DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. LOSSE BLAADJES RECORD- WA AN ZIN. Openbare Vergadering BRENGT DE 40 UREN WEEK UITKOMST? FILMNIEUWS. BUITENLANDSCH WEEKOVERZICHT RONDOM DE GROENE TAFEL No. 4. 27 JANUARI li. Een waaghals, die 't gevaar niet ziet, Springt van een Imogen toren Te water ieder vraagt zich af: Heeft hij 't verstand verloren 't Was dwaas! Nog dwazer was Lhet, dat Hij daarvoor werd gehuldigd Het feit, dat hij nog leeft, is hij Aan 't stom geluk verschuldigd. Muur zie 7 applaus van het publiek, De krans, hem aangeboden, Was d'oorzaak van een tweeden sprong Met 't droef gevolg: een doode.' Die tweede springer wilde ook Zoo'n huldiging verwerven; Hij klom twee meters hooger, maar Zijn hoogmoed deed hem sterven. Zoo eischte dus het duikrecord Al gauw een tnenschenleven. Toch wou zich nog een derde man In dit gevaar begeven. Hij heeft op 't laatst zich nog bedacht; 't Publiek werd snel verdreven Door de politie.Toen is hij Op 't droge muur gebleven. Al toonde hij zich in 't begin Voor rede niet zeer vatbaar, Toen hij zoo in de diepte keek Vond hij het al te nat daar! Als hiermee nu die waanzin maar Voorgoed is afgeloopen. Of willen and'ren 't nog eens doen En 't met den dood bekoopen Er zullen nog wel dwazen zijn, Die 't ook eens gaan probeer en; Maar laten wij hun roekloosheid Niet met een krans gaan eer en! van den Raad der Gemeente Heemstede op DONDERDAG 26 JANUARI 1933. Donderdag j.l. vergaderde de Raad der ge meente Heemstede onder leiding van den burgemeester, Jhr. J. P. W. van Doorn. De notulen der vergaderingen van 15 en 16 December 1932 worden niet kleine redactie wijzigingen goedgekeurd. Herstemmingen met betrekking tot de na volgende posten der gemeente-begrooting voor het dienstjaar 1933: 250 (kosten van wachtgebouwen en bureaux, alsmede licht en brandstoffen voor die lokalen) over een voorstel van de Financieele Commissie om dezen post te verminderen met 174. Wordt aangenomen met 87 stemmen. 254 (subsidie politiescholen) over een voor stel van de meerderheid der Financieele Com missie om de geraamde subsidies te schrappen. Wordt verworpen met 78 stemmen. 307 (onderhoud van wandelplaatsen en plant soenen) over een voorstel van de Financieele Commissie om dezen post met 1000.te ver minderen. Wordt aangenomen met 87 stemmen. 442 (belooning van doctoren, heelmeesters, enz.) over een voorstel De Tello om den con troleerend gemeente-arts te doen benoemen door den Raad. Wordt aangenomen met 105 stemmen. Naar aanleiding van den uitslag dezer stem ming stellen B. en W. voor, Dr. Colenbrander voor een jaar op arbeidscontract als contro- teerend gemeente-arts te benoemen. Wordt aangenomen met 14 stemmen voor (1 stem van onwaarde). Vaststelling percentage verstrekte gelden aan de gas-, duinwater- en electriciteis- bedrijven. B. en W. stellen voor, te bepalen, dat door de gemeentebedrijven over het in 1932 ver strekte kapitaal, voor zoover daarvoor nog geen geldleening werd aangegaan, eene rente zal moeten worden betaald van 5 pCt. Wordt z. h. s. aangenomen. Bepalingen voor den dienst der Gemeente-reiniging. Voor het ophalen van haardasch, huisvuilnis en beer zijn, bij besluit van 18 Juli 1927, alge- meene regelen gegeven. Voor bijzondere, niet in deze regeling met name genoemde diensten wordt door de Directie zooveel mogelijk de kostprijs in rekening gebracht. B. en W. hebben de bestaande regelingen nader overwogen en de wenschelijkheid ingezien om alles, wat op de rechten voor verstrekte diensten door de Reiniging betrekking heeft, zooveel mogelijk in één verordening op te nemen. De belangrijkste wijziging, die wordt voor gesteld betreft het tarief voor het ledigen van beerputen. Naar de thans geldende regeling wordt hier voor eerst dan een recht