s±
tel gf
i
'jp 'pi
1 Am
lif? W/%
p'/jp
*1
Q 1
m m
i ill 1
8ste Jaargang.
Eerste Heemsteedsche Courant. 14 Augustus 1931. Tweede Blad
Nd. 32.
LOSSE BLAADJES.
De Kano.
Brokjes Levenswijsheid.
Aarzelen.
SCHAAKRUBRIEK.
y/ 'M
Zijn we veilig in huis?
Het gebruik van eieren.
Eet meer honing.
Oome Piet en Tante Betje
Gingen in vacantiettjd
Uit logeeren bij familie
Dat was een vermaak'lijkheid!
Neef zou Oom eens leeren roeien
In een kano, goed verstaan;
Dat zou o zoo prettig wezen,
En 't stond Oome Piet wel aan.
Tante Bet zei: „Wees voorzichtig*
Voor jouw leeftijd is dat niks!"
„Wat!" sprak Oompje verontwaardigd,
„Ik ben heusch nog rap en fiksch!
Iedereen vaart in een kano
En ik ben er op gekleed.
Je zult zien, het zal best gaan zoo!
Toe maar neefje 'k ben gereed.
't Is wel een kwartiertje loopen
Voor we aan het water zijn"
,,'k Wil het beste er van hopen",
Zei hoofdschuddend nichtje Trijn.
Oompje liet zich niet weerhouden,
Stapte dwars door 't polderland,
En stond weldra bij de kano's.
Die daar lagen aan den kant.
Heel voorzichtig bjj het trapje
Ging hij in de ranke boot.
't Was geen hapje! Weer een stapje!
Oom zag beurt'lings bleek en rood,
Eindelijk was hij gezeten
Ai, wat schommelde dat ding!
Oompje ging er koud van zweeten:
Als hij kopje onder ging!
Hij greep angstig naar een struikje,
Naar een wuivend bosje riet
Misen Oompje nam een duikje
In de modder van de vliet!
En hij plaste in het water
En hij schreeuwde moord en brand
Maar toch stond hij na een poosje
Veilig weer op 't vaste land.
Ach, hoe sip keek 't arme oompje,
Dat zoo kranig roeien kon!
't Water droop hem uit zijn haren
En zijn zomerpantalon
In een bibberig galopje
Ging 't op neefjes woning af.
En de dorpsjeugd liep in 't kielzog
Schaterlachend op een draf.
Oompje trachtte mee te lachen,
Maar van harte ging het niet.
Bah, zoo dacht hij, wat vervelend
Dat het heele dorp het ziet!
De familie van oom Pieter
Die juist in de serre zat
Zag den optocht weldra naad'ren
Voorop Oompje, druipend nat!
„Hij 's gevallen in het water,
Falderiereü" klonk het lied.
En verschrikt zei tante Betje:
„Hemel, daar komt oome Piet!
Man je lijkt niet wijs, wat kun je
Toch ook soms mesjokke doen!
Trek toch uit die natte plunje,
En waar is je eene schoen?"
„Gansch verzwolgen door de baren!"
Zei het spottend nichtje Trijn,
„Kijk, het kroos zit in z'n haren;
Oom, ga hangen aan de lijn!"
Neefje keek tersluiks naar Oompje
En sloeg dubbel van de pret!
Oompje gromde onverstaanbaar
En kroop rillend in zijn bed
Met een flinke ouwe klare
En hij zwoer een zware zweer:
„Ook al word ik honderd "jaren
In een kano ga 't niet meer!!"
lijk karakter bemoeilijkt vooral het besluit.
Tenslotte lijkt het lood om oud ijzer, welken
kant men uitgaat. Maar men moet toch een
kant uit. Welken dan echter? Het is een on
oplosbaar geval!
