Wt tuk «fcf Mm.
GEDULD.
DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD.
LOSSE BLAADJES
In een onzer grootste steden
Is een kledingmagazijn,
Waar onlangs in d'etalage
'n Winterjas stond, extra fijn.
Alle arme slokkers keken
Heel begeerig naar de jas,
I)ie, zooals een kaart vermeldde,
Voor één cent te krijgen was
En zou worden toegewezen
Aan wie 't eerste er om vroeg.
Nü, liefhebbers voor dat jasje
Waren er meer dan genoeg.
Vrijdagsavond ging er een,
Die beslist de jas wou hebben,
Naar het magazijn al heen.
Dn twee dagen en drie nachten
Stond of zat hij steeds óp post.
(Of dit avontuur den man niet
Zijn gezondheid heeft gekost
Maandag was hij d'allereerste
In den winkel met zijn geld,
Maar toen hij de jas ging pussen
Werd hij wreed teleurgesteld!
Daar had hij niet op gerekend:
Het begeerde kleedingstuk
Bleek hem veel te groot te wezen
Had die man geen ongeluk?
Maar de winkelier, goedhartig,
Zei: „Ik maak die jus wel pas."
Nu, ik vind, dat 's mans geduld wel
Den belooning waardig was!
Ingezeet'nen van ons Heemstee,
Wie een jas thans noodig heeft
(an die voor een cent niet koopen!
I Kl.EEDINGFONDS vraagt dus
beleefd
Zoek in kisten en in kasten
Of daar niet iets bruikbaars zweeft*)
Wie zou U het liefste wezen:
Die wat krijgt.of die wat geeft?
Vervolg Plaatselijk Nieuws.
INGEZONDEN
No. 42.
21 OCTOBER 1932.
's Maandags zou men 't gaan verknopen.
Inzameling op Zaterdag 29 October a.s.
VERGADERING O.S.P.
Dinsdagavond hield de afdeeling Heemstede
van de Onafhankelijke Socialistische Partij een
goed bezochte vergadering in Hotel Van Ree,
onder leiding van den heer J. Koper, die na een
korte inleiding het woord gaf aan den eersten
spreker van den avond, den heer H. Disselkoen,
voorzitter der afdeeling.
Deze hield een rede over het onderwerp:
„Wat staat den Heemsteedschen werkloozen te
wachten?"
Spr. begon met te constateeren, dat de voor
uitzichten voor de arbeidersklasse en in 't bij
zonder voor de werkloozen nog niet gunstig
zijn. Het einde van de crisis is nog niet te zien.
Het werkloozencijfer is in Heemstede vergeleken
met het vorige jaar met 40 toegenomen. Deze
werkloosheid is permanent en de arbeiders
klasse zal er bij het voortbestaan van het
kapitalisme niet van worden verlost, al komt er
ischien wel eens weer een periode van eenige
i leving.
Dit sombere vooruitzicht wordt nog donkerder
oor de reactionnaire maatregelen van de be-
ittende klasse.
Hoe staan de werkloozen er in Heemstede
oor. Tot nog toe zijn ze niet al te slecht af
gekomen. De werkloosheidsuitkeeringen waren
hooger dan in andere plaatsen en voor de werk
verschaffing werd nog al wat gedaan. Doch dit
was niet meer dan plicht! Voor de villabewoners
was Heemstede jaren lang een paradijs door
lage belastingen, dus mag men er zich niet op
beroemen dat de werkloosheidsuitkeering beter
was dan elders.
Nu echter de gegoede klasse iets meer moet
worden aangepakt, deinst men er voor terug,
om nog meer voor de werkloozen te doen.
De politiek van den wethouder van financiën
is niet juist geweest. Bij krachtiger optreden
was meer aan rijksuitkeering en schadeloos
stelling binnengekomen.
