Nieuwe Avonturen van
Mijnheer Pimpelmans.
8ste jaargang.
Eerste Heemsteedsche Courant. 31 Juli 1931. Tweede Blad
No. 30.
LOSSE BLAADJES.
Een best Pension.
Brokjes Levenswijsheid.
Zomerslaap.
Voor de Vrouw.
Verloofden.
SCHAAKRUBRIEK.
•mm IÜ
wm VHM.
r' - ©t_
m.i
A
m'm m
Gisteren zag ik mjjn vriend Jansen
Opgewekt kantoorwaarts gaan.
'k Had in lang hem niet gesproken
'k Hield hem daarom even aan.
„Hé, hoe gaat het?" zej hjj vroolijk,
En bleef breed-uit voor mij staan
„Kerel", sprak ik, „de vacantie
Heeft je waarlijk goed gedaan!"
„Wel", zei Jansen, „dat's geen wonder,
Want de oorzaak ligt daarin:
Waar ik mjjn vacantie doorbracht
Was nu alles naar mijn zin.
Ja, ik wist wel, dat 't er goed wav
Maar ik heb mij nooit verbeeld
Dat 't zóó knusjes daar kon wezen
Geen minuut heb ik mjj verveeld!
Alles was tot mjjn beschikking:
Natje, droogje op z'n tijd
En het eten niet vergeten
Altijd héérlijk toebereid!"
'k Zei: „Dat heb je best getroff
'tls reusachtig, naar ik meen!
Ik ga ook nog met vacantie
En dan wil 'k er ook wel heen.
Wil je mjj 't adres opgeven?
Zeg eens, ging je ver van huis?"
„Neen", sprak Jansen met een lar
„Want ik bleef maar rustig thuis!
(Nadruk verboden)
Zooals de natuur haar winterslaap kent,
heeft de cultuur haar zomerslaap. In het koude
getijde kruipen de kikkers diep in het slijk en
de beren verstoppen zich in hun holen. In de
hondsdagen onttrekt zich het cultuurwezen,
de mensch, aan de maatschappij om in een ver
geten hoekje te vegeteeren.
Men spreekt altijd weer over de doodsch-
heid van den winter, maar in de cultuurcentra
is de zomer eerst doodsch. Menigeen, die door
de saaiheid van den komkommertijd tot
zwaarmoedigheid is vervallen, leeft weer op als
het herfstseizoen in het zicht komt. Dan be
gint de maatschappij te herleven, zooals de
natuur in het voorjaar herleeft.
Voor den Stedeling, die niet met vacantie
gaat, is Augustus een trieste maand. Al zijn
kennissen de stad uit, sociëteit en schouwburg
gesloten, slapte op het kantoor, stilte in huis.
Niemand, dien hij op straat tegenkomt, geen
groet in de tram, geen gesprek in den trein.
Slechte overdadige zon of overdadige regen.
Wat vallen de dagen lang met die prachtige
avonden en loome nachten! Waar de prikkel
van het gezelschapsleven reeds ontbreekt, staat
bovendien de hitte alle energie in den weg.
Zelfs de ijverigste is wel gedwongen tot lanter- -
fanten. Men luiert en wacht en mijmert over
den tijd, waarop de betoovermg van de schoone
Slaapster door de eerste herfst vlagen verbro
ken zal worden en de werkdrift zich zal kun
nen ontladen.
Vereenzaamd zit menigeen in den zomer te
wachten op de terugkomst van de eerste win
terboeien. Allengsneigt de vacantie naar het
einde; vensters ontsluiten zich, deuren worden
geopend, oude gezichten verschijnen op de be
kende plaatsen. O, de vreugde bij het terugzien
van die gebruinde gezichten, welke men zoo
lang heeft gemist!
Augustus is de maand van het heimwee. Men
stelt het wel voor, of de zomer het vroolijkst
seizoen is, doch voor menigeen heeft dit jaar
getij een droefgeestig karakter. Er zijn men-
schen, die beter tegen den winter- kunnen dan
tegen den zomerslaap.