De aarzelende mensch richt zich gaarne tot
zijn omgeving om raad. Hü biecht zijn moei
lijkheid aan een vriend. Of hij neemt een des
kundige in den arm. Maar ook uit deze adviezen
moet hij een keus doen. Zelf zal hij zijn be
sluit moeten nemen.
De blik van de omstanders op een bepaald
geval is zoo verschillend. De vader en de zoon
gaan met den ezel naar stad. De vader zet den
zoon op den ezel. Maar een voorbijganger ver
wijt den zoon, dat hij, een gezonde jonge man,
zijn oudere vader laat loopen.
Nu bestijgt de vader den ezel en krijgt een
standje van een tweeden voorbijganger, omdat
hij, een man in de kracht van zijn leven, zijn
plaats niet afstaat aan het teere en ongeoefen
de kind. Nadat vader en zoon nu samen op den
ezel plaats hebben genomen, treedt hun een
man tegemoet, die het schande noemt, het
arme beest met een dubbelen last te bezwaren.
In arren moede nemen vader en zoon nu den
ezel op en sjouwen het beest op hun nek ver
der. Een vierde wandelaar, die dit schouwspel
gadeslaat, denkt met twee gekken te doen te
hebben.
Wie zijn besluit op een advies van derden
wil gronden, zal in onzekerheid blijven verkee-
ren, of hij den goeden raadsman wel heeft ver
kozen. Op gezag van anderen kan men niet af
gaan, want op alle gebied, leert de ervaring,
dat, wat de wijzen als waarheid verkonden
straks komt een wijzer, die 't weg redeneert.
Wat al een redenen tot besluiteloosheid! Is
niet begrijpelijk, dat de aarzeling, welke een
natuurlijk overgangsproces is, tot einddoel ver
heven wordt? Het krioelt in den tegenwoordi-
gen tijd om ons heen van kwesties, die in statu
quo zijn gebleven, van onuitgewerkte proble
men, onuitgevochten geschillen, onopgehelderde
zaken. Alles staat op het doode punt; in poli
tiek, ethiek, religie balanceert de evenaar heen
en weer zonder ten gunste van het ééne of het
andere beginsel te kunnen doorslaan. Handel en
bedrijf verkeeren in afwachting en in het par
ticuliere leven spelen talloozen onzer mede-
menschen op zien komen, omdat zij uit hun
besluiteloosheid geen uitweg weten.
Aan dit alles ligt angst ten grondslag; angst
om de verkeerde keuze te doen en daarmee het
noodlot over zich te laten komen. Maar bij
een keuze hééft men althans nog een kans.
Was de vrouw1 doorgeloopen, toen zij de straat
wilde oversteken, zij zou vermoedelijk behou
den den overkant hebben bereikt. Maar haarl
aarzeling kostte haar onherroepelijk het leven.
H. G. CANNEGIETER
Marine-blauwe wollen manteljapon. De rok
valt in lichte klokken, met onregelmatig inge
zette deelen, die zich eveneens bjj het mantel
tje, dat met een lus over twee knoopen sluit,
herhalen. De kraag is met witte geribde zijde
afgebiesd terwijl de onder den mantel gedragen
blouse eveneens van witte zijde is. Zonder mou
wen en met een kraag, die in een strik eindigt
terwijl de rechter voorkant met puntjes over
de linkerzijde slaat en met knoopjes dicht
geknoopt.
(Nadruk verboden)
Onlangs bevatten de bladen het bericht, dat
een vrouw door een auto was overreden. Zij
had het voertuig zien aankomen, dacht dat ze
er nog wel voor kon oversteken, maar was mid
den op straat angstig geworden en naar haar
punt van uitgang -teruggekeerd. Deze aarzeling
had haar het leven gekost.
Aarzelen is levensgevaarlijk. Wie de straat
wil oversteken, moet een vast besluit nemen.
