Een scheur in de aardkorst Het kraakt in Amerika. Eerste Heemsteedsche Courant. Verschillende meeningen en theorieën. Werkloozen als landloopers. Ik ben overreden. Op expeditie door het Tangajika-Meer. door PROP. JOHN MERRIAM, President van het Carnegie Instituut te Washington. Het Camegie-Instituut te Washington heeft in 1929 een expeditie uitgezonden naar Centraal Afrika om daar op verschillend gebied materiaal te verzamelen. Het voornaamste doel was een vergelijkende studie van de meest voorkomende oorzaken van aardbevingen in die streken. Thans is de expeditie teruggekeerd; zy heeft een $chat van wetenschappelijk materiaal verzameld, doch het zal nog wel eenigen tijd duren, voordat men gereed ls met de bestudeering daarvan. Vandaar dat wy nog slechts enkele hoofdzaken kunnen mededeelen. De route. Voornameiyk hebben de geleerden zich opge houden in de streek rondom het Tangajika Meer. Dr. Bailey Willis en Dr. N. L. Bowen, de leiders van de expeditie, waren langs verschillende we gen daar heen gereisd en ontmoetten elkaar te Kigoma op den Oosteiyken oever van het lang gerekte meer. dat in hoofdzaak Noord-Zuid loopt en scheiding maakt tusschen het Congo-bekken en het Tangajikagebied. Van Kigoma gipgen zij naar het Noorden, waar drie langgerekte meren eigenlyk een voortzetting van het Tangajika Meer vormen, zoodat men by het bekijken van de kaart onwillekeurig den indruk krygt van een scheur in het Afrikaansche vasteland. De, in deze 6treken zoo talrijke kloofdalen zyn nauwkeurig door de expeditie onderzocht. Een scheur in de aardkorst? Loopt er een groote scheur door de aardkorst, langs den Oostrand van het Congo-bekken, door de Roode Zee en de Doode Zee tot het dal van de Jordaan? Het landschap vertoont wel enkele kenteekenen, waaruit men dit zou kunnen opma ken. De Doode Zee en het dal van de Jordaan zyn merkwaardig diep en hebben tameiyk rechte, evenwydig loopende zijkanten, alsof het gesteente er vaneen gescheurd ls. De Roode Zee vertoont dit verschynsel niet zoo sprekend; alle deelen van zoo'n scheur kunnen ook niet aan elkaar ge lyk zyn. Het idee van een scheur in de aardkorst wordt ook opgewekt door de dalen en meren in Z.O. Abessinië en door de inzinking die via het Rudolf Meer en een diep dal dwars door de pro- vihcles Kenya en Tangajika naar het Zuiden loopt tot het langgerekte Nyasameer, een scheur, die byna tot den Indischen Oceaan loopt. De eerste veronderstelling. Edward Suess, de groote Oostenryksche geo loog, heeft het idee van een groote scheur het eerst geopperd. Hij veronderstelde, dat Afrika en Azië uit elkaar waren gedreven; een van de ver klaringen van zyn theorie luidt, dat in het N.W. van den Indischen Oceaan een vasteland moet hebben gelegen, Goudwana genaamd, dat Afrika met Voor-Indië verbond. Dit zou dan later in de zee zyn weggezonken en daarby zoo'n spanning in de aardkorst hebben veroorzaakt, dat er in het Afrikaansche vasteland een scheur ontstond. Suess elf is nooit 1n de gelegenheid geweest, Afrika te bezoeken, doch Prof. J. W. Gregory van Glasgow heeft in 1893 een reis naar Oost-Afrika gemaakt om het probleem ter plaatse te bestu- deeren. Destyds stonden de inboorlingen zeer vyandig tegenover de blanke ontdekkingsreizigers; deze reis is dus een daad van grooten moed ge weest. Als eenige Europeaan, met slechts veertig negers als dragers, heeft Gregory de tocht ge waagd. Hy vond de theorie van Suess volkomen bevestigd. Een andere theorie. Zooals Suess als Gregory namen dus aan, dat spanning de aardkorst uiteen had doen scheuren. Een geheel tegenovergestelde