geheven wanneer in één kalenderjaar een put voor de vierde maal wordt geledigd. Het recht bedraagt slechts 1. Deze regeling had recht van bestaan zoolang de beer nog handelswaarde had en te vreezen was, dat particulieren zelf tot ledigen der putten zouden overgaan, hetwelk tot groote overlast zou leiden. Nu de beer echter vrijwel waarde loos is geworden, is dit niet meer te verwachten. B. en W. stellen daarom voor, dat telkens voor het pneumatisch ledigen van een put een recht wordt geheven van 2.50. De heer Audretsch vraagt of het niet lastig js, huisvuil van winkelafval te onder scheiden. Wethouder Dr. Droog antwoordt, dat deze onderscheiding geen aanleiding geeft tot moei lijkheden. Het voorstel wordt z. h. s. aangenomen. Wijziging Gas-, Duinwater- en Electrici- teitsverordening. B. en W. stellen een wijziging van de gas-, duinwater- en eleciriciteitsverordening voor. betreffende erkenning van gasfitters. Wordt z. h. s. aangenomen. Verkoop van grond van terreinen Valken burg en Heemsteedsche Dreef. B. en W. stellen voor, te verkoopen aan: a. H. Klaassen te Heemstede, een perceel bouwterrein, groot 409 AT'., gelegen aan de noordzijde van de Nic. Beetsstraat, tegen een prijs van 6.per M-. b. N. R. van Zalinge, te Bussum, een perceel bouwterrein, groot ongeveer 1035 M2., gelegen aan de oostzijde van de Heemsteedsche Dreef, tegen een prijs van ƒ10.per M2. c. P. Noome te Heemstede, een perceel bouw terrein, groot ongeveer 666 M2., gelegen aan de westzijde van de Heemsteedsche Dreef, tegen een koopsom van 7500.- -. Wordt z. h. s. aangenomen. Aankoop van grond nabij de Heem steedsche Dreef. B. en W. stellen voor, te koopen van de i Hollandsche Algemeene Verzekeringsbank te I Schiedam, één strook grond, groot ongeveer 572 AA2., voor den prijs van ƒ7.per M2. en één strook grond, groot ongeveer 748 M2., voor den prijs van 3.per M2., beide strooken grond gelegen ten westen van de Heemsteedsche Dreef nabij de Lanckhorstlaan. Wordt z. h. s. aangenomen. Aanvaarding strook grond langs Meerweg hoek javalaan. B. en W. stellen voor, kosteloos en om niet te aanvaarden van den heer H. M. Fockens te Heemstede, een strook grond, groot ongev. 9 M2. Wordt z. h. s. aangenomen. Vragen van den heer Disselkoen. De heer Dissel koen (O.S.P.) heeft ver zocht, de volgende vragen te mogen stellen ..Kunnen B. en W. den Raad mededeelen of in verband met de strenge koude extra-maatregelen ten behoeve van de werkloozen en de steun- trekkenden getroffen zijn of voorbereid worden; Zoo ja. willen B. en W. dan mededeelen wélke, - zoo neen, zijn B. en W. dan bereid de extra- uitkeering van eenigerlei bedrag, zoo mogelijk nog deze week, te bevorderen? Antwoord van B. en W.: In antwoord op deze vragen kan worden medegedeeld, dat door B. en W. geen extra maatregelen zijn getroffen, daar Maatschappe- 1 ijk Hulpbetoon voldoende diligent is en dat aan vragen om brandstoffen steeds worden inge willigd. De lieer Disselkoen zegt, dat hetgeen thans wordt medegedeeld, niet algemeen bekend is. Met de beantwoording van zijn vragen is spr. voldaan. Hierna wordt de openbare vergadering gesloten. i GEVONDEN VOORWERPEN. Terug te bekomen bij: S. Vijzelaar, Sumatra- straat 9, een paar grijze kinderhandschoenen; W. Strik, Koediefslaan 52, een paar glacé hand schoenen; M. Schutte, Valkenburgerlaan 2, een vulpen; N. Coppens, Kanaalweg 6, een paar gymnastiekschoenen: A. Jacobs, Ruisdaellaan 6, een zwart poesje; K. van den Heuvel, Land zichtlaan 53, een portemonnaie met inhoud; N. Heupers, Hendrik de Keyserlaan 12, een stern- sleutel; Bosman, Zandvoorterweg 84, Aerden- hout, een hond; Kramer, Eikenlaan 22, een rozenkrans: Heerenweg 195, een hond; Bureau van Politie, Raadhuisstraat, twee schaatsen, een kinderwantje, een zweep en een