Hiertegen past een verzet van de arbeiders
klasse. Spr. wekt op tot meedoen aan de
demonstratie welke vanwege een andere arbei-
dersvakvereeniging op 8 November in Den Haag
zal worden gehouden. Voorts oefent spr. critiek
op de houding van den heer Van der Linden in
den Heemsteedschen gemeenteraad, die het
beleid van den wethouder van openbare werken
inzake het rouleeringssysteem bij de werk
verschaffing goedkeurde. Ook op de houding
van den heer De Tello oefent spr. scherpe critiek
in verband met het gebeurde bij de toekenning
van de zetels in de verschillende commisèies en
bij verschillende andere gelegenheden. De heer
De Tello zal dit waarschijnlijk goedpraten met
te wijzen op de machtspositie van de S.D.A.P.,
maar dit houdt geen steek. Maar het toppunt
was volgens spr. het gebeurde bij de uitbreiding
van de commissies. De heer De Tello had met
spr. één lijn behooren te trekken, maar de uit
breiding van het aantal zetels in de commissies
ging ten koste van de O.S.P. Spr. zet de ware
beteekenis hiervan uitvoerig uiteen en noemt de
handelwijze van de R.K. en S.D.A.P. in den
Raad zeer onbehoorlijk.
Vervolgens gaat spr. na, hoe reeds bij het
onderwijs ge-Welterd wordt. Een Vacature aan
de school aan den Voorweg wordt niet vervuld,
zoodat twee klassen, of eigenlijk drie, onder één
onderwijzer komen te staan. De leerlingen die
eindonderwijs krijgen worden op deze manier
de dupe. De heer De Tello is mede oorzaak, dat
het openbaar onderwijs hier weer wordt achter
gesteld bij het bijzonder onderwijs; immers spr.
kan thans zijn stem tegen deze politiek niet ver
heffen in de commissie van onderwijs.
De werkloozen kunnen geen vertrouwen
hebben in de R.K.-fractie in den Raad, noch in
die van de S.D.A.P. Het Raadhuisplein kan
echter wel eens belangrijker zijn dan de Raads
zaal. Spr. doet een beroep op de aanwezigen
om zich op deze wijze voor te bereiden voor
een strijd met de bezittende klasse.
Na deze rede sprak de heer D. de Jager uit
Utrecht over het onderwerp „Practische lessen
in den klassenstrijd". Spr. roept de voor-
oorlogsche periode in herinnering en gaat na
hoe in die dagen de arbeidersbeweging den
strijd tegen de bezittende klasse aanbond.
Domela Nieuwenhuis oefende er toen reeds
critiek op. De Marxistische theorieën werden
herzien en een andere strijdwijze vond ingang,
die mogelijk werd door uitbreiding van de
organisaties. Het geloof in de mogelijkheid van
„de geleidelijke weg" tot betere regeling van
de maatschappelijke orde won meer en meer
veld. Doch deze illusie werd al spoedig als een
illusie gesignaleerd, o.a. door Herman Gorter en
Henriette RolandHolst.
Toen kwam de groote oorlog, de misrekening
van de S.D.A.P. De machinale overproductie
eischte afzetgebieden; oorlogen zijn dus een
direct gevolg van' het funeste kapitalistische
productiesysteem.
Het jaar 1914 bracht de ineenstorting van de
machtige arbeidersbeweging, een ineenstorting
die in Duitschland begon. De practijk logen
strafte hier de theorie. Zelfs Liebknecht „ver
giste" zich; alleen de meest linksche groep bleef
consequent. Ook Troelstra stuurde zijn zoon
naar de grenzen met het geweer.
Spoedig echter zag men de vergissing in en
het revolutionnaire element won weer veld. De
dictatuur van het proletariaat werd het schrik
beeld van de bezittende klasse. In Rusland
kregen de Bolsjewieken de macht in handen,
waaruit blijkt dat het instinct van de massa als
leidende factor niet moet worden uitgeschakeld.
De Duitsche Sociaal-Democratie volgde even
eens 'dezen weg. Ook hier werd de republiek
uitgeroepen onder den drang der massa, doch
het privaat-grondbezit werd niet tot staats
eigendom verklaard,welke fout zich spoedig
wreekte. In een z.g. „samenwerkingssfeer" werd
getracht tot verbeteringen te komen. Men ziet
waartoe dit tenslotte heeft geleid: de Jonkers
zijn weer de baas!
Ook hier in Nederland zocht de S.D.A.P.
samenwerking met de andere groepen. Een ver
keerde taktiek, want het kapitalistische stelsel
verkeert in zijn ondergangsperiode en men moet
niet trachten, het nieuw leven in te blazen. Men
moet de Russische en Duitsche lessen niet ver
geten.
In Italië ging het anders: de sterke S.D.A.P.
miste de juiste leiding en de actie der arbeiders
liep uit op het dictatorschap van Mussolini. Het
Spaansche voorbeeld, van jongeren datum geeft
dezelfde les aan het proletariaat: in het histo
rische uur finaal afrekenen met de tegenstanders
en ze voorgoed onschadelijk maken.