meening werd in den loop der jaren ge,rit door E. J. Wayland, een Engelsch geoloog, die in Uganda werkzaam was en een der meren in de scheur, het Albert Nyanza Meer, nauwkeurig kon bestudeeren. Hu kwam tot de veronderstelling, dat niet uiteendryving, doch samendrukking van de gesteenten aanlei ding was geweest tot het veroorzaken van de scheur. Hy nam aan, dat er onder het Albertmeer een wigvormig blok zat met den breeden kant naar beneden en dat de aangrenzende rotspla- teau's tegen de zyden van de wig waren opge schoven. Het wioord „scheur" is dan eigenlyk niet langer van toepassing. Deze theorie heeft aanleiding gegeven tot groote meeningsverschillen tusschen de geologen, die echter voor het meerendeel niet in de gele genheid waren, hun opvattingen ter plaatse aan de werkelijkheid te toetsen. De thans geëindigde expeditie had dan ook ten doel, hierover meer licht te verspreiden, waarby aardbevingen en tal van andere vulkanische verschijnselen goede hulpmiddelen zijn. Dr. Willis had reeds tevoren studie gemaakt van de Doode Zee en helde over naar de meening, dat Wayland gelijk had en dat ook de Doode Zee was ontstaan door opschuiving en samendrukking, in dit geval doordat de bodem van de Middel'e^dsche Zee zich in Oosteiyke richting bewoog. Hy was echter tevens van mee ning, dat het dan een plaatselüke oorzaak was (het dieper worden van de Midriedlandsche Zee) en dat het ontstaan van de groote scheur in haar geheel toch nog een andere reden moest hebben. De bouw der vastelanden. Zooals wy gezien hebben, kan men de scheu ren in Afrika onderschei,den in een Westeiyke en een Oosteiyke, met resp. het Tangajika- en het Nyasameer als voornaamste gedeelte. Die twee scheuren zetten zich naar het Noorden voort ter weerszoden van het Victoriameer, dat voor dit vraagstuk van geen belang ls. Het is een groot, ondt'"i h*'-' - de andere meren zün lange, smalle en diepe „troggen", om hun geologische naam te bezigen. Hoe zyn zy ontstaan in het machtige bouw werk van het Afrikaansche vasteland? Het schynt den leek misschien vreemd, dat wy een vasteland met een bouwwerk vergelijken en toch is het opgebouwd uit onderdeelen, die sameil- g- ctd en in elkaar gepast zyn. Het voornaam ste van de geologie is dan ook niet het onder zoek van de afzo"J»rlyke rotsen, doch de be schouwing van het geheele vasteland en de be-, studeering van zyn wordingsgeschiedenis; om dezelfde reden zal een architect ook letten op het gebouw en niet zoo-r op de steenen, waar uit het is opgebouwd. Zwaartekracht. Van de wordingsgeschiedenis der vastelanden v - ?r wiel wat af. Het verweren der rot sen,, de aanslibsels, het uitschuren van dalen door rivieren, die jonger zyn naarmate de wan den zyn, dat alles is reeds dikwyls be- reven. Wit kunn-n ons ook voorstellen, dat door de werking der zwaartekracht de massa's leden worden getrokken, wanneer de on- ier! rtet sterk genoeg ls. De basis der vas telander ais regei wy vast gen0eg om weerstand te kunnen bieden aan de zwaarte kracht. Behalve de zwaartekracht moet er ech ter ook een opwaarts stuwende kracht zyn; daar door ontstaan de plateau's, waarvan er vooral in Afrika zooveel voorkomen. En om deze kracht te verklaren, moeten wy even een uitstapje maken op het gebied der vulkanologie. De opwaarts stuwende bracht. De warmte in de aardkorst is zeer ongeiyk verdeeld. Op sommige plaatsen is de hittè zoo groot, dat de rotsen versmelten tot lava. Dit ziet men in vulcanische streken, waartoe ook het onderzochte gebied in Afrika behoort. Het spreekt vanzelf, dat rondom de lavamassa's in een