Een scheur in de aardkorst
Het kraakt in Amerika.
Eerste Heemsteedsche Courant.
Verschillende meeningen en theorieën.
Werkloozen als landloopers.
Ik ben overreden.
Op expeditie door het Tangajika-Meer.
door
PROP. JOHN MERRIAM,
President van het Carnegie Instituut
te Washington.
Het Camegie-Instituut te Washington heeft in
1929 een expeditie uitgezonden naar Centraal
Afrika om daar op verschillend gebied materiaal
te verzamelen. Het voornaamste doel was een
vergelijkende studie van de meest voorkomende
oorzaken van aardbevingen in die streken. Thans
is de expeditie teruggekeerd; zy heeft een $chat
van wetenschappelijk materiaal verzameld, doch
het zal nog wel eenigen tijd duren, voordat men
gereed ls met de bestudeering daarvan. Vandaar
dat wy nog slechts enkele hoofdzaken kunnen
mededeelen.
De route.
Voornameiyk hebben de geleerden zich opge
houden in de streek rondom het Tangajika Meer.
Dr. Bailey Willis en Dr. N. L. Bowen, de leiders
van de expeditie, waren langs verschillende we
gen daar heen gereisd en ontmoetten elkaar te
Kigoma op den Oosteiyken oever van het lang
gerekte meer. dat in hoofdzaak Noord-Zuid loopt
en scheiding maakt tusschen het Congo-bekken
en het Tangajikagebied. Van Kigoma gipgen zij
naar het Noorden, waar drie langgerekte meren
eigenlyk een voortzetting van het Tangajika
Meer vormen, zoodat men by het bekijken van
de kaart onwillekeurig den indruk krygt van een
scheur in het Afrikaansche vasteland. De, in deze
6treken zoo talrijke kloofdalen zyn nauwkeurig
door de expeditie onderzocht.
Een scheur in de aardkorst?
Loopt er een groote scheur door de aardkorst,
langs den Oostrand van het Congo-bekken, door
de Roode Zee en de Doode Zee tot het dal van
de Jordaan? Het landschap vertoont wel enkele
kenteekenen, waaruit men dit zou kunnen opma
ken. De Doode Zee en het dal van de Jordaan
zyn merkwaardig diep en hebben tameiyk rechte,
evenwydig loopende zijkanten, alsof het gesteente
er vaneen gescheurd ls. De Roode Zee vertoont
dit verschynsel niet zoo sprekend; alle deelen
van zoo'n scheur kunnen ook niet aan elkaar ge
lyk zyn. Het idee van een scheur in de aardkorst
wordt ook opgewekt door de dalen en meren in
Z.O. Abessinië en door de inzinking die via het
Rudolf Meer en een diep dal dwars door de pro-
vihcles Kenya en Tangajika naar het Zuiden
loopt tot het langgerekte Nyasameer, een scheur,
die byna tot den Indischen Oceaan loopt.
De eerste veronderstelling.
Edward Suess, de groote Oostenryksche geo
loog, heeft het idee van een groote scheur het
eerst geopperd. Hij veronderstelde, dat Afrika en
Azië uit elkaar waren gedreven; een van de ver
klaringen van zyn theorie luidt, dat in het N.W.
van den Indischen Oceaan een vasteland moet
hebben gelegen, Goudwana genaamd, dat Afrika
met Voor-Indië verbond. Dit zou dan later in de
zee zyn weggezonken en daarby zoo'n spanning
in de aardkorst hebben veroorzaakt, dat er in
het Afrikaansche vasteland een scheur ontstond.
Suess elf is nooit 1n de gelegenheid geweest,
Afrika te bezoeken, doch Prof. J. W. Gregory van
Glasgow heeft in 1893 een reis naar Oost-Afrika
gemaakt om het probleem ter plaatse te bestu-
deeren. Destyds stonden de inboorlingen zeer
vyandig tegenover de blanke ontdekkingsreizigers;
deze reis is dus een daad van grooten moed ge
weest. Als eenige Europeaan, met slechts veertig
negers als dragers, heeft Gregory de tocht ge
waagd. Hy vond de theorie van Suess volkomen
bevestigd.
Een andere theorie.
Zooals Suess als Gregory namen dus aan, dat
spanning de aardkorst uiteen had doen scheuren.