Ook in Nederland groeit de drang van de
massa. De crisistheorie van de S.D.A.P. is on
juist; er komt geen herstel van het kapitalisme
en het zal komen tot een afbraak van het be
staande. Het uur nadert, waarop de arbeiders
klasse haar eigen lot in handen zal nemen. Een
andere oplossing is er niet, want nieuwe bloei-
mogelijkheden staan voor het kapitalisme niet
open. De Links-socialisten aldus besloot spr.
zijn rede moeten zich daar wel rekenschap
van geven, en weloverwogen en kalm zich voor
den komenden strijd voorbereiden. De les van
Marx: „Neem uw eigen lot in handen" geldt ook
nog heden en het is de eenige weg om tot een
betere maatschappij te komen.
Van de gelegenheid tot debat werd geen ge
bruik gemaakt.
FANFARECORPS „EXCELSIOR".
Het „Heemsteedsch Fanfarecorps Excelsior",
dirigent de heer Reynier van 't Hoff, zal op
Zaterdag 19 November een uitvoering geven in
Café-Restaurant „Dreefzicht".
Per circulaire heeft het bestuur de donateurs
tr op attent gemaakt, dat de aan hen uitgereikte
toegangsbewijzen strikt persoonlijk zijn en dat
aan deze bepaling streng de hand zal worden
gehouden.
Herhaaldelijk is het voorgekomen, dat de
donateurs niet zelf de uitvoeringen bezochten,
doch hun kaarten weggaven. Voornamelijk bij
de laatste uitvoeringen schijnt dit te zijn ge
beurd.
„Wanneer die kaarten alleen geschonken
werden aan werkelijke muziekliefhebbers,"
aldus schrijft het bestuur „zouden wij er des
noods vrede mede kunnen hebben, doch helaas, de
kaarten raken in handen van personen, die noch
voor de vereeniging, noch voor de muziek iets
gevoelen, en op wier aanwezigheid tijdens de
uitvoering wij, om geen krasser uitdrukking te
gebruiken, geen prijs stellen."
Dit is te meer te betreuren, daar de eerste
uitvoeringen inderdaad de glanspunten van het
vereenigingsleven waren. Het bestuur wil dezen
toestand trachten te herstellen en ongewenschte
elementen weren door aan de bepaling dat
amateurskaarten strikt persoonlijk zijn streng de
hand te houden, in de vaste overtuiging, dat
deze maatregel door ieder, die het goed met de
vereeniging meent, van harte zal worden toe
gejuicht.
VERKEERSONGEVALLEN.
Zondagavond had op den Heerenweg een
aanrijding plaats, waarbij een wielrijdster werd
gewond. Mej. H., wonende alhier, reed per
rijwiel op den Heerenweg in de richting Benne-
broek. Door een achterop rijdende auto werd
haar rijwiel gegrepen en werd zij tegen een
boom geworpen. Het rijwiel werd een eindweegs
door de auto meegesleurd. De bestuurder van
de auto, de heer D., had de wielrijdster te voren
niet gezien. Mej. H. is bij een bewoner van den
Heerenweg binnen gebracht en is daar den
nacht gebleven. Dr. v. W. heeft haar ter plaatse
verbonden. Zij bleek wonden aan hoofd, hals
en knieën te hebben bekomen. De politie onder
zoekt deze zaak.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Terug te bekomen bij: A. J. Spoor, Sumatra-
straat 11, eenig waschgoed; J. v. d. Wiel,
Glipperweg 116, een zwarte hond; Mej. Van
leperen, Zandvoorterweg 147, Aerdenhout, een
heerenhandschoen; J. C. Beiersbergen, Hooge-
werfstraat 3, Hillegom, een bril; Nachtveilig-
heidsdienst, Raaks, Haarlem, een damesrijwiel;
Waasdorp, lepenlaan 22, een Lipssleutel; Hum-
ting, Berkenlaan 24, een portemonnaie met
inhoud; J. Brouwer, Billitonstraat 32, een riem
(ceintuur); Th. Neeskéns, Bankastraat 98, een
rijwielbelastingmerk; M. Steinhoff, Achterweg
28, een bont; N. v. lersel, Oude Posthuisstraat
7, een etui met beeldjes; T. de Graaf, Borneo-
straat 12, een rozenkrans in etui; A. v. d. Horst,
Bosb. Toussaintstraat 50, een poesje; B. Deen,
Glipperweg 22, een zak aardappelen; Eldering,
Bronsteeweg 36, een jonge smoushond; Bureau
van Politie, Raadhuisstraat, een jongenshand-
schoen.