vulkaan de rotsen ook zeer sterk verhit zyn. In een vulkanische streek kan men dat van den geheelen rotsbodem zeggen. Wat is nu de in vloed van die hooge temperatuur op die rots massa's? Door de warmte zetten zy uit, doch niet zoo veel, dat daardoor natuurverschynselen op groote schaal kunnen worden veroorzaakt. Van meer belang is het feit dat de kristallen, waaruit de dieper gelegen rotsen bestaan, onder den invloed der hitte hun vorm en som zelfs hun chemische samenstelling veranderen. Vormverandering van kristallen is iets, dat door de moleculaire krach ten wordt veroorzaakt. Zooals bekend, zijn deze krachten ongehoord groot, ruimschoots voldoende omeen rotslaag van duizend meter dikte op te heffen. Kristallen kunnen by een vormverande ring in den letteriyken zin van het woord ber gen verzetten. Ze kunnen op de eene plaats zwelling, spanning, uitéénscheuren van de aard korst veroorzaken, op de andere plaats samen drukking en opschuiving. Vermoedelijk hebben Gregory en Waylana elk het door hen bezochte gebied goed waargenomen en de juiste conclusie getrokken, doch wat voor het eene gedeelte van de groote scheur gold, behoefde nog niet wtaar te zyn voor het andere. Alleen moet men dan de aantrekkelyke theorie opgeven, dat de groote scheur ineens ontstaan is door eenzelfde natuur- verschynsei. Het Afrikaansche landschap. Zoo gingen de geologen naar Afrika om een van de grootste twistpunten op te helderen. Daarby maakten zü tevens kennis met een zeer merkwaardig land. Men behoeft geen schilder te zyn om de schoonheid te zien van de Nina Ngongo (Moeder van de Congo), een werkende vulkaan ten Noorden van het Kivoemeer, met op den voorgrond het groene land en de Kaffirboom met haar groote, helderroode bloemen. Men be hoeft geer. plantkundige te zyn om uit de ver schillende groepeering van boomen, struiken en gras op te maken, hoe de bodemgesteldheid hier wisselt, en geen jager om de kudden antilopen, de leeuwen, olifanten en rhinocerossen op te merken. Dr. Willis heeft de hooge plateau's van Tangajika bezocht in Juni en Juli, het begin van den winter in die streken. De regenityd was voor by; het gras was bruin, de doornstruiken stoffig. In de verte zag hy een wiazige groep giraffen, die hy tot op 15 M. wist te naderen; toen wer den zij verschrikt door het gebrom van zijn auto. Het wild had de droge hooglanden verla ten; in de lente zouden zy er weer by duizenden naar terugkeeren om hun jongen groot te brengen. De wegen. De groote weg van Kaapstad en Cairo is in den drogen tyd begaanbaar, doch tydens de re gens zijn groote stukken ervan onbruikbaar. Zy volgt zooveel mogelyk de waterscheidingen om zoo min mogelyk bruggen tioodig te maken. Want die bruggen van kromme stokken op ge vorkte takken, bedekt met vastgestampte aarde en matten, geven den automobilist een eenigs- zins onveilig gevoel. Toch vervangen de auto en de vrachtauto meer en meer de lange ryen dra gers, die men vroeger in Afrika zag. Het vlakke terrein zonder bosschen is uitstekend geschikt voor auto's. Echte bergketens zyn in Afrika zeldzaam; gewoonlijk blyken 't randen van 'n plateau te zyn, vlak van boven. De boschbran- den, die eeuwen achtereen geregeld hebben ge woed, hebben den plantengroei beperkt tot doornstruiken, die slechts by uitzondering zoo dicht op elkaar staan, dat het wild er niet tus- schendoor kan loopen. Verder zyn er uitgestrekte steppen zonder een enkele struik. Dr. Willis heeft ook de reuzenkraters in het vroegere Duitsch-Oost-Afrika bezocht, één ervan, met een doorsnede van ruim 30 K.M. heeft hy un een nauwkeurig