Een geheel tegenovergestelde meening werd in
den loop der jaren ge,rit door E. J. Wayland, een
Engelsch geoloog, die in Uganda werkzaam was
en een der meren in de scheur, het Albert Nyanza
Meer, nauwkeurig kon bestudeeren. Hu kwam
tot de veronderstelling, dat niet uiteendryving,
doch samendrukking van de gesteenten aanlei
ding was geweest tot het veroorzaken van de
scheur. Hy nam aan, dat er onder het Albertmeer
een wigvormig blok zat met den breeden kant
naar beneden en dat de aangrenzende rotspla-
teau's tegen de zyden van de wig waren opge
schoven. Het wioord „scheur" is dan eigenlyk
niet langer van toepassing.
Deze theorie heeft aanleiding gegeven tot
groote meeningsverschillen tusschen de geologen,
die echter voor het meerendeel niet in de gele
genheid waren, hun opvattingen ter plaatse aan
de werkelijkheid te toetsen. De thans geëindigde
expeditie had dan ook ten doel, hierover meer
licht te verspreiden, waarby aardbevingen en tal
van andere vulkanische verschijnselen goede
hulpmiddelen zijn. Dr. Willis had reeds tevoren
studie gemaakt van de Doode Zee en helde over
naar de meening, dat Wayland gelijk had en dat
ook de Doode Zee was ontstaan door opschuiving
en samendrukking, in dit geval doordat de bodem
van de Middel'e^dsche Zee zich in Oosteiyke
richting bewoog. Hy was echter tevens van mee
ning, dat het dan een plaatselüke oorzaak was
(het dieper worden van de Midriedlandsche Zee)
en dat het ontstaan van de groote scheur in
haar geheel toch nog een andere reden moest
hebben.
De bouw der vastelanden.
Zooals wy gezien hebben, kan men de scheu
ren in Afrika onderschei,den in een Westeiyke en
een Oosteiyke, met resp. het Tangajika- en het
Nyasameer als voornaamste gedeelte. Die twee
scheuren zetten zich naar het Noorden voort ter
weerszoden van het Victoriameer, dat voor dit
vraagstuk van geen belang ls. Het is een groot,
ondt'"i h*'-' - de andere meren zün lange,
smalle en diepe „troggen", om hun geologische
naam te bezigen.
Hoe zyn zy ontstaan in het machtige bouw
werk van het Afrikaansche vasteland? Het
schynt den leek misschien vreemd, dat wy een
vasteland met een bouwwerk vergelijken en toch
is het opgebouwd uit onderdeelen, die sameil-
g- ctd en in elkaar gepast zyn. Het voornaam
ste van de geologie is dan ook niet het onder
zoek van de afzo"J»rlyke rotsen, doch de be
schouwing van het geheele vasteland en de be-,
studeering van zyn wordingsgeschiedenis; om
dezelfde reden zal een architect ook letten op
het gebouw en niet zoo-r op de steenen, waar
uit het is opgebouwd.
Zwaartekracht.
Van de wordingsgeschiedenis der vastelanden
v - ?r wiel wat af. Het verweren der rot
sen,, de aanslibsels, het uitschuren van dalen
door rivieren, die jonger zyn naarmate de wan
den zyn, dat alles is reeds dikwyls be-
reven. Wit kunn-n ons ook voorstellen, dat
door de werking der zwaartekracht de massa's
leden worden getrokken, wanneer de on-
ier! rtet sterk genoeg ls. De basis der vas
telander ais regei wy vast gen0eg om
weerstand te kunnen bieden aan de zwaarte
kracht. Behalve de zwaartekracht moet er ech
ter ook een opwaarts stuwende kracht zyn; daar
door ontstaan de plateau's, waarvan er vooral in
Afrika zooveel voorkomen. En om deze kracht te
verklaren, moeten wy even een uitstapje maken
op het gebied der vulkanologie.
De opwaarts stuwende bracht.
De warmte in de aardkorst is zeer ongeiyk
verdeeld. Op sommige plaatsen is de hittè zoo
groot, dat de rotsen versmelten tot lava. Dit ziet
men in vulcanische streken, waartoe ook het
onderzochte gebied in Afrika behoort. Het
spreekt vanzelf, dat rondom de lavamassa's in
een vulkaan de rotsen ook zeer sterk verhit zyn.