BADHUIS HEEMSTEDE.
In het Badhuis aan de Postlaan werden in de
week van 10 tot en met 15 October genomen
508 douchebaden en 27 kuipbaden.
Aan 21 kinderen werd een gratis schoolbad
verstrekt op Woensdagmiddag van 2 tot 4 uur.
Van de gelegenheid tot kosteloos baden op
Woensdagavond tusschen 5 en 8 uur werd door
10 volwassenen gebruik gemaakt.
LEES DIT EENS!
Als ge de Heemst. Courant neemt en ge zet
IJ rustig en gemakkelijk om eens te lezen, wat
er zoo in en om U gebeurd of op handen is,
sla dan toch vooral dit artikel niet over!
Want het gaat er om, in uw onmiddellijke
omgeving, in uw eigen mooie dorp, een instelling
in stand te houden, die al zoovele harten dank
baar heeft gestemd en die in de komende
winterdagen, voor ontelbaar velen een zegen
hoopt te zijn.
Het Heemst. Kleedingfonds! Is er wel een die
zoo duidelijk het doel aangeeft als deze, een
fonds, een centrum, van waaruit kleeren, nieuwe
of gedragen, gedistribueerd worden aan men-
schen, die door deze financieel moeilijke tijden
geen nieuwe kleeren kunnen koopen.
En och, ge kunt het eigenlijk zeil wel be
grijpen, waar geen kleeren zijn, zal ook niet
voldoende beddegoed wezen, en als vanzelf zal
dan getracht'worden in dergelijke gezinnen hulp
te bieden.
Dank uwen steun, konden wij verleden jaar
heerlijk werken. Onze voorraad is nu echter uit
geput en helaas de crisis nog niet voorbij.
Komt nu, beste Heemstedere, wilt ons helpen!
Allen, zelfs de meest materialistische onder U,
heeft wel eens een goede gedachte, als hij aan
den arme denkt. Zet die goede gedachte om in
een goede daad!
Wij hebben met onze eerste autotocht door
het dorp reeds veel van U mogen ontvangen,
o.a. keurige kleedingstukken en de collecte
busjes gaven geld om nieuw goed te koopen.
29 Oct. gaan wij rond in het andere gedeelte
van het dorp om al uw gaven in ontvangst te
nemen. De route vindt U vermeld in de courant!
Ziet nu allen uw garderobe nog eens na, uw
voorraad dekens, bedden, etc., of hier bij is wat
U toch niet draagt, of toch niet gebruikt. Indien
U niet in de gelegenheid is het met de rond
gaande autobus mede te geven, kunt U ook
Mevr. Chabot v. Gasteren, Achterweg 22, een
boodschap zenden of opbellen Atevr. Stibbe
Dubois, Telef. 28432, en uw goederen zullen
spoedig gehaald worden.
Het Bestuur van het Heemst. Kleedingfonds
is en blijft U zeer erkentelijk voor uwe hulp en
gij zelf, ge ^ult er stoffelijk niet armer, zelfs
geestelijk rijker door worden.
Welaan dan Heemstedere, met Alice Nahon
vragen we U
Laat ons lot geschenk vereenen
Wat van U en wat van mij
Laat ons 't brengen aan diegenen
Die nog armer zijn dan wij.
Namens het Comité:
ZUSTER DERKSEN.
BADHUIS HEEMSTEDE.
Opgave van 13 October 1932.
In het Badhuis aan de Postlaan werden in de
week van 3 tot en met 8 October genomen 550
douchebaden en 36 kuipbaden.
Aan 25 kinderen werd een gratis schoolbad
verstrekt op Woensdagmiddag van 2 tot 4 uur.
Van de gelegenheid tot kosteloos baden op
Woensdagavond tusschen 5 en 8 uur werd door
11 volwassenen gebruik gemaakt.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Opgave van 13 October 1932.