onderzoek willen onderwer pen en daarom is hy met zyn auto doorgereden tot ver voorby de laatste karresporen der jagers op groot wild. Zebra's gazellen, antilopen, wilde beesten, hyena's, wilde honden en leeuwien zag hy er in overvloed. Een leeuwin heeft 36 uur het kamp bewaakt. De wilde dieren vormden echter niet het grootste gevaar. Dat waren de regens, die toen juist weer moesten beginnen en steeds gepaard gaan met zware tropische onweersbuien. Met de auto's was men vele kilometers voortge reden over zwarte aarde en door diepe ravynen, waarvan de wanden op bepaalde plaatsen gelei- delyk waren platgetrapt door olifanten. Als men nu door de regens werd overvallen, zou men met de auto's niet meer kunnen rijden en 240 K.M. te voet moeten afleggen waarvan 120 zonder wa ter. 's-Nachts was er al regen op de tent geval len, vandaar dat men den volgenden morgen in alleryi de 9 EK aflegde naar een rots vanwaar men op de z.g. krater neerzag (het bleek een in zinking te zyn tusschen twee vulkanen), waarna men weer zoo spoedig mogelyk terugkeerde naar het kamp. Daar was alles lntusschen gereedge maakt voor het vertrek en men reed over het by regenweer onbegaanbare gedeelte onder het zware gerommel van onweer boven den Ololmoe- ti; een der vulkanen, terwijl achter de auto het land reeds aan het oog was onttrokken door een dichten regen, dien men slechts met moeite vóór wist te blyven. Nadruk verboden.) De terugslag in Europa. door BILLY HARD. Gistermiddag tegen vyven ben ik door een auto overreden. Tot op dit oogenblik ben ik er nog vast van overtuigd, dat ik gelyk had en dat de chauffeur de schuldige was. Maar de agent heeft hem laten loopen en my hebben ze rustig op straat laten liggen, omdat in elk handboekje voor „Eerste hulp by ongelukken" staat: Laten lengig tot de dokter komt. Wel hebben ze me gevraagd of ik me bezeerd had. Ik wees op myn gescheurde pantalon en wreef langs myn scheenbeen. Een beetje bloed kwam op myn hand. maar ik zeide, dat ik heele- maal geen pijn had. Ik wilde alleen gelyk hebben, want ik was in myn recht. Maar geen der omstanders begreep me. Toen een dokter kwam, zeide hy: „Lichte schaafwon den aan het rechter-scheenbeen". De agent no- tëerde myn naam, bedankte den dokter en beval me, op te staan. Be weigerde. Toen beval hy me, op te staan en hem naar het „bero" te volgen. Natuurlijk kon ik bést opstaan en wandelen, maar ik wou niet, Ik was overreden en wilde myn Recht. Ze hadden den chauffeur moeten vast houden, want hy was de schuldige, daar blijf ik nu nog by. Ik bleef dus liggen „Man", zei de agent, „verkoop nou geen grap jes, d'r mankeert je toch niks?" en hy trok me aan myn arm. „Jawel, maar het zou mogelyk kunnen zyn, dat me wél wat mankeerde", zei ik, en ging weer liggen. „Hebt U gehoord dat U opstaan moet", riep hij nu, „d'r is U toch niets overkomen?" „Agent? D'r had me wel Iets kunnen overko men", hield ik vol. „De auto heeft U toch niets gedaan?" „Doet er niet toe, de chauffeur heeft verkeerd gereden." „Doet er niet toe, want U mankeert toch niets." „Doet er wèl toe, hy is de schuldige en daarom had U hem moeten aanhouden." „Heb ik gedaan." „U heeft zyn naam niet opgeschreven". „Ik heb zyn nummer opgenomen". „Waarom heeft U dan ook myn naam opge nomen?" „Omdat het best kan zijn, dat U de schuldige is". „Ik was woedend en sprong op. om in een ge makkelijker houding het debat voort te zetten. Maar op dat oogenblik mengde zich een heer met gezond verstand in het gesprek. De meneer be antwoordde volkomen aan de voorstelling, die men zich maakt van iemand met