In een vulkanische streek kan men dat van den
geheelen rotsbodem zeggen. Wat is nu de in
vloed van die hooge temperatuur op die rots
massa's?
Door de warmte zetten zy uit, doch niet zoo
veel, dat daardoor natuurverschynselen op groote
schaal kunnen worden veroorzaakt. Van meer
belang is het feit dat de kristallen, waaruit de
dieper gelegen rotsen bestaan, onder den invloed
der hitte hun vorm en som zelfs hun chemische
samenstelling veranderen. Vormverandering van
kristallen is iets, dat door de moleculaire krach
ten wordt veroorzaakt. Zooals bekend, zijn deze
krachten ongehoord groot, ruimschoots voldoende
omeen rotslaag van duizend meter dikte op te
heffen. Kristallen kunnen by een vormverande
ring in den letteriyken zin van het woord ber
gen verzetten. Ze kunnen op de eene plaats
zwelling, spanning, uitéénscheuren van de aard
korst veroorzaken, op de andere plaats samen
drukking en opschuiving. Vermoedelijk hebben
Gregory en Waylana elk het door hen bezochte
gebied goed waargenomen en de juiste conclusie
getrokken, doch wat voor het eene gedeelte van
de groote scheur gold, behoefde nog niet wtaar
te zyn voor het andere. Alleen moet men dan de
aantrekkelyke theorie opgeven, dat de groote
scheur ineens ontstaan is door eenzelfde natuur-
verschynsei.
Het Afrikaansche landschap.
Zoo gingen de geologen naar Afrika om een
van de grootste twistpunten op te helderen.
Daarby maakten zü tevens kennis met een zeer
merkwaardig land. Men behoeft geen schilder te
zyn om de schoonheid te zien van de Nina
Ngongo (Moeder van de Congo), een werkende
vulkaan ten Noorden van het Kivoemeer, met op
den voorgrond het groene land en de Kaffirboom
met haar groote, helderroode bloemen. Men be
hoeft geer. plantkundige te zyn om uit de ver
schillende groepeering van boomen, struiken en
gras op te maken, hoe de bodemgesteldheid hier
wisselt, en geen jager om de kudden antilopen,
de leeuwen, olifanten en rhinocerossen op te
merken. Dr. Willis heeft de hooge plateau's van
Tangajika bezocht in Juni en Juli, het begin van
den winter in die streken. De regenityd was voor
by; het gras was bruin, de doornstruiken stoffig.
In de verte zag hy een wiazige groep giraffen,
die hy tot op 15 M. wist te naderen; toen wer
den zij verschrikt door het gebrom van zijn
auto. Het wild had de droge hooglanden verla
ten; in de lente zouden zy er weer by duizenden
naar terugkeeren om hun jongen groot te
brengen.
De wegen.
De groote weg van Kaapstad en Cairo is in
den drogen tyd begaanbaar, doch tydens de re
gens zijn groote stukken ervan onbruikbaar. Zy
volgt zooveel mogelyk de waterscheidingen om
zoo min mogelyk bruggen tioodig te maken.
Want die bruggen van kromme stokken op ge
vorkte takken, bedekt met vastgestampte aarde
en matten, geven den automobilist een eenigs-
zins onveilig gevoel. Toch vervangen de auto en
de vrachtauto meer en meer de lange ryen dra
gers, die men vroeger in Afrika zag. Het vlakke
terrein zonder bosschen is uitstekend geschikt
voor auto's. Echte bergketens zyn in Afrika
zeldzaam; gewoonlijk blyken 't randen van 'n
plateau te zyn, vlak van boven. De boschbran-
den, die eeuwen achtereen geregeld hebben ge
woed, hebben den plantengroei beperkt tot
doornstruiken, die slechts by uitzondering zoo
dicht op elkaar staan, dat het wild er niet tus-
schendoor kan loopen. Verder zyn er uitgestrekte
steppen zonder een enkele struik.
