blad No. 30. LOSSE BLAADJES. Een best Pension. Brokjes Levenswijsheid. Zomerslaap. Voor de Vrouw. Verloofden. SCHAAKRUBRIEK. •mm IÜ wm VHM. r' - ©t_ m.i A m'm m Gisteren zag ik mjjn vriend Jansen Opgewekt kantoorwaarts gaan. 'k Had in lang hem niet gesproken 'k Hield hem daarom even aan. „Hé, hoe gaat het?" zej hjj vroolijk, En bleef breed-uit voor mij staan „Kerel", sprak ik, „de vacantie Heeft je waarlijk goed gedaan!" „Wel", zei Jansen, „dat's geen wonder, Want de oorzaak ligt daarin: Waar ik mjjn vacantie doorbracht Was nu alles naar mijn zin. Ja, ik wist wel, dat 't er goed wav Maar ik heb mij nooit verbeeld Dat 't zóó knusjes daar kon wezen Geen minuut heb ik mjj verveeld! Alles was tot mjjn beschikking: Natje, droogje op z'n tijd En het eten niet vergeten Altijd héérlijk toebereid!" 'k Zei: „Dat heb je best getroff 'tls reusachtig, naar ik meen! Ik ga ook nog met vacantie En dan wil 'k er ook wel heen. Wil je mjj 't adres opgeven? Zeg eens, ging je ver van huis?" „Neen", sprak Jansen met een lar „Want ik bleef maar rustig thuis! (Nadruk verboden) Zooals de natuur haar winterslaap kent, heeft de cultuur haar zomerslaap. In het koude getijde kruipen de kikkers diep in het slijk en de beren verstoppen zich in hun holen. In de hondsdagen onttrekt zich het cultuurwezen, de mensch, aan de maatschappij om in een ver geten hoekje te vegeteeren. Men spreekt altijd weer over de doodsch- heid van den winter, maar in de cultuurcentra is de zomer eerst doodsch. Menigeen, die door de saaiheid van den komkommertijd tot zwaarmoedigheid is vervallen, leeft weer op als het herfstseizoen in het zicht komt. Dan be gint de maatschappij te herleven, zooals de natuur in het voorjaar herleeft. Voor den Stedeling, die niet met vacantie gaat, is Augustus een trieste maand. Al zijn kennissen de stad uit, sociëteit en schouwburg gesloten, slapte op het kantoor, stilte in huis. Niemand, dien hij op straat tegenkomt, geen groet in de tram, geen gesprek in den trein. Slechte overdadige zon of overdadige regen. Wat vallen de dagen lang met die prachtige avonden en loome nachten! Waar de prikkel van het gezelschapsleven reeds ontbreekt, staat bovendien de hitte alle energie in den weg. Zelfs de ijverigste is wel gedwongen tot lanter- - fanten. Men luiert en wacht en mijmert over den tijd, waarop de betoovermg van de schoone Slaapster door de eerste herfst vlagen verbro ken zal worden en de werkdrift zich zal kun nen ontladen. Vereenzaamd zit menigeen in den zomer te wachten op de terugkomst van de eerste win terboeien. Allengsneigt de vacantie naar het einde; vensters ontsluiten zich, deuren worden geopend, oude gezichten verschijnen op de be kende plaatsen. O, de vreugde bij het terugzien van die gebruinde gezichten, welke men zoo lang heeft gemist! Augustus is de maand van het heimwee. Men stelt het wel voor, of de zomer het vroolijkst seizoen is, doch voor menigeen heeft dit jaar getij een droefgeestig karakter. Er zijn men- schen, die beter tegen den winter- kunnen dan tegen den zomerslaap. Zij dragen hun eigen gemoedsgesteldheid over op de natuur. Want naar hun ervaring gaat er van heel de zomersche atmosfeer een neer drukkende invloed uit. De herfstvlagen prikkelen het bloed en lok ken tot weerstand. De lof van den wind, die de haren doet fladderen en de longen doet hijgen, ls vaak door dichters bezongen. Ook de winter spoort aan tot strijd. In de plantenwereld ver toont zich de eeuwige worsteling tusschen de opkomende en de stervende machten en verhe ven symbolen begeleiden de jaariijksche zege praal van het licht over de duisternis. In de lente is weliswaar het ijs gebroken cn geweken de kou, maar nog blijft de strijd zwaar voor het prille groen en de teere bloe sems. In koninklijken overmoed praalt de jeugd in