Wt tuk «fcf Mm. GEDULD. DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. LOSSE BLAADJES In een onzer grootste steden Is een kledingmagazijn, Waar onlangs in d'etalage 'n Winterjas stond, extra fijn. Alle arme slokkers keken Heel begeerig naar de jas, I)ie, zooals een kaart vermeldde, Voor één cent te krijgen was En zou worden toegewezen Aan wie 't eerste er om vroeg. Nü, liefhebbers voor dat jasje Waren er meer dan genoeg. Vrijdagsavond ging er een, Die beslist de jas wou hebben, Naar het magazijn al heen. Dn twee dagen en drie nachten Stond of zat hij steeds óp post. (Of dit avontuur den man niet Zijn gezondheid heeft gekost Maandag was hij d'allereerste In den winkel met zijn geld, Maar toen hij de jas ging pussen Werd hij wreed teleurgesteld! Daar had hij niet op gerekend: Het begeerde kleedingstuk Bleek hem veel te groot te wezen Had die man geen ongeluk? Maar de winkelier, goedhartig, Zei: „Ik maak die jus wel pas." Nu, ik vind, dat 's mans geduld wel Den belooning waardig was! Ingezeet'nen van ons Heemstee, Wie een jas thans noodig heeft (an die voor een cent niet koopen! I Kl.EEDINGFONDS vraagt dus beleefd Zoek in kisten en in kasten Of daar niet iets bruikbaars zweeft*) Wie zou U het liefste wezen: Die wat krijgt.of die wat geeft? Vervolg Plaatselijk Nieuws. INGEZONDEN No. 42. 21 OCTOBER 1932. 's Maandags zou men 't gaan verknopen. Inzameling op Zaterdag 29 October a.s. VERGADERING O.S.P. Dinsdagavond hield de afdeeling Heemstede van de Onafhankelijke Socialistische Partij een goed bezochte vergadering in Hotel Van Ree, onder leiding van den heer J. Koper, die na een korte inleiding het woord gaf aan den eersten spreker van den avond, den heer H. Disselkoen, voorzitter der afdeeling. Deze hield een rede over het onderwerp: „Wat staat den Heemsteedschen werkloozen te wachten?" Spr. begon met te constateeren, dat de voor uitzichten voor de arbeidersklasse en in 't bij zonder voor de werkloozen nog niet gunstig zijn. Het einde van de crisis is nog niet te zien. Het werkloozencijfer is in Heemstede vergeleken met het vorige jaar met 40 toegenomen. Deze werkloosheid is permanent en de arbeiders klasse zal er bij het voortbestaan van het kapitalisme niet van worden verlost, al komt er ischien wel eens weer een periode van eenige i leving. Dit sombere vooruitzicht wordt nog donkerder oor de reactionnaire maatregelen van de be- ittende klasse. Hoe staan de werkloozen er in Heemstede oor. Tot nog toe zijn ze niet al te slecht af gekomen. De werkloosheidsuitkeeringen waren hooger dan in andere plaatsen en voor de werk verschaffing werd nog al wat gedaan. Doch dit was niet meer dan plicht! Voor de villabewoners was Heemstede jaren lang een paradijs door lage belastingen, dus mag men er zich niet op beroemen dat de werkloosheidsuitkeering beter was dan elders. Nu echter de gegoede klasse iets meer moet worden aangepakt, deinst men er voor terug, om nog meer voor de werkloozen te doen. De politiek van den wethouder van financiën is niet juist geweest. Bij krachtiger optreden was meer aan rijksuitkeering en schadeloos stelling binnengekomen. Hiertegen past een verzet van de arbeiders klasse. Spr. wekt op tot meedoen aan de demonstratie welke vanwege een andere arbei- dersvakvereeniging op 8 November in Den Haag zal worden gehouden. Voorts oefent spr. critiek op de houding van den heer Van der Linden in den Heemsteedschen gemeenteraad, die het beleid van den wethouder van openbare werken inzake het rouleeringssysteem bij de werk verschaffing goedkeurde. Ook op de houding van den heer De Tello oefent spr. scherpe critiek in