Dr. Willis heeft ook de reuzenkraters in het
vroegere Duitsch-Oost-Afrika bezocht, één ervan,
met een doorsnede van ruim 30 K.M. heeft hy
un een nauwkeurig onderzoek willen onderwer
pen en daarom is hy met zyn auto doorgereden
tot ver voorby de laatste karresporen der jagers
op groot wild. Zebra's gazellen, antilopen, wilde
beesten, hyena's, wilde honden en leeuwien zag
hy er in overvloed. Een leeuwin heeft 36 uur het
kamp bewaakt. De wilde dieren vormden echter
niet het grootste gevaar. Dat waren de regens,
die toen juist weer moesten beginnen en steeds
gepaard gaan met zware tropische onweersbuien.
Met de auto's was men vele kilometers voortge
reden over zwarte aarde en door diepe ravynen,
waarvan de wanden op bepaalde plaatsen gelei-
delyk waren platgetrapt door olifanten. Als men
nu door de regens werd overvallen, zou men met
de auto's niet meer kunnen rijden en 240 K.M.
te voet moeten afleggen waarvan 120 zonder wa
ter. 's-Nachts was er al regen op de tent geval
len, vandaar dat men den volgenden morgen in
alleryi de 9 EK aflegde naar een rots vanwaar
men op de z.g. krater neerzag (het bleek een in
zinking te zyn tusschen twee vulkanen), waarna
men weer zoo spoedig mogelyk terugkeerde naar
het kamp. Daar was alles lntusschen gereedge
maakt voor het vertrek en men reed over het by
regenweer onbegaanbare gedeelte onder het
zware gerommel van onweer boven den Ololmoe-
ti; een der vulkanen, terwijl achter de auto het
land reeds aan het oog was onttrokken door een
dichten regen, dien men slechts met moeite vóór
wist te blyven.
Nadruk verboden.)
De terugslag in Europa.
door
BILLY HARD.
Gistermiddag tegen vyven ben ik door een auto
overreden. Tot op dit oogenblik ben ik er nog
vast van overtuigd, dat ik gelyk had en dat de
chauffeur de schuldige was. Maar de agent heeft
hem laten loopen en my hebben ze rustig op
straat laten liggen, omdat in elk handboekje
voor „Eerste hulp by ongelukken" staat: Laten
lengig tot de dokter komt.
Wel hebben ze me gevraagd of ik me bezeerd
had. Ik wees op myn gescheurde pantalon en
wreef langs myn scheenbeen. Een beetje bloed
kwam op myn hand. maar ik zeide, dat ik heele-
maal geen pijn had. Ik wilde alleen gelyk hebben,
want ik was in myn recht.
Maar geen der omstanders begreep me. Toen
een dokter kwam, zeide hy: „Lichte schaafwon
den aan het rechter-scheenbeen". De agent no-
tëerde myn naam, bedankte den dokter en beval
me, op te staan. Be weigerde. Toen beval hy me,
op te staan en hem naar het „bero" te volgen.
Natuurlijk kon ik bést opstaan en wandelen,
maar ik wou niet, Ik was overreden en wilde myn
Recht. Ze hadden den chauffeur moeten vast
houden, want hy was de schuldige, daar blijf ik
nu nog by. Ik bleef dus liggen
„Man", zei de agent, „verkoop nou geen grap
jes, d'r mankeert je toch niks?" en hy trok me
aan myn arm.
„Jawel, maar het zou mogelyk kunnen zyn,
dat me wél wat mankeerde", zei ik, en ging weer
liggen.
„Hebt U gehoord dat U opstaan moet", riep
hij nu, „d'r is U toch niets overkomen?"
„Agent? D'r had me wel Iets kunnen overko
men", hield ik vol.
„De auto heeft U toch niets gedaan?"
„Doet er niet toe, de chauffeur heeft verkeerd
gereden."
„Doet er niet toe, want U mankeert toch niets."
„Doet er wèl toe, hy is de schuldige en daarom
had U hem moeten aanhouden."
„Heb ik gedaan."
„U heeft zyn naam niet opgeschreven".
„Ik heb zyn nummer opgenomen".
„Waarom heeft U dan ook myn naam opge
nomen?"
„Omdat het best kan zijn, dat U de schuldige
is".
„Ik was woedend en sprong op. om in een ge
makkelijker houding het debat voort te zetten.
