DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD.
LOSSE BLAADJES
RECORD- WA AN ZIN.
Openbare Vergadering
BRENGT DE 40 UREN WEEK UITKOMST?
FILMNIEUWS.
BUITENLANDSCH
WEEKOVERZICHT
RONDOM DE GROENE
TAFEL
No. 4.
27 JANUARI li.
Een waaghals, die 't gevaar niet ziet,
Springt van een Imogen toren
Te water ieder vraagt zich af:
Heeft hij 't verstand verloren
't Was dwaas! Nog dwazer was
Lhet, dat
Hij daarvoor werd gehuldigd
Het feit, dat hij nog leeft, is hij
Aan 't stom geluk verschuldigd.
Muur zie 7 applaus van het publiek,
De krans, hem aangeboden,
Was d'oorzaak van een tweeden
sprong
Met 't droef gevolg: een doode.'
Die tweede springer wilde ook
Zoo'n huldiging verwerven;
Hij klom twee meters hooger, maar
Zijn hoogmoed deed hem sterven.
Zoo eischte dus het duikrecord
Al gauw een tnenschenleven.
Toch wou zich nog een derde man
In dit gevaar begeven.
Hij heeft op 't laatst zich nog bedacht;
't Publiek werd snel verdreven
Door de politie.Toen is hij
Op 't droge muur gebleven.
Al toonde hij zich in 't begin
Voor rede niet zeer vatbaar,
Toen hij zoo in de diepte keek
Vond hij het al te nat daar!
Als hiermee nu die waanzin maar
Voorgoed is afgeloopen.
Of willen and'ren 't nog eens doen
En 't met den dood bekoopen
Er zullen nog wel dwazen zijn,
Die 't ook eens gaan probeer en;
Maar laten wij hun roekloosheid
Niet met een krans gaan eer en!
van den
Raad der Gemeente Heemstede
op DONDERDAG 26 JANUARI 1933.
Donderdag j.l. vergaderde de Raad der ge
meente Heemstede onder leiding van den
burgemeester, Jhr. J. P. W. van Doorn.
De notulen der vergaderingen van 15 en 16
December 1932 worden niet kleine redactie
wijzigingen goedgekeurd.
Herstemmingen met betrekking tot de na
volgende posten der gemeente-begrooting voor
het dienstjaar 1933:
250 (kosten van wachtgebouwen en bureaux,
alsmede licht en brandstoffen voor die lokalen)
over een voorstel van de Financieele Commissie
om dezen post te verminderen met 174.
Wordt aangenomen met 87 stemmen.
254 (subsidie politiescholen) over een voor
stel van de meerderheid der Financieele Com
missie om de geraamde subsidies te schrappen.
Wordt verworpen met 78 stemmen.
307 (onderhoud van wandelplaatsen en plant
soenen) over een voorstel van de Financieele
Commissie om dezen post met 1000.te ver
minderen.
Wordt aangenomen met 87 stemmen.
442 (belooning van doctoren, heelmeesters,
enz.) over een voorstel De Tello om den con
troleerend gemeente-arts te doen benoemen
door den Raad.
Wordt aangenomen met 105 stemmen.
Naar aanleiding van den uitslag dezer stem
ming stellen B. en W. voor, Dr. Colenbrander
voor een jaar op arbeidscontract als contro-
teerend gemeente-arts te benoemen.
Wordt aangenomen met 14 stemmen voor
(1 stem van onwaarde).
Vaststelling percentage verstrekte gelden
aan de gas-, duinwater- en electriciteis-
bedrijven.
B. en W. stellen voor, te bepalen, dat door
de gemeentebedrijven over het in 1932 ver
strekte kapitaal, voor zoover daarvoor nog geen
geldleening werd aangegaan, eene rente zal
moeten worden betaald van 5 pCt.
Wordt z. h. s. aangenomen.
Bepalingen voor den dienst der
Gemeente-reiniging.
Voor het ophalen van haardasch, huisvuilnis
en beer zijn, bij besluit van 18 Juli 1927, alge-
meene regelen gegeven. Voor bijzondere, niet
in deze regeling met name genoemde diensten
wordt door de Directie zooveel mogelijk de
kostprijs in rekening gebracht.
B. en W. hebben de bestaande regelingen
nader overwogen en de wenschelijkheid ingezien
om alles, wat op de rechten voor verstrekte
diensten door de Reiniging betrekking heeft,
zooveel mogelijk in één verordening op te nemen.