gezond ver stand. Rond, blozend gezicht, das ln gedekte kleur en een parapluie. „Agent", zei hen, „pak dien man toch op. Myn gezond verstand zegt me dat hier een verdachte bedoeling achter schuilt. Zulke menschen heb je meer en daar moest eens een flinke opruiming onder gehouden worden". Een dame met een konynen-bontjas begreep '■"m direct. ,Ja, onlangs was er nog zoo eentje by ons in de straat. Ging op den grond liggen rollen en steunde alsof hem wat mankeerde! Jawel! De meneer die hem hielp opstaan, is zyn portefeuille nog steeds kwijt". Andere vrouwen met boodschap-tasschen be moeiden zich ook met het geval en scholden op fuifnummers, die 's middags al dronken waren, en niet eens bly waren als ze zonder een schram metje uit een aanrijding te voorschijn kwamen. „Ja", zei een portiers-vrouw, die haar hoofd uit *3" donkere loge stak. „Onze Lieze heeft on langs ook met zoo'n nummer kennis gemaakt, die zei dat hy haar zou trouwen. Ha! Verdrinken moesten ze dat tuig!" De atmosfeer werd langzamerhand bepaald vya-dig. ..Menschen!" riep ik uit, „klets nou niet! Ik ben overreden en ik ben in myn recht en de chauffeur is de schuldige. Ik protesteer tegen 't optreden van dezen agent die hém laat loopen en mii nabrengen wil. Hier legde de man met 't gezonde verstand my zijn hand op den schouder en zei: „Jongeman, wind je niet onnoodig op, dat zou Je nog eens leelijk kunnen opbreken. Wees blij, dat je nog je beenen hebt en loop nu vlug naar huis; de agert toevallig niet naar Je". „Maar ik ben heelemaal niet bang voor de po litie", zei ik, „ik ben overreden en ik wil myn recht. Ik heb niet de auto aangereden, maar die heeft het my gedaan". Dat doet niet terzake", onderwees de meneer rr.ij, kalm vermanend, „het gaat hier maar alleen erom, wie de schuldige is en dat mag alleen de politie zeggen. Zoo hoort het". Hij nam me by den arm en leidde me zachtjes lai.gs den agent heen een eind verder de straat op. Ik kan zweren dat de agent het zag, maar hy deed net of hy niets merkte. „Zoo", zei de verstandige meneer, „nu is alles voorby, een volgende keer beter. Wanneer U de volgende maal overreden wordt moet U ervoor zorgen, dat U niet vlak voor de voeten van een agent gaat ligger." Met die wijze woorden verdween hy. Een oogenblik later merkte ik, dat myn por tefeuille ook verdwenen was. DE ZWAKKE. Wie voor de eerste maal de zee ziet, wie voor de eerste keer de bergen aanschouwt met den top hoog in de wolken of met sneeuw overdekt, wie in den klaren, helderen winternacht, wan neer de hemel niet door nevelen wordt bedekt of door dampen omvloerst, den sterrenhemel boven zich ziet welven, voelt een aandoening, een nog niet gekende aandoening in hem komen. En wanneer hy die aandoening weet te de- fmieeren, by het zoeken naar de oorzaak ervan. De gouverneur van Oklahoma heeft de directe sluiting van 3000 olietorens ge last. In Brazilië is de grootste in- en verkooporganisatie van koffieplanters met een schuldenlast van 14 millloen dollars ineengestort. In Canada zullen de graanverbouwers het volgende jaar slechts de helft van de ter beschikking staande akkers verbouwen. Wie tegenwoordig in Nederland of in Europa het bericht leest, dat de gouverneur van Okla homa (Ver. St.) de sluiting van 3000 oliebron nen gelast en over het rykste oliegebied der wereld standrecht uitoefent, dat de grootste koffiebank in Brazilië met een ongedekte schul denlast bankroet is gegaan, dat slechts 50 pCt. van de graanakkers in Canada in het seizoen 1931-'32 zullen verbouwd worden, die zal mis schien vragen, wat gaat mij dat eigenlyk