verband met het gebeurde bij de toekenning van de zetels in de verschillende commisèies en bij verschillende andere gelegenheden. De heer De Tello zal dit waarschijnlijk goedpraten met te wijzen op de machtspositie van de S.D.A.P., maar dit houdt geen steek. Maar het toppunt was volgens spr. het gebeurde bij de uitbreiding van de commissies. De heer De Tello had met spr. één lijn behooren te trekken, maar de uit breiding van het aantal zetels in de commissies ging ten koste van de O.S.P. Spr. zet de ware beteekenis hiervan uitvoerig uiteen en noemt de handelwijze van de R.K. en S.D.A.P. in den Raad zeer onbehoorlijk. Vervolgens gaat spr. na, hoe reeds bij het onderwijs ge-Welterd wordt. Een Vacature aan de school aan den Voorweg wordt niet vervuld, zoodat twee klassen, of eigenlijk drie, onder één onderwijzer komen te staan. De leerlingen die eindonderwijs krijgen worden op deze manier de dupe. De heer De Tello is mede oorzaak, dat het openbaar onderwijs hier weer wordt achter gesteld bij het bijzonder onderwijs; immers spr. kan thans zijn stem tegen deze politiek niet ver heffen in de commissie van onderwijs. De werkloozen kunnen geen vertrouwen hebben in de R.K.-fractie in den Raad, noch in die van de S.D.A.P. Het Raadhuisplein kan echter wel eens belangrijker zijn dan de Raads zaal. Spr. doet een beroep op de aanwezigen om zich op deze wijze voor te bereiden voor een strijd met de bezittende klasse. Na deze rede sprak de heer D. de Jager uit Utrecht over het onderwerp „Practische lessen in den klassenstrijd". Spr. roept de voor- oorlogsche periode in herinnering en gaat na hoe in die dagen de arbeidersbeweging den strijd tegen de bezittende klasse aanbond. Domela Nieuwenhuis oefende er toen reeds critiek op. De Marxistische theorieën werden herzien en een andere strijdwijze vond ingang, die mogelijk werd door uitbreiding van de organisaties. Het geloof in de mogelijkheid van „de geleidelijke weg" tot betere regeling van de maatschappelijke orde won meer en meer veld. Doch deze illusie werd al spoedig als een illusie gesignaleerd, o.a. door Herman Gorter en Henriette RolandHolst. Toen kwam de groote oorlog, de misrekening van de S.D.A.P. De machinale overproductie eischte afzetgebieden; oorlogen zijn dus een direct gevolg van' het funeste kapitalistische productiesysteem. Het jaar 1914 bracht de ineenstorting van de machtige arbeidersbeweging, een ineenstorting die in Duitschland begon. De practijk logen strafte hier de theorie. Zelfs Liebknecht „ver giste" zich; alleen de meest linksche groep bleef consequent. Ook Troelstra stuurde zijn zoon naar de grenzen met het geweer. Spoedig echter zag men de vergissing in en het revolutionnaire element won weer veld. De dictatuur van het proletariaat werd het schrik beeld van de bezittende klasse. In Rusland kregen de Bolsjewieken de macht in handen, waaruit blijkt dat het instinct van de massa als leidende factor niet moet worden uitgeschakeld. De Duitsche Sociaal-Democratie volgde even eens 'dezen weg. Ook hier werd de republiek uitgeroepen onder den drang der massa, doch het privaat-grondbezit werd niet tot staats eigendom verklaard,welke fout zich spoedig wreekte. In een z.g. „samenwerkingssfeer" werd getracht tot verbeteringen te komen. Men ziet waartoe dit tenslotte heeft geleid: de Jonkers zijn weer de baas! Ook hier in Nederland zocht de S.D.A.P. samenwerking met de andere groepen. Een ver keerde taktiek, want het kapitalistische stelsel verkeert in zijn ondergangsperiode en men moet niet trachten, het nieuw leven in te blazen. Men moet de Russische en Duitsche lessen niet