De belangrijkste wijziging, die wordt voor
gesteld betreft het tarief voor het ledigen van
beerputen.
Naar de thans geldende regeling wordt hier
voor eerst dan een recht geheven wanneer in
één kalenderjaar een put voor de vierde maal
wordt geledigd. Het recht bedraagt slechts 1.
Deze regeling had recht van bestaan zoolang
de beer nog handelswaarde had en te vreezen
was, dat particulieren zelf tot ledigen der putten
zouden overgaan, hetwelk tot groote overlast
zou leiden. Nu de beer echter vrijwel waarde
loos is geworden, is dit niet meer te verwachten.
B. en W. stellen daarom voor, dat telkens voor
het pneumatisch ledigen van een put een recht
wordt geheven van 2.50.
De heer Audretsch vraagt of het niet
lastig js, huisvuil van winkelafval te onder
scheiden.
Wethouder Dr. Droog antwoordt, dat deze
onderscheiding geen aanleiding geeft tot moei
lijkheden.
Het voorstel wordt z. h. s. aangenomen.
Wijziging Gas-, Duinwater- en Electrici-
teitsverordening.
B. en W. stellen een wijziging van de gas-,
duinwater- en eleciriciteitsverordening voor.
betreffende erkenning van gasfitters.
Wordt z. h. s. aangenomen.
Verkoop van grond van terreinen Valken
burg en Heemsteedsche Dreef.
B. en W. stellen voor, te verkoopen aan:
a. H. Klaassen te Heemstede, een perceel
bouwterrein, groot 409 AT'., gelegen aan de
noordzijde van de Nic. Beetsstraat, tegen een
prijs van 6.per M-.
b. N. R. van Zalinge, te Bussum, een perceel
bouwterrein, groot ongeveer 1035 M2., gelegen
aan de oostzijde van de Heemsteedsche Dreef,
tegen een prijs van ƒ10.per M2.
c. P. Noome te Heemstede, een perceel bouw
terrein, groot ongeveer 666 M2., gelegen aan de
westzijde van de Heemsteedsche Dreef, tegen
een koopsom van 7500.- -.
Wordt z. h. s. aangenomen.
Aankoop van grond nabij de Heem
steedsche Dreef.
B. en W. stellen voor, te koopen van de
i Hollandsche Algemeene Verzekeringsbank te
I Schiedam, één strook grond, groot ongeveer
572 AA2., voor den prijs van ƒ7.per M2. en
één strook grond, groot ongeveer 748 M2., voor
den prijs van 3.per M2., beide strooken
grond gelegen ten westen van de Heemsteedsche
Dreef nabij de Lanckhorstlaan.
Wordt z. h. s. aangenomen.
Aanvaarding strook grond langs
Meerweg hoek javalaan.
B. en W. stellen voor, kosteloos en om niet
te aanvaarden van den heer H. M. Fockens te
Heemstede, een strook grond, groot ongev. 9 M2.
Wordt z. h. s. aangenomen.
Vragen van den heer Disselkoen.
De heer Dissel koen (O.S.P.) heeft ver
zocht, de volgende vragen te mogen stellen
..Kunnen B. en W. den Raad mededeelen of in
verband met de strenge koude extra-maatregelen
ten behoeve van de werkloozen en de steun-
trekkenden getroffen zijn of voorbereid worden;
Zoo ja. willen B. en W. dan mededeelen wélke,
- zoo neen, zijn B. en W. dan bereid de extra-
uitkeering van eenigerlei bedrag, zoo mogelijk
nog deze week, te bevorderen?
Antwoord van B. en W.:
In antwoord op deze vragen kan worden
medegedeeld, dat door B. en W. geen extra
maatregelen zijn getroffen, daar Maatschappe-
1 ijk Hulpbetoon voldoende diligent is en dat aan
vragen om brandstoffen steeds worden inge
willigd.
De lieer Disselkoen zegt, dat hetgeen
thans wordt medegedeeld, niet algemeen bekend
is. Met de beantwoording van zijn vragen is spr.
voldaan.
Hierna wordt de openbare vergadering
gesloten.
i
GEVONDEN VOORWERPEN.
Terug te bekomen bij: S. Vijzelaar, Sumatra-
straat 9, een paar grijze kinderhandschoenen;
W. Strik, Koediefslaan 52, een paar glacé hand
schoenen; M. Schutte, Valkenburgerlaan 2, een
vulpen; N. Coppens, Kanaalweg 6, een paar
gymnastiekschoenen: A. Jacobs, Ruisdaellaan
6, een zwart poesje; K. van den Heuvel, Land
zichtlaan 53, een portemonnaie met inhoud; N.