aan? Deze vraag stellen is niet geheel en al onge rechtvaardigd en toch vergeet hy die aldus vraagt, dat er tusschen de huidige crisis in Europa, tusschen de steeds grooter wordende werkloosheid en tusschen de zoo juist genoem de gebeurtenissen en Noord- en Zuid-Amerika een duidelyk verband bestaat. Beide werelddee- len, Europa en Amerika lyden onder denzelfden nood, die men kan samenvatten in de belde kleine woorden: overproductie, wereldcrisis. Het is toch inderdaad zoo gesteld dat in Duitschland, Engeland en Italië, steeds meer dan eens bloeiende goed rendeerende onderne mingen moeten sluiten, dat zaken, die eens groote winsten afwierpen nu failliet gaan, om dat voor hun productie geen afzetgebieden te vinden zyn, omdat er teveel geproduceerd werd, omdat de oorlog, na-oorlog, inflatie en politie ke spanningen de wereld zoo arm hebben ge maakt, dat ze niet meer koopen. Omdat de ma chine, de band zander einde meer aflevert dan voor 15 jaren nog honderd menschenhanden. Oliecrisis, koffiecrisis, graancrlsis in Ameri ka, bankcrisis en stygende werkloosheid in Europa, tusschen hen bestaat zeer enge samen hang. Zy hebben alle dezelfde oorzaak, over productie, verarming, wereldcrisis. De overeenkomst- Maar niet alleen dit is belangrijk, het ver band te beschouwen dat er is tusschen de din- den in de Ver. Staten, in Brazilië en m Canada en die in het oude Europa. Alleen wie oogen geeft om te zien, die zal tusschen de regels van de betreffende mededeelingen meer kun nen lezen. Sluiting van 3000, oliebronnen beteekent werkloosheid voor tienduizenden. Ineenstorting van de grootste koffiebank beteekent nood en ellende en revolutie in Zuid-Amerika, Beper king van de graanproductie in Canada betee kent dat de boeren in schulden geraken, dalen de waardepapieren, banken die over den kop gaan en weer werkloosheid. Hoe geweldig de spanning in de drie lan den is, waarvan wij thans eenige crisisverschyn- selen opteekenen blykt reeds uit het feit dat in Brazilië verschillende reservelichtingen on der de wapens zyn geroepen, dat de gouverneur van Oklahoma de gezameniyke nationale mi litie van zyn gouvernement heeft opgeroepen en over de betreffende oliedistricten den uit zonderingstoestand, lees standrecht, heeft uit gevaardigd. En men kan slechts hopen, dat tenminste Oklahoma en Canada verschoond zullen blyven van het dreigende spook van re volutie en burgeroorlog. Op den eersten blik is het niet gemakkeiyk te overzien waarom eigenlyk in Oklahoma ryk produceerende boortorens en raffineerderijen worden stilgelegd en welk succes men hiervan verwacht. Toch is de rekening vry eenvoudig. Er wordt op de wereld veel te veel olie geproduceerd zoo dat de prijs voor 'n Barrel aardolie van 1 dol lar een jaar geleden nu teruggeloopen is tot een 12 dollar. Daar op het oogenblik aan een vergrooting van den omzet niet te denken is, daar zulks natuurlek ook 'n verlaging der pry- zen met zich mee zou brengen wil men met de sluiting der boortorens kunstmatig 't aanbod kleiner maken. Er moet minder olie en ben-, zine op de markt komen dan men noodig heeft. Men hoopt dat de op deze kunstmatig gescha pen grootere navraag dan het aanbod prys- styging ten gevolge zal hebben. Maar het is te voorzien dat de berekening van den gouverneur en der oliemagnaten op een bittere ontgooche ling zal uitloopen. Want wat men daar bezig is te doen, is in den grond precies hetzelfde wat men in Brazilië sedert jaren, maar steeds met mislukkingen tot resultaat heeft geprobeerd. Daar hebben de in- en verkoopgenootschappen en de banken ten tyde van de