s± tel gf i 'jp 'pi 1 Am lif? W/% p'/jp *1 Q 1 m m i ill 1 8ste Jaargang. Eerste Heemsteedsche Courant. 14 Augustus 1931. Tweede Blad Nd. 32. LOSSE BLAADJES. De Kano. Brokjes Levenswijsheid. Aarzelen. SCHAAKRUBRIEK. y/ 'M Zijn we veilig in huis? Het gebruik van eieren. Eet meer honing. Oome Piet en Tante Betje Gingen in vacantiettjd Uit logeeren bij familie Dat was een vermaak'lijkheid! Neef zou Oom eens leeren roeien In een kano, goed verstaan; Dat zou o zoo prettig wezen, En 't stond Oome Piet wel aan. Tante Bet zei: „Wees voorzichtig* Voor jouw leeftijd is dat niks!" „Wat!" sprak Oompje verontwaardigd, „Ik ben heusch nog rap en fiksch! Iedereen vaart in een kano En ik ben er op gekleed. Je zult zien, het zal best gaan zoo! Toe maar neefje 'k ben gereed. 't Is wel een kwartiertje loopen Voor we aan het water zijn" ,,'k Wil het beste er van hopen", Zei hoofdschuddend nichtje Trijn. Oompje liet zich niet weerhouden, Stapte dwars door 't polderland, En stond weldra bij de kano's. Die daar lagen aan den kant. Heel voorzichtig bjj het trapje Ging hij in de ranke boot. 't Was geen hapje! Weer een stapje! Oom zag beurt'lings bleek en rood, Eindelijk was hij gezeten Ai, wat schommelde dat ding! Oompje ging er koud van zweeten: Als hij kopje onder ging! Hij greep angstig naar een struikje, Naar een wuivend bosje riet Misen Oompje nam een duikje In de modder van de vliet! En hij plaste in het water En hij schreeuwde moord en brand Maar toch stond hij na een poosje Veilig weer op 't vaste land. Ach, hoe sip keek 't arme oompje, Dat zoo kranig roeien kon! 't Water droop hem uit zijn haren En zijn zomerpantalon In een bibberig galopje Ging 't op neefjes woning af. En de dorpsjeugd liep in 't kielzog Schaterlachend op een draf. Oompje trachtte mee te lachen, Maar van harte ging het niet. Bah, zoo dacht hij, wat vervelend Dat het heele dorp het ziet! De familie van oom Pieter Die juist in de serre zat Zag den optocht weldra naad'ren Voorop Oompje, druipend nat! „Hij 's gevallen in het water, Falderiereü" klonk het lied. En verschrikt zei tante Betje: „Hemel, daar komt oome Piet! Man je lijkt niet wijs, wat kun je Toch ook soms mesjokke doen! Trek toch uit die natte plunje, En waar is je eene schoen?" „Gansch verzwolgen door de baren!" Zei het spottend nichtje Trijn, „Kijk, het kroos zit in z'n haren; Oom, ga hangen aan de lijn!" Neefje keek tersluiks naar Oompje En sloeg dubbel van de pret! Oompje gromde onverstaanbaar En kroop rillend in zijn bed Met een flinke ouwe klare En hij zwoer een zware zweer: „Ook al word ik honderd "jaren In een kano ga 't niet meer!!" lijk karakter bemoeilijkt vooral het besluit. Tenslotte lijkt het lood om oud ijzer, welken kant men uitgaat. Maar men moet toch een kant uit. Welken dan echter? Het is een on oplosbaar geval! De aarzelende mensch richt zich gaarne tot zijn omgeving om raad. Hü biecht zijn moei lijkheid aan een vriend. Of hij neemt een des kundige in den arm. Maar ook uit deze adviezen moet hij een keus doen. Zelf zal hij zijn be sluit moeten nemen. De blik van de omstanders op een bepaald geval is zoo verschillend. De vader en de zoon gaan met den ezel naar stad. De vader zet den zoon op den ezel. Maar een voorbijganger ver wijt den zoon, dat hij, een gezonde jonge man, zijn oudere vader laat loopen. Nu bestijgt de vader den ezel en krijgt een standje van een tweeden voorbijganger, omdat hij, een man in de kracht van zijn leven, zijn plaats niet afstaat aan het teere en ongeoefen de kind. Nadat vader en zoon nu samen op den ezel plaats hebben genomen, treedt hun