Zij dragen hun eigen gemoedsgesteldheid over
op de natuur. Want naar hun ervaring gaat er
van heel de zomersche atmosfeer een neer
drukkende invloed uit.
De herfstvlagen prikkelen het bloed en lok
ken tot weerstand. De lof van den wind, die de
haren doet fladderen en de longen doet hijgen,
ls vaak door dichters bezongen. Ook de winter
spoort aan tot strijd. In de plantenwereld ver
toont zich de eeuwige worsteling tusschen de
opkomende en de stervende machten en verhe
ven symbolen begeleiden de jaariijksche zege
praal van het licht over de duisternis.
In de lente is weliswaar het ijs gebroken cn
geweken de kou, maar nog blijft de strijd
zwaar voor het prille groen en de teere bloe
sems. In koninklijken overmoed praalt de
jeugd in Paaschpronk en Pinksterdos. Vurige
vlammen golven over duinen en wei; dartele
kreten doorschallen de bosschen. Het groeiende
leven gist en woelt. Bruisend breekt een
nieuwe generatie zich baan.
Maar de zomer heeft geen nieuw schouwspel
meer aan te bieden. De strijd van het worden
is afgeloopen, de strijd van 't vergaan nog niet
aangebroken. Alles staat nu in evenwicht. Roer
loos, geluidloos. Slechte een norsche donder ver
breekt af en toe de zwoele eentonigheid.
De zomer is de man, die het doel heeft be.
reikt. De welvoldane burger; de rentenier, die
op pantoffels zijn dutje doet. Die met een vet
ten glimlach terugkijkt op de dwaasheid der
bekende gebel der „ijsco"mannen klinkt als mu
ziek in de ooren der juist uit de school komende
kinderschaar en flink worden de zakken nage
zocht, ja zelfs leggen enkele kinderen gezamen
lijk de vijf cent bij elkaar om verrukt de ijs
wafels te koopen en ervan te genieten. Meer
malen zag ik zelfs, dat zoo'n door enkele kin
deren gezamenlijk gekochte ijswafel, dan ook
„gezamenlijk" werd verorberd en de mede-eige
naren dansend en springend op hun beurt
wachten om de begonnen wafel voor hun deel op
te peuzelen en.door te geven
Niet genoeg kunnen wij de ouders en vooral de
Moeders aanraden, hierop toch een waakzaam
oog te houden en de kinderen te verbieden, deze
ijswafels zelf te koopen. Menige bedorven maag
vindt hierin zijn oorzaak, want het is van zeer
veel belang voor de gezondheid van het kind,
waar en wanneer het ijs eet.
Op zichzelf kan het al kwaad, wanneer de kin
deren, zooals dat veelal geschiedt, deze ijskoude
lekkernij in een leege maag tot zich nemen,
daarbij komt nog, dat de etenstrek er geheel
door wordt weggenomen.
Heel vaak laat de bereiding van de „roomvla"
veel te wenschen over en geschiedt niet altijd in
grondig gereinigd vaatwerk!!
In vele gevallen, waarin dit ijs werd onder
zocht, zijn er ziektekiemen in gevonden en zelfs
bacteriën van ernstige besmettelijke ziekten.
Het ligt dus wel op den weg van de moeders,
om alleen van die venters ijswafels te koopen
voor haar kinderen, die goed bekend staan en
hen te verbieden zelf rjs te koopen. Kinderen,
wier maag en darmen gauw van streek zijn,
moeten vooral in de zeer warn e dagen zich
absoluut onthouden van ijs.
WASSCHEN VAN ZIJDEN STOFFEN.
Licht gekleurde zijden japonnetjes wascht me n
het best in een sopje van zeepvlokken, daar de
gewone huishoudzeep de stoffen gauw een gee'l-
achtigen gloed geeft. Na het wasschen in h<et
koude sop, spoelt men de zijde eenige malen, tof;
het water helder is; wringt ze daarna niet uit,
maar hangt ze nat uit het spoelwater op en niest
in de zon, doch op een schaduwplekje, liefst op
een kleerenhanger en daarna wordt het kleedin ff-
jeugd en aan den dood nog niet denkt. Hij heeft stuk nog vochtig zijnde, gestreken en wel -op
den verkeerden kant.