Heupers, Hendrik de Keyserlaan 12, een stern-
sleutel; Bosman, Zandvoorterweg 84, Aerden-
hout, een hond; Kramer, Eikenlaan 22, een
rozenkrans: Heerenweg 195, een hond; Bureau
van Politie, Raadhuisstraat, twee schaatsen, een
kinderwantje, een zweep en een aktentasch.
Alvorens met dit artikel te beginnen, dient
uitdrukkelijk te worden vastgesteld, dat wij
hierin voor geen enkele parochie preken, dat de
hier ontwikkelde denkbeelden niet werden be
ïnvloed door welke richting, welke partij- of
andere dogma's ook, dat wij ons niet tot taak
hebben gesteld eenig stelsel te verdedigen.
Deze aanhef is noodzakelijk, nu wij het willen
hebben over de 40-urige arbeidsweek, in ver
hand met de bijzondere internationale arbeids-
conferentie, die op het oogenblik in Genève
wordt gehouden en waar men deze zaak uit
technisch oogpunt wil bestudeeren. Hier zal men
antwoord trachten te geven op de vraag of de
maatregelen tot vermindering van den arbeids
duur, zooals die door verschillende landen reeds
worden toegepast, internationaal zullen kunnen
worden geregeld.
.Men weet, dat het Internationale Arbeids
bureau reeds in October van het afgeloopen
jaar met 16 tegen 6 stemmen besloot de kwestie
van de 40-urige werkweek in elk geval op de
agenda der gewone arbeidsconferentie te
plaatsen.
De verkorting van de arbeidsweek, die voor
nog slechts weinig jaren alleen door de socialis
tische partijen werd gepropageerd, hoofdzakelijk
een strijdleuze was zonder 'meer, wordt tegen
woordig aanbevolen als een middel om de
werkloosheid te verminderen en de crisis te be
strijden. Wij gelooven, dat men in sommige,
goedwillende kringen wel al te gemakkelijk deze
zaak bekijkt. Men redeneert daar gewoonlijk
zoo: inplaats van vijf arbeiders, die 48 uur per
week werken, kunnen zes arbeiders, die 40 uur
per week arbeiden, te werk worden gesteld. Het
loon, dat de vijf arbeiders verdienden moet dan
ook over zes arbeiders worden verdeeld. Dit is
wel een zeer simplistische voorstelling van een
ingewikkeld probleem. Want om slechts één
bezwaar aan te geven: 6 arbeiders hebben meer
ruimte en meer machines noodig dan vijf
arbeiders. In zeer veel gevallen zal dus een
veertig-urige werkweek bij aanstelling van méér
arbeiders verhoogde productiekosten met zich
meebrengen. Een andere vraag is het of het niet
mogelijk is bij de huidige stand van de techniek
veertig uur in plaats van 48 uur te werken. Dat
komt beter uit. De jaren na den oorlog is het
productie-proces zoodanig geperfectionneerd en
versneld, dat men in de meeste gevallen meer
dan 6/5 (48/40) maal zoo vlug produceert en
met nog minder menschen. Deze snelle manier
van produceeren heeft het tempo van den
bevolkingsaanwas en dus de stijging van de
behoeften, verre voorbij gestreefd en is één van
de oorzaken van de crisis geworden.
Wij zijn ervan overtuigd, dat, indien men
over de geheele wereld in de industrie-bedrijven
een veertigurige werkweek zou invoeren, met
hetzelfde aantal arbeiders als bij een normalen
gang van zaken, de productie op zijn minst
hetzelfde zou blijven. Hierbij nemen we natuur
lijk aan, dat deze industrieën gebruik zouden
maken van de nieuwste vindingen op technisch
en organisatorisch gebied. Geslaagde voor
beelden zijn te vinden in Amerika, waar men er
vooral in de automobiel-industrie verrassende
resultaten mee bereikte.
Doch ook in Europa heeft men hetzelfde zien
gebeuren. Nemen we slechts Duitschland ten
voorbeeld. Daar zijn ongeveer 6 millioen men
schen, die geen plaats in het productieproces
j hebben. Nemen we voor d^ze gelegenheid als
glotrale" bevoiking van'"Duitschland 60 miDioen
aan, waarvan ongeveer 1/3 voor productief
werk in aanmerking komt '2/3 gerekend voor
kinderen, vrouwen eri grijsaards), dus 20 mil
lioen en beschouwen we de huidige productie
van dit land, dan is deze geenszins met 6/20
verminderd. Eenigen tijd geleden heeft de heer
Van Oss in de Haagsche Post uitgerekend, dat
zelfs bij verhoogde productie evenredig met de
bevolkingsaanwas onder het huidige werkstelsel,
als we ons goed meenen te herinneren, van die
6 millioen werkloozen er 2 millioen nimmer meer
een plaats in het productieproces zouden kunnen
terugkrijgen.