ver geten. In Italië ging het anders: de sterke S.D.A.P. miste de juiste leiding en de actie der arbeiders liep uit op het dictatorschap van Mussolini. Het Spaansche voorbeeld, van jongeren datum geeft dezelfde les aan het proletariaat: in het histo rische uur finaal afrekenen met de tegenstanders en ze voorgoed onschadelijk maken. Ook in Nederland groeit de drang van de massa. De crisistheorie van de S.D.A.P. is on juist; er komt geen herstel van het kapitalisme en het zal komen tot een afbraak van het be staande. Het uur nadert, waarop de arbeiders klasse haar eigen lot in handen zal nemen. Een andere oplossing is er niet, want nieuwe bloei- mogelijkheden staan voor het kapitalisme niet open. De Links-socialisten aldus besloot spr. zijn rede moeten zich daar wel rekenschap van geven, en weloverwogen en kalm zich voor den komenden strijd voorbereiden. De les van Marx: „Neem uw eigen lot in handen" geldt ook nog heden en het is de eenige weg om tot een betere maatschappij te komen. Van de gelegenheid tot debat werd geen ge bruik gemaakt. FANFARECORPS „EXCELSIOR". Het „Heemsteedsch Fanfarecorps Excelsior", dirigent de heer Reynier van 't Hoff, zal op Zaterdag 19 November een uitvoering geven in Café-Restaurant „Dreefzicht". Per circulaire heeft het bestuur de donateurs tr op attent gemaakt, dat de aan hen uitgereikte toegangsbewijzen strikt persoonlijk zijn en dat aan deze bepaling streng de hand zal worden gehouden. Herhaaldelijk is het voorgekomen, dat de donateurs niet zelf de uitvoeringen bezochten, doch hun kaarten weggaven. Voornamelijk bij de laatste uitvoeringen schijnt dit te zijn ge beurd. „Wanneer die kaarten alleen geschonken werden aan werkelijke muziekliefhebbers," aldus schrijft het bestuur „zouden wij er des noods vrede mede kunnen hebben, doch helaas, de kaarten raken in handen van personen, die noch voor de vereeniging, noch voor de muziek iets gevoelen, en op wier aanwezigheid tijdens de uitvoering wij, om geen krasser uitdrukking te gebruiken, geen prijs stellen." Dit is te meer te betreuren, daar de eerste uitvoeringen inderdaad de glanspunten van het vereenigingsleven waren. Het bestuur wil dezen toestand trachten te herstellen en ongewenschte elementen weren door aan de bepaling dat amateurskaarten strikt persoonlijk zijn streng de hand te houden, in de vaste overtuiging, dat deze maatregel door ieder, die het goed met de vereeniging meent, van harte zal worden toe gejuicht. VERKEERSONGEVALLEN. Zondagavond had op den Heerenweg een aanrijding plaats, waarbij een wielrijdster werd gewond. Mej. H., wonende alhier, reed per rijwiel op den Heerenweg in de richting Benne- broek. Door een achterop rijdende auto werd haar rijwiel gegrepen en werd zij tegen een boom geworpen. Het rijwiel werd een eindweegs door de auto meegesleurd. De bestuurder van de auto, de heer D., had de wielrijdster te voren niet gezien. Mej. H. is bij een bewoner van den Heerenweg binnen gebracht en is daar den nacht gebleven. Dr. v. W. heeft haar ter plaatse verbonden. Zij bleek wonden aan hoofd, hals en knieën te hebben bekomen. De politie onder zoekt deze zaak. GEVONDEN VOORWERPEN. Terug te bekomen bij: A. J. Spoor, Sumatra- straat 11, eenig waschgoed; J. v. d. Wiel, Glipperweg 116, een zwarte hond; Mej. Van leperen, Zandvoorterweg 147, Aerdenhout, een heerenhandschoen; J. C. Beiersbergen, Hooge- werfstraat 3, Hillegom, een bril; Nachtveilig- heidsdienst, Raaks, Haarlem, een damesrijwiel; Waasdorp, lepenlaan 22, een Lipssleutel; Hum- ting, Berkenlaan 24, een portemonnaie met inhoud; J. Brouwer, Billitonstraat 32, een riem (ceintuur); Th. Neeskéns, Bankastraat 98, een rijwielbelastingmerk; M. Steinhoff, Achterweg 28, een bont; N. v. lersel, Oude Posthuisstraat 7, een etui met beeldjes; T. de Graaf, Borneo- straat 12, een rozenkrans in etui; A. v. d. Horst, Bosb. Toussaintstraat 50, een poesje; B. Deen, Glipperweg 22, een zak aardappelen; Eldering, Bronsteeweg 36, een jonge smoushond; Bureau van Politie, Raadhuisstraat, een jongenshand- schoen. BADHUIS HEEMSTEDE. In het Badhuis aan de Postlaan werden in de week van 10 tot en met 15 October genomen 508 douchebaden en 27 kuipbaden. Aan 21 kinderen werd een gratis schoolbad verstrekt op Woensdagmiddag van 2 tot 4 uur. Van de gelegenheid tot kosteloos baden op Woensdagavond tusschen 5 en 8 uur werd door 10 volwassenen gebruik gemaakt. LEES DIT EENS! Als ge de Heemst. Courant neemt en ge zet IJ rustig en gemakkelijk om eens te lezen, wat er zoo in en om U gebeurd of op handen is, sla dan toch vooral dit artikel niet over! Want het gaat er om, in uw onmiddellijke omgeving, in uw eigen mooie dorp, een instelling in stand te houden, die al zoovele harten dank baar heeft gestemd en die in de komende winterdagen, voor ontelbaar velen een zegen hoopt te zijn. Het Heemst. Kleedingfonds! Is er wel een die zoo duidelijk het doel aangeeft als deze, een fonds, een centrum, van waaruit kleeren, nieuwe of gedragen, gedistribueerd worden aan men- schen, die door deze financieel moeilijke tijden geen nieuwe kleeren kunnen koopen. En och, ge kunt het eigenlijk zeil wel be grijpen, waar geen kleeren zijn, zal ook niet voldoende beddegoed wezen, en als vanzelf zal dan getracht'worden in dergelijke gezinnen hulp te bieden. Dank uwen steun, konden wij verleden jaar heerlijk werken. Onze voorraad is nu echter uit geput en helaas de crisis nog niet voorbij. Komt nu, beste Heemstedere, wilt ons helpen! Allen, zelfs de meest materialistische onder U, heeft wel eens een goede gedachte, als hij aan den arme denkt. Zet die goede gedachte om in een goede daad! Wij hebben met onze eerste autotocht door het dorp reeds veel van U mogen ontvangen, o.a. keurige kleedingstukken en de collecte busjes gaven geld om nieuw goed te koopen. 29 Oct. gaan wij rond in het andere gedeelte van het dorp om al uw gaven in ontvangst te nemen. De route vindt U vermeld in de courant! Ziet nu allen uw garderobe nog eens na, uw voorraad dekens, bedden, etc., of hier bij is wat U toch niet draagt, of toch niet gebruikt. Indien U niet in de gelegenheid is het met de rond gaande autobus mede te geven, kunt U ook Mevr. Chabot v. Gasteren, Achterweg 22, een boodschap zenden of opbellen Atevr. Stibbe Dubois, Telef. 28432, en uw goederen zullen spoedig gehaald worden. Het Bestuur van het Heemst. Kleedingfonds is en blijft U zeer erkentelijk voor uwe hulp en gij zelf, ge ^ult er stoffelijk niet armer, zelfs geestelijk rijker door worden. Welaan dan Heemstedere, met Alice Nahon vragen we U Laat ons lot geschenk vereenen Wat van U en wat van mij Laat ons 't brengen aan diegenen Die nog armer zijn dan wij. Namens het Comité: ZUSTER DERKSEN. BADHUIS HEEMSTEDE. Opgave van 13 October 1932. In het Badhuis aan de Postlaan werden in de week van 3 tot en met 8 October genomen 550 douchebaden en 36 kuipbaden. Aan 25 kinderen werd een gratis schoolbad verstrekt op Woensdagmiddag van 2 tot 4 uur. Van de gelegenheid tot kosteloos baden op Woensdagavond tusschen 5 en 8 uur werd door 11 volwassenen gebruik gemaakt. GEVONDEN VOORWERPEN. Opgave van 13 October 1932. Terug te bekomen bij: J. Neeskens, Molen- werfslaan 116, een autoband; Zandvoortschelaan 25, een autoped en een