Terug te bekomen bij: J. Neeskens, Molen-
werfslaan 116, een autoband; Zandvoortschelaan
25, een autoped en een armband; F. Philips,
Landzichtlaan 28, een vulpotlood; J. van Houten,
Jac. v. Campenstraat 57, een paar kinderhand
schoenen; Mevr. De Woli, Heerenweg 201, een
klein jong hondje; Van Eldik, Zandvoortsche
laan 144, een vermoedelijk gouden broche;
Augustinus, Haemsteedeplenr 42, een bood-
schappentasch; H. v. Keeken, Celebesstraat 18,
een hondenhalsband met penning; Bureau van
Politie, Raadhuisstraat, een dameshandschoen en
een sleutel.
(Buiten aansprakelijkheid van de Redactie.)
„KERSTFEEST OP ZEE".
Onder bovenstaanden titel 'hebben de vorige
week namens het Amsterdamsche Comité, Mevr.
F. J. Jongmanv. d. Stroom, p/a. Waterschouts
kantoor, Nw. Vaart 2, Amsterdam (C.) en
namens het Rotterdamsche Comité Jonkvr. J. W.
Orth, Tehuis voor Zeelieden, Veerhaven 17,
Rotterdam, een ingezonden stuk geplaatst in de
groote bladen, dat aldus begint:
„Mogen wij wederom ieder, die een Kerst
geschenk wil zenden voor de Kerstkisten, welke
„in Nov. en Dec. naar de uitvarende schepen
„onzer koopvaardij weggegeven worden, vrien
delijk vragen, dit te doen, zoo mogelijk vóór
„1 Nov. a.s.. Tot en met 20 Dec. blijft echter
„alles welkom, zooals: warme wollen dassen,
„sokken, wanten en bivakmutsen, Holl. lees
boeken en kalenders, pijpen, sigaren, tabak,
„dam- en schaakspelen, puzzles, kooigordijntjes,
„sofakussens, pantoffels, zakdoeken, postpapier,
„enz., enz."
Dan volgt een lange lijst van wel 30 plaats
namen met adressen van dames en heeren, die
zich bereid verklaard hebben om pakjes voor
dit doel in ontvangst te nemen, ten einde ze
door te zenden naar de adressen van boven
genoemde Comité's.
Onder die adressen wensch ik in het bijzonder
de aandacht te vestigen op Mej. C. Hakvoort,
Schotersingel 137, Haarlem-Noord en omstreken
en voor Heemstede-Noord op het adres van
ondergeteekende, die bijna een kwart eeuw als
predikant op Terschelling lief en leed met vele
zeelieden van de koopvaardij heeft gedeeld en
dientengevolge zich gedrongen gevoelt om den
arbeid van Kerstfeest .op Zee" ten zeerste bij
de lezers van de plaatselijke bladen alhier aan
te bevelen niet slechts als een liefhebberij werk,
maar als een zeer noodige Philantropische
arbeid, waarvan een groote zegen kan uitgaan
in velerlei opzicht.
Als men toch jaren aaneen onder de zeelieden
van de groote vaart verkeerd heeft en in hunne
gezinnen, dan is het geen zeldzaamheid, dat men
daarin uitdrukkingen opvangt als deze: „mijn
man heeft nog bijna nooit zijn eigen verjaardag,
noch dien van zijn vrouw of kinderen, in zijn
eigen huis gevierd." Een gezagvoerder ver
zekerde mij eens: „Ik ben 16 jaar getrouwd
„maar had in al die jaren nog niet het voor
recht om het Kerstfeest te midden van mijn
„gezin en gemeente te mogen vieren, reden
„waarom ik in de laatste jaren, als er een
„Kerstkind aan boord komt, zelf maar een Kerst
boom meeneem om althans met mijn beman
ning aan boord een soort Kerstfeest te vieren,
„bij de opening der Kerstkist, want, weet u,
„dat houdt er in de laatste maand des jaars,
„waarin ieder min of meer een heimwee naar
„huis heeft, de stemming een beetje in.