een man tegemoet, die het schande noemt, het arme beest met een dubbelen last te bezwaren. In arren moede nemen vader en zoon nu den ezel op en sjouwen het beest op hun nek ver der. Een vierde wandelaar, die dit schouwspel gadeslaat, denkt met twee gekken te doen te hebben. Wie zijn besluit op een advies van derden wil gronden, zal in onzekerheid blijven verkee- ren, of hij den goeden raadsman wel heeft ver kozen. Op gezag van anderen kan men niet af gaan, want op alle gebied, leert de ervaring, dat, wat de wijzen als waarheid verkonden straks komt een wijzer, die 't weg redeneert. Wat al een redenen tot besluiteloosheid! Is niet begrijpelijk, dat de aarzeling, welke een natuurlijk overgangsproces is, tot einddoel ver heven wordt? Het krioelt in den tegenwoordi- gen tijd om ons heen van kwesties, die in statu quo zijn gebleven, van onuitgewerkte proble men, onuitgevochten geschillen, onopgehelderde zaken. Alles staat op het doode punt; in poli tiek, ethiek, religie balanceert de evenaar heen en weer zonder ten gunste van het ééne of het andere beginsel te kunnen doorslaan. Handel en bedrijf verkeeren in afwachting en in het par ticuliere leven spelen talloozen onzer mede- menschen op zien komen, omdat zij uit hun besluiteloosheid geen uitweg weten. Aan dit alles ligt angst ten grondslag; angst om de verkeerde keuze te doen en daarmee het noodlot over zich te laten komen. Maar bij een keuze hééft men althans nog een kans. Was de vrouw1 doorgeloopen, toen zij de straat wilde oversteken, zij zou vermoedelijk behou den den overkant hebben bereikt. Maar haarl aarzeling kostte haar onherroepelijk het leven. H. G. CANNEGIETER Marine-blauwe wollen manteljapon. De rok valt in lichte klokken, met onregelmatig inge zette deelen, die zich eveneens bjj het mantel tje, dat met een lus over twee knoopen sluit, herhalen. De kraag is met witte geribde zijde afgebiesd terwijl de onder den mantel gedragen blouse eveneens van witte zijde is. Zonder mou wen en met een kraag, die in een strik eindigt terwijl de rechter voorkant met puntjes over de linkerzijde slaat en met knoopjes dicht geknoopt. (Nadruk verboden) Onlangs bevatten de bladen het bericht, dat een vrouw door een auto was overreden. Zij had het voertuig zien aankomen, dacht dat ze er nog wel voor kon oversteken, maar was mid den op straat angstig geworden en naar haar punt van uitgang -teruggekeerd. Deze aarzeling had haar het leven gekost. Aarzelen is levensgevaarlijk. Wie de straat wil oversteken, moet een vast besluit nemen. Doen of niet doen. Maar besluiteloos dralen brengt verwarring te weeg. Niet alleen bij den betrokkene, maar eveneens bij hen, die met hem te maken krijgen. De chauffeur had er op gerekend, dat de vrouw1 door zou loopen; daar om treft hem geen schuld. Zijn misrekening is veroorzaakt door de weifelmoedige houding der vrouw. Talloos zijn de slachtoffers van een aarze lende levenshouding. Zij hebben geen keus kun nen doen. Het ging hun als de ezel uit de fabel, die tusschen twee oppers hooi stond. Er was wat voor te zeggen, om van den linker opper te eten, maar zoodra het dier zijn kop links wendde, schoot hem in de gedachte, dat het hooi rechts er toch ook zoo geurig en malsch uitzag. Dan keerde hij den kop rechts, maar tegelijk lokte hem alweer het hooi van den anderen opper. Zoo bleef hü staan bopschudden tusschen rechts en links en hij verhongerde tusschen de twee kostelijke schelven. De kinderen symboliseeren de katastrofe van de aarzeling in het spel van de twee stoelen. Het slachtoffer neemt plaats op de naar el kaar toe gebogen