Maar op dat oogenblik mengde zich een heer met
gezond verstand in het gesprek. De meneer be
antwoordde volkomen aan de voorstelling, die
men zich maakt van iemand met gezond ver
stand. Rond, blozend gezicht, das ln gedekte kleur
en een parapluie.
„Agent", zei hen, „pak dien man toch op. Myn
gezond verstand zegt me dat hier een verdachte
bedoeling achter schuilt. Zulke menschen heb je
meer en daar moest eens een flinke opruiming
onder gehouden worden".
Een dame met een konynen-bontjas begreep
'■"m direct.
,Ja, onlangs was er nog zoo eentje by ons in
de straat. Ging op den grond liggen rollen en
steunde alsof hem wat mankeerde! Jawel! De
meneer die hem hielp opstaan, is zyn portefeuille
nog steeds kwijt".
Andere vrouwen met boodschap-tasschen be
moeiden zich ook met het geval en scholden op
fuifnummers, die 's middags al dronken waren,
en niet eens bly waren als ze zonder een schram
metje uit een aanrijding te voorschijn kwamen.
„Ja", zei een portiers-vrouw, die haar hoofd
uit *3" donkere loge stak. „Onze Lieze heeft on
langs ook met zoo'n nummer kennis gemaakt,
die zei dat hy haar zou trouwen. Ha! Verdrinken
moesten ze dat tuig!"
De atmosfeer werd langzamerhand bepaald
vya-dig.
..Menschen!" riep ik uit, „klets nou niet! Ik
ben overreden en ik ben in myn recht en de
chauffeur is de schuldige. Ik protesteer tegen 't
optreden van dezen agent die hém laat loopen
en mii nabrengen wil.
Hier legde de man met 't gezonde verstand my
zijn hand op den schouder en zei: „Jongeman,
wind je niet onnoodig op, dat zou Je nog eens
leelijk kunnen opbreken. Wees blij, dat je nog
je beenen hebt en loop nu vlug naar huis; de
agert toevallig niet naar Je".
„Maar ik ben heelemaal niet bang voor de po
litie", zei ik, „ik ben overreden en ik wil myn
recht. Ik heb niet de auto aangereden, maar die
heeft het my gedaan".
Dat doet niet terzake", onderwees de meneer
rr.ij, kalm vermanend, „het gaat hier maar alleen
erom, wie de schuldige is en dat mag alleen de
politie zeggen. Zoo hoort het".
Hij nam me by den arm en leidde me zachtjes
lai.gs den agent heen een eind verder de straat
op. Ik kan zweren dat de agent het zag, maar
hy deed net of hy niets merkte.
„Zoo", zei de verstandige meneer, „nu is alles
voorby, een volgende keer beter. Wanneer U de
volgende maal overreden wordt moet U ervoor
zorgen, dat U niet vlak voor de voeten van een
agent gaat ligger."
Met die wijze woorden verdween hy.
Een oogenblik later merkte ik, dat myn por
tefeuille ook verdwenen was.
DE ZWAKKE.
Wie voor de eerste maal de zee ziet, wie voor
de eerste keer de bergen aanschouwt met den
top hoog in de wolken of met sneeuw overdekt,
wie in den klaren, helderen winternacht, wan
neer de hemel niet door nevelen wordt bedekt
of door dampen omvloerst, den sterrenhemel
boven zich ziet welven, voelt een aandoening,
een nog niet gekende aandoening in hem
komen.
En wanneer hy die aandoening weet te de-
fmieeren, by het zoeken naar de oorzaak ervan.
De gouverneur van Oklahoma heeft de
directe sluiting van 3000 olietorens ge
last. In Brazilië is de grootste in- en
verkooporganisatie van koffieplanters
met een schuldenlast van 14 millloen
dollars ineengestort. In Canada zullen
de graanverbouwers het volgende jaar
slechts de helft van de ter beschikking
staande akkers verbouwen.
Wie tegenwoordig in Nederland of in Europa
het bericht leest, dat de gouverneur van Okla
homa (Ver. St.) de sluiting van 3000 oliebron
nen gelast en over het rykste oliegebied der
wereld standrecht uitoefent, dat de grootste
koffiebank in Brazilië met een ongedekte schul
denlast bankroet is gegaan, dat slechts 50 pCt.
van de graanakkers in Canada in het seizoen
1931-'32 zullen verbouwd worden, die zal mis
schien vragen, wat gaat mij dat eigenlyk aan?