armband; F. Philips, Landzichtlaan 28, een vulpotlood; J. van Houten, Jac. v. Campenstraat 57, een paar kinderhand schoenen; Mevr. De Woli, Heerenweg 201, een klein jong hondje; Van Eldik, Zandvoortsche laan 144, een vermoedelijk gouden broche; Augustinus, Haemsteedeplenr 42, een bood- schappentasch; H. v. Keeken, Celebesstraat 18, een hondenhalsband met penning; Bureau van Politie, Raadhuisstraat, een dameshandschoen en een sleutel. (Buiten aansprakelijkheid van de Redactie.) „KERSTFEEST OP ZEE". Onder bovenstaanden titel 'hebben de vorige week namens het Amsterdamsche Comité, Mevr. F. J. Jongmanv. d. Stroom, p/a. Waterschouts kantoor, Nw. Vaart 2, Amsterdam (C.) en namens het Rotterdamsche Comité Jonkvr. J. W. Orth, Tehuis voor Zeelieden, Veerhaven 17, Rotterdam, een ingezonden stuk geplaatst in de groote bladen, dat aldus begint: „Mogen wij wederom ieder, die een Kerst geschenk wil zenden voor de Kerstkisten, welke „in Nov. en Dec. naar de uitvarende schepen „onzer koopvaardij weggegeven worden, vrien delijk vragen, dit te doen, zoo mogelijk vóór „1 Nov. a.s.. Tot en met 20 Dec. blijft echter „alles welkom, zooals: warme wollen dassen, „sokken, wanten en bivakmutsen, Holl. lees boeken en kalenders, pijpen, sigaren, tabak, „dam- en schaakspelen, puzzles, kooigordijntjes, „sofakussens, pantoffels, zakdoeken, postpapier, „enz., enz." Dan volgt een lange lijst van wel 30 plaats namen met adressen van dames en heeren, die zich bereid verklaard hebben om pakjes voor dit doel in ontvangst te nemen, ten einde ze door te zenden naar de adressen van boven genoemde Comité's. Onder die adressen wensch ik in het bijzonder de aandacht te vestigen op Mej. C. Hakvoort, Schotersingel 137, Haarlem-Noord en omstreken en voor Heemstede-Noord op het adres van ondergeteekende, die bijna een kwart eeuw als predikant op Terschelling lief en leed met vele zeelieden van de koopvaardij heeft gedeeld en dientengevolge zich gedrongen gevoelt om den arbeid van Kerstfeest .op Zee" ten zeerste bij de lezers van de plaatselijke bladen alhier aan te bevelen niet slechts als een liefhebberij werk, maar als een zeer noodige Philantropische arbeid, waarvan een groote zegen kan uitgaan in velerlei opzicht. Als men toch jaren aaneen onder de zeelieden van de groote vaart verkeerd heeft en in hunne gezinnen, dan is het geen zeldzaamheid, dat men daarin uitdrukkingen opvangt als deze: „mijn man heeft nog bijna nooit zijn eigen verjaardag, noch dien van zijn vrouw of kinderen, in zijn eigen huis gevierd." Een gezagvoerder ver zekerde mij eens: „Ik ben 16 jaar getrouwd „maar had in al die jaren nog niet het voor recht om het Kerstfeest te midden van mijn „gezin en gemeente te mogen vieren, reden „waarom ik in de laatste jaren, als er een „Kerstkind aan boord komt, zelf maar een Kerst boom meeneem om althans met mijn beman ning aan boord een soort Kerstfeest te vieren, „bij de opening der Kerstkist, want, weet u, „dat houdt er in de laatste maand des jaars, „waarin ieder min of meer een heimwee naar „huis heeft, de stemming een beetje in. Bij dit gemis aan huiselijk- en familieleven komt ook nog het gemis aan godsdienstige stichting en opbouwing bij gebrek aan gemeente lijke samenkomsten. Wel is waar vergoedt de radio wel iets van dat gemis, maar stelt ook menigmaal teleur. Tenminste enkele jaren ge leden vertelde een Haagsch predikant, hoe hij zelf eens door de radio had gepredikt en eenigen tijd daarna een brief van een gezagvoerder had ontvangen, die zijn prediking gehoord had in volle zee en hem dankte voor het goede woord, maar tevens zeer teleurgesteld was, dat hij in