Zijdestoffen moeten met den noodigen zorg
behandeld worden, vooral ook, omdat er tegciii.
jwoordig zoo heel veel kunstzijde In den handel
'is, die dubbel oppassen vereischt.
Aanbeveling verdient het om vlekken vóór het
wasschen met een afstekende draad om te rij
gen, daar men bij het wasschen dan gemakke
lijk kan zien, welke plekken onze extra aandadht
vragen.
(Nadruk verboden)
zijn zaken aan kant gedaan en gunt zich een
welverdiende rust.
Wat gebeurt er voor goeds en groots in den
zomer? Om zijn tijd te vullen, verzint men het
verhaal van den zeeslang. Men gaapt met de
musschen op de dakgoot en suft met de her
kauwende koeien. In den komkommertijd staat
de geschiedenis stil; In de hondsdagen staakt
de wereld haar- loop.
Voor alles is er een tijd en zoo min wij aan
stoot nemen aan den winterslaap van de dieren,
mag de zomerslaap van den mensch ons ver
drietig stemmen. Tegen de wetten der schep
ping tornt niemand ongestraft op; laat ons dus
ons niet verzetten gelijk een kind dat dreint I 0m ,je onaangename lucht van aangebrande
tegen 't naar bed gaan, maar geven ook wij ons melfc of meelspijzen te verdrijven, lcgge meni er
gewillig over aan de algemeene loomheid, die- n aangesneden goed gewasschen citroen in,
in Augustus de menschheid bevangt. i
H. G. CANNEGIETER j jjej velletje van een gekookt ei is een zeer heil
zaam werkend middel tegen verzweringen. Men
haalt het vel voorzichtig var. bet ei af en legt
dit op de zwerende plek. daaroverheen een ver
bandje; het trekt de etter uit de zweer e n ge
neest de ontsteking in korten tijd.
PRACTISCHE WENKEN.
VOOF.ZICKTG MET IJS FTEN!
In de warme zomermaanden is het eten van
diverse soorten ijs een genot, dat meer en meer
toeneemt.
In het bijzonder in de groote steden treft men
op de drukke punten, vooral ook in de nabijheid
van scholen, de bekende ijswagentjes aan. Het
Om heele of aangesneden citroenen goed f risch
te houden, legt men ze op een plat bord cm be
dekt ze met een glas. Eerst als men ze gebruiken
wiil, neemt men het glas weg.
door G. Th. Rotman.
Nadruk verboden.
96. Den and'ren dag was dat niet vlug? 96. ,,'tls knal!" riep Pimpelmans, ,,'tis Af!
Bracht Teunisboer de fiets terug;
Hij bracht hem netjes in zijn wagen,
Dan hoefde hij hem niet te dragen;
Hij glom als nieuw; ja, keurig net
Had Teun hem in elkaar gezet.
Wel man, geloof me, ik sta péf!"
En toen de nota was betaald,
Werd Teunis extra fijn onthaald
Op koffie, koekjes en sigaren;
De rest mocht hij voor thuis bewaren.
97. Heer Pimpelmans was in zijn sas;
Hij wou, toen Teun vertrokken was,
Op staande voet een ritje maken;
„Kflk vrouw, let op! Ik zal hem raken!
Je zult er nog verstomd van staan,
Zooals die motorfiets zal gaani
98. Eerst toetert hij met veel kabaal;
Hij denkt: dan zien ze 't allemaal:
En dan krik, krak! Met groot misbaa:
Valt heel de motor in elkaar!
Hij was toch blijkbaar niet zoo goe
Gerepareerd als het wel moet!
Midden Augustus, een zonnige oag. te farm in
den hellen gloed liggen de vruchtbare, velder.
met rijpen oogst, do sappige weiden en de
kleurige tuinen van Lithauen; maar het. groot e
Tzalkinnerbosch, dat zich uren ver uiltstrekt
ten noordoosten van Insterburg, de Oostt-Prui-
sische stad, is als een donkere vlek in liet zon
lichte landschap.