Paaschpronk en Pinksterdos. Vurige vlammen golven over duinen en wei; dartele kreten doorschallen de bosschen. Het groeiende leven gist en woelt. Bruisend breekt een nieuwe generatie zich baan. Maar de zomer heeft geen nieuw schouwspel meer aan te bieden. De strijd van het worden is afgeloopen, de strijd van 't vergaan nog niet aangebroken. Alles staat nu in evenwicht. Roer loos, geluidloos. Slechte een norsche donder ver breekt af en toe de zwoele eentonigheid. De zomer is de man, die het doel heeft be. reikt. De welvoldane burger; de rentenier, die op pantoffels zijn dutje doet. Die met een vet ten glimlach terugkijkt op de dwaasheid der bekende gebel der „ijsco"mannen klinkt als mu ziek in de ooren der juist uit de school komende kinderschaar en flink worden de zakken nage zocht, ja zelfs leggen enkele kinderen gezamen lijk de vijf cent bij elkaar om verrukt de ijs wafels te koopen en ervan te genieten. Meer malen zag ik zelfs, dat zoo'n door enkele kin deren gezamenlijk gekochte ijswafel, dan ook „gezamenlijk" werd verorberd en de mede-eige naren dansend en springend op hun beurt wachten om de begonnen wafel voor hun deel op te peuzelen en.door te geven Niet genoeg kunnen wij de ouders en vooral de Moeders aanraden, hierop toch een waakzaam oog te houden en de kinderen te verbieden, deze ijswafels zelf te koopen. Menige bedorven maag vindt hierin zijn oorzaak, want het is van zeer veel belang voor de gezondheid van het kind, waar en wanneer het ijs eet. Op zichzelf kan het al kwaad, wanneer de kin deren, zooals dat veelal geschiedt, deze ijskoude lekkernij in een leege maag tot zich nemen, daarbij komt nog, dat de etenstrek er geheel door wordt weggenomen. Heel vaak laat de bereiding van de „roomvla" veel te wenschen over en geschiedt niet altijd in grondig gereinigd vaatwerk!! In vele gevallen, waarin dit ijs werd onder zocht, zijn er ziektekiemen in gevonden en zelfs bacteriën van ernstige besmettelijke ziekten. Het ligt dus wel op den weg van de moeders, om alleen van die venters ijswafels te koopen voor haar kinderen, die goed bekend staan en hen te verbieden zelf rjs te koopen. Kinderen, wier maag en darmen gauw van streek zijn, moeten vooral in de zeer warn e dagen zich absoluut onthouden van ijs. WASSCHEN VAN ZIJDEN STOFFEN. Licht gekleurde zijden japonnetjes wascht me n het best in een sopje van zeepvlokken, daar de gewone huishoudzeep de stoffen gauw een gee'l- achtigen gloed geeft. Na het wasschen in h<et koude sop, spoelt men de zijde eenige malen, tof; het water helder is; wringt ze daarna niet uit, maar hangt ze nat uit het spoelwater op en niest in de zon, doch op een schaduwplekje, liefst op een kleerenhanger en daarna wordt het kleedin ff- jeugd en aan den dood nog niet denkt. Hij heeft stuk nog vochtig zijnde, gestreken en wel -op den verkeerden kant. Zijdestoffen moeten met den noodigen zorg behandeld worden, vooral ook, omdat er tegciii. jwoordig zoo heel veel kunstzijde In den handel 'is, die dubbel oppassen vereischt. Aanbeveling verdient het om vlekken vóór het wasschen met een afstekende draad om te rij gen, daar men bij het wasschen dan gemakke lijk kan zien, welke plekken onze extra aandadht vragen. (Nadruk verboden) zijn zaken aan kant gedaan en gunt zich een welverdiende rust. Wat gebeurt er voor goeds en groots in den zomer? Om zijn tijd te vullen, verzint men het verhaal van den zeeslang. Men gaapt met de musschen op de dakgoot en suft met de her kauwende koeien. In den komkommertijd staat de geschiedenis stil; In de hondsdagen staakt de wereld haar- loop. Voor alles is er een tijd en zoo min wij aan stoot nemen aan den winterslaap van de dieren, mag de zomerslaap van den mensch ons ver drietig stemmen. Tegen de wetten der schep ping tornt niemand ongestraft op; laat