Brengt de 40-urige werkweek uitkomst? Ja en
[«een. Zooals we boven reeds uiteen hebben
gezet, kan men eenerzijds niet meer arbeiders
in de fabriek plaats bieden, anderzijds zijn ze
noodig om de productie op peil te houden of
zelfs uit te breiden.
Het is daarom ook begrijpelijk, dat wij het niet
eens zijn met hen, die getuigen, dat er meer en
langer gewerkt moet worden en dat springt toch
wel heel duidelijk in het oog, als wij weten, dat
deze crisis niet is ontstaan door onder-productie
of door te duur produceeren. Dit is aan het
adres van hen, die propageeren, dat er nog
goedkooper moet geproduceerd worden, terwijl
het prijsniveau op het oogenblik gelijk of lager
is dan voor 1914!
Verkorting van den arbeidsduur is daarom
alleen toe te juichen als middel om onze door
rationalisatie en machines tot het laatste vezeltje
in beslag genomen lichadm de noodige rust te
gunnen. Het is in de meeste gevallen zóó ge
worden, dat niet de mensch het tempo van de
machine, maar de machine het tempo van den
mensch aangeeft. Inplaats van verminderde
spierkracht wordt van den modernen arbeider
verhoogde zenuwkracht geëischt. Tegen de
werkloosheid zal zij niets vermogen te doen. Wie
aldus redeneert is of verblind door leuzen of
is niet bekend met de werkwijze van het huidige
productieproces.
Er zijn tal van bedrijven, die niet met hun tijd
zijn meegegaan, die nog een productieproces
toepassen van „Anno dazumal". Die kunnen van
een 40-urige werkweek geen heil verwachten,
want bij hen zou verkorting van arbeidsduur de
productiekosten omhoog brengen. Het is dus
begrijpelijk, dat men van die zijde van de veer
tigurige werkweek, zelfs bij een evenredige
loonsverlaging, niets moet hebben.
Het groote probleem, dat vooral nu om een
dringende oplossing vraagt, is een internationale
ordening van de wereldproductie. Sommigen
propageeren de idee, dat de wereld verarmd is,
trachten dit zoo vaak zij kunnen te suggereeren.
Wij vinden deze armoede-theorie in strijd met
de logica! Er is in de afgeloopen jaren na den
oorlog ontzaggelijk veel geproduceerd aan ver-
bruiksartikelen, doch ook aan onroerende goede
ren, fabrieken, machines, schepen, enz. Door dit
laatste is er een geweldig kapitaal gevormd,
dat misschien op het oogenblik, nu de wereld
zoo dwaas is het niet te gebruiken, laag ge
taxeerd wordt, doch dat in feite niets van zijn
waarde heeft verloren. Verarmd zou de wereld
zijn, als ze niets had gebouwd, geen nieuwe
fabrieken had gesticht, geen schepen van stapel
had laten loopen. De beurswaarde is nog wat
anders dan de werkelijke waarde. De wereld is
rijk, maar doordat de landen, die op haar ge
vestigd zijn niet met elkaar tot overeenstemming
kunnen komen, dreigt zij deze rijkdom te ver
gooien. Alle nationale lapmiddeltjes, die aan de
hand zijn gedaan, hebben de chaos verergerd
en de oplossing van de wereldcrisis uitgesteld.
En als de bijzondere internationale arbeids
conferentie zich eens bezighield met het schep
pen van een werkelijke internationale regeling
der productie, die practisch uitvoerbaar is en
door alle landen zou aanvaard kunnen worden,
dan zou zij de geheele wereld aan zich verplich
ten. Misschien zou de veertig-uren-week een
klein onderdeel van deze regeling kunnen zijn.
Op de plaats rust. In Genève be
ëindigden twee vruchtelooze conferen
ties. Geen verzoening tusschen China
en Japan. Geen veertig-urige werkweek.
De toestand in Griekenland.