Deze vraag stellen is niet geheel en al onge
rechtvaardigd en toch vergeet hy die aldus
vraagt, dat er tusschen de huidige crisis in
Europa, tusschen de steeds grooter wordende
werkloosheid en tusschen de zoo juist genoem
de gebeurtenissen en Noord- en Zuid-Amerika
een duidelyk verband bestaat. Beide werelddee-
len, Europa en Amerika lyden onder denzelfden
nood, die men kan samenvatten in de belde
kleine woorden: overproductie, wereldcrisis.
Het is toch inderdaad zoo gesteld dat in
Duitschland, Engeland en Italië, steeds meer
dan eens bloeiende goed rendeerende onderne
mingen moeten sluiten, dat zaken, die eens
groote winsten afwierpen nu failliet gaan, om
dat voor hun productie geen afzetgebieden te
vinden zyn, omdat er teveel geproduceerd werd,
omdat de oorlog, na-oorlog, inflatie en politie
ke spanningen de wereld zoo arm hebben ge
maakt, dat ze niet meer koopen. Omdat de ma
chine, de band zander einde meer aflevert dan
voor 15 jaren nog honderd menschenhanden.
Oliecrisis, koffiecrisis, graancrlsis in Ameri
ka, bankcrisis en stygende werkloosheid in
Europa, tusschen hen bestaat zeer enge samen
hang. Zy hebben alle dezelfde oorzaak, over
productie, verarming, wereldcrisis.
De overeenkomst-
Maar niet alleen dit is belangrijk, het ver
band te beschouwen dat er is tusschen de din-
den in de Ver. Staten, in Brazilië en m Canada
en die in het oude Europa. Alleen wie oogen
geeft om te zien, die zal tusschen de regels
van de betreffende mededeelingen meer kun
nen lezen.
Sluiting van 3000, oliebronnen beteekent
werkloosheid voor tienduizenden. Ineenstorting
van de grootste koffiebank beteekent nood en
ellende en revolutie in Zuid-Amerika, Beper
king van de graanproductie in Canada betee
kent dat de boeren in schulden geraken, dalen
de waardepapieren, banken die over den kop
gaan en weer werkloosheid.
Hoe geweldig de spanning in de drie lan
den is, waarvan wij thans eenige crisisverschyn-
selen opteekenen blykt reeds uit het feit dat
in Brazilië verschillende reservelichtingen on
der de wapens zyn geroepen, dat de gouverneur
van Oklahoma de gezameniyke nationale mi
litie van zyn gouvernement heeft opgeroepen
en over de betreffende oliedistricten den uit
zonderingstoestand, lees standrecht, heeft uit
gevaardigd. En men kan slechts hopen, dat
tenminste Oklahoma en Canada verschoond
zullen blyven van het dreigende spook van re
volutie en burgeroorlog.
Op den eersten blik is het niet gemakkeiyk
te overzien waarom eigenlyk in Oklahoma ryk
produceerende boortorens en raffineerderijen
worden stilgelegd en welk succes men hiervan
verwacht.
Toch is de rekening vry eenvoudig. Er wordt
op de wereld veel te veel olie geproduceerd zoo
dat de prijs voor 'n Barrel aardolie van 1 dol
lar een jaar geleden nu teruggeloopen is tot
een 12 dollar. Daar op het oogenblik aan een
vergrooting van den omzet niet te denken is,
daar zulks natuurlek ook 'n verlaging der pry-
zen met zich mee zou brengen wil men met de
sluiting der boortorens kunstmatig 't aanbod
kleiner maken. Er moet minder olie en ben-,
zine op de markt komen dan men noodig heeft.
Men hoopt dat de op deze kunstmatig gescha
pen grootere navraag dan het aanbod prys-
styging ten gevolge zal hebben. Maar het is te
voorzien dat de berekening van den gouverneur
en der oliemagnaten op een bittere ontgooche
ling zal uitloopen.