Doen of niet doen. Maar besluiteloos dralen
brengt verwarring te weeg. Niet alleen bij den
betrokkene, maar eveneens bij hen, die met
hem te maken krijgen. De chauffeur had er op
gerekend, dat de vrouw1 door zou loopen; daar
om treft hem geen schuld. Zijn misrekening
is veroorzaakt door de weifelmoedige houding
der vrouw.
Talloos zijn de slachtoffers van een aarze
lende levenshouding. Zij hebben geen keus kun
nen doen. Het ging hun als de ezel uit de fabel,
die tusschen twee oppers hooi stond. Er was
wat voor te zeggen, om van den linker opper
te eten, maar zoodra het dier zijn kop links
wendde, schoot hem in de gedachte, dat het
hooi rechts er toch ook zoo geurig en malsch
uitzag. Dan keerde hij den kop rechts, maar
tegelijk lokte hem alweer het hooi van den
anderen opper. Zoo bleef hü staan bopschudden
tusschen rechts en links en hij verhongerde
tusschen de twee kostelijke schelven.
De kinderen symboliseeren de katastrofe van
de aarzeling in het spel van de twee stoelen.
Het slachtoffer neemt plaats op de naar el
kaar toe gebogen leuningen en zit zoo op twee
zitplaatsen tegelijk. Maar zoodra de kameraden
aan weerskanten, die elk één stoel hebben
genomen, opstaan, tuimelt de ongelukkige tus
schen de beide zitplaatsen op den vloer.
Niets is moeilijker dan het doen van een
keuze. Want alle dingen hebben twee kanten.
Er is niets, waarvan men louter goed of louter
kwaad zeggen kan. Kiest men het één, dan
geeft men het ander prijs. En daarbij komt, dat
het bij een keuze meestal de toekomst betreft
en men het dus met onzekere factoren moet wa
gen. Men ziet zich gedwongen, waarschijnlijkhe
den tegen elkaar uit -te meten. En het waar
schijnlijke is nog geen zekerheid; men kan er
bedrogen mee uitkomen.
Onze tijd is de tijd van de aarzelende zielen,
Vroeger geloofde men in het volstrekte. Thans
is alles betrekkelijk geworden. En dit betrekke-
MODE SNUFJES.
Om te beginnep met de nieuwe modesnufjes
willen wij U een witte handtasch noemen, die
bij alle japonnetjes gedragen kan worden en
gemaakt wordt van waschbaar leer of linnen.
Witte japonnetjes worden gedragen met ge
kleurde ceintuurs, bloedrood, groen, koren-
blauw, Witte lederen sandalen, die den voet
geheel vrij laten en schoentjes, die van zware
lak en wit wildleder gemaakt zijn, worden veel
bij ensembles gedragen.
Een overgroote keuze ziet men in allerlei
kettingen, in de tinten der japon of geheel 'n
tegenstelling ermee. Men ziet ook z.g. Neger
kettingen en dikke paarlen op min of meer
nonchalant artistieke wijze aangeregen.
Voor sportieve doeleinden en overdag draagt
men wildlederen en zijden handschoenen en
's avonds is het nieuwste filet handschoenen.
Men heeft voorspeld, dat de enkels der dames
zeer dik zouden worden, omdat er geen hooge
laarzen meer gedragen worden. De profeten
hebben ook voorspeld, dat alle dames op den
duur kaal zouden worden, omdat zij zich de
haren lieten afknippen. Niets van dat alles is
echter bewaarheid geworden.
Een vrouw, wier lichaam -niet door een cor
set ingeregen is, behoudt een regelmatig
figuur. Wanneer zij echter neiging heeft tot dik
worden, dan verdeelt het vet zich gelijkmatig
over het geheele lichaam en niet alleen op die
plaatsen, die door het corset niet ingeregen zijn.
Een slank figuur heeft geen corset noodig.
hare bewegingen zullen daardoor meer soepel
zijn.