aktentasch. Alvorens met dit artikel te beginnen, dient uitdrukkelijk te worden vastgesteld, dat wij hierin voor geen enkele parochie preken, dat de hier ontwikkelde denkbeelden niet werden be ïnvloed door welke richting, welke partij- of andere dogma's ook, dat wij ons niet tot taak hebben gesteld eenig stelsel te verdedigen. Deze aanhef is noodzakelijk, nu wij het willen hebben over de 40-urige arbeidsweek, in ver hand met de bijzondere internationale arbeids- conferentie, die op het oogenblik in Genève wordt gehouden en waar men deze zaak uit technisch oogpunt wil bestudeeren. Hier zal men antwoord trachten te geven op de vraag of de maatregelen tot vermindering van den arbeids duur, zooals die door verschillende landen reeds worden toegepast, internationaal zullen kunnen worden geregeld. .Men weet, dat het Internationale Arbeids bureau reeds in October van het afgeloopen jaar met 16 tegen 6 stemmen besloot de kwestie van de 40-urige werkweek in elk geval op de agenda der gewone arbeidsconferentie te plaatsen. De verkorting van de arbeidsweek, die voor nog slechts weinig jaren alleen door de socialis tische partijen werd gepropageerd, hoofdzakelijk een strijdleuze was zonder 'meer, wordt tegen woordig aanbevolen als een middel om de werkloosheid te verminderen en de crisis te be strijden. Wij gelooven, dat men in sommige, goedwillende kringen wel al te gemakkelijk deze zaak bekijkt. Men redeneert daar gewoonlijk zoo: inplaats van vijf arbeiders, die 48 uur per week werken, kunnen zes arbeiders, die 40 uur per week arbeiden, te werk worden gesteld. Het loon, dat de vijf arbeiders verdienden moet dan ook over zes arbeiders worden verdeeld. Dit is wel een zeer simplistische voorstelling van een ingewikkeld probleem. Want om slechts één bezwaar aan te geven: 6 arbeiders hebben meer ruimte en meer machines noodig dan vijf arbeiders. In zeer veel gevallen zal dus een veertig-urige werkweek bij aanstelling van méér arbeiders verhoogde productiekosten met zich meebrengen. Een andere vraag is het of het niet mogelijk is bij de huidige stand van de techniek veertig uur in plaats van 48 uur te werken. Dat komt beter uit. De jaren na den oorlog is het productie-proces zoodanig geperfectionneerd en versneld, dat men in de meeste gevallen meer dan 6/5 (48/40) maal zoo vlug produceert en met nog minder menschen. Deze snelle manier van produceeren heeft het tempo van den bevolkingsaanwas en dus de stijging van de behoeften, verre voorbij gestreefd en is één van de oorzaken van de crisis geworden. Wij zijn ervan overtuigd, dat, indien men over de geheele wereld in de industrie-bedrijven een veertigurige werkweek zou invoeren, met hetzelfde aantal arbeiders als bij een normalen gang van zaken, de productie op zijn minst hetzelfde zou blijven. Hierbij nemen we natuur lijk aan, dat deze industrieën gebruik zouden maken van de nieuwste vindingen op technisch en organisatorisch gebied. Geslaagde voor beelden zijn te vinden in Amerika, waar men er vooral in de automobiel-industrie verrassende resultaten mee bereikte. Doch ook in Europa heeft men hetzelfde zien gebeuren. Nemen we slechts Duitschland ten voorbeeld. Daar zijn ongeveer 6 millioen men schen, die geen plaats in het productieproces j hebben. Nemen we voor d^ze gelegenheid als glotrale" bevoiking van'"Duitschland 60 miDioen aan, waarvan ongeveer 1/3 voor productief werk in aanmerking komt '2/3 gerekend voor kinderen, vrouwen eri grijsaards), dus 20 mil lioen en beschouwen we de huidige productie van dit land, dan is deze geenszins met 6/20 verminderd. Eenigen tijd geleden heeft de heer Van Oss in de Haagsche Post uitgerekend, dat zelfs bij verhoogde productie evenredig met de bevolkingsaanwas onder het huidige werkstelsel, als we ons goed