ons dus ons niet verzetten gelijk een kind dat dreint I 0m ,je onaangename lucht van aangebrande tegen 't naar bed gaan, maar geven ook wij ons melfc of meelspijzen te verdrijven, lcgge meni er gewillig over aan de algemeene loomheid, die- n aangesneden goed gewasschen citroen in, in Augustus de menschheid bevangt. i H. G. CANNEGIETER j jjej velletje van een gekookt ei is een zeer heil zaam werkend middel tegen verzweringen. Men haalt het vel voorzichtig var. bet ei af en legt dit op de zwerende plek. daaroverheen een ver bandje; het trekt de etter uit de zweer e n ge neest de ontsteking in korten tijd. PRACTISCHE WENKEN. VOOF.ZICKTG MET IJS FTEN! In de warme zomermaanden is het eten van diverse soorten ijs een genot, dat meer en meer toeneemt. In het bijzonder in de groote steden treft men op de drukke punten, vooral ook in de nabijheid van scholen, de bekende ijswagentjes aan. Het Om heele of aangesneden citroenen goed f risch te houden, legt men ze op een plat bord cm be dekt ze met een glas. Eerst als men ze gebruiken wiil, neemt men het glas weg. door G. Th. Rotman. Nadruk verboden. 96. Den and'ren dag was dat niet vlug? 96. ,,'tls knal!" riep Pimpelmans, ,,'tis Af! Bracht Teunisboer de fiets terug; Hij bracht hem netjes in zijn wagen, Dan hoefde hij hem niet te dragen; Hij glom als nieuw; ja, keurig net Had Teun hem in elkaar gezet. Wel man, geloof me, ik sta péf!" En toen de nota was betaald, Werd Teunis extra fijn onthaald Op koffie, koekjes en sigaren; De rest mocht hij voor thuis bewaren. 97. Heer Pimpelmans was in zijn sas; Hij wou, toen Teun vertrokken was, Op staande voet een ritje maken; „Kflk vrouw, let op! Ik zal hem raken! Je zult er nog verstomd van staan, Zooals die motorfiets zal gaani 98. Eerst toetert hij met veel kabaal; Hij denkt: dan zien ze 't allemaal: En dan krik, krak! Met groot misbaa: Valt heel de motor in elkaar! Hij was toch blijkbaar niet zoo goe Gerepareerd als het wel moet! Midden Augustus, een zonnige oag. te farm in den hellen gloed liggen de vruchtbare, velder. met rijpen oogst, do sappige weiden en de kleurige tuinen van Lithauen; maar het. groot e Tzalkinnerbosch, dat zich uren ver uiltstrekt ten noordoosten van Insterburg, de Oostt-Prui- sische stad, is als een donkere vlek in liet zon lichte landschap. Op een open plek in dat bosch, ver- naar 't oosten, lag de houtvesterswoning van Gottlieb Fischer, er om heen een groote tuin en weiland. De houtvester was tegen den middag terugge komen van zijn ronde d-oor 't bosrh en had dadelijk Marie, zijn dochter, opgezocht. Sedert den dood van zijn vrouw, voor eeni|ge jaren, woonden zij met hun vieren de knecht Lub en het dienstmeisje Gretchen er hij gerekelnd. Toen voor -een paar dagen het eerste verre gerommel van het geschut in 't oosten werd, gehoord, was de laatste heengegaan, naar haar ouders in Insterburg; ze was bang voor de Konakken, e: vluchtelingen van dorpen dichter bij de Russi sche grens hadden vreeselijke verhalen gedaan van wreedheden, van vermoorde mannen, weg- ge"oerde vrouwen en kinderen, verbrande huizen. Marie, zei de houtvester en hij stapte dadelijk naar zijn dochter in de huiskamer.. Marie" kind, laat ik je nu naar Koningsbergen brengen. De Russen komen dichterbij, een mar. uit. Rorhrfeld zag ze bij Pilkallen, waar de huizen in brand stonden. Marie liet haar plumeau zakken en keek haar vader ernstig aan. Ze was een mooi blond meisje van twintig, met een fijn besneden blo zend gezicht, en groote blauwe Icinderooger. waarin geen angst was te lezen. Als u gaat, ga ik ook, vadc.