De koudegolf, die op het oogenblik langs
Europa strijkt, schijnt de politieke hartstochten
te hebben bekoeld, den woordenvloed te hebben
bevroren en de lust tot het maken van op
standen en revoluties te hebben benomen. Was
er de vorige week nog een klein fascistisch
opstandje te Briinn in Tsjecho-Slowakije,
waarbij eenige legerautoriteiten betrokken
waren, die thans achter slot en grendel zitten,
op het oogenblik heerscht er volkomen rust.
Ook in Spanje zijn de tot opstand geneigde,
warmbloedige Spanjaarden voorloopig tot rust
gekomen en heeft de regeering den binnen-
landschen toestand in haar macht. Toch ge
looven wij, dat straks als de opstandige partijen,
al dan niet met monarchistisch geld gesteund,
weer wat krachten hebben vergaard, opnieuw
zullen trachten het huidige régime aan te tasten.
Ook in China wordt de loop der gebeurte
nissen vertraagd door de felle koude en zullen
krijgsverrichtingen uitblijven tot de natuur weer
wat milder is. Intusschen heeft in Genève de
commissie van negentien al het mogelijke
gedaan om de twee strijdende partijen tot een
verzoening te bewegen. Het is helaas niet ge
lukt, zoodat zij tenslotte het bijltje er bij neer
heeft gelegd en besloten heeft haar verzoenings
pogingen op te geven. Zij is daarna begonnen
met de opstelling van haar rapport, dat inmiddels
reeds aan den Volkenbondsraad is ter hand
gesteld, die het te gelegener tijd wel zal be
handelen. De Volkenbondsraad kan natuurlijk
aan de partijen nog gelegenheid geven zich te
verzoenen, maar een dergelijke poging zal wel
op niets uitlooptn. De houding van Japan laat
niets te hopen over, het is immers, ondanks de
dringende vertoogen van de commissie van
negentien, bij zijn eenmaal ingenomen standpunt
blijven volharden Het wil in geen geval met de
commissie, noch met den Volkenbondsraad over
de erkenning van Mandsjoerije spreken. Dat
moet door de geheele wereld als iets vanzelf
sprekends, als een voldongen feit worden aan
vaard.
En dit zal ook wel het geval zijn als de
Japanners straks hun plan hebben volvoerd om
ook de Chineesche provincie Jehol aan het
Mandsjoerijsche gebied te hebben toegevoegd.
De Japansche minister van buitenlandsche zaken
heeft Zaterdag in het Japansche parlement
tenminste al verklaard, dat de provincie Jehol
historisch tot den nieuwen staat Mandsjoekwo
behoort en waarschuwde China zich tegen de
samenvoeging ervan te verzetten. Van Mand
sjoerije vertelde hij, dat daar sedert aan het
Chineesche wanbeheer een einde was gemaakt,
de welvaart bezig was terug te keeren. Hij
eischte, dat de Volkenbond dit diende te erken
nen en dat Japan dank verdiende voor zijn
optreden. Ook zei hij gehoord te hebben, dat de
Chineezen een veldtocht voorbereiden langs de
Noordelijke Chineesche grens. Als dit gerucht
juist was dan zouden de gevolgen voor China
funest zijn. Ten aanzien van den Volkenbond
verklaarde deze minister, dat Japan gaarne lid
zal blijven, maar dan moet de Volkenbond aan
Japan de noodige elasticiteit toestaan ten aan
zien van den abnormalen toestand in China.
Het is duidelijk, wat Japan onder deze elasti
citeit verstaat: Men moet het toelaten, die land
streken te rooven, die het voor de expansie en
het afzetgebied van zijn industrie noodig heeft.
Ook in ander opzicht was men niet bijster
gelukkig te Genève. Zooals men weet heeft daar
een vergadering dagenlang gedelibereerd over
het vraagstuk van de 40-urige werkweek en
heeft een andere conferentie een nieuwe, de
economische wereldconferentie voorbereid. Het
resultaat van de eerste conferentie was niet
bijster groot en bepaalt zich hoofdzakelijk tot
een aanbeveling aan den Volkenbondsraad om
de kwestie in behandeling te nemen. Hier wordt
het afschuifsysteem in toepassing gebracht, dat
waarschijnlijk in het oneindige zal worden door
gevoerd. Want mocht er te zijner tijd uit dit
geconfereer een conventie ontstaan, dan staat
het aan de regeeringen vrij ze al dan niet in
toepassing te brengen en waar reeds enkele
groote mogendheden zich principieel tegen een
dergelijke regeling hebben verklaard, zal het
uiteindelijk resultaat gevoegelijk met nul kunnen
worden gewaardeerd.