Bij dit gemis aan huiselijk- en familieleven
komt ook nog het gemis aan godsdienstige
stichting en opbouwing bij gebrek aan gemeente
lijke samenkomsten. Wel is waar vergoedt de
radio wel iets van dat gemis, maar stelt ook
menigmaal teleur. Tenminste enkele jaren ge
leden vertelde een Haagsch predikant, hoe hij
zelf eens door de radio had gepredikt en eenigen
tijd daarna een brief van een gezagvoerder had
ontvangen, die zijn prediking gehoord had in
volle zee en hem dankte voor het goede woord,
maar tevens zeer teleurgesteld was, dat hij in
zijn gebed niet aan de zeelieden had gedacht,
die er vaak zoo'n behoefte aan hebben.
i
j -
Twee versche sporen liepen over het dor-
harde prairiegras de zon tegemoet, die aan den
rand te sterven zat. In het oker-geel van den
hemel wiegden de contouren van twee ruiters,
fantastischer dan een spookbeeld. Slechts het
gekras van een uil verbrak de hemeldiepe stilte
van den laten namiddag. Langzaam schoof de
schemering over de prairie, waarin de sidderen-
de warmte van den barstenden bodem vervlood.
De ruiters ste
gen zwijgend van
hun paarden en
klapten bemoedi
gend op de zwee-
terige schoften
der dieren, zoodat
het lenig vel rond
de liezen ervan
trilde. Dan door
zochten zij de
zakken aan het
zadel. Van stuk
ken maisbrood
braken zij ruwe
brokken. Reeds
hadden de dieren
zich omgekeerd
en staken den kop
over den schou
der der man.
nen Nurvuus-hp-
De zon tegemoet, die aan weeglijke paar_
den rand te sterven zat. denlippen snapten
het brood gulzig uit de opgehouden handen.
Daarna namen de mannen de zadels af en zei-
j den „Stilstaan, Minny", omdat zij de gespen
j niet los konden krijgen.
Roerloos stonden nu de dieren met saam-
gebonden leidsels te slapen. Omwikkeld door
dekens lagen de berijders die naar hun uiter
lijk cowboys waren, op den grond.
De maan voer over de wereld, tot rauwe
kreten de dooclelijke stilte verbraken. Vanaf dit
oogenblik verdween zij achter de goudglanzende
wolken, die wild en woest barnende draaikolken
waren.
Jimmy! Jimmy' schreeuwde het door het
duister.
In suizenden ren schichten schaduwen voorbij.
Het moesten dieren zijn.
Wreed en gruwelijk verscheurde doodsangstig
gehinnik de rust van den prairie-nacht. Hoeven
sloegen dof op den bodem.
Burham zat op zijn knieën voor Jimtny. Zijn
handen hadden den slapenden Jimmy half over
eind getrokken.
De prairie brandt!, gilde hij.
Hij schudde hem heen en weer, Jimmy werd
wakker. Brandlucht waarschuwde dezen halven
natuurmens'ch instinctmatig voor dreigend ge
vaar. Een. oogenblik boorden beider blikken door
liet nachtelijk donker. Op een afstand wolkten
de vlammen omhoog; slorpende trechters vuur.
Losgescheurde roode flarden in hitserige nijdig
heid flakkerden boven den gloed. Ze verdwenen
en kwamen telkens weer terug. Nog was het
vuur te ver verwijderd om het gehuil van de
vlammen te hooien. Doch de noodkreten dei-
opgeschrikte dieren hielden een donkere drei
ging in. En nergens was een plek die zwart zag.
Overal, in heel de verte kronkelde het vuur;
vraten de vlammen kankerend voort.
Naar de paarden, Burham, stootte Jimmy
uit.
Ze zijn al gevlucht, Jimmy?, zei Burham
zacht en aarzelend, alsof hij overwoog wat deze
uitspraak eigenlijk beteekende.
Jimmy keek verbeten naar de nadering van
de vuurzee. Misschien duurde het nog 'n uur,
voordat het bij hen was. En dan?
Krankzinnige, wilde angst deed hem op
springen.
Vluchten!
Jimmy, Jimmy, gilde Burham.
In radelooze angst rende Jimmy Talker zijn
dood tegemoet. Burham stormde hem achterna.
Voor beiden gold het een ren op leven en dood.
Met een uiterste krachtsinspanning wierp hij
zich op den vluchteling. Door hun vaart tuimel
den zij over den grond. Doch op het volgende
moment waren zij al weer ter been.
Blijf staan, Jimmy, brulde Burham. Pro
beer je te ontvluchten, dan schiet ik je neer!
Om hem den toestand te doen begrijpen,
duwde hij hem den revolver onder den neus.
Ben je krankzinnig, Burham. Weg die
revolver! Laat ons vluchten.... Laat mij vluchten
als jij niet mee wilt.