leuningen en zit zoo op twee zitplaatsen tegelijk. Maar zoodra de kameraden aan weerskanten, die elk één stoel hebben genomen, opstaan, tuimelt de ongelukkige tus schen de beide zitplaatsen op den vloer. Niets is moeilijker dan het doen van een keuze. Want alle dingen hebben twee kanten. Er is niets, waarvan men louter goed of louter kwaad zeggen kan. Kiest men het één, dan geeft men het ander prijs. En daarbij komt, dat het bij een keuze meestal de toekomst betreft en men het dus met onzekere factoren moet wa gen. Men ziet zich gedwongen, waarschijnlijkhe den tegen elkaar uit -te meten. En het waar schijnlijke is nog geen zekerheid; men kan er bedrogen mee uitkomen. Onze tijd is de tijd van de aarzelende zielen, Vroeger geloofde men in het volstrekte. Thans is alles betrekkelijk geworden. En dit betrekke- MODE SNUFJES. Om te beginnep met de nieuwe modesnufjes willen wij U een witte handtasch noemen, die bij alle japonnetjes gedragen kan worden en gemaakt wordt van waschbaar leer of linnen. Witte japonnetjes worden gedragen met ge kleurde ceintuurs, bloedrood, groen, koren- blauw, Witte lederen sandalen, die den voet geheel vrij laten en schoentjes, die van zware lak en wit wildleder gemaakt zijn, worden veel bij ensembles gedragen. Een overgroote keuze ziet men in allerlei kettingen, in de tinten der japon of geheel 'n tegenstelling ermee. Men ziet ook z.g. Neger kettingen en dikke paarlen op min of meer nonchalant artistieke wijze aangeregen. Voor sportieve doeleinden en overdag draagt men wildlederen en zijden handschoenen en 's avonds is het nieuwste filet handschoenen. Men heeft voorspeld, dat de enkels der dames zeer dik zouden worden, omdat er geen hooge laarzen meer gedragen worden. De profeten hebben ook voorspeld, dat alle dames op den duur kaal zouden worden, omdat zij zich de haren lieten afknippen. Niets van dat alles is echter bewaarheid geworden. Een vrouw, wier lichaam -niet door een cor set ingeregen is, behoudt een regelmatig figuur. Wanneer zij echter neiging heeft tot dik worden, dan verdeelt het vet zich gelijkmatig over het geheele lichaam en niet alleen op die plaatsen, die door het corset niet ingeregen zijn. Een slank figuur heeft geen corset noodig. hare bewegingen zullen daardoor meer soepel zijn. Het haar, dat kort gedragen wordt, zal aan schoonheid winnen; ook zal het in den regel veel dikker worden, door het vele bijknippen en doordat de poriën meerdere toevoer van lucht hebben en men het korte haar gemakkelijker kan borstelen. Zonder hooge laarzen, stijve corsetten en dikke haar-knoedels bewegen de tegenwoordige vrouwen zich veel gemakkelijker en zien er met lage schoentjes, aardig gekapt haar en corset- looze figuren veel jeudiger uit dan de vrouw van voorheen. KRAGEN EN SHAWLS. Een japon ziet er dadelijk veel gekleeder uit. indien we de halsuitsnijding garneeren met een shawlkraagje, ingezet stuk, omslag van witte zijde, schuine zijden biezen of wanneer we een vest met of zonder lingerie-plooitjes maken. Hoewel we de Bertha-kraag misschien niet zoo modern meer vinden, staat deze toch altijd zeer flatteus. Rucbies en volants geven een bijzonder vlotte versiering. Zijden shawls worden ook om de halsuitsnij ding gelegd, terwijl de einden dan door knoops gaten worden gehaald, die zich onder de hals uitsnijding bevinden en de shawl tot de taille doen reiken. Ook meisjesjurken worden veel met kragen en shawls afgewerkt; deze dragen er zeer veel toe bij om een aardig geheel te krijgen. Flatteus is de kleine ronde kraag, die hoog gesloten is bjj de overhemdblouses, waaruit