Een land, waarover we de laatste jaren be
trekkelijk weinig vernemen, omdat het geen
belangrijke rol' in het wereldgebeuren meer
speelt sinds de toestand op den Balkan totaal
is gewijzigd, is Griekenland. De dagen, dat de
naam Venizelos herhaaldelijk in de dagblad
kolommen verscheen, zijn voorbij. Afaar nu,
juist een week geleden, is deze grijze Grieksche
staatsman als minister-president aan het bewind
gekomen. Dit aan het bewindkomen was maar
niet iets vanzelfsprekends en voordat dit ge
beurde is er een geduchte strijd achter de
coulissen aan vooraf gegaan. In September van
het vorige jaar zijn er verkiezingen gehouden,
die Venizelos een geduchte nederlaag bezorgden.
Voordat het nog aan deze verkiezingen toe was,
verklaarde hij niet te zullen aarzelen een
dictatoriaal bewind uit te oefenen zoo hem de
macht niet in handen werd gelaten. .Maar hij
had zich toch wel wat heel erg vergist in de
verhoudingen, want de partij van Venizelos
kreeg in plaats van de tot nu bezette 170 man
daten er niet meer dan 96, terwijl zijn tegen
standers er zich 102 zagen toegewezen. Veni
zelos moest tenslotte uit de regeering wijken,
ofschoon hij geen gemakkelijker] kamp had ge
geven. Maar eenmaal buiten de regeering zat
Venizelos niet stil en wist de kleinere partijen
dusdanig te bewerken, dat zij zijn inzichten weer
deelden. Toen het eenmaal zoover was, bracht
hij de enkele maanden oud zijnde r.egeering ten'
val en nam de vorige week de regeeringsteugels
opnieuw in handen. Opnieuw zullen de Grieksche
kiezers naar de stembus worden opgeroepen, als
tenminste Venizelos geen gevolg geeft aan zijn
vroegere voornemen om de dictatuur uit te
roepen, wat wij van dezen ouden parlementariër
intusschen niet verwachten.
De eerste vergadering van dit jaar liep ais
gesmeerd! Was er een stilzwijgende of ge
fluisterde afspraak van de leden om zoo onge
veer niets te zeggen, teneinde nog „en bloc" een
baantje te kunnen gaan rijden bij de „Vol
harding"? Of was men algemeen van oordeel,
dat er bij de begrooting al genoeg gepraat was?
Had wellicht Mevrouw Venhuizen gedreigd, ont
slag te zullen nemen, als de vergaderingen niet
wat korter duurden, en wenschte de Raad dit
onheil tot eiken prijs te voorkomen? Hoe het zij,
het aureool van welsprekendheid straalde dit
maal om geen enkel edelachtbaar hoofd, en na
het eerste kopje koffie konden we onze matten
oprollen, zoodat we om negen uur op straat
stonden. Alzoö weinig koffie- en lichtverbruik....
o, zat daar de kneep! 'n Nieuwe bezuiniging
natuurlijk! Daden inplaats van woorden. Ga zoo
door, edelachtbare heeren!
Een gelukkige bijkomstige omstandigheid was,
dat de agenda weinig stof tot praten opleverde.
Het waren meest alle hamerpunten, en alleen
over de gemeentereiniging werd iets gezegd.
Zoo vond de heer Audretsch het nogal lastig,
onderscheid te maken tusschen huisvuilnis en
winkelafval, maar dewethouder was daarin
blijkbaar zeer bedreven; hij zag er de moeilijk
heid volstrekt niet van in. De heer Rijkes infor
meerde met het oog op de betalingen, of de
reiniging wel giro heeft. „Gier hebben ze in elk
geval genoeg!" interrumpeerde een geestig lid.
ja, onze raadsvergaderingen zijn soms om te
gieren
De herstemmingen over een viertal posten
van de gemeentebegrooting eischten eigenlijk
nog den meesten tijd. Eén daarvan gaf aanleiding
tot een zeer merkwaardige nieuwe stemming.
Het voorstel-De Tello om den controleerenden
gemeente-arts door den Raad te doen benoemen
werd aangenomen, waarop de burgemeester
onmiddellijk met het voorste! kwam, Dr. Colen
brander voor één jaar als controleerend ge
meente-arts te benoemen. Over dit voorstel kon
maar op twee mameren (behoudens blanco of
onwaarde) worden gestemd, n.l. vóór of tegen.
Indien deze stemming mondeling had mogen
geschieden, zouden zeer zeker alle leden „vóór"
gestemd hebben.
