E" m t a.s. UIS KAPITEIN KLAKKEBOS OP DE LEEUWENJACHT. No. 11. DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT 18 MAART 1932. t EG 1.55 rs iz. enz. TWEEDE BLAD. LINDBERGH'S BABY. Vervolg Plaatselijk Nieuws. SPORT EN SPEL. GEMENGD NIEUWS.~ Door O. Th. BOTMAN. laart Irijven Morris schten. oering :chten. .1 1 430 en een aar ook edzaam aeieren isschen rijs e (lran- nüineii Co. 19. L EEN WAN- IST. - HOEFT TALEN. U B E L- vijze van al en de uizingen andeling IE rol voor XKKEN T DUSEIM R Eén vraag ligt thans in ieders mond; Eén zaak doordringt het wereldrond; 't Geval wordt druk beredeneerd, Daar het een ieder int'resseert. Als vader 't nieuwsblad openvouwt Eer moeder het nog heeft aanschouwd, Dan is het eerste wat zij zegt: „Is Lindbergh's baby al terecht?" Die vraag stelt bijna iedereen, Niet uit nieuwsgierigheid alleen. Sensatie is hier niet het doel; Men vraagt 't uit zuiver meegevoel. Men weet het immers o, zoo goed, Wat deze zaak beteek'nen moet Voor d'ouders van 't geroofde kind, Dat men misschien nooit wedervindt! Er is zelfs een beroep gedaan Op hem, die 't schelmstuk heeft begaan; Maar tevergeefs, want de bandiet Telt wanhoop van den vader niet. De smart der moeder laat hem koud, Zoo goed als 't eerstgeëischte goud; De losprijs was slechts schijnmotief Voor den wraakzuchfgen kinderdief! Men vraagt zich met verbazing af: Hoe kan men zoo gemeen, zoo laf, Zoo hard en zoo gevoelloos zijn, Een kind te stelen, teer en klein, Het liefste wat een moeder heeft, Waarvoor zij werktwaarvoor zij leeft En te verwoesten haar geluk Door 't haar t' ontnemen met één ruk! Amerika is 't land, naar 'k meen, Der onbegrensde moog'lijkhêen. Ook op 't gebied der 'misdaad wordt Thans weer gebroken elk record! Dit voorval treft thans ieder mensch. Men voedt in 't hart de stille wensch, Dat 't recht de misdaad overwint En men het kindje wedervindt! DE CRISIS EN DE ARBEIDERSKLASSE. Rede van den heer K. R. Staal. Vrijdagavond werd in Hotel Van Ree een ver gadering gehouden van de afdeeling Heemstede der S.D.A.P., waar als spreker optrad de heer K. R. Staal, oud-wethouder van Gouda, met het onderwerp: De crisis en de. arbeidersklasse. Na een kort openingswoord van den voor zitter, den heer J. Disselkoen, werd het woord verleend aan den heer Staal. Deze begon met de reactie voor de arbeidersklasse in den huidigen tijd te schilderen. De gemeente besturen mogen niet hooger gaan met hun steun aan de werkloozen, dan door het rijk is vast gesteld. De leeningen, door de gemeenten in dezen tijd gesloten, moeten na 5 jaar worden afgelost, wat hierop neerkomt, dat de bankiers extra winsten in den zak steken. Met de huidige machtsverhoudingen is in dezen tijd voor de arbeiders door de publieke lichamen dan ook zoo goed als niets te doen. Wanneer dan ook de regeering doof blijft voor de eischen der arbeiderspartij, n.l. verhooging van den steun met ƒ1.50 en invoering van een 40-urige arbeidsweek, zal men andere wegen moeten bewandelen. Er zijn nog 500 gemeenten in ons land waar zelfs heelemaal geen werkloozensteun wordt uitgekeerd, waardoor de werkloozen tot pauperisme vervallen. De eischen, geuit op het economisch congres zijn dus absoluut niet over dreven. Maar men kent den nood in de arbeiders klasse nog niet, getuige wat de heer Schouten in de Tweede Kamer zeide. Als de Roomsch- Katholieke fractie in de Kamer medegewerkt had, waren de eischen er wel doorgekomen; nu echter zijn ze gevallen. In dit verband herinnert spr. er aan wat op het R.K. congres is gezegd, n.l. dat de R.K. fractie niet langer reactionnaire politiek wenscht te ondersteunen. Het vraag- en antwoordenspel tusschen Prof. Aalberse en Minister Ruys de Beerenbrouck heeft echter een koerszwenking van de R.K. mogelijk gemaakt. Het is de politiek van „Verdeel en Heersch", die ditmaal weer zegevierde. Spr. voorziet nog meer daling van