Want wat men daar bezig is te doen, is in
den grond precies hetzelfde wat men in Brazilië
sedert jaren, maar steeds met mislukkingen tot
resultaat heeft geprobeerd. Daar hebben de in-
en verkoopgenootschappen en de banken ten
tyde van de koffie-baisse eveneens enorme
voorraden opgekocht en achtergehouden, maar
deze beperking van het aanbod heeft geen
prysstyging tengevolge gehad, wel echter in de
meeste gevallen tot zware verliezen by de spe-
culeerende banken. (Vanzelfsprekend zyn der-
gelyke prijsbeperkingen niets anders dan spe
culaties).
Ook in Canada heeft men dergeiyke expe
rimenten uitgevoerd toen de tarwepryzen by-
zonder slecht waren. Het gevolg was slechts,
dat de maatschappyen ten gronde gingen, dat
millioenen tonnen graan in de silo's verstikten
en in de zee moesten geworpen worden.
Wat zullen de gevolgen zün?
Welke gevolgen deze zware crisis voor Okla
homa en voor de Ver. St. in hun geheel zullen
hebben is op het oogenblik nog moeliyk te
overzien. Canada is ryk genoeg om zyn graan-
farmers door ondersteuningen een of twee jaar
boven water houden. Evenzoo ï6 het gesteld
met de Amerikaansche aardolie-ondernemingen,
die het ook best een of twee Jaar zonder pro
ductie kunnen uithouden. Wat zal er echter
met de naar schatting 80.000 arbeiders, die
door de stillegging broodeloos zyn geworden, ge
beuren? In de Ver. St. bestaat er geen werk-
loosheldsondersteumng zooals in de meeste
Europeesche staten. Daarom zullen deze 80.000
terecht komen in het reeds machtige leger der
.slums", de door de staten zwervende land
loopers, die vooral in het westen van Noord-
Amerika een ernstig gevaar geworden zyn.
80.000 werkloozen meer, dat is niet zoo heel
veel by een reeds aanwezige werkloosheid, die
12 mlllioen menschen omvat, niet waar? En
toch, het is niet alleen de olie-industrie, waar
in het kraakt. Ford heeft gesloten, verschillen
de werven in het Zuiden en Zuid-Oosten liggen
eveneeens reeds stil, terwyl de twee grootste
spoorwegondernemingen voornemens zyn de ge
projecteerde uitbreidingen voorloopig niet uit
te voeren. De landbouw ln het westen, die tot
nu toe in de oogstmaanden veel arbeiders noo
dig had gaat 't even slecht als de Canadeesche
farmers. General Motors wil de productie be
perken. Zelfs de tot nu toe groote winsten af
werpende filmindustrie gaat het slecht.
80.000 werkloozen meer.... Dat is niet veel!
Maar, het ziet er naar uit, dat er ïn de eerst
volgende maanden, nog vyf-, nog tienmaal
80.000 werkloozen bij zullen komen in het land
der spreekwoordelyk geworden welvaart
De uitwerking in Brazilië.
Welke de crisis in Brazilië zal hebben is ta
meiyk helder. Zooals steeds zal de koffie-oorlog
een revolutie tengevolge hebben, die misschien
succesvol zal zijn, misschien ook niet. Maar een
succesvolle revolutie of niet, de koffieprys zal
zich er weinig van aantrekken. Er zullen hon
derden menschen sterven of kreupel geschoten
worden, de ellende van de gekleurde arbeiders
biyft hetzelfde, de nood der farmers zal verder
groeien, de zorgen der kofflebanken stygen.
Of het nu Europa of Amerika is, zoolang er
meer geproduceerd wordt dan de menschheid
opnemen of koopen kan, zoolang zal ook deze
crisis met al de daaraan verbonden overschnk-
keiyke gevolgen blijven bestaan. Zoolang zullen
ook, en dit is het ergste millioenen ton
nen graan verrotten, terwyl er millioenen men
schen zyn, die honger moeten lyden, ja zelfs
verhongeren. Zoolang ook zullen heele scheeps
ladingen koffie, in zee worden gestort, terwyl
in sommige landen van Europa menschen zyn
voor wie koffie een ongehoorde luxe en onbe
taalbaar is, Zoolang zullen barrels olie zin-em
doelloos in het zand druppelen, terwyl duizen
den menschen de gas en electriciteitsleidingen
afgesloten werden, omdat zy de rekeningen een
voudig niet meer konden betalen. Hoe lang
deze toestand zal aanhouden weten wy niet.