Onverbiddelijk hield Burham hem den revolver
voor, wat Talker tot vleierij deed overslaan.
Je gaat met mij onmiddellijk terug, zei
Burham koud. Als ik je liet gaan zou je zeker
omkomen. De vlammen zijn vlugger dan jij. We
kunnen ons op een andere manier redden.
Hoe dan?, schreeuwde Jimmy Burham
heesch toe.
Kom mee, dan zal ik het je zeggen. De
eenige redding is, dat wij hier de prairie in
brand steken!
Burham, je ben gek geworden! Dan moe
ten we op deze plaats verbranden!
Neen, we leggen een tegenvuur aan,
schreeuwde Burham.
Dan zullen we stikken door rook en
warmte. We zouden slechts enkele honderden
meters af kunnen branden, voordat het prairie-
vuur bij ons is!
Luister, Jimmy, zei hij. We "beginnen met
het graven van
een gat, breed
genoeg om er
beiden in te kun
nen liggen. Daar
na leggen wij het
tegenvuur aan.
Gelukt ons dit,
dan zijn we in
zooverre veilig,
dat we niet meer
kunnen verbran
den. Er rest ons
alleen nog een
middel te vinden
tegen den rook en
de hitte.
Juist, dat is
het ergste, riep
Talker uit.
Neen, zei
Jimmy, ginds
Probeer je te ontvluchten hebben wij onze
dan schiet ik je neer. waterzakken lig
gen.... Met hun
lange dolkmessen
staken zij in koortsachtige haast den bodem
los. Rook en stank werden steeds sterker. Ge
brul, geloei, geknetter der vlammen was het
angstwekkendste van den nacht. Aldoor werd
de lucht rooder.
Toen schoof een lichtelijk vlamgordijn naai
de zwangerheete kolken toe en vrat het voedsel
voor haar weg.
Talker en Burham groeven zich dieper in den
grond. De rose gloed gloeide al op de lemmet
ten van hun dolken. Op den rand van de dieper
wordende kuil vielen zwakke schaduwen van
hun eigen gestalten. Handen graaiden in de
harde brokken zand, die tot een borstwering
opgeworpen werden, dichter wordende rook
vlaagde over hen, zweetdroppels dropen van
hun gezichten, door de benauwende steeds
zwoelere lucht.
Nu lagen zij in den kuil en groeven zich
dieper weg.
Zij sneden met hun dolken lappen van hun
geruite boezeroenen, drenkten ze in water en
kropen zoo dicht mogelijk bij den grond.
De natte lappen voor neus en mond gehouden
lieten den rook niet door.
Lianen vuur slingerden hoog boven hen: uit-
Ioopers van op afstand loeiende vlammen.
In de kuil kon de verzengende hitte niet in al
haar felheid doordringen.
Uren zaten de beide mannen als schuwe
vogels ineengehurkt tot het geloei in knettering
verstierf en het rood van de lucht vervluchtigde
in het schuchtere licht van den naderenden
morgen.
Twee afgetobde lichamen begonnen over de
zwartgebrande vlakte hun reis naar de
menschen....
GOTTFRIED VAN GRIENSVEN.
In de mobilisatiejaren ontving een Evangelist
te Klazinaveen in Drenthe van een zeemans
vrouw ƒ500.voor zijn te stichten Evangeli
satielokaal met het uitdrukkelijk verzoek een
deel van dat geld te besteden voor een kansel
bijbel, waarin op het titelblad den wensch werd
uitgedrukt, dat elke prediker op dien kansel in
zijn gebed de zeelieden zou gedenken. Hoe
weinig wordt dit, helaas! nog gedaan en hoe
goed zou het vele zeemansvrouwen doen, als
zij dit blijk van meeleven-hoorden. Doch genoeg!
Wie iets wil afzonderen tot bemoediging van
den zeeman in zijn vaak moeilijk en gevaarlijk
beroep en hem daarmede als het ware een
warme handdruk wil geven als teeken van mee
leven, zeilde, zoo mogelijk met adres van her
komst, zijn pakketje uit Zuid-Heemstede aan
Mevr. Colenbrander, Raadhuisjilein, die zoo
vriendelijk was deze taak van Mevr. Korff over
te nemen en voor Noord-Heemstede of Zuid-
Haarlem aan Mevr. Boeke, Princessesstraat 2 of
Mevr. v. d. Burgt, Leidschestraat 476, of aan
Mevr. Vossers, Asterkade 28 en voor Haar-
lem-(N.) Mej. C. Hakvoort, Schotersingel 137.