-r, zei ze. Ik laat u niet alleen. Als er gevaar voor mij is, is er ook voor u en u hoeft hier niet te blijven. Neen, dat hoefde Gottlieb Fischer niet. Hij was geen soldaat, hij had zijn hu is en het deel van 't bosch, waarover hjj 't op; jicht had, niet te verdedigen. Toch leek het hem als een vl/ucht, wanneer hij nu al heenging. Op zjjn groeiao houtvesters uniform hing het IJzeren Kruis, (lat hij in den oorlog van '70 had verworven en qp zijn gezicht met den vollen grijzen baard, sneied een littee- ken dwars door de rimpeis heen, verre getuige van een sabelhouw in den slag hij Sedan opge- Ioopen. Dan gaan we samen, van middag nog, hernam hij op de woorden van Marie en stapte de kamer uitLub, Lub, klonjc zijn vervaar lijke stem in de gang, zet den ladderwagen klaar en help me pakken Marie liet haar huiswerk liggen en hielp mee. Zij deed het stil, met droomigen, mijme renden blik. Haar vader wist wel waarom, hij keek nu en dan naar haar. Zjj -jacht aan Gregor Simolski, den jongen Rus, die nu ook tegen de Duitschers vocht, en die toch haar verloofde was. Die was, als jong schilder, voor eenige weken eensklaps bjj hen binnengevallen en had verzocht een paar dagen te blijven. De dagen wauen weken geworden, en hij was eerst heen gegaan, toen een mobilisatie-bevel uit zijn land hein riep. Toen hjj kwam, was er nog geen sprake van een oorlog; ook toen zij zich ver loc tfden, dacht niemand daaraan. Dan had de va der nooit een verbintenis toegestaan. Ook nu ha-d hij eerst wantrouwen gekoesterd tegen den schilder, maar dat was spoedig geweken; er was een trouwhartigheid in dezen, die iedereen innam, ook Lub, den ouden knorrigen knecht, strijdmakker van den houtvester in den vroc- gisren oorlog, maar dadelijk bij Saarbrücken gewond in het linkerbeen, dat nu nog sleepte. Gottlieb Fischer had er zich daarom ook al ga.uw niet meer tegen verzet, dat Gregor t-aekende en schilderde in den omtrek, dat zijn dic-chter hem later mooie plekjes wees en wan delingen deed met hem in het bosch. Zij zou luim niet meer vertellen dan zij mocht, want zij hield van haar vaderland, zjj was even trotsch op zijn IJzeren Kruis als hij zelf en zij kon heele verhalen doen uit den oorlog van '70, alsof ze dj en had meegemaakt. Doch de oude hout vester begreep niet de jonge liefde, die tevens vertrouwen is, en vol geheimzinnigheid, en hij wist niet, dat Marie den jongen Rus zelfs den „verboden weg" had gewezen en, toen hij daarin zooveel belangstelde, dien een eind met hem was opgewandeld. Ren paar uren later was Lub bezig de paar den aan te spannen, en de houtvester maakte ■nog een mand vast op den wagen. Ineens :richtten beiden zich hoog op en luisterden. Hoor eens. Lub, dat is cavalerie! De knecht knikte langzaam met het hoofd. Ze komen van den kant van Klausenrade. houtvester, zei hij. Marie kwam ook buiten, gekleed nu voor 't vertrek, een taschje in de hand met al de her inneringen aan Gregor. Voor een van drieën nog iets kon zeggen, kwam om een hoek van den weg een ruiter aanrennen, in gestrekten draf, een Russisch officier! Zjj zagen toe. meer verbaasd dan verschrikt, met een aanloop sprong het paard van den Rus over het ijzeren hek, dat den tuin van den weg scheidde er- stond daarna onbeweeglijk stil, met snuivende neusgaten. Ondanks zijn bevreemding bewon derde de houtvester den stouten sprong. Goeden dag! klonk het hem in het Duitsch toe, met een welbekende stem. Gregor! riep Marie'en zij snelde naar den ruiter, die uit het zadel was gesprongen. Een verrassing, wat? Zoo gauw had je niet gedacht mij terug te zien? Gregor Simolski was het werkelijk, als Russisch offi cier. Hij omhelsde en kuste zijn verloofde. Op de open plek buiten het hek bleven nog een twaalftal Russische ruiters staan. -Meneer Fischer, ik kom nog eens uw gast vrijheid inroepen. Slechts aarzelend nam de houtvester de uit gestoken hand van den Russischen officier aan. Wees welkom, Gregor Simolski, zei hij, welkom als oud vriend. Natuurlijk, natuurlijk, houtvester, hernam I de Rus