Op een open plek in dat bosch, ver- naar 't
oosten, lag de houtvesterswoning van Gottlieb
Fischer, er om heen een groote tuin en weiland.
De houtvester was tegen den middag terugge
komen van zijn ronde d-oor 't bosrh en had
dadelijk Marie, zijn dochter, opgezocht. Sedert
den dood van zijn vrouw, voor eeni|ge jaren,
woonden zij met hun vieren de knecht Lub en
het dienstmeisje Gretchen er hij gerekelnd. Toen
voor -een paar dagen het eerste verre gerommel
van het geschut in 't oosten werd, gehoord, was
de laatste heengegaan, naar haar ouders in
Insterburg; ze was bang voor de Konakken, e:
vluchtelingen van dorpen dichter bij de Russi
sche grens hadden vreeselijke verhalen gedaan
van wreedheden, van vermoorde mannen, weg-
ge"oerde vrouwen en kinderen, verbrande
huizen.
Marie, zei de houtvester en hij stapte
dadelijk naar zijn dochter in de huiskamer..
Marie" kind, laat ik je nu naar Koningsbergen
brengen. De Russen komen dichterbij, een mar.
uit. Rorhrfeld zag ze bij Pilkallen, waar de
huizen in brand stonden.
Marie liet haar plumeau zakken en keek
haar vader ernstig aan. Ze was een mooi blond
meisje van twintig, met een fijn besneden blo
zend gezicht, en groote blauwe Icinderooger.
waarin geen angst was te lezen.
Als u gaat, ga ik ook, vadc.-r, zei ze. Ik
laat u niet alleen. Als er gevaar voor mij is,
is er ook voor u en u hoeft hier niet te blijven.
Neen, dat hoefde Gottlieb Fischer niet. Hij
was geen soldaat, hij had zijn hu is en het deel
van 't bosch, waarover hjj 't op; jicht had, niet
te verdedigen.
Toch leek het hem als een vl/ucht, wanneer
hij nu al heenging. Op zjjn groeiao houtvesters
uniform hing het IJzeren Kruis, (lat hij in den
oorlog van '70 had verworven en qp zijn gezicht
met den vollen grijzen baard, sneied een littee-
ken dwars door de rimpeis heen, verre getuige
van een sabelhouw in den slag hij Sedan opge-
Ioopen.
Dan gaan we samen, van middag nog,
hernam hij op de woorden van Marie en stapte
de kamer uitLub, Lub, klonjc zijn vervaar
lijke stem in de gang, zet den ladderwagen
klaar en help me pakken
Marie liet haar huiswerk liggen en hielp
mee. Zij deed het stil, met droomigen, mijme
renden blik. Haar vader wist wel waarom, hij
keek nu en dan naar haar. Zjj -jacht aan Gregor
Simolski, den jongen Rus, die nu ook tegen de
Duitschers vocht, en die toch haar verloofde
was. Die was, als jong schilder, voor eenige
weken eensklaps bjj hen binnengevallen en had
verzocht een paar dagen te blijven. De dagen
wauen weken geworden, en hij was eerst heen
gegaan, toen een mobilisatie-bevel uit zijn land
hein riep. Toen hjj kwam, was er nog geen
sprake van een oorlog; ook toen zij zich ver
loc tfden, dacht niemand daaraan. Dan had de
va der nooit een verbintenis toegestaan. Ook nu
ha-d hij eerst wantrouwen gekoesterd tegen den
schilder, maar dat was spoedig geweken; er
was een trouwhartigheid in dezen, die iedereen
innam, ook Lub, den ouden knorrigen knecht,
strijdmakker van den houtvester in den vroc-
gisren oorlog, maar dadelijk bij Saarbrücken
gewond in het linkerbeen, dat nu nog sleepte.