Ondergeteekende ontving reeds met grooten
dank van Mej. de M. O. uit A. 30 scheur
kalenders, van J. G. H. uit A. 1.— en van den
heer W. uit H. 2.—. Dat is reeds een goed
begin. Hopende dat meerderen zullen volgen.
In afwachting,
G. VOSSERS, Em.-Pred., Asterkade 28.
WERKLOOZENSTEUN IN NATURA.
Dezer dagen werd in de pers medegedeeld,
dat de Regeering van plan is een commissie in
te stellen, die zou onderzoeken, of, gelet op de
moeilijke tijdsomstandigheden, niet het tijdstip
is aangebroken, dat, teneinde tot een meer doel
treffende bestemming van de Overheidsgelden
te komen; de hulp welke aan werkloozen wordt
verleend geheel of ten deele in natura zal
worden verstrekt.
Als voorzitter van deze commissie werd reeds
genoemd de oud-Minister thans Burgemeester
van Hilversum, de heer Lambooy, terwijl ook
reeds de namen van verschillende leden dezer
commissie werden vermeld.
Wanneer men over deze zaak gaat nadenken,
dan is het misschien op het eerste gezicht
vreemd, dat men het geld, dat zoo'n belangrijke
rol in de samenleving vervult, hier thans uit wil
sluiten. Per slot van rekening is voor een con
sument het geld niets anders dan een tusschen-
schakel, waardoor het hem gemakkelijk gemaakt
wordt, datgene te koopen, waaraan hij op een
bepaald oogenblik behoefte heeft.
Heel vroeger, toen men het -geld nog niet
kende, ruiide men goederen tegen goederen,
doch juist door de invoering van het geld als
algemeen betaalmiddel heeft men het ruilverkeer
ontzettend vergemakkelijkt. Op het eerste ge
zicht lijkt, zooals gezegd, het dan ook vreemd,
dat men thans een stap zou ondernemen die
feitelijk uit den tijd is. Aan den anderen kant
moet men echter ook rekening houden met de
bestaande omstandigheden. Wat is toch het
geval. Terwijl in tal van plaatsen werkloozen
ondersteund moeten worden om in hun allereerste
levensmiddelen te kunnen voorzien, kunnen op
het platteland de landbouwers hun producten
vaak niet afzetten en weten zij er soms geen
raad mee, zoodat men het dwaze verschijnsel
ziet, dat aan den eenen kant honger en gebrek
wordt geleden en aan den anderen kant levens
middelen worden vernietigd, of althans voor
andere doeleinden worden gebruikt, dan waar
voor ze feitelijk bestemd zijn.
Om nu zoo maar te beweren, dat men deze
levensmiddelen dan maar onder de werkloozen
moet verdeelen is ook weer een kwestie die niet
zoo gemakkelijk is, maar toch is er alle aan
leiding om eens door een geheel onpartijdige
commissie te doen onderzoeken in hoeverre
deze twee vraagstukken tot elkaar gebracht
kunnen worden, zoodat dus aan den eenen kant
de werkloozen voldoende ondersteuning krijgen
en aan den anderen kant de landbouwers een
afzetgebied vinden voor hun producten. Natuur
lijk zal men een eventueel verstrekken van steun
in nature moeten beperken tot enkele artikelen,
waarvan zeker is, dat iedereen ze in een be
paalde hoeveelheid gebruikt, b.v. brandstof,
brood, aardappelen, enz., en zoo zal deze wijze
van steunverleening toch nooit den steun in geld
geheel kunnen vervangen, maar wanneer men
een gedeelte van de geldelijke ondersteuning
zou kunnen verstrekken in bons, die dan tegen
een bepaalde hoeveelheid van de daarop ver
melde producten zouden kunnen worden inge
wisseld, zou men ongetwijfeld aan deze pro
ducten een afzetgebied garandeeren en daardoor
kunnen voorkomen, dat deze vernietigd worden.
Er zitten aan deze kwestie nog wel énkele
andere teere puntjes, maar daarom is het mis
schien goed, dat de zaak eens in zijn algemeen
heid in een commissie wordt bekeken en met
belangstelling mag dan ook zoo spoedig moge
lijk een rapport van deze commissie worden
verwacht.