dan een gepliseerde jabot komt. ALLERLIEFSTE VOILE. Bekoorlijke organdie japonnetjes worden ge dragen, bedrukt met veldbloemen en een fluweelen ceintuur, die op den rug gestrikt wordt en met lange einden op den rok neer hangt. Om er aardig gekleed uit te zien behoeft men volstrekt nog niet zijn toevlucht te nemen tot de kostbare stoffen, mits men bij het kiezen der patronen maar rekening houdt met zijn -figuur. Het gaat met het gebruiken van gas, zooals met vele andere dingen; men geraakt er aan gewend en denkt zelfs niet aan gevaar. Toch is het ab soluut noodig om, indien men een onaangename gaslucht ruikt, onmiddellijk een onderzoek door een deskundige laten instellen. Heeft men een gasstel of fornuis met meerdere branders, dan sluite men niet alleen de kleine kranen af, in dien men niet kookt, maar ook de hoofdkraan. Tegenwoordig heeft men gasfornuizen, waarvan de kranen niet open gaan, vóórdat men een veertje omhoog duwt. Vooral moet er op gelet worden dat de gas slangen goed bevestigd zijn aan het gastoestel, het fornuis of de kachel. Komt men na korte of lange afwezigheid in huis en ruikt men gas, dan moet men vooral geen lucifers aansteken voor ramen en deuren te hebben opengezet. Electriciteit. Ook hiermede moeten wij zeer voorzichtig om gaan en zorgen, dat we alle gebruiksvoorwerpen van prima kwaliteit nemen. Zijn snoeren of draden van toestellen gesleten, dan late men deze onmiddellijk herstellen of vernieuwen. Bijzonder gevaarlijk is het om een snoer, dat stuk is en waar nog stroom op staat met nattj of vochtige handen aan te raken of staande op een natte vloer. Vergeet nooit om vóór ge geheel en al klaar zijt met strijken, het snoer uit het contact te halen, daar menig geval of begin van brand daarin zijn oorzaak vond. Behandel electriciteit dus met de noodige voor- tigheid en: le. gebruik bi) uw installatie het beste mate riaal en laat alles alleen door deskundigen aan leggen. 2e. let op versleten snoeren en laat deze on middellijk repareeren. 3e. raak nooit met natte handen aan draden en installaties. 4e. haal de snoeren uit de stopcontacten na strijken en koken. 5e. laat waterdichte leidingen in badkamers, garage en kelders maken. 6e. gebruik nooit een straalkachel of anders zins in een badkamer, in aansluiting op een ge woon stopcontact. Oplossingen, bijdragen, enz. te zenden aan den Schaakredacteur, Ged, Oude Gracht 88, Haarlem. PROBLEEM No. 811. Ir A. J. C. v a n E e 1 d e. (1857—1913). i WW mm Mm I 'mm 'WW Mat in drie zetten. Stand der stukken: Wit: Kcl. Dd8, Lc7, Lc8, Pe6, Pg4, b3, g2. Zwart: Ke4, Lh3, Pb8, Phl, e5, e7. PARTIJ No. 134. Gespeeld aan het 26e bord in de simultaan seance tegen 30 spelers, te Amsterdam, 1 Augus tus 1931. Wit: Zwart: J. R. Capablanca, A. M v. E p e'n. (Havanna). (Hilversum). Blauw wit gemoesd japonnetje met afste kende kraag en das; korte momven; op den schouder vastgeknoopte epauletten houden de marine-blauwe doek vast die om de puntige halsuitsnijding wordt gelegd en in een knoop eindigt. Geplisseerde japon van groen crêpe de chine met kraag, eveneens geplisseerde das van don kerder tint groene foulard zijde. Een ceintuur van zwart lak geeft de taille-lijn aan. EENIGE PRACTISCHE WENKEN. (Door een huisvrouw). Branden. Terwijl wij in ons vorig artikel besproken heb ben hoe vaak oudere menschen allen ongelukken krijgen in huis, is een groot gevaar voor kinderen het spelen met vuur. Kinderen voelen zich altijd bijzonder aange trokken tot lucifers en vuur en herhaaldelijk le zen wij in de dagbladen van kinderen, die ver brand zijn, óf leelijke brandwoden hebben opge- loopen door te vallen in een pot met kokend water of door het spelen met lucifers. Wat die gevallen zoo treurig maakt is, dat deze en de meeste gevallen aan nalatigheid te wijten zijn. Om ongevallen zooveel mogelijk te voorkomen, moeten le. lucifers buiten het bereik van kinderen gezet worden. 