de loonen van het overheidspersoneel en inkrimping van den steun, en dat wel zeer spoedig. Verhooging van accijns op suiker en zuidvruchten treffen daarbij weer het meest de gezinnen met kleine inkomens. Dit alles geschiedt onder het motto: er is crisis. Dat er een crisis is, is niet tegen te spreken, doch hoe wordt die door de bezittende klasse opgelost? Met loonsverlaging, steun- inkrimping en vernietiging van levensmiddelen! Ook hier in de omstreken van Heemstede worden de kooien op de mestvaalt geworpen, alleen omdat er geen distributie-apparaat is. Wat betreft het teveel aan menschenmateriaa! ziet men de oplossing in een nieuwen oorlog! En als men dan weet, dat ook in Nederland oorlogs tuig wordt gemaakt voor den oorlog China Japan, als men weet, hoeevel daaraan verdiend wordt, en hoe b.v. in Frankrijk 80 procent van de pers onder invloed staat van de wapen fabrikanten, dan kan men niet anders dan met afschuw staan tegenover de oppvattingen der bezittende klasse. Men moet niet vergeten, dat de laatste oorlog 11 millioen dooden heeft gekost, 19 millioen gewonden, en niet minder dan 120000 millioen gulden. Spr. waarschuwt met nadruk tegen een volgenden oorlog, die zeker komen kan, als de arbeiders het niet be letten. Wanneer men de gelden voor het mili tarisme uitgetrokken, besteed had aan sociale maatregelen, zou driekwart van de werkeloos heid opgeheven zijn, wat ook te goede zou gekomen zijn aan den middenstand. Spr. betreurt, dat de arbeidersklasse, die één moest zijn, zoo verdeeld is. De gulden was hier in gevaar, zoo werd het Nederlandsche volk bekend gemaakt. Dat was een motief om de staatsbegrooting sluitend te maken door de loonen der rijksambtenaren met 3 procent te verlagen. Het Koninklijk Huis bracht ook een offer; de Koningin-Moeder liet 10 procent vallen van haar inkomen, evenzoo Prinses Juliana; de Koningin kon niets laten vallen, daar de inkomsten uit de pachten sterk verminderden. Spr. cijfert uit, wat die offers beteekenen: de Koningin-Moeder heeft nog te verteren 5.500.per week, Prinses Juliana 4.500.per week en de Koningin 24.000. per week. Spr. gispt de houding der burgerlijke pers, die de z.g. offers van het Koninklijk Huis zoo hoog hebben aangeslagen. De uitkeeringen van het Nationaal Crisis-Comité aan de ge meenten, waar Prinses Juliana voorzitster van is, zijn wel zeer miniem; als voorbeeld geeft spr. een bepaalde plaats, waar 4.per werk- looze per jaar wordt uitgekeerd. De steun wordt volgens een verkeerd stelsel uitgekeerd, want er zijn ook plaatsen die 32.per werklooze per jaar uitgeven. Spr. geeft hierover nog ver schillende voorbeelden. Er zijn zelfs plaatsen, zoo als Schiedam, die door het bestaan van het Crisis- Comité gedupeerd zijn. In Krimpen aan de IJsel hebben de werkloozen de vorige week drie pakjes pee-koffie ontvangen, wat een hoon is voor de arbeiders. Spr. geeft meer sterke staaltjes van grievende uitkeeringen, of tergende langzaam heid in de behandeling. Ook van uitkeeringen door groot-industneelen, die hun stortingen weer dubbel en dwars verhalen op hun personeel door loonsverlaging. Er is door de bourgeoisie nog geen rijksdaalder pef werklooze gestort. Spr. eindigt zijn rede, met de opmerking dat het proletariaat het kapitaüsme zal hebben te vernietigen, om tot een betere maatschappij te komen. Men zal moeten komen tot felle demon straties en de noodige verbeteringen moeten afdwingen. Aan het slot haalt spr. aan, wat de heer v. d. Linden, raadslid te Heemstede, heeft ge zegd op een vergadering van de R.K. werk loozen, welke uitlatingen spr. misleidend noemt. De werkgevers mogen zich wel in één organi satie begeven; de werknemers echter niet. Dit brengt slechts verdeeldheid in de arbeiders klasse. Als de R.K. en de Chr. arbeiders met de S.D.A.P. zouden samenwerken, zouden zij hun belang beter begrijpen; want dan waren zij