Het haar, dat kort gedragen wordt, zal aan
schoonheid winnen; ook zal het in den regel
veel dikker worden, door het vele bijknippen en
doordat de poriën meerdere toevoer van lucht
hebben en men het korte haar gemakkelijker
kan borstelen.
Zonder hooge laarzen, stijve corsetten en
dikke haar-knoedels bewegen de tegenwoordige
vrouwen zich veel gemakkelijker en zien er met
lage schoentjes, aardig gekapt haar en corset-
looze figuren veel jeudiger uit dan de vrouw
van voorheen.
KRAGEN EN SHAWLS.
Een japon ziet er dadelijk veel gekleeder uit.
indien we de halsuitsnijding garneeren met een
shawlkraagje, ingezet stuk, omslag van witte
zijde, schuine zijden biezen of wanneer we een
vest met of zonder lingerie-plooitjes maken.
Hoewel we de Bertha-kraag misschien niet zoo
modern meer vinden, staat deze toch altijd zeer
flatteus. Rucbies en volants geven een bijzonder
vlotte versiering.
Zijden shawls worden ook om de halsuitsnij
ding gelegd, terwijl de einden dan door knoops
gaten worden gehaald, die zich onder de hals
uitsnijding bevinden en de shawl tot de taille
doen reiken.
Ook meisjesjurken worden veel met kragen
en shawls afgewerkt; deze dragen er zeer veel
toe bij om een aardig geheel te krijgen.
Flatteus is de kleine ronde kraag, die hoog
gesloten is bjj de overhemdblouses, waaruit dan
een gepliseerde jabot komt.
ALLERLIEFSTE VOILE.
Bekoorlijke organdie japonnetjes worden ge
dragen, bedrukt met veldbloemen en een
fluweelen ceintuur, die op den rug gestrikt
wordt en met lange einden op den rok neer
hangt.
Om er aardig gekleed uit te zien behoeft men
volstrekt nog niet zijn toevlucht te nemen tot
de kostbare stoffen, mits men bij het kiezen
der patronen maar rekening houdt met zijn
-figuur.
Het gaat met het gebruiken van gas, zooals met
vele andere dingen; men geraakt er aan gewend
en denkt zelfs niet aan gevaar. Toch is het ab
soluut noodig om, indien men een onaangename
gaslucht ruikt, onmiddellijk een onderzoek door
een deskundige laten instellen. Heeft men een
gasstel of fornuis met meerdere branders, dan
sluite men niet alleen de kleine kranen af, in
dien men niet kookt, maar ook de hoofdkraan.
Tegenwoordig heeft men gasfornuizen, waarvan
de kranen niet open gaan, vóórdat men een
veertje omhoog duwt.
Vooral moet er op gelet worden dat de gas
slangen goed bevestigd zijn aan het gastoestel,
het fornuis of de kachel.
Komt men na korte of lange afwezigheid in
huis en ruikt men gas, dan moet men vooral geen
lucifers aansteken voor ramen en deuren te
hebben opengezet.
Electriciteit.
Ook hiermede moeten wij zeer voorzichtig om
gaan en zorgen, dat we alle gebruiksvoorwerpen
van prima kwaliteit nemen. Zijn snoeren of
draden van toestellen gesleten, dan late men deze
onmiddellijk herstellen of vernieuwen. Bijzonder
gevaarlijk is het om een snoer, dat stuk is en
waar nog stroom op staat met nattj of vochtige
handen aan te raken of staande op een natte
vloer.
Vergeet nooit om vóór ge geheel en al klaar
zijt met strijken, het snoer uit het contact te
halen, daar menig geval of begin van brand
daarin zijn oorzaak vond.
Behandel electriciteit dus met de noodige voor-
tigheid en:
le. gebruik bi) uw installatie het beste mate
riaal en laat alles alleen door deskundigen aan
leggen.
2e. let op versleten snoeren en laat deze on
middellijk repareeren.
3e. raak nooit met natte handen aan draden
en installaties.
4e. haal de snoeren uit de stopcontacten na
strijken en koken.