Gottlieb Fischer had er zich daarom ook al
ga.uw niet meer tegen verzet, dat Gregor
t-aekende en schilderde in den omtrek, dat zijn
dic-chter hem later mooie plekjes wees en wan
delingen deed met hem in het bosch. Zij zou
luim niet meer vertellen dan zij mocht, want zij
hield van haar vaderland, zjj was even trotsch
op zijn IJzeren Kruis als hij zelf en zij kon heele
verhalen doen uit den oorlog van '70, alsof ze
dj en had meegemaakt. Doch de oude hout
vester begreep niet de jonge liefde, die tevens
vertrouwen is, en vol geheimzinnigheid, en hij
wist niet, dat Marie den jongen Rus zelfs den
„verboden weg" had gewezen en, toen hij
daarin zooveel belangstelde, dien een eind met
hem was opgewandeld.
Ren paar uren later was Lub bezig de paar
den aan te spannen, en de houtvester maakte
■nog een mand vast op den wagen. Ineens
:richtten beiden zich hoog op en luisterden.
Hoor eens. Lub, dat is cavalerie!
De knecht knikte langzaam met het hoofd.
Ze komen van den kant van Klausenrade.
houtvester, zei hij.
Marie kwam ook buiten, gekleed nu voor 't
vertrek, een taschje in de hand met al de her
inneringen aan Gregor. Voor een van drieën
nog iets kon zeggen, kwam om een hoek van
den weg een ruiter aanrennen, in gestrekten
draf, een Russisch officier! Zjj zagen toe.
meer verbaasd dan verschrikt, met een aanloop
sprong het paard van den Rus over het ijzeren
hek, dat den tuin van den weg scheidde er-
stond daarna onbeweeglijk stil, met snuivende
neusgaten. Ondanks zijn bevreemding bewon
derde de houtvester den stouten sprong.
Goeden dag! klonk het hem in het Duitsch
toe, met een welbekende stem.
Gregor! riep Marie'en zij snelde naar den
ruiter, die uit het zadel was gesprongen.
Een verrassing, wat? Zoo gauw had je
niet gedacht mij terug te zien? Gregor
Simolski was het werkelijk, als Russisch offi
cier. Hij omhelsde en kuste zijn verloofde. Op
de open plek buiten het hek bleven nog een
twaalftal Russische ruiters staan.
-Meneer Fischer, ik kom nog eens uw gast
vrijheid inroepen.
Slechts aarzelend nam de houtvester de uit
gestoken hand van den Russischen officier aan.
Wees welkom, Gregor Simolski, zei hij,
welkom als oud vriend.
Natuurlijk, natuurlijk, houtvester, hernam
I de Rus op warmen toon. Laten wij het ons
j elkaar niet moeilijk maken: wij hebben dezen
oorlog toch niet in de wereld gebracht? We
hebben allen onzen plicht te doen en mijn plicht
was hier een verkenningstocht te maken. Daar
was ik blij om, want nu kon ik Marie terug
zien en u allen helpen
De twaalf Russische ruiters werden in de
ichuu" onderdak gebracht; Lub ging te paard
naar Rohrfeld om brood en vleesch te halen:
Gregor at weer met Marle en haar vader, en
't scheen als vroeger te zijn. De houtvester was
gereserveerd-vriendelijkMarie, die eerst een
onaangenaam gevoei he" toen zij haar ver
loofde als Russisch ofi-»"-' Z3g, werd opge
wekter en na den maaltijd, nog voor de zon
onderging, deed het jonge paar een wandeling.
Gregor verlangde al de oude plekjes, waar hij
met haar was geweest, waar hij geteekend-
had. terug te zien, en ten. slotte wilde hij
nog naar den „verboden weg", den weg, die
irerhtaf naar Insterburg voerde.
Marie was stil geworden op de war.deTlng:
vaak keek ze Gregor onderzoekend aan, en 't
leek haar. dat hjj meer belangstelling had voor
het landschap dan voor haar.
Gregor, dien weg moet je vergeten!
zei ze nu. Ik had er je nooit heen moeten
brengen.
Hjj lachte alleen, antwoordde niet.