de machtigste en konden tezamen vestigen een maatschappij, waar liefde, eerlijkheid en men- schelijkheid zouden zegevieren. Van de gelegenheid tot debat werd geen gebruik gemaakt. Met een woord van dank aan den spreker sloot de voorzitter vervolgens de vergadering. VERG. HEEMSTEEDSCHE WINKELIERS. De nieuwe Winkelsluitingswet, het werktijden besluit en de overige Arbeidswetgeving. De vorige week werd een zeer druk bezochte vergadering gehouden van de Heemsteedsche winkeliers in Hotel Lommeroord, waar door den heer A. Chr. Joz. Bouter, controleurvan den Arbeid te Amsterdam, en den heer C. H. Kemper, inspecteur van politie, alhier, werd gesproken over het onderwerp: Wat onze winkeliers moeten weten in verband met de nieuwe winkelsluitingswet, het werktijdenbesluit en de overige arbeidswetgeving. Nadat de voorzitter, de heer Carl van Empelen, de vergadering had geopend en de notulen der vorige vergadering waren goed gekeurd, werd het woord allereerst verleend aan den heer Kemper. Elk Nederlander wordt verondersteld, bekend te zijn met de wet, aldus de heer Kemper, maar daar mankeert wel wat aan, en voorlichting van het publiek is dus gewenscht. Als straks de Rijkswet in werking treedt, zal voor het heele land een uniforme regeling gelden. Spr. doet eenige grepen uit de geschiedenis van het tot stand komen van de wet, waaruit blijkt, dat de wenschelijkheid van een wettelijke regeling reeds van ouden datum is. Tot nog toe echter waren er slechts plaatselijke verordeningen, doch deze hebben reeds veel goeds uitgewerkt. Bij de beschouwing van de nieuwe wet, dient eerst te worden vastgesteld wat eigenlijk een winkel is. Het begrip „winkel" wordt genomen in den ruimsten zin, want iedere open ruimte, waar voorwerpen of stoffen in het klein aan het publiek worden verkocht, is volgens de wet een winkel. Hier vallen dus ook markttenten en vliegende winkels onder, als deze laatste eenige dagefi achtereen geopend zijn. Fotografische ateliers echter vallen er niet onder. Het venten wordt bij de nieuwe wet aan strengere regelen gebonden, ook in verband met de Zondagswet. Koffiehuizen, kapperszaken, café's, apotheken vallen niet onder het begrip winkel. Smeer middelen, benzine, dag- en weekbladen, ruw ijs, artikelen ten behoeve van doorgaande schepen mogen worden verkocht na sluitingsuur. Auto maten vallen niet onder de wet. In stations restaurants mag ten allen tijde aan de reizigers worden geleverd. Ook voor rouwartikelen wordt een uitzondering gemaakt. Banketwinkels en bloemenzaken mogen op 1 Januari en eenige dagen voor Kerstmis open zijn. Een uniforme regeling, door de banketbakkers zelve te treffen, betreffende de uren van openstelling der winkels, lijkt spr. in het belang zelf van de banket bakkers. Op werkdagen wordt van het sluitingsuur af geweken op Zaterdag en enkele in de wet ge noemde feestdagen. Bij art. 6 is aan de gemeentebesturen be voegdheid gegeven, om een verordening vast te stellen, regelende een sluiting van bepaalde groepen van winkeliers op een of anderen dag vóór of na 1 uur. Spr. is van meening, dat de behoefte aan een zoodanige verordening te Heemstede niet bestaat. In bijzondere gevallen, b.v. bij een winkelweek, kan de gemeenteraad een later sluitingsuur toestaan. Hierna kwam de heer Bouter aan het woord, die op het groote belang wees, dat er voor de patroons is gelegen in goede kennis van de wettelijke bepalingen. Vervolgens behandelde spr. de wijzigingen in het werktijdenbesluit, die op denzelfden datum als de nieuwe winkel sluitingswet in werking treden. Jeugdige personen b.v. mogen op Zondag absoluut niet werken, en indien Zondagsarbeid wordt verricht, moet een van de drie Zondagen vrij zijn. Uitvoerig behandelde spr. de veranderingen in de rusttijden van het personeel, welke belangrijk gewijzigd zijn ter ondervanging van de be- zwaren, welke zich in de