op warmen toon. Laten wij het ons j elkaar niet moeilijk maken: wij hebben dezen oorlog toch niet in de wereld gebracht? We hebben allen onzen plicht te doen en mijn plicht was hier een verkenningstocht te maken. Daar was ik blij om, want nu kon ik Marie terug zien en u allen helpen De twaalf Russische ruiters werden in de ichuu" onderdak gebracht; Lub ging te paard naar Rohrfeld om brood en vleesch te halen: Gregor at weer met Marle en haar vader, en 't scheen als vroeger te zijn. De houtvester was gereserveerd-vriendelijkMarie, die eerst een onaangenaam gevoei he" toen zij haar ver loofde als Russisch ofi-»"-' Z3g, werd opge wekter en na den maaltijd, nog voor de zon onderging, deed het jonge paar een wandeling. Gregor verlangde al de oude plekjes, waar hij met haar was geweest, waar hij geteekend- had. terug te zien, en ten. slotte wilde hij nog naar den „verboden weg", den weg, die irerhtaf naar Insterburg voerde. Marie was stil geworden op de war.deTlng: vaak keek ze Gregor onderzoekend aan, en 't leek haar. dat hjj meer belangstelling had voor het landschap dan voor haar. Gregor, dien weg moet je vergeten! zei ze nu. Ik had er je nooit heen moeten brengen. Hjj lachte alleen, antwoordde niet. Zie me aan, Gregor en beloof me, dat je geen gebruik zult maken van al wat ik je ooit heb verteldBeloof het me op je woord van eer. Zij had de handen op zijn schouders gelegd; haar oogen flikkerden. Hij wildé haar omarmen en kussen, zjj duwde hem terug. Als je 't niet belooft, ben je een spion geweest, Gregor! En als dat zoo was, Marie? zei hjj nu. Voor 't vaderland moet je alles doen. Hebber, uw officieren niet insgelijks gespionneerd, in ons bland? Voor eenige dagen hebben we nog twee Duitschers opgehangen in Kowno, wegens spionnage,een was een officier Marie werd bleek, haar gezicht verstrakte als tot een masker. Daarvoor diende dus je liefde! zei ze met toonlooze stem. Maar dat sprak hrj tegen, met zooveel vuur, dat zjj het geloofde. Ik heb je meer dan alles op de wereld lief, behalve mijn land. Dat heeft op het oogenblik de grootste rechten op mjj. En dat zul jij eerbiediger, de dochter ran een man, die zijn bloed gaf voor zijn vaderland. Maar laten we naar, huis gaan, lievelingIk heb een langen dag achter den rug en moet een paar uur rusten. Haar hand lag zwaar op zjjn arm, toen zjj door 't donkere bosch liepen, en zjj was eerst stil. Maar toen begon zjj hardop te spreken, gejaagd en snel, en ze lachte luide, vreemd er. schril in den stillen avond. In de gang nam hjj afscheid van haar om naar zjjn oud kamertje boven te gaan. Zjj liet zich zwjjgend kussen. Wat zijn je lippen koud liefste, zei hjj fluisterend. Ik zou ze warm willen zoenen. Wees niet zoo bezorgd, alles komt in orde. Binnen drie maanden zitten we in Berlijn, en dan ga jjj mee naar Rusland, ons Rusland dan. als mijn vrouw Ons Rusland! herhaalde zij toonloos, met een vreemden klank in haar stem. Oplossingen, bjjaragen, enz. te zenden aan den Schaakredacteur, Ged. Oude Gracht 88, Haarlem. PROBLEEM No. 309. lste Prjjs, wedstrjjd „Western Daily Mercury" (1905). J. van Djjk Azn. (de Lier). Mat in twee zetten. Stand der stukken: Wit: Kh6, Dg8, La8, Lgl. Pd6, Pf7, b3, g4. Zwart: Kd5, Dc6, La5, Ld3, b6, e6, f4. MATCH CAPABLANCAEUWE. De vjjfde partjj, aangevangen in Hotel Bristol te Rotterdam, Maandagavond 20 Juli j.l., duurde van 711 en van 11.30 tot 's nachts ongeveer half twee, waarna de partij werd af gebroken na den 51en zet van Wit (Capa- blanca) om weder te worden hervat Dinsdag avond 21 Juli om 7 uur. Na een half uur te hebben gespeeld, werd de partjj door de meesters remise gehouden na den 59en zet van Capablanca. Dr. Euwe had een schitterenden aanval op touw gezet cn ware het niet, dat hjj in het eindspel op het beslissende moment de