Zie me aan, Gregor en beloof me, dat je
geen gebruik zult maken van al wat ik je ooit
heb verteldBeloof het me op je woord van
eer.
Zij had de handen op zijn schouders gelegd;
haar oogen flikkerden.
Hij wildé haar omarmen en kussen, zjj duwde
hem terug.
Als je 't niet belooft, ben je een spion
geweest, Gregor!
En als dat zoo was, Marie? zei hjj nu.
Voor 't vaderland moet je alles doen. Hebber,
uw officieren niet insgelijks gespionneerd, in
ons bland? Voor eenige dagen hebben we nog
twee Duitschers opgehangen in Kowno, wegens
spionnage,een was een officier
Marie werd bleek, haar gezicht verstrakte
als tot een masker.
Daarvoor diende dus je liefde! zei ze met
toonlooze stem.
Maar dat sprak hrj tegen, met zooveel vuur,
dat zjj het geloofde.
Ik heb je meer dan alles op de wereld
lief, behalve mijn land. Dat heeft op het
oogenblik de grootste rechten op mjj. En dat
zul jij eerbiediger, de dochter ran een man,
die zijn bloed gaf voor zijn vaderland. Maar
laten we naar, huis gaan, lievelingIk heb
een langen dag achter den rug en moet een
paar uur rusten.
Haar hand lag zwaar op zjjn arm, toen zjj
door 't donkere bosch liepen, en zjj was eerst
stil. Maar toen begon zjj hardop te spreken,
gejaagd en snel, en ze lachte luide, vreemd er.
schril in den stillen avond. In de gang nam hjj
afscheid van haar om naar zjjn oud kamertje
boven te gaan. Zjj liet zich zwjjgend kussen.
Wat zijn je lippen koud liefste, zei hjj
fluisterend. Ik zou ze warm willen zoenen.
Wees niet zoo bezorgd, alles komt in orde.
Binnen drie maanden zitten we in Berlijn, en
dan ga jjj mee naar Rusland, ons Rusland dan.
als mijn vrouw
Ons Rusland! herhaalde zij toonloos, met
een vreemden klank in haar stem.
Oplossingen, bjjaragen, enz. te zenden aan
den Schaakredacteur,
Ged. Oude Gracht 88, Haarlem.
PROBLEEM No. 309.
lste Prjjs,
wedstrjjd „Western Daily Mercury" (1905).
J. van Djjk Azn. (de Lier).
Mat in twee zetten.
Stand der stukken:
Wit: Kh6, Dg8, La8, Lgl. Pd6, Pf7, b3, g4.
Zwart: Kd5, Dc6, La5, Ld3, b6, e6, f4.
MATCH CAPABLANCAEUWE.
De vjjfde partjj, aangevangen in Hotel Bristol
te Rotterdam, Maandagavond 20 Juli j.l.,
duurde van 711 en van 11.30 tot 's nachts
ongeveer half twee, waarna de partij werd af
gebroken na den 51en zet van Wit (Capa-
blanca) om weder te worden hervat Dinsdag
avond 21 Juli om 7 uur. Na een half uur te
hebben gespeeld, werd de partjj door de
meesters remise gehouden na den 59en zet van
Capablanca. Dr. Euwe had een schitterenden
aanval op touw gezet cn ware het niet, dat hjj
in het eindspel op het beslissende moment de
winnende voortzetting over het hoofd zag (bjj
den 36sten zet), dan zou deze partjj hem
revanche hebben geschonken voor de verloren
derde partjj.