practijk, vooral bij groote zaken, hebben voorgedaan. Werksters en schoonmaaksters hebben volgens de nieuwe wet geen recht op een vrijen halven dag. Hierna was gelegenheid tot vragen stellen, waarvan door enkele aanwezigen gebruik werd gemaakt. O.a. kwam hierbij vast te staan, dat banketbakkerszaken op den Tweeden Paasch- dag en den Tweeden Pinksterdag geopend mogen zijn. Uit de besprekingen kwam duidelijk naar voren, dat het bezorgen op Zondag van lunch of diner op velerlei moeilijkheden zal stuiten. Na een uitvoerige discussie over enkele on duidelijkheden in de wet sloot de voorzitter met een woord van dank aan de sprekers de ver gadering. VOETBAL. Uit het H.B.C.-kamp. Daar verschillende spelers van het le elftal den Stillen Omgang naar Amsterdam zouden meemaken, werd de wedstrijd H.B.C.G.D.A. uitgesteld. Het 2e elftal speelde voor den Bisschopbeker tegen India 1. Dit was een minder faire wed strijd, waarin eenige der H.B.C.'ers zich het meest schuldig maakten aan minder „vriend schappelijk" spel, wat hen tenslotte de neder laag kostte en India met 10 zich in de volgende ronde plaatste. Voetbal bij H.F.C. Heemstede. Heemstede I speelde Zondag haar laatste competitiewedstrijd tegen E.T.O. in Hoofddorp. Het was een spel van kat en muis. Voor rust scoorde Heemstede driemaal, na rust vijfmaal, terwijl E.T.O. geen kans zag door de hechte Heemstede-verdediging heen te komen. Hierdoor eindigde Heemstede op de 2e plaats, achter het veel te sterke E.D.O. V, dat in deze competitie geen enkel punt verspeelde. Heemstede III bracht een bezoek aan D.S.K. IV. Al was Heemstede niet volledig, ook met 10 man bleven zij D.S.K. verre de baas. Rust ging in met 04, terwijl na rust het spel meer verdeeld was en Heemstede weer viermaal en D.S.K. driemaal scoorde, zoodat Heemstede III met 83 wint. De adspiranten brachten een bezoek aan de E.D.O.-adspiranten en verloren onverdiend met 2T. Zondag speelt Heemstede II tegen Damiate III. Heemstede besluit natuurlijk de competitie met een stevige overwinning. Het 2e elftal moet naar Dib. Om de goede plaats te behouden en de competitie waardig te besluiten moet hier ook gewonnen worden. Tweede Paaschdag ontvangt Heemstede I een der sterkste clubs der le kl. Amsterd. V.B., n.l. A.V.V. „Africana". Dit belooft een mooie wed strijd te worden. BILJARTEN. Massakamp D.O.K.Vriendenkring II. Dinsdagavond werd gespeeld tusschen de le viertallen in het clubcafé van Vriendenkring. Vooral no. 2 en 3 van Vriendenkring brachten er weinig van terecht. Alleen de laatste partij was zeer spannend. De uitslag was: D.O.K.Vriendenkring. M. Spek—P. Perukel 125—113 30 br. CouenhovenT. Schip 12543 24 br. J. SpekP. Lunenburg 12589 34 br. P. v. StratenJ. v. Gennep 125123 37 br. Totaal500—368 Na drie wedstrijden heeft D.O.K. een voor sprong van 107 caramboles. Dinsdagavond voortzetting tusschen de 2e viertallen in Café Vester te Heemstede. F. DE MOEILIJKHEDEN VOOR AMERIKA. Amerika werd vroeger door velen beschouwd als een oase in de woestijn der economische crisis, als de eenige werkelijke oorlogs-over- winnaar en oorlogswinstmaker onder de volken, als het land van het onbeperkte bezit. Het schijnt bijna steeds nog onbegrijpelijk, dat dit alles nu opeens anders is. Alleen degene, die den veelvertakten samenhang van de tegen woordige Amerikaansche economische toestan den kent en weet te schatten, zal dit kunnen begrijpen. Amerika is na den wereldoorlog het goudrijkste land van de wereld geworden. Niet minder dan een milliard dollars in goud vloeide alleen al in de jaren 1921 tot 1929 naar Amerika. Goud kan echter niet worden gegeten. Goud is op zichzelf niet productief. En daar Amerika door steeds hoogere beschermende tarieven zijn binnenlandsche warenmarkt van het buitenland afsloot, waardoor het aanbod van goederen ver minderde, terwijl het aan den anderen kant door verscherpte