koffie-baisse eveneens enorme voorraden opgekocht en achtergehouden, maar deze beperking van het aanbod heeft geen prysstyging tengevolge gehad, wel echter in de meeste gevallen tot zware verliezen by de spe- culeerende banken. (Vanzelfsprekend zyn der- gelyke prijsbeperkingen niets anders dan spe culaties). Ook in Canada heeft men dergeiyke expe rimenten uitgevoerd toen de tarwepryzen by- zonder slecht waren. Het gevolg was slechts, dat de maatschappyen ten gronde gingen, dat millioenen tonnen graan in de silo's verstikten en in de zee moesten geworpen worden. Wat zullen de gevolgen zün? Welke gevolgen deze zware crisis voor Okla homa en voor de Ver. St. in hun geheel zullen hebben is op het oogenblik nog moeliyk te overzien. Canada is ryk genoeg om zyn graan- farmers door ondersteuningen een of twee jaar boven water houden. Evenzoo ï6 het gesteld met de Amerikaansche aardolie-ondernemingen, die het ook best een of twee Jaar zonder pro ductie kunnen uithouden. Wat zal er echter met de naar schatting 80.000 arbeiders, die door de stillegging broodeloos zyn geworden, ge beuren? In de Ver. St. bestaat er geen werk- loosheldsondersteumng zooals in de meeste Europeesche staten. Daarom zullen deze 80.000 terecht komen in het reeds machtige leger der .slums", de door de staten zwervende land loopers, die vooral in het westen van Noord- Amerika een ernstig gevaar geworden zyn. 80.000 werkloozen meer, dat is niet zoo heel veel by een reeds aanwezige werkloosheid, die 12 mlllioen menschen omvat, niet waar? En toch, het is niet alleen de olie-industrie, waar in het kraakt. Ford heeft gesloten, verschillen de werven in het Zuiden en Zuid-Oosten liggen eveneeens reeds stil, terwyl de twee grootste spoorwegondernemingen voornemens zyn de ge projecteerde uitbreidingen voorloopig niet uit te voeren. De landbouw ln het westen, die tot nu toe in de oogstmaanden veel arbeiders noo dig had gaat 't even slecht als de Canadeesche farmers. General Motors wil de productie be perken. Zelfs de tot nu toe groote winsten af werpende filmindustrie gaat het slecht. 80.000 werkloozen meer.... Dat is niet veel! Maar, het ziet er naar uit, dat er ïn de eerst volgende maanden, nog vyf-, nog tienmaal 80.000 werkloozen bij zullen komen in het land der spreekwoordelyk geworden welvaart De uitwerking in Brazilië. Welke de crisis in Brazilië zal hebben is ta meiyk helder. Zooals steeds zal de koffie-oorlog een revolutie tengevolge hebben, die misschien succesvol zal zijn, misschien ook niet. Maar een succesvolle revolutie of niet, de koffieprys zal zich er weinig van aantrekken. Er zullen hon derden menschen sterven of kreupel geschoten worden, de ellende van de gekleurde arbeiders biyft hetzelfde, de nood der farmers zal verder groeien, de zorgen der kofflebanken stygen. Of het nu Europa of Amerika is, zoolang er meer geproduceerd wordt dan de menschheid opnemen of koopen kan, zoolang zal ook deze crisis met al de daaraan verbonden overschnk- keiyke gevolgen blijven bestaan. Zoolang zullen ook, en dit is het ergste millioenen ton nen graan verrotten, terwyl er millioenen men schen zyn, die honger moeten lyden, ja zelfs verhongeren. Zoolang ook zullen heele scheeps ladingen koffie, in zee worden gestort, terwyl in sommige landen van Europa menschen zyn voor wie koffie een ongehoorde luxe en onbe taalbaar is, Zoolang zullen barrels olie zin-em doelloos in het zand druppelen, terwyl duizen den menschen de gas en electriciteitsleidingen afgesloten werden, omdat zy de rekeningen een voudig niet meer konden betalen. Hoe lang deze