zijn gebed niet aan de zeelieden had gedacht, die er vaak zoo'n behoefte aan hebben. i j - Twee versche sporen liepen over het dor- harde prairiegras de zon tegemoet, die aan den rand te sterven zat. In het oker-geel van den hemel wiegden de contouren van twee ruiters, fantastischer dan een spookbeeld. Slechts het gekras van een uil verbrak de hemeldiepe stilte van den laten namiddag. Langzaam schoof de schemering over de prairie, waarin de sidderen- de warmte van den barstenden bodem vervlood. De ruiters ste gen zwijgend van hun paarden en klapten bemoedi gend op de zwee- terige schoften der dieren, zoodat het lenig vel rond de liezen ervan trilde. Dan door zochten zij de zakken aan het zadel. Van stuk ken maisbrood braken zij ruwe brokken. Reeds hadden de dieren zich omgekeerd en staken den kop over den schou der der man. nen Nurvuus-hp- De zon tegemoet, die aan weeglijke paar_ den rand te sterven zat. denlippen snapten het brood gulzig uit de opgehouden handen. Daarna namen de mannen de zadels af en zei- j den „Stilstaan, Minny", omdat zij de gespen j niet los konden krijgen. Roerloos stonden nu de dieren met saam- gebonden leidsels te slapen. Omwikkeld door dekens lagen de berijders die naar hun uiter lijk cowboys waren, op den grond. De maan voer over de wereld, tot rauwe kreten de dooclelijke stilte verbraken. Vanaf dit oogenblik verdween zij achter de goudglanzende wolken, die wild en woest barnende draaikolken waren. Jimmy! Jimmy' schreeuwde het door het duister. In suizenden ren schichten schaduwen voorbij. Het moesten dieren zijn. Wreed en gruwelijk verscheurde doodsangstig gehinnik de rust van den prairie-nacht. Hoeven sloegen dof op den bodem. Burham zat op zijn knieën voor Jimtny. Zijn handen hadden den slapenden Jimmy half over eind getrokken. De prairie brandt!, gilde hij. Hij schudde hem heen en weer, Jimmy werd wakker. Brandlucht waarschuwde dezen halven natuurmens'ch instinctmatig voor dreigend ge vaar. Een. oogenblik boorden beider blikken door liet nachtelijk donker. Op een afstand wolkten de vlammen omhoog; slorpende trechters vuur. Losgescheurde roode flarden in hitserige nijdig heid flakkerden boven den gloed. Ze verdwenen en kwamen telkens weer terug. Nog was het vuur te ver verwijderd om het gehuil van de vlammen te hooien. Doch de noodkreten dei- opgeschrikte dieren hielden een donkere drei ging in. En nergens was een plek die zwart zag. Overal, in heel de verte kronkelde het vuur; vraten de vlammen kankerend voort. Naar de paarden, Burham, stootte Jimmy uit. Ze zijn al gevlucht, Jimmy?, zei Burham zacht en aarzelend, alsof hij overwoog wat deze uitspraak eigenlijk beteekende. Jimmy keek verbeten naar de nadering van de vuurzee. Misschien duurde het nog 'n uur, voordat het bij hen was. En dan? Krankzinnige, wilde angst deed hem op springen. Vluchten! Jimmy, Jimmy, gilde Burham. In radelooze angst rende Jimmy Talker zijn dood tegemoet. Burham stormde hem achterna. Voor beiden gold het een ren op leven en dood. Met een uiterste krachtsinspanning wierp hij zich op den vluchteling. Door hun vaart tuimel den zij over den grond. Doch op het volgende moment waren zij al weer ter been. Blijf staan, Jimmy, brulde Burham. Pro beer je te ontvluchten, dan schiet ik je neer! Om hem den toestand te doen begrijpen, duwde hij hem den revolver onder den neus. Ben je krankzinnig, Burham. Weg die revolver! Laat ons vluchten.... Laat mij vluchten als jij niet mee wilt. Onverbiddelijk hield Burham hem den revolver voor, wat Talker tot vleierij deed overslaan. Je gaat met mij onmiddellijk terug, zei Burham koud. Als ik