2e. potten of ketels met warme vloeistof moeten niet op den grond neergezet worden, zoo licht loopt een kind er spelende tegenaan. 3e. petroleum en benzine buiten het bereik van kinderen staan, en moet eventueel het schoon maken van kleedingstukken met benzine altijd buitenshuis geschieden; 4e. kinderen er al zeer vroeg op gewezen wor den hoe gevaarlijk het spelen met lucifers en vuur is en ook, dat zij niet dicht met de kleertjes bij brandende kachels mogen komen. Gas. „Gas is een goede dienstknecht, maar een slechte baas". Inderdaad is het een goede en zin delijke hulp bij het bereiden van ons middagmaal en is het eveneens buitengewoon geschikt voor verwarming. Toch is het noodig om de grootste voorzichtigheid te betrachten en te zorgen, dat er geen kraantjes open blijven staan. Hoe menig geval van gasvergiftiging is niet te betreuren ge weest dat toch voorkomen had kunnen worden! Eieren kunnen voor velerlei doeleinden ge bruikt worden; niet alleen maken wij er in de keuken een dankbaar gebruik van bij het be reiden van cake, gebak, puddingen enz. maar ook voor andere doeleinden leenen zij zich. Heeft men zich gebrand en geen brandolie of Brand-binde in huis. dan zal de piin zeer veel verminderen Indien men de plek met eiwit be strijkt. Eiwit geklopt met suiker is een goed middel tegen bronchitus en toevoeging van citroensap helpt ons van heeschheid af. Wil men eiwit vlug stijf hebben, dan doet men er een tikje zout en een klein scheutje wa ter bij. Vermengd met wat rozenwater is het een goed middel om de huid mee in te wrijven, op dat deze zacht blijft; na eenige uren wascht men het gelaat dan met warm water af. Geklopt eiwit is uitstekend om er leeren stoe len of tasschen mee schoon te maken, men drenkt een lapje in het eiwit en wrijft het leder er mee schoon, dat er na de behandeling weer als nieuw uitziet. Glazen karaffen, bowls enz. worden van bin nen geheel en al schoon, als men ze goed heen en weer schudt met gestampte eierschalen en wat warm water. Om eieren te koken, die een barstje hebben, voege men een scheut azijn of zout bij het kookwater. Men voorkomt daardoor dat het dooier wegloopt. NUTTIGE WENKEN. GOED HOUDEN VAN MELK. Indien men niet over een frissche kelder be schikt is het moeilijk om melk gedurende de zomermaanden goed te houden. Men kan het zuur worden voorkomen, door de melk, zoodra men die in huis heeft te koken. Heeft men de volgende dag melk over dan kookt men deze weer op; op deze wijze kan men melk zelfs in den zomer meerdere dagen goed houden. Suiker in een van haar gezondste vormen. Nu langzamerhand de tijd weer nadert, dat het kleine, gonzende, nimmer rustende bijen volkje ons weer zijn fijne honing geeft, is het misschien wel goed nog eens op het nut van de honing te wijzen, daar het een van de meest ge zonde vormen van suiker is. Het gebruik ervan dateert reeds van eeuwen en eeuwen terug, zelfs in den bijbel wordt al ge sproken over „Kanaan, het land overvloeiende van melk en honing". En in oude geschriften noemen de wijsgeeren de honing reeds en wordt melding gemaakt van „die zoete en gouden stof." Ook heden ten dage is de honing nog steeds zeer gewild en in overvloed te verkrijgen en ge lukkig, maar, want ze bevat vele onontbeerlijke voedingsstoffen. De