toestand zal aanhouden weten wy niet. Dit te onderzoeken is ook niet doel van deze regelen, zy werden geschreven om aan te toonen hoe nauw verwant de Europeesche nood en de nood in alle werelddeelen is, hoe zeer bij een lange duur van deze verschrikkelü- ke crisis arm en ryk, hoog en laag zullen ge troffen worden. En dat tenslotte niet tegen elkaar, maar met elkaar een uitweg uit de kof fiecrisis, graancrlsis, oliecrisis, bankcrisis, over productie en werkloosheid moet gevonden wor den. (Nadruk verboden). dan zal steeds weer zyn conclusie zyn, dat de geweldigheid van wat hem omringde, een ge voel van kleinheid, van zwakte heeft opgewekt tegenover de grootschheid, de wonderbaarlyke en verheven g-ootschheid der omringende natuur. En dit gevoel een zwakke te zyn, die met al zyn vermeende kracht en macht niets kan uit richten, overvalt hem nog intenser wanneer hy ziek ter neer ligt, wanneer een die hem lief en dierbaar was, hem ontvalt. En de zwakke, de zich zoo zwak en hulpeloos voelende mensch, richt zyn blik naar boven zooals de mensch, vóór hy God kende, zyn oog liet staren naar de zon, maan en sterren, om dat hij van daar hulp verwachtte. De mensch moest zpeken, voor hy God kon vinden, niet omdat God zich niet reeds in de Schepping had geopenbaard, maar omdat de mensch eerst moest leeren zien en begrypen. En dat zien en begrypen kwam, toen hy zich de zwakke voelde, toen hy hulp daarboven zocht, niet by de zon, maan of sterren, niet van geesten, die moesten leven in boomen of planten, maar by den Eeuwige zelf, by den Schepper van alles, van de zandkorrel tot den mensch. Gelukkig degene, die zich zwak voelt, want hij zal God vinden. Gelukkig hy, die hulp zoekt, hulp, niet van zwakke menschen, als hy, maar van God, want hy zal zeker God vinden. Gelukkig zy, die ln God gelooven, want in zyn geloof vindt de zwakke mensch, zyn hulp en vertroosting. Hy berust als Job in wat God hem brengt, zeker wetende, dat Hy het is, die in allen nood en beproeving waakt. Wij kennen lieden, die zonder kwaad te be doelen, pogen door woord en geschrift het ge loof aan anderen te ontnemen, zy ontkennen het bestaan van God, van een hooger wezen, dat het bestaan van den mensch leidt en de wereldorde regelt en bestuurt, zy zyn van mee ning, dat de mensch zonder God en geloof kan, omdat God een utopie zou zyn, een hersen schim, die geen hulp kan bieden en geen macht heeft. Wie, ïn de overtuiging, dat er geen God is, anderen het geloof wilt ontnemen, doet heel veel kwaad. Hy wil aan den zwakken, geloovi- gen mensch zijn steun, staf en vertrouwen ont nemen. Hy ontneemt den gebrekkige de kruk ken, waarop hij loopt. Zelfs wanneer de bewering van den god loochenaar waar zou zyn, dat er 'n wereld zon der een Albestuurder is, dan nóg moet hy zich onthouden het ongeloof te prediken, omdat hy met zyn Godsontkenning het geluk dat de mensch in zyn geloof vindt, hoopt weg te nemen. Wy moeten den mensch zien als een arm zalig wezen, dat nog ronddoolt en ïn zich zelf niet de sterkte voelt om zyn eigen zelfbewus- ten weg te gaan, zich zelf te kunnen helpen door in zichzelf de oplossing der wereld- en levensraadselen te vinden. Een dolend mensch blyft altyd degene, die zijn vertrouwen niet op God heeft gesteld; de zwakke mensch blyft een zwakke, zoolang hy niet de zekerheid des Geioofs heeft. De zwakke wordt 'n sterke, zoodra hy God erkent in de geweldigheid der Schepping, in de schoonheid der natuur, in de gecompliceerdheid en de ver scheidenheid van den Cosmo6.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1931 | | pagina 6