meenen te herinneren, van die 6 millioen werkloozen er 2 millioen nimmer meer een plaats in het productieproces zouden kunnen terugkrijgen. Brengt de 40-urige werkweek uitkomst? Ja en [«een. Zooals we boven reeds uiteen hebben gezet, kan men eenerzijds niet meer arbeiders in de fabriek plaats bieden, anderzijds zijn ze noodig om de productie op peil te houden of zelfs uit te breiden. Het is daarom ook begrijpelijk, dat wij het niet eens zijn met hen, die getuigen, dat er meer en langer gewerkt moet worden en dat springt toch wel heel duidelijk in het oog, als wij weten, dat deze crisis niet is ontstaan door onder-productie of door te duur produceeren. Dit is aan het adres van hen, die propageeren, dat er nog goedkooper moet geproduceerd worden, terwijl het prijsniveau op het oogenblik gelijk of lager is dan voor 1914! Verkorting van den arbeidsduur is daarom alleen toe te juichen als middel om onze door rationalisatie en machines tot het laatste vezeltje in beslag genomen lichadm de noodige rust te gunnen. Het is in de meeste gevallen zóó ge worden, dat niet de mensch het tempo van de machine, maar de machine het tempo van den mensch aangeeft. Inplaats van verminderde spierkracht wordt van den modernen arbeider verhoogde zenuwkracht geëischt. Tegen de werkloosheid zal zij niets vermogen te doen. Wie aldus redeneert is of verblind door leuzen of is niet bekend met de werkwijze van het huidige productieproces. Er zijn tal van bedrijven, die niet met hun tijd zijn meegegaan, die nog een productieproces toepassen van „Anno dazumal". Die kunnen van een 40-urige werkweek geen heil verwachten, want bij hen zou verkorting van arbeidsduur de productiekosten omhoog brengen. Het is dus begrijpelijk, dat men van die zijde van de veer tigurige werkweek, zelfs bij een evenredige loonsverlaging, niets moet hebben. Het groote probleem, dat vooral nu om een dringende oplossing vraagt, is een internationale ordening van de wereldproductie. Sommigen propageeren de idee, dat de wereld verarmd is, trachten dit zoo vaak zij kunnen te suggereeren. Wij vinden deze armoede-theorie in strijd met de logica! Er is in de afgeloopen jaren na den oorlog ontzaggelijk veel geproduceerd aan ver- bruiksartikelen, doch ook aan onroerende goede ren, fabrieken, machines, schepen, enz. Door dit laatste is er een geweldig kapitaal gevormd, dat misschien op het oogenblik, nu de wereld zoo dwaas is het niet te gebruiken, laag ge taxeerd wordt, doch dat in feite niets van zijn waarde heeft verloren. Verarmd zou de wereld zijn, als ze niets had gebouwd, geen nieuwe fabrieken had gesticht, geen schepen van stapel had laten loopen. De beurswaarde is nog wat anders dan de werkelijke waarde. De wereld is rijk, maar doordat de landen, die op haar ge vestigd zijn niet met elkaar tot overeenstemming kunnen komen, dreigt zij deze rijkdom te ver gooien. Alle nationale lapmiddeltjes, die aan de hand zijn gedaan, hebben de chaos verergerd en de oplossing van de wereldcrisis uitgesteld. En als de bijzondere internationale arbeids conferentie zich eens bezighield met het schep pen van een werkelijke internationale regeling der productie, die practisch uitvoerbaar is en door alle landen zou aanvaard kunnen worden, dan zou zij de geheele wereld aan zich verplich ten. Misschien zou de veertig-uren-week een klein onderdeel van deze regeling kunnen zijn. Op de plaats rust. In Genève be ëindigden twee vruchtelooze conferen ties. Geen verzoening tusschen China en Japan. Geen veertig-urige werkweek. De toestand in Griekenland. De koudegolf, die op het oogenblik langs Europa strijkt, schijnt de politieke hartstochten te hebben bekoeld, den woordenvloed te hebben bevroren en de lust tot het maken van op standen en revoluties te hebben