kleur en de geur van de honing hangt af van de bloemen, waaraan de bijen haar ont trokken hebben; men heeft bloemen en boek- weithoning, maar de zuiverheid heeft met de kleur niets te maken; vaak worden verschillende soorten honing gemengd. Vroeger gebeurde het nog wel eens, dat men geen zuivere bijenhoning kreeg; denken we maar eens aan de honing, die we in de distri butie jaren kregen, de z.g. kunsthoning. Men kocht dan ook wel een mengsel van honing en stroop en om dan indruk te verwekken, dat het inderdaad „honing" was, vond men dan soms een vleugel of gedeelte van een bij! Dank zij de keuringswetten is het vervalschen van levens middelen tegenwoordig vrijwel onmogelijk! In oude Grieksche mythen wordt verhaald dat de Goden leefden van nectar en bijenbrood. Wat is nectar nu anders dan de natuurlijke bijenhoning? Voedsel dat goed genoeg was voor de goden, mag toch zeker ook niet op onze tafel ontbreken? Ook bij de bereiding van verschillende gerech ten o.a. bij vruchten salades kan men honing gebruiken voor het zoeten in plaats van suiker. Niet alleen als voedingsmiddel, maar ook bij voorkomende verkoudheden is het een uitste kend middel tegen hoesten, indien men het sap van een citroen klopt met een eierdooier en een eetlepel honing en dit over één dag verdeeld, gebruikt, SPAANSCH. 1. e2e4 e7e5 2. Pgl—f3 Pb8—c6 3. Lflb5 a7a6 4. Lb5—a4 d7d6 5. 0—0 Pg8—f6 6. Tfl—el Lf8—e7 7. c2c3 00 8. d2d4 b7b5 9. La4—c2 Lc8—g4 10. Lel—e3 Pc6a5 11. d4 X e5 Lg4Xf3 12. Ddl X f3 d6Xe5 13. Pblc'2 c7c5 14. Tal—dl Dd8c7 15. Df3—g3 Tf8e8 16. Pd2—f3 Pa5c6 17. Pf3h4 Le7—f8 18. Ph4—15 g7g6 19. Dg3h4 Te8—e6 20. Pf5h6f Kg8—g7 21. Le3—g5 Pf6g8 22. Tdld5 Pc6e7 23. Ph6f6f Een prachtige combinatie. Zwart kan het Paardoffer niet accepteeren, want dan volgt 24. e4Xf5, Pe7Xd5: 25. f5Xe6. Pd5—f6; 26. Lg5Xf6t, Pg8xf6; 27. Dh4—g5f en wint. 23. Kg7h8 24. Pf5Xe7 Lf8Xe7 25. Tel—dl Le7Xg5 26. Dh4Xg5 Pg8—f6 27. Td5d2 Kh8—g7 28. Dg5e3 Ta8—e8 29. h2h3 Te8e7 30. Lc2—b3 c5c4 Anders speelt Wit c3c4, waarna hij beter spel heeft op den Dame-vleugel. 31. Lb3c2 Te7d7 32. Td2Xd7 Pf6Xd7 33. De3d2 Pd7—f6 34. Dd2d8 Dc7Xd8 35. Tdl X d8 Te6e8 36. Td8d2 Te8e6 37. g2—g3 Pf6—e8 38. Td2d5 g6—g5? 39. a2—ai! Pe8c7 40. Td5c5 Te6e7 41. b2b3 c4Xb3 42. Lc2Xb3 f7—f6 43. a4a5 Pc7e8 44. c3c4 Te7—c7 45. Tc5 X c7 Pe8 X c7 46. c4Xb5 Pc7Xb5 47. Lb3c4 P;b5—c7 Op Pb5dl volgt ,48. Lc4Xa6, Pd4b3; 49. La6b7, Po3Xa5; 50 pbTd5 en het Paard kan nergens meer heen, want op alle velden areigt de Looper. Komt de Koning hem te hulp, dan dringt de witte majesteit via g2, f3, in het zwarte spel, dat na eventueel h7h5 en h3h4 niet meer te redden is. 48. Kgl—g2 Kg7f8 49. Kg2—f3 h7h5 50. h3h4 g5g4t waarna de partij voor Capablanca gewonnen werd verklaard (daar eventueel de Looper op f7 kan komen of anders de Koningin in het spel dringt.) Van de 30 partjien verloor Capablanca er drie en maakte er drie remise; een schitterend re sultaat, 85 pCt. OPLOSSING PROBLEEM No. 307, (A. Volkman n). Stand der stukken: Wit: Kc3, Df7, Pf6, b5, g3. Zwart: Ke5, e6. 1. Pf6e4, Ke5d5; 2. Kc3—d3. enz. Ke5 X e42. Df7—f4f, enz. Goede oplossing ontvangen van: F. Brandon cn H. W. v. Dort. beiden te Haar lem: J. v. Guïik te Overveen (ook nog van Eind spelstudie No. 88); P. Mars, te Santpoort, CORRESPONDENTIE. In het diagram van Probleem No. 310 moet de Dame op b5 wit zijn, zooals uit den „Stand der stukken" kan blijken. Heemstede, Frits K. Dzn. Uw vraag over de in Haarlem en omstreken bestaande clubs, hebben wij schriftelijk beant woord.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1931 | | pagina 5