je liet gaan zou je zeker omkomen. De vlammen zijn vlugger dan jij. We kunnen ons op een andere manier redden. Hoe dan?, schreeuwde Jimmy Burham heesch toe. Kom mee, dan zal ik het je zeggen. De eenige redding is, dat wij hier de prairie in brand steken! Burham, je ben gek geworden! Dan moe ten we op deze plaats verbranden! Neen, we leggen een tegenvuur aan, schreeuwde Burham. Dan zullen we stikken door rook en warmte. We zouden slechts enkele honderden meters af kunnen branden, voordat het prairie- vuur bij ons is! Luister, Jimmy, zei hij. We "beginnen met het graven van een gat, breed genoeg om er beiden in te kun nen liggen. Daar na leggen wij het tegenvuur aan. Gelukt ons dit, dan zijn we in zooverre veilig, dat we niet meer kunnen verbran den. Er rest ons alleen nog een middel te vinden tegen den rook en de hitte. Juist, dat is het ergste, riep Talker uit. Neen, zei Jimmy, ginds Probeer je te ontvluchten hebben wij onze dan schiet ik je neer. waterzakken lig gen.... Met hun lange dolkmessen staken zij in koortsachtige haast den bodem los. Rook en stank werden steeds sterker. Ge brul, geloei, geknetter der vlammen was het angstwekkendste van den nacht. Aldoor werd de lucht rooder. Toen schoof een lichtelijk vlamgordijn naai de zwangerheete kolken toe en vrat het voedsel voor haar weg. Talker en Burham groeven zich dieper in den grond. De rose gloed gloeide al op de lemmet ten van hun dolken. Op den rand van de dieper wordende kuil vielen zwakke schaduwen van hun eigen gestalten. Handen graaiden in de harde brokken zand, die tot een borstwering opgeworpen werden, dichter wordende rook vlaagde over hen, zweetdroppels dropen van hun gezichten, door de benauwende steeds zwoelere lucht. Nu lagen zij in den kuil en groeven zich dieper weg. Zij sneden met hun dolken lappen van hun geruite boezeroenen, drenkten ze in water en kropen zoo dicht mogelijk bij den grond. De natte lappen voor neus en mond gehouden lieten den rook niet door. Lianen vuur slingerden hoog boven hen: uit- Ioopers van op afstand loeiende vlammen. In de kuil kon de verzengende hitte niet in al haar felheid doordringen. Uren zaten de beide mannen als schuwe vogels ineengehurkt tot het geloei in knettering verstierf en het rood van de lucht vervluchtigde in het schuchtere licht van den naderenden morgen. Twee afgetobde lichamen begonnen over de zwartgebrande vlakte hun reis naar de menschen.... GOTTFRIED VAN GRIENSVEN. In de mobilisatiejaren ontving een Evangelist te Klazinaveen in Drenthe van een zeemans vrouw ƒ500.voor zijn te stichten Evangeli satielokaal met het uitdrukkelijk verzoek een deel van dat geld te besteden voor een kansel bijbel, waarin op het titelblad den wensch werd uitgedrukt, dat elke prediker op dien kansel in zijn gebed de zeelieden zou gedenken. Hoe weinig wordt dit, helaas! nog gedaan en hoe goed zou het vele zeemansvrouwen doen, als zij dit blijk van meeleven-hoorden. Doch genoeg! Wie iets wil afzonderen tot bemoediging van den zeeman in zijn vaak moeilijk en gevaarlijk beroep en hem daarmede als het ware een warme handdruk wil geven als teeken van mee leven, zeilde, zoo mogelijk met adres van her komst, zijn pakketje uit Zuid-Heemstede aan Mevr. Colenbrander, Raadhuisjilein, die zoo vriendelijk was deze taak van Mevr. Korff over te nemen en voor Noord-Heemstede of Zuid- Haarlem aan Mevr. Boeke, Princessesstraat 2 of Mevr. v. d. Burgt, Leidschestraat 476, of aan Mevr. Vossers, Asterkade 28 en voor Haar- lem-(N.) Mej. C. Hakvoort, Schotersingel 137. Ondergeteekende ontving reeds met grooten dank van Mej. de M. O. uit A. 30 scheur kalenders, van J. G. H. uit A. 1.