benomen. Was er de vorige week nog een klein fascistisch opstandje te Briinn in Tsjecho-Slowakije, waarbij eenige legerautoriteiten betrokken waren, die thans achter slot en grendel zitten, op het oogenblik heerscht er volkomen rust. Ook in Spanje zijn de tot opstand geneigde, warmbloedige Spanjaarden voorloopig tot rust gekomen en heeft de regeering den binnen- landschen toestand in haar macht. Toch ge looven wij, dat straks als de opstandige partijen, al dan niet met monarchistisch geld gesteund, weer wat krachten hebben vergaard, opnieuw zullen trachten het huidige régime aan te tasten. Ook in China wordt de loop der gebeurte nissen vertraagd door de felle koude en zullen krijgsverrichtingen uitblijven tot de natuur weer wat milder is. Intusschen heeft in Genève de commissie van negentien al het mogelijke gedaan om de twee strijdende partijen tot een verzoening te bewegen. Het is helaas niet ge lukt, zoodat zij tenslotte het bijltje er bij neer heeft gelegd en besloten heeft haar verzoenings pogingen op te geven. Zij is daarna begonnen met de opstelling van haar rapport, dat inmiddels reeds aan den Volkenbondsraad is ter hand gesteld, die het te gelegener tijd wel zal be handelen. De Volkenbondsraad kan natuurlijk aan de partijen nog gelegenheid geven zich te verzoenen, maar een dergelijke poging zal wel op niets uitlooptn. De houding van Japan laat niets te hopen over, het is immers, ondanks de dringende vertoogen van de commissie van negentien, bij zijn eenmaal ingenomen standpunt blijven volharden Het wil in geen geval met de commissie, noch met den Volkenbondsraad over de erkenning van Mandsjoerije spreken. Dat moet door de geheele wereld als iets vanzelf sprekends, als een voldongen feit worden aan vaard. En dit zal ook wel het geval zijn als de Japanners straks hun plan hebben volvoerd om ook de Chineesche provincie Jehol aan het Mandsjoerijsche gebied te hebben toegevoegd. De Japansche minister van buitenlandsche zaken heeft Zaterdag in het Japansche parlement tenminste al verklaard, dat de provincie Jehol historisch tot den nieuwen staat Mandsjoekwo behoort en waarschuwde China zich tegen de samenvoeging ervan te verzetten. Van Mand sjoerije vertelde hij, dat daar sedert aan het Chineesche wanbeheer een einde was gemaakt, de welvaart bezig was terug te keeren. Hij eischte, dat de Volkenbond dit diende te erken nen en dat Japan dank verdiende voor zijn optreden. Ook zei hij gehoord te hebben, dat de Chineezen een veldtocht voorbereiden langs de Noordelijke Chineesche grens. Als dit gerucht juist was dan zouden de gevolgen voor China funest zijn. Ten aanzien van den Volkenbond verklaarde deze minister, dat Japan gaarne lid zal blijven, maar dan moet de Volkenbond aan Japan de noodige elasticiteit toestaan ten aan zien van den abnormalen toestand in China. Het is duidelijk, wat Japan onder deze elasti citeit verstaat: Men moet het toelaten, die land streken te rooven, die het voor de expansie en het afzetgebied van zijn industrie noodig heeft. Ook in ander opzicht was men niet bijster gelukkig te Genève. Zooals men weet heeft daar een vergadering dagenlang gedelibereerd over het vraagstuk van de 40-urige werkweek en heeft een andere conferentie een nieuwe, de economische wereldconferentie voorbereid. Het resultaat van de eerste conferentie was niet bijster groot en bepaalt zich hoofdzakelijk tot een aanbeveling aan den Volkenbondsraad om de kwestie in behandeling te nemen. Hier wordt het afschuifsysteem in toepassing gebracht, dat waarschijnlijk in het oneindige zal worden door gevoerd. Want mocht er te zijner tijd uit dit geconfereer een conventie ontstaan, dan staat het aan de regeeringen vrij ze al dan niet in toepassing te brengen en waar reeds enkele groote mogendheden