5e. laat waterdichte leidingen in badkamers,
garage en kelders maken.
6e. gebruik nooit een straalkachel of anders
zins in een badkamer, in aansluiting op een ge
woon stopcontact.
Oplossingen, bijdragen, enz. te zenden aan
den Schaakredacteur,
Ged, Oude Gracht 88, Haarlem.
PROBLEEM No. 811.
Ir A. J. C. v a n E e 1 d e.
(1857—1913).
i
WW
mm
Mm I
'mm
'WW
Mat in drie zetten.
Stand der stukken:
Wit: Kcl. Dd8, Lc7, Lc8, Pe6, Pg4, b3, g2.
Zwart: Ke4, Lh3, Pb8, Phl, e5, e7.
PARTIJ No. 134.
Gespeeld aan het 26e bord in de simultaan
seance tegen 30 spelers, te Amsterdam, 1 Augus
tus 1931.
Wit: Zwart:
J. R. Capablanca, A. M v. E p e'n.
(Havanna). (Hilversum).
Blauw wit gemoesd japonnetje met afste
kende kraag en das; korte momven; op den
schouder vastgeknoopte epauletten houden de
marine-blauwe doek vast die om de puntige
halsuitsnijding wordt gelegd en in een knoop
eindigt.
Geplisseerde japon van groen crêpe de chine
met kraag, eveneens geplisseerde das van don
kerder tint groene foulard zijde. Een ceintuur
van zwart lak geeft de taille-lijn aan.
EENIGE PRACTISCHE WENKEN.
(Door een huisvrouw).
Branden.
Terwijl wij in ons vorig artikel besproken heb
ben hoe vaak oudere menschen allen ongelukken
krijgen in huis, is een groot gevaar voor kinderen
het spelen met vuur.
Kinderen voelen zich altijd bijzonder aange
trokken tot lucifers en vuur en herhaaldelijk le
zen wij in de dagbladen van kinderen, die ver
brand zijn, óf leelijke brandwoden hebben opge-
loopen door te vallen in een pot met kokend
water of door het spelen met lucifers. Wat die
gevallen zoo treurig maakt is, dat deze en de
meeste gevallen aan nalatigheid te wijten zijn.
Om ongevallen zooveel mogelijk te voorkomen,
moeten
le. lucifers buiten het bereik van kinderen
gezet worden.
2e. potten of ketels met warme vloeistof moeten
niet op den grond neergezet worden, zoo licht
loopt een kind er spelende tegenaan.
3e. petroleum en benzine buiten het bereik van
kinderen staan, en moet eventueel het schoon
maken van kleedingstukken met benzine altijd
buitenshuis geschieden;
4e. kinderen er al zeer vroeg op gewezen wor
den hoe gevaarlijk het spelen met lucifers en
vuur is en ook, dat zij niet dicht met de kleertjes
bij brandende kachels mogen komen.
Gas.
„Gas is een goede dienstknecht, maar een
slechte baas". Inderdaad is het een goede en zin
delijke hulp bij het bereiden van ons middagmaal
en is het eveneens buitengewoon geschikt voor
verwarming. Toch is het noodig om de grootste
voorzichtigheid te betrachten en te zorgen, dat er
geen kraantjes open blijven staan. Hoe menig
geval van gasvergiftiging is niet te betreuren ge
weest dat toch voorkomen had kunnen worden!
Eieren kunnen voor velerlei doeleinden ge
bruikt worden; niet alleen maken wij er in de
keuken een dankbaar gebruik van bij het be
reiden van cake, gebak, puddingen enz. maar
ook voor andere doeleinden leenen zij zich.
Heeft men zich gebrand en geen brandolie of
Brand-binde in huis. dan zal de piin zeer veel
verminderen Indien men de plek met eiwit be
strijkt.
Eiwit geklopt met suiker is een goed middel
tegen bronchitus en toevoeging van citroensap
helpt ons van heeschheid af.