immigratie-moeilijkheden de land verhuizing vroeger ongeveer 800.000 men- schen per jaar verhinderde, zoodat de loonen kunstmatig in de hoogte gedreven werden, zoo moest, uit het „veel goud bij weinig goederen" noodzakelijkerwijze een prijsinflatie, een goud inflatie der prijzen volgen. En deze gaf weer aanleiding tot de veel bekende rationaliseering, welke uitliep in de pogingen om met steeds minder arbeiders steeds meer per machine te produceeren, welke pogingen een ongehoorde vermeerdering van alle Amerikaansche pro- ductenvoorraden ten gevolge hebben gehad. Daarbij kwam nog de volkomen nieuwe organisatie van het afbetalingssysteem en van afbetalingszaken, welke den enkeling aanleiding gaf uitgaven te doen of verplichtingen aan te gaan in de veronderstelling, dat hij een gelijk blijvend hoog inkomen zou behouden. Al deze maatregelen werden ondermijnd door een sinds 1927 zeer bijzonder tot uitdrukking gekomen credietverleening aan banken, hypotheekbanken, aan den landbouw, bouwterreinmaatschappijen en industrieën van allerlei aard. Deze credieten steunden weer op rijken toevloed van goud, dat toch, op eenigerlei wijze, productief moest worden gemaakt. Het systeem van rationalisee ring, afbetalingszaken en zakencredieten werd steeds intensiever doorgevoerd, zonder dat men zekerheid had, of het afzetgebied op den duur de enorme uitbreiding en de vergrooting der productie-capaciteit kon verdragen. Het waren inderdaad luchtkasteelen, welke men had ge bouwd! Toen in den herfst van 1929, met de groote Wallstreet-krach, voor de eerste maal het besef doordrong, dat de productie het verbruik en de credieten de werkelijke prestaties der schulde naars ver overtroffen, was het te laat. Amerika bevindt zich thans, nadat de eerste teekenen van de crisis reeds twee jaar achter ons liggen, steviger dan ooit gevangen in de economische heksenkeuken. Naast vele andere momenten, als de nood der graanboeren, der kantoenplanters, der geïnteres seerden bij koper en olie, of naast het feit, dat er thans in Amerika acht millioen werkloozen zijn, is karakteristiek de catastrophale toestand van de banken. Nog steeds, nadat reeds ontelbare lichamen zijn vernietigd, bedraagt het aantal der banken die hun betalingen hebben gestaakt, ongeveer 100 per maand. En het betreft hier niet alleen kleine ondernemingen van het bankbedrijf. In een der grootste industrie-steden van Ohio zijn onlangs alle banken tezamen gesloten geworden. Heeft Amerika het dus beter? Behoeft men zich daarover te verwonderen, wanneer men bedenkt, in welken toestand de schuldenaars van de banken zich bevinden, zooals b.v. de ijzerindustrie, die slechts 30 pet. van haar productievermogen kan benutten, of zooals de sjroorwegen, die tengevolge van de crisis van den afzet voor Amerikaansche levensmiddelen en ruwe stoffen op de wereldmarkten geen vol doende transportmogelijkheden meer vinden? De twijfelachtige economische toestand heeft in Amerika geleid tot een uitgebreid hamsteren van banknoten, daar het publiek geen ver trouwen meer heeft in het bank- en effecten bezit en liever zijn geld in de kous bewaart. Begin October schatte men het bedrag der gehamsterde banknoten op 1000 millioen dollars, dus op 2J4 milliard gulden. Geen wonder dus, dat onder zulke om standigheden ook in het buitenland een ver trouwenscrisis tegenover Amerika is uitgebro ken. Wat de Amerikaan doet, moet ook in den buitenlander worden gebillijkt. Daarbij komt, dat Amerika in het gezicht van den hierboven geteekenden economischen toestand, nu ook moeilijkheden heeft met zijn begrooting, die, op het moment, lang niet in evenwicht lijkt. Het deficit van de begrooting van het laatste fiscale jaar, dat 30 Juni eindigde, bedroeg niet minder dan 2.10 milliard gulden. Wanneer Amerika moet besluiten en hoe lang zal het dit besluit HET SOLIDE HEEMSTEDE. (Heemstede