— en van den heer W. uit H. 2.—. Dat is reeds een goed begin. Hopende dat meerderen zullen volgen. In afwachting, G. VOSSERS, Em.-Pred., Asterkade 28. WERKLOOZENSTEUN IN NATURA. Dezer dagen werd in de pers medegedeeld, dat de Regeering van plan is een commissie in te stellen, die zou onderzoeken, of, gelet op de moeilijke tijdsomstandigheden, niet het tijdstip is aangebroken, dat, teneinde tot een meer doel treffende bestemming van de Overheidsgelden te komen; de hulp welke aan werkloozen wordt verleend geheel of ten deele in natura zal worden verstrekt. Als voorzitter van deze commissie werd reeds genoemd de oud-Minister thans Burgemeester van Hilversum, de heer Lambooy, terwijl ook reeds de namen van verschillende leden dezer commissie werden vermeld. Wanneer men over deze zaak gaat nadenken, dan is het misschien op het eerste gezicht vreemd, dat men het geld, dat zoo'n belangrijke rol in de samenleving vervult, hier thans uit wil sluiten. Per slot van rekening is voor een con sument het geld niets anders dan een tusschen- schakel, waardoor het hem gemakkelijk gemaakt wordt, datgene te koopen, waaraan hij op een bepaald oogenblik behoefte heeft. Heel vroeger, toen men het -geld nog niet kende, ruiide men goederen tegen goederen, doch juist door de invoering van het geld als algemeen betaalmiddel heeft men het ruilverkeer ontzettend vergemakkelijkt. Op het eerste ge zicht lijkt, zooals gezegd, het dan ook vreemd, dat men thans een stap zou ondernemen die feitelijk uit den tijd is. Aan den anderen kant moet men echter ook rekening houden met de bestaande omstandigheden. Wat is toch het geval. Terwijl in tal van plaatsen werkloozen ondersteund moeten worden om in hun allereerste levensmiddelen te kunnen voorzien, kunnen op het platteland de landbouwers hun producten vaak niet afzetten en weten zij er soms geen raad mee, zoodat men het dwaze verschijnsel ziet, dat aan den eenen kant honger en gebrek wordt geleden en aan den anderen kant levens middelen worden vernietigd, of althans voor andere doeleinden worden gebruikt, dan waar voor ze feitelijk bestemd zijn. Om nu zoo maar te beweren, dat men deze levensmiddelen dan maar onder de werkloozen moet verdeelen is ook weer een kwestie die niet zoo gemakkelijk is, maar toch is er alle aan leiding om eens door een geheel onpartijdige commissie te doen onderzoeken in hoeverre deze twee vraagstukken tot elkaar gebracht kunnen worden, zoodat dus aan den eenen kant de werkloozen voldoende ondersteuning krijgen en aan den anderen kant de landbouwers een afzetgebied vinden voor hun producten. Natuur lijk zal men een eventueel verstrekken van steun in nature moeten beperken tot enkele artikelen, waarvan zeker is, dat iedereen ze in een be paalde hoeveelheid gebruikt, b.v. brandstof, brood, aardappelen, enz., en zoo zal deze wijze van steunverleening toch nooit den steun in geld geheel kunnen vervangen, maar wanneer men een gedeelte van de geldelijke ondersteuning zou kunnen verstrekken in bons, die dan tegen een bepaalde hoeveelheid van de daarop ver melde producten zouden kunnen worden inge wisseld, zou men ongetwijfeld aan deze pro ducten een afzetgebied garandeeren en daardoor kunnen voorkomen, dat deze vernietigd worden. Er zitten aan deze kwestie nog wel énkele andere teere puntjes, maar daarom is het mis schien goed, dat de zaak eens in zijn algemeen heid in een commissie wordt bekeken en met belangstelling mag dan ook zoo spoedig moge lijk een rapport van deze commissie worden verwacht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1932 | | pagina 5