Wil men eiwit vlug stijf hebben, dan doet
men er een tikje zout en een klein scheutje wa
ter bij. Vermengd met wat rozenwater is het een
goed middel om de huid mee in te wrijven, op
dat deze zacht blijft; na eenige uren wascht
men het gelaat dan met warm water af.
Geklopt eiwit is uitstekend om er leeren stoe
len of tasschen mee schoon te maken, men
drenkt een lapje in het eiwit en wrijft het leder
er mee schoon, dat er na de behandeling weer
als nieuw uitziet.
Glazen karaffen, bowls enz. worden van bin
nen geheel en al schoon, als men ze goed heen
en weer schudt met gestampte eierschalen en
wat warm water.
Om eieren te koken, die een barstje hebben,
voege men een scheut azijn of zout bij het
kookwater. Men voorkomt daardoor dat het
dooier wegloopt.
NUTTIGE WENKEN.
GOED HOUDEN VAN MELK.
Indien men niet over een frissche kelder be
schikt is het moeilijk om melk gedurende de
zomermaanden goed te houden. Men kan het
zuur worden voorkomen, door de melk, zoodra
men die in huis heeft te koken. Heeft men de
volgende dag melk over dan kookt men deze
weer op; op deze wijze kan men melk zelfs in
den zomer meerdere dagen goed houden.
Suiker in een van haar gezondste
vormen.
Nu langzamerhand de tijd weer nadert, dat
het kleine, gonzende, nimmer rustende bijen
volkje ons weer zijn fijne honing geeft, is het
misschien wel goed nog eens op het nut van de
honing te wijzen, daar het een van de meest ge
zonde vormen van suiker is.
Het gebruik ervan dateert reeds van eeuwen
en eeuwen terug, zelfs in den bijbel wordt al ge
sproken over „Kanaan, het land overvloeiende
van melk en honing". En in oude geschriften
noemen de wijsgeeren de honing reeds en wordt
melding gemaakt van „die zoete en gouden
stof."
Ook heden ten dage is de honing nog steeds
zeer gewild en in overvloed te verkrijgen en ge
lukkig, maar, want ze bevat vele onontbeerlijke
voedingsstoffen.
De kleur en de geur van de honing hangt af
van de bloemen, waaraan de bijen haar ont
trokken hebben; men heeft bloemen en boek-
weithoning, maar de zuiverheid heeft met de
kleur niets te maken; vaak worden verschillende
soorten honing gemengd.
Vroeger gebeurde het nog wel eens, dat men
geen zuivere bijenhoning kreeg; denken we
maar eens aan de honing, die we in de distri
butie jaren kregen, de z.g. kunsthoning. Men
kocht dan ook wel een mengsel van honing en
stroop en om dan indruk te verwekken, dat het
inderdaad „honing" was, vond men dan soms
een vleugel of gedeelte van een bij! Dank zij de
keuringswetten is het vervalschen van levens
middelen tegenwoordig vrijwel onmogelijk!
In oude Grieksche mythen wordt verhaald
dat de Goden leefden van nectar en bijenbrood.
Wat is nectar nu anders dan de natuurlijke
bijenhoning? Voedsel dat goed genoeg was voor
de goden, mag toch zeker ook niet op onze tafel
ontbreken?
Ook bij de bereiding van verschillende gerech
ten o.a. bij vruchten salades kan men honing
gebruiken voor het zoeten in plaats van suiker.
Niet alleen als voedingsmiddel, maar ook bij
voorkomende verkoudheden is het een uitste
kend middel tegen hoesten, indien men het sap
van een citroen klopt met een eierdooier en een
eetlepel honing en dit over één dag verdeeld,
gebruikt,
SPAANSCH.