vroeg één miljoen gulden te leen; de lening werd 3 X voltekend.) (Vereenv. spelling.) „Ich bin ja heut' so glücklich, So glücklich war ich niel", We vroegen één miljoentje, Men leent ons gaarne drie. Publiek, ik vind je „reuze" I, Al heet je dan ook Jan, Voor Heemstee ben j' een tante, „Die pump' ich gerne an". Speld op uw jas een kaartje „Ik ben een Heemstee-naar", Als U dan wat wilt lenen, Dan is-ie voor mekaar. Mocht U een vriend ontmoeten En U bezit geen spie Dan vraagt U hem een tientje En leent-ie U er drie. Kunt U geen huur betalen Gesjochten sapristi! U vraagt een maandje uitstel, De huisheer geeft U drie. - Vraag iemand een sigaartje, Dan zegt-ie: „Mon ami, U woont in Heemstee! Prachtigl U geef ik er graag drie. U wilt gaan trouwen, weet niet Met Bets of To of Rie? Wel, nu U woont in Heemstee, Krijgt U ze alle drie. En komt U voor de rechtbank, Men vraagt één jaar en zie: De rechtbank geeft U stellig In plaats van één jaar, drie. PHILIP COHEN. nog kunnen uitstellen? de verzorging der werkloozen in te voeren, zoo zal dit deficit nog aanmerkelijk worden vergroot. Indien men zou willen trachten dit deficit te doen verdwijnen en bij den verzwakten toestand van de geldmarkt niet naar het middel van nieuwe leeningen (en derhalve van nieuwe schulden) zou willen grijpen, dan zal men nieuwe zware belastingen moeten uitschrijven, hetgeen zeer zeker niet bevorderlijk zal zijn voor een herleving van den binnenlandschen economischen toestand. Dat zijn allerlei symptomen, die thans den dollar, ofschoon nog steeds intact, niet meer zoo aantrekkelijk doen schijnen. Het is daarom volkomen begrijpelijk, dat de dollars in andere waarden werden omgezet, dat credietenop korten termijn niet meer worden vernieuwd en dat credieten op langen termijn, zoo goed als het gaat, worden gemobiliseerd. Door een en ander bevindt Amerika zich in denzelfden toestand als die landen, welke sinds langen tijd onder de economische crisis lijden. Nood van den landbouw, industrieele productie beperkingen, geweldige werkloosheid, ineen storting van banken, banknoten hamsteren en het opzeggen van deposito's, het terugeischen van credieten op korten termijn, een afgifte van goud zijn de symptomen die bewijzen, dat nu ook Amerika in de verscherpte economische crisis betrokken is. Terwijl toch zoo vaak inder tijd Goethe's vers is geciteerd: „Amerika, Du hast es besser, Als unser Kontinent, der alte..." 109. Schuimbekkend rende het gehoornde gedrocht door de straten, tot het eindelijk met zijn berijder buiten de stad kwam. Ha, jongens, daar zag hij water! Hij er op af. Nu trok Janus, die van angst niet wist wat hij deed, zijn sabel en gaf er het dier een watjekou mee over zijn dikken kop, die raék was. 110. Tjoep! De neushoorn nam van puren schrik een geweldigen sprong, om zoo ineens in het water te komen. Hij wou daarbij net tusschen twee vlak naast elkaar staande boomen doorschieten, maar ach, hij was er precies te dik voor en raakte in de klem. Janus Hakhout viel er door den schok af en holde buiten zich zelf van opwinding naar de stad terug. 111. Toen hij daar aankwam, heerschte er de grootste consternatie. Half Rotterdam holde wild krijschend door de straten, met twee van des kapiteins leeuwen er achteraan. Maar, o wee, om derj hoek, in de andere straat, kwam de andere Ji^lft aanzetten, door de twee andere leeuwen achtervolgd. Eén, twee, één, twee, hollen jongens. Zoo lang er nog leven is, is er nog hoop! 112. Pats! Boem! Kwak! O kinders, wat 'n verschrikkelijke botsing was dat! Alles rolde holderdebolder over en door elkaar heen en de bloedneuzen waren gewoon niet te tellen! Maar het ergste was ,dat al die stakkers nu zoomaar aan de geweldige kaken van de leeuwen over geleverd warenOf zou er misschien tóch nog redding komen? r'i,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1932 | | pagina 5