Dit te onderzoeken is ook niet doel van deze
regelen, zy werden geschreven om aan te
toonen hoe nauw verwant de Europeesche
nood en de nood in alle werelddeelen is, hoe
zeer bij een lange duur van deze verschrikkelü-
ke crisis arm en ryk, hoog en laag zullen ge
troffen worden. En dat tenslotte niet tegen
elkaar, maar met elkaar een uitweg uit de kof
fiecrisis, graancrlsis, oliecrisis, bankcrisis, over
productie en werkloosheid moet gevonden wor
den.
(Nadruk verboden).
dan zal steeds weer zyn conclusie zyn, dat de
geweldigheid van wat hem omringde, een ge
voel van kleinheid, van zwakte heeft opgewekt
tegenover de grootschheid, de wonderbaarlyke
en verheven g-ootschheid der omringende
natuur.
En dit gevoel een zwakke te zyn, die met al
zyn vermeende kracht en macht niets kan uit
richten, overvalt hem nog intenser wanneer hy
ziek ter neer ligt, wanneer een die hem lief en
dierbaar was, hem ontvalt.
En de zwakke, de zich zoo zwak en hulpeloos
voelende mensch, richt zyn blik naar boven
zooals de mensch, vóór hy God kende, zyn oog
liet staren naar de zon, maan en sterren, om
dat hij van daar hulp verwachtte.
De mensch moest zpeken, voor hy God kon
vinden, niet omdat God zich niet reeds in de
Schepping had geopenbaard, maar omdat de
mensch eerst moest leeren zien en begrypen.
En dat zien en begrypen kwam, toen hy zich
de zwakke voelde, toen hy hulp daarboven
zocht, niet by de zon, maan of sterren, niet
van geesten, die moesten leven in boomen of
planten, maar by den Eeuwige zelf, by den
Schepper van alles, van de zandkorrel tot den
mensch.
Gelukkig degene, die zich zwak voelt, want
hij zal God vinden. Gelukkig hy, die hulp
zoekt, hulp, niet van zwakke menschen, als hy,
maar van God, want hy zal zeker God vinden.
Gelukkig zy, die ln God gelooven, want in
zyn geloof vindt de zwakke mensch, zyn hulp
en vertroosting. Hy berust als Job in wat God
hem brengt, zeker wetende, dat Hy het is, die
in allen nood en beproeving waakt.
Wij kennen lieden, die zonder kwaad te be
doelen, pogen door woord en geschrift het ge
loof aan anderen te ontnemen, zy ontkennen
het bestaan van God, van een hooger wezen,
dat het bestaan van den mensch leidt en de
wereldorde regelt en bestuurt, zy zyn van mee
ning, dat de mensch zonder God en geloof kan,
omdat God een utopie zou zyn, een hersen
schim, die geen hulp kan bieden en geen macht
heeft.
Wie, ïn de overtuiging, dat er geen God is,
anderen het geloof wilt ontnemen, doet heel
veel kwaad. Hy wil aan den zwakken, geloovi-
gen mensch zijn steun, staf en vertrouwen ont
nemen. Hy ontneemt den gebrekkige de kruk
ken, waarop hij loopt.
Zelfs wanneer de bewering van den god
loochenaar waar zou zyn, dat er 'n wereld zon
der een Albestuurder is, dan nóg moet hy zich
onthouden het ongeloof te prediken, omdat hy
met zyn Godsontkenning het geluk dat de
mensch in zyn geloof vindt, hoopt weg te
nemen.
Wy moeten den mensch zien als een arm
zalig wezen, dat nog ronddoolt en ïn zich zelf
niet de sterkte voelt om zyn eigen zelfbewus-
ten weg te gaan, zich zelf te kunnen helpen
door in zichzelf de oplossing der wereld- en
levensraadselen te vinden.
Een dolend mensch blyft altyd degene, die
zijn vertrouwen niet op God heeft gesteld; de
zwakke mensch blyft een zwakke, zoolang hy
niet de zekerheid des Geioofs heeft. De zwakke
wordt 'n sterke, zoodra hy God erkent in de
geweldigheid der Schepping, in de schoonheid
der natuur, in de gecompliceerdheid en de ver
scheidenheid van den Cosmo6.