Wat gebeurde nu? Veertien leden schreven op
hun stembriefje den naam van Dr. Colenbrander,
alsof hun een voordracht met een keuze uit
meerdere candidaten was voorgelegd. Formeel
beschouwd gaven deze leden op de vraag van
den burgemeester, belichaamd in zijn voorstel,
een onjuist antwoord. En het eenige juiste was
dat van het raadslid, dat „vóór" op zijn stem
briefje had geschreven, doch dat desondanks
van onwaarde werd verklaard. Zuiver was deze
stemming dus niet!
Het kwam er dezen keer wel niet zoo erg op
aan, doch één stem kan soms van beslissenden
invloed zijn; en het geval toont weer eens aan,
hoe de for'muleering van een voorstel aanleiding
kan geven tot eigenaardige resultaten!
Belangrijker dan deze stemming voor den
vorm was het antwoord van den burgemeester
op de vragen van den heer Disselkoen aan het
eind van de vergadering, waaruit bleek, dat
ieder, die ervoor in aanmerking komt, van
Maatschappelijk Hulpbetoon naar behoefte
brandstoffen kan krijgen. De Heemsteedsche
werkloozen behoeven dus in deze dagen van
strenge vorst geen kou te lijden!
'T ZWIJOENDE.
VICKI BAUM OVER HAAR WERK
Menschen, die zij gekend heeft, interessante
typen, die zij op straat ziet, krantenberichten,
kortom het heele leven, dat langs haar passeert,
inspireert de bekende Duitsche schrijfster Vicki
Baum.
„Hoe lang hebt U noodig gehad om „Men
schen in 't Hotel" te schrijven?" vroeg iemand
haar onlangs.
„Dat vraagt iedereen," antwoordde zij. „Over
het schrijven heb ik niet lang gedaan, slechts
veertig dagen, maar de typen en den draad van
de handeling had ik al meer dan zeven jaar in
mijn gedachten. Dat is altijd mijn manier van
werken, ik laat het gegeven langen tijd in mijn
gedachten bezinken, maar als ik eenmaal be
gonnen ben met het uitwerken, word ik on
geduldig en wil het manuscript zoo spoedig
mogelijk gereed zien. Zoodra ik ga schrijven,
sluit ik me op en werk dag en nacht door tot
het klaar is. Misschien is dit niet de goede
methode, maar het is de eenige manier, waarop
ik het kan doen. Ik moet al mijn krachten in
spannen om mijn werk zoo goed mogelijk te
maken. Na twee uur 's nachts, als mijn hart
begint te kloppen van vermoeidheid, schrijf ik
de beste hoofdstukken."
„Voor ik naar Amerika ging, had ik nooit
Engelsch gesproken," vertelde Vicki Baum, „en
ik was pas zeven maanden in de Vereenigde
Staten, toen ik met Edmund Goulding begon
aan de filmbewerking van „Menschen in 't
Hotel". Zoodoende is mijn Engelsch eigenlijk
een soort Hollywood-Ainerikaansch. Een Engel-
sche, die ik een tijdje later ontmoette, kon haar
lachen niet bedwingen, omdat ik voortdurend
allerlei, in haar ooren ongewone uitdrukkingen
gebruikte."
Toen men haar vroeg hoe zij haar typen voor
haar succesroman „Menschen in 't Hotel" ver
zamelde, vertelde zij
„Ik vind mijn materiaal overal. Kringelein is
een type, dat ik tweemaal beschreven heb. Ik
zag zoo'n kantoorbediende ergens en schreef
een kort schetsje over hem, later heb ik het
type meer uitgewerkt pn in het boek verwerkt.
Flammchen, de stenotypiste, werkte eens voor
mij, toen ik een nacht in een hotel te Dresden
doorbracht. Later dacht ik na over haar leven
en zoo is zij in het boek gekomen. Wat betreft
Preysing en de samenloop van omstandigheden,
die leiden tot een moord op baron Von Gaigern,
dit idee kreeg ik door een krantenbericht. Een
man nam kamers in een Berlijnsch hotel met
een dame, die niet zijn vrouw was. 's Nachts
drong een dief hun kamers binnen en de man
wierp hem het raam uit. Hij brak een been en
werd door de politie gearresteerd. De kranten
schreven lange artikelen over dit geval en
noemden den man, die den dief het raam uit
gooide, een held, maar zijn vrouw kwam naar
Berlijn en toen begonnen voor den man de
moeilijkheden eerst goed. Het idee Voor de
danseres Grusinskaya kreeg ik toen een van
Pavlowa's laatste opvoeringen zag. Het was
zoo aandoenlijk!"