1. e2e4 e7e5
2. Pgl—f3 Pb8—c6
3. Lflb5 a7a6
4. Lb5—a4 d7d6
5. 0—0 Pg8—f6
6. Tfl—el Lf8—e7
7. c2c3 00
8. d2d4 b7b5
9. La4—c2 Lc8—g4
10. Lel—e3 Pc6a5
11. d4 X e5 Lg4Xf3
12. Ddl X f3 d6Xe5
13. Pblc'2 c7c5
14. Tal—dl Dd8c7
15. Df3—g3 Tf8e8
16. Pd2—f3 Pa5c6
17. Pf3h4 Le7—f8
18. Ph4—15 g7g6
19. Dg3h4 Te8—e6
20. Pf5h6f Kg8—g7
21. Le3—g5 Pf6g8
22. Tdld5 Pc6e7
23. Ph6f6f
Een prachtige combinatie. Zwart kan het
Paardoffer niet accepteeren, want dan volgt
24. e4Xf5, Pe7Xd5: 25. f5Xe6. Pd5—f6; 26.
Lg5Xf6t, Pg8xf6; 27. Dh4—g5f en wint.
23.
Kg7h8
24.
Pf5Xe7
Lf8Xe7
25.
Tel—dl
Le7Xg5
26.
Dh4Xg5
Pg8—f6
27.
Td5d2
Kh8—g7
28.
Dg5e3
Ta8—e8
29.
h2h3
Te8e7
30.
Lc2—b3
c5c4
Anders speelt Wit c3c4, waarna hij beter
spel heeft op den Dame-vleugel.
31.
Lb3c2
Te7d7
32.
Td2Xd7
Pf6Xd7
33.
De3d2
Pd7—f6
34.
Dd2d8
Dc7Xd8
35.
Tdl X d8
Te6e8
36.
Td8d2
Te8e6
37.
g2—g3
Pf6—e8
38.
Td2d5
g6—g5?
39.
a2—ai!
Pe8c7
40.
Td5c5
Te6e7
41.
b2b3
c4Xb3
42.
Lc2Xb3
f7—f6
43.
a4a5
Pc7e8
44.
c3c4
Te7—c7
45.
Tc5 X c7
Pe8 X c7
46.
c4Xb5
Pc7Xb5
47.
Lb3c4
P;b5—c7
Op Pb5dl volgt ,48. Lc4Xa6, Pd4b3; 49.
La6b7, Po3Xa5; 50 pbTd5 en het Paard
kan nergens meer heen, want op alle velden
areigt de Looper. Komt de Koning hem te hulp,
dan dringt de witte majesteit via g2, f3, in het
zwarte spel, dat na eventueel h7h5 en h3h4
niet meer te redden is.
48. Kgl—g2 Kg7f8
49. Kg2—f3 h7h5
50. h3h4 g5g4t
waarna de partij voor Capablanca gewonnen
werd verklaard (daar eventueel de Looper op
f7 kan komen of anders de Koningin in het spel
dringt.)
Van de 30 partjien verloor Capablanca er drie
en maakte er drie remise; een schitterend re
sultaat, 85 pCt.
OPLOSSING PROBLEEM No. 307,
(A. Volkman n).
Stand der stukken:
Wit: Kc3, Df7, Pf6, b5, g3.
Zwart: Ke5, e6.
1. Pf6e4,
Ke5d5; 2. Kc3—d3. enz.
Ke5 X e42. Df7—f4f, enz.
Goede oplossing ontvangen van:
F. Brandon cn H. W. v. Dort. beiden te Haar
lem: J. v. Guïik te Overveen (ook nog van Eind
spelstudie No. 88); P. Mars, te Santpoort,
CORRESPONDENTIE.
In het diagram van Probleem No. 310 moet
de Dame op b5 wit zijn, zooals uit den „Stand
der stukken" kan blijken.
Heemstede, Frits K. Dzn.
Uw vraag over de in Haarlem en omstreken
bestaande clubs, hebben wij schriftelijk beant
woord.