winnende voortzetting over het hoofd zag (bjj den 36sten zet), dan zou deze partjj hem revanche hebben geschonken voor de verloren derde partjj. De zesde, in Palace Hotel te Scheveningen gespeelde partjj, werd na 25 zetten remise en duurde (op 22 Juli) maar 2)4 uur, n.I. van 2(44% 's namiddags. Die partjj was vrjjwel zonder eenige emotie. En ook de zevende, weder in de Militiezaal te Amsterdam, den 24en Juli gespeelde partjj, werd als onbeslist afgebroken na Capablanca's 27sten zet. De achtste pariij daarentegen was buitengewoon spannend cn duurde Zondag 26 Juli van 26 en 8 tot onge veer half 11. Hoewel Dr. Euwe materieel in het voordeel was (kwaliteit tegen pion) en ook zijn eindspel schjjnbaar op winst stond, ver mocht Capablanca door een schitterende ver dediging verlies te verhinderen. Toch zal later wel blijken, dat onze landgenoot in deze partjj, tengevolge van tijdnood, de winstvoortzetting heeft gemist, waardoor die na 56 zetten remise werd. Capablanca heeft dus gewonnen, terwijl 7 partjjen remise werden. Over de laatste twe« partjjen in de volgende rubriek. OPLOSSING PROBLEE5I No. 306. (W. v. Holzhausen). Stand der stukken: Wit: Ka8, La4, Lg5, Pd2, a7, c3, g2, g7. Zwart: Kbl. Tal, a2. b2. 1. Lel, bcl:L; 2. g8L, gevolgd door 3. Lb3 en 4. Lc2 mat. 1bel :D; 2. g8D. Db2; 3. DbS enz.; 1bel :P; 2. g8D, Pd3:; 3. Db3f en 4. Dc2 mat. Goede oplossing ontvangen van: P. Mars te Santpoort. zachten toon. „Neem een paard, Lub en rjjd zoo snel mogelijk naar Insterburg en zeg, dat de Russen naderen door den verboden weg Ga!" Lub dorst niet tegenstribbelen, nu hjj haar bleek gezicht zag. Toen hjj weg was, ging Marie in haar vaders kamer en liep daarna langzaam, voorzichtig de trap op naar de slaapkamer van Gregor Simolski. Daar knalde nu een schot en klonk even een verschrikte kreet. Marie holde de trap af met groote, ver schrikte oogen. In de kamer zakte ze neer op een stoel en verborg haar gezicht in de handen; haar heele lichaam schokte. De Russische sol daten zongen hun volkslieden in de schuur Een half uur later kwam haar vader. Zij ging hem tegemoet. In het maanlicht zag hjj haar marmerbleek gelaat. Hjj keek haar angstig vragend aan. „We moeten vluchten, vaderGregor is een verrader We mogen zjjn medeplichtigen niet zjjn. Lub heb ik al weggestuurd.Toe vader, ga mee. dadelijk, het bosch in „Maar vertel eerst „Later, later Zij trok hem aan den arm mee, hjj ging onwillig, verschrikt, niet begrijpend Daar ineens, het geluid van vele. vele regelmatige stappen: uit het bosch kwamen soldaten, een officier te paard voorop, al meer soldaten, een heel bataljon. „Te laat! Te laat!" snikte zjj. „O, vader, vergeef me!" „Kind, wat heb je gedaan?" zei hjj ver schrikt, met gesmoorde stem. „Hjj wist te veel door mjj!... Vaderland gaat boven liefde De vader vroeg niet meer: hjj sloeg beide armen om haar heen, als wilde hij haar be schermen. De Russische majoor sprong van zjjn paard en liep vriendeljik glimlachend oo den houtvester toe, dien luitenant Gregor Simolski in zjjn bescherming had aanbevolen. Hjj moest den luitenant spreken, dadelijk. De maanlichte nacht was gunstig Een uur later stonden vader en dochter hand Toen hij de trap was opgegaan, leunde z. in hand naast elkaar tegen den muur, vjjf ge- tegen den muur met gesloten oogen. Zjj hoorde neren waren op elk van hen gericht; tien scho- schreden: Lub wilde haar voorbijgaan, „Waar is vader?" vroeg Marie. „Naar Rohrfeld", fluisterde de knecht, „de menschen waarschuwen". ,Goed, goed!" hernam zjj haastig. Ook op, ten knalden als één en twee ljjken vielen naast elkaar op den grond Toen het lijk van den jongen Russischen officier in den tuin begraven was, ging de houtvesterswoning in de vlam men op.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1931 | | pagina 7