Vicki Baum gebruikt een oud model schrijf
machine, die tamelijk langzaam werkt, maar zij
zegt, dat zij hierdoor in de gelegenheid is onder
het tikken door te denken en haar gegevens
verder uit te werken. Toch kan zij nog meer
dan twintig bladzijden in een nacht afmaken.
DE ORIGINEELSTE CRITIEK OVER VICKI
BAUM'S „MENSCHEN IN T HOTEL".
Het gebeurde verleden jaar einde Maart aan
boord van het stoomschip „Europa" op weg van
Cherbourg naar New-York. Zeer toevalliger
wijze waren op deze boot diverse menschen
samen, die direct of indirect betrokken waren
bij het filmbedrijf en zooals gewoonlijk gebeurt
op de Transatlantische booten, was er al spoedig
een clubje gevormd van eenige menschen, die
de lange uren tusschen opstaan en naar bed
gaan trachtten te dooden door het spelen van
ping-pong en bridge, door het tegen elkaar
opbieden bij de paardenrennen en meer derge
lijke spelletjes en bezigheden, waarmee de
Oceaan-hotelgasten zich probeerden te ver
maken.
Op een middag zat het geheele gezelschap
tezamen in de lounge over alle mogelijke dingen
te praten. Eerst vertelde Carry Cooper over de
griezelig- en gezelligheden van zijn jacht op
groot wild in Afrika, waarvan hij zoo juist
teruggekeerd was.
Dr. Sieber, de echtgenoot van Mariene Diet
rich, had het over Duitsche- en Amerikaansche
filmkunst tot iedereen zich verdiepte in de
successen van romans, dit naar aanleiding van
de aanwezigheid van Vicki Baum. Het gesprek
ging heen en weer tot op zeker oogenblik
Sam Waagenaar, Europeesch reclame-chef van
de Metro-üoldwyn Mayer, vroeg of Vicki Baum
zelf wel het groote succes van haar roman
„Menschen in 't Hotel", welke door deze firma
verfilmd is, verwacht had. Het antwoord kwam
als een donderslag bij helderen hemel. Vicki
Baum vertelde, dat de allereerste critiek die van
haar zoon was, die nadat zij hem het manuscript
te lezen had gegeven, dit aan zijn moeder
teruggaf met de gezellige opmerking: „Aber
Mutti, was hast du jetzt fiir einen schweinerei
zusammen gebracht."
CARPE DIEM.
Grauw reien zich de dagen aaneen van ons
leven. Weken worden het, maanden, jaren, in
steeds dezelfde regelmaat, die op den duur een
tonig wordt. Dat is te zeggen, als we het een
tonig laten worden. En dat kan alleen, wanneer
we in onszelven eentonig zijn. Onze ziel is, zoo
als Corter zegt, gelijk een piano, „zoo dood,
maar besnaard". Wanneer men nu, voor een
piano staande, krachtig een bepaalde toon Iaat
liooren, trilt de gelijkgestemde snaar in het in
strument mede. Zoo is het ook met ons. Wanneer
we worden getroffen door iets dat we zien of
hooren, dan trilt er in ons een snaar, die gelijk
gestemd is met datgene, wat we zien. Maar
wanneer nu de mensch in zijn ziel slechts één
tonig is, dan wordt hij ook getroffen door hét
eentonige.
Toch komt dat nooit voor. Want de menschen-
ziel is niet ééntonig. Integendeel. Wanneer men
maar tracht zich open te stellen voor alle in
drukken, dan ondervindt men daarvan ook de
heilzame inwerking. Dan wordt de eentonigheid
in het hart opgeheven, en daarmede tevens de
schijnbare eentonigheid van de buitenwereld.
Dan hoort men weer de vogels zingen, dan voelt
men weer de zonneschijn, dan ziet men weer de
bloemen. Niet alleen in de natuur, doch ook in
het alledaagsche werk. Dan worden de dagen,
die weleer als een grauwe muur voor ons op
rezen, als even zoovele bloemen langs ons levens
pad. Dan is elke nieuwe dag een vreugde voor
ons verjongde gemoed, dat als een kind zich
verblijdt in een bloem, een knop. Pluk dan die
bloem! Pluk den bloemrijken dag, om er een
ruiker van te maken, om er een geurend uit
stralend leven van te vormen, dat onszelven en
anderen tot vreugde is. Pluk den dag en wees
gelukkig.