De zesde, in Palace Hotel te Scheveningen
gespeelde partjj, werd na 25 zetten remise en
duurde (op 22 Juli) maar 2)4 uur, n.I. van
2(44% 's namiddags. Die partjj was vrjjwel
zonder eenige emotie. En ook de zevende, weder
in de Militiezaal te Amsterdam, den 24en Juli
gespeelde partjj, werd als onbeslist afgebroken
na Capablanca's 27sten zet. De achtste pariij
daarentegen was buitengewoon spannend cn
duurde Zondag 26 Juli van 26 en 8 tot onge
veer half 11. Hoewel Dr. Euwe materieel in
het voordeel was (kwaliteit tegen pion) en ook
zijn eindspel schjjnbaar op winst stond, ver
mocht Capablanca door een schitterende ver
dediging verlies te verhinderen. Toch zal later
wel blijken, dat onze landgenoot in deze partjj,
tengevolge van tijdnood, de winstvoortzetting
heeft gemist, waardoor die na 56 zetten remise
werd. Capablanca heeft dus gewonnen, terwijl
7 partjjen remise werden. Over de laatste twe«
partjjen in de volgende rubriek.
OPLOSSING PROBLEE5I No. 306.
(W. v. Holzhausen).
Stand der stukken:
Wit: Ka8, La4, Lg5, Pd2, a7, c3, g2, g7.
Zwart: Kbl. Tal, a2. b2.
1. Lel, bcl:L; 2. g8L, gevolgd door 3. Lb3
en 4. Lc2 mat.
1bel :D; 2. g8D. Db2; 3. DbS enz.;
1bel :P; 2. g8D, Pd3:; 3. Db3f en
4. Dc2 mat.
Goede oplossing ontvangen van: P. Mars te
Santpoort.
zachten toon. „Neem een paard, Lub en rjjd
zoo snel mogelijk naar Insterburg en zeg, dat
de Russen naderen door den verboden weg
Ga!"
Lub dorst niet tegenstribbelen, nu hjj haar
bleek gezicht zag. Toen hjj weg was, ging
Marie in haar vaders kamer en liep daarna
langzaam, voorzichtig de trap op naar de
slaapkamer van Gregor Simolski. Daar knalde
nu een schot en klonk even een verschrikte
kreet. Marie holde de trap af met groote, ver
schrikte oogen. In de kamer zakte ze neer op
een stoel en verborg haar gezicht in de handen;
haar heele lichaam schokte. De Russische sol
daten zongen hun volkslieden in de schuur
Een half uur later kwam haar vader. Zij ging
hem tegemoet. In het maanlicht zag hjj haar
marmerbleek gelaat. Hjj keek haar angstig
vragend aan.
„We moeten vluchten, vaderGregor is
een verrader We mogen zjjn medeplichtigen
niet zjjn. Lub heb ik al weggestuurd.Toe
vader, ga mee. dadelijk, het bosch in
„Maar vertel eerst
„Later, later
Zij trok hem aan den arm mee, hjj ging
onwillig, verschrikt, niet begrijpend
Daar ineens, het geluid van vele. vele
regelmatige stappen: uit het bosch kwamen
soldaten, een officier te paard voorop, al meer
soldaten, een heel bataljon.
„Te laat! Te laat!" snikte zjj. „O, vader,
vergeef me!"
„Kind, wat heb je gedaan?" zei hjj ver
schrikt, met gesmoorde stem.
„Hjj wist te veel door mjj!... Vaderland
gaat boven liefde
De vader vroeg niet meer: hjj sloeg beide
armen om haar heen, als wilde hij haar be
schermen. De Russische majoor sprong van zjjn
paard en liep vriendeljik glimlachend oo den
houtvester toe, dien luitenant Gregor Simolski
in zjjn bescherming had aanbevolen. Hjj moest
den luitenant spreken, dadelijk. De maanlichte
nacht was gunstig
Een uur later stonden vader en dochter hand
Toen hij de trap was opgegaan, leunde z. in hand naast elkaar tegen den muur, vjjf ge-
tegen den muur met gesloten oogen. Zjj hoorde neren waren op elk van hen gericht; tien scho-
schreden: Lub wilde haar voorbijgaan,
„Waar is vader?" vroeg Marie.
„Naar Rohrfeld", fluisterde de knecht, „de
menschen waarschuwen".
,Goed, goed!" hernam zjj haastig. Ook op,
ten knalden als één en twee ljjken vielen naast
elkaar op den grond Toen het lijk van den
jongen Russischen officier in den tuin begraven
was, ging de houtvesterswoning in de vlam
men op.