zich principieel tegen een dergelijke regeling hebben verklaard, zal het uiteindelijk resultaat gevoegelijk met nul kunnen worden gewaardeerd. Een land, waarover we de laatste jaren be trekkelijk weinig vernemen, omdat het geen belangrijke rol' in het wereldgebeuren meer speelt sinds de toestand op den Balkan totaal is gewijzigd, is Griekenland. De dagen, dat de naam Venizelos herhaaldelijk in de dagblad kolommen verscheen, zijn voorbij. Afaar nu, juist een week geleden, is deze grijze Grieksche staatsman als minister-president aan het bewind gekomen. Dit aan het bewindkomen was maar niet iets vanzelfsprekends en voordat dit ge beurde is er een geduchte strijd achter de coulissen aan vooraf gegaan. In September van het vorige jaar zijn er verkiezingen gehouden, die Venizelos een geduchte nederlaag bezorgden. Voordat het nog aan deze verkiezingen toe was, verklaarde hij niet te zullen aarzelen een dictatoriaal bewind uit te oefenen zoo hem de macht niet in handen werd gelaten. .Maar hij had zich toch wel wat heel erg vergist in de verhoudingen, want de partij van Venizelos kreeg in plaats van de tot nu bezette 170 man daten er niet meer dan 96, terwijl zijn tegen standers er zich 102 zagen toegewezen. Veni zelos moest tenslotte uit de regeering wijken, ofschoon hij geen gemakkelijker] kamp had ge geven. Maar eenmaal buiten de regeering zat Venizelos niet stil en wist de kleinere partijen dusdanig te bewerken, dat zij zijn inzichten weer deelden. Toen het eenmaal zoover was, bracht hij de enkele maanden oud zijnde r.egeering ten' val en nam de vorige week de regeeringsteugels opnieuw in handen. Opnieuw zullen de Grieksche kiezers naar de stembus worden opgeroepen, als tenminste Venizelos geen gevolg geeft aan zijn vroegere voornemen om de dictatuur uit te roepen, wat wij van dezen ouden parlementariër intusschen niet verwachten. De eerste vergadering van dit jaar liep ais gesmeerd! Was er een stilzwijgende of ge fluisterde afspraak van de leden om zoo onge veer niets te zeggen, teneinde nog „en bloc" een baantje te kunnen gaan rijden bij de „Vol harding"? Of was men algemeen van oordeel, dat er bij de begrooting al genoeg gepraat was? Had wellicht Mevrouw Venhuizen gedreigd, ont slag te zullen nemen, als de vergaderingen niet wat korter duurden, en wenschte de Raad dit onheil tot eiken prijs te voorkomen? Hoe het zij, het aureool van welsprekendheid straalde dit maal om geen enkel edelachtbaar hoofd, en na het eerste kopje koffie konden we onze matten oprollen, zoodat we om negen uur op straat stonden. Alzoö weinig koffie- en lichtverbruik.... o, zat daar de kneep! 'n Nieuwe bezuiniging natuurlijk! Daden inplaats van woorden. Ga zoo door, edelachtbare heeren! Een gelukkige bijkomstige omstandigheid was, dat de agenda weinig stof tot praten opleverde. Het waren meest alle hamerpunten, en alleen over de gemeentereiniging werd iets gezegd. Zoo vond de heer Audretsch het nogal lastig, onderscheid te maken tusschen huisvuilnis en winkelafval, maar dewethouder was daarin blijkbaar zeer bedreven; hij zag er de moeilijk heid volstrekt niet van in. De heer Rijkes infor meerde met het oog op de betalingen, of de reiniging wel giro heeft. „Gier hebben ze in elk geval genoeg!" interrumpeerde een geestig lid. ja, onze raadsvergaderingen zijn soms om te gieren De herstemmingen over een viertal posten van de gemeentebegrooting eischten eigenlijk nog den meesten tijd. Eén daarvan gaf aanleiding tot een zeer merkwaardige nieuwe stemming. Het voorstel-De Tello om den controleerenden gemeente-arts door den Raad te doen benoemen werd aangenomen, waarop de burgemeester onmiddellijk met het voorste! kwam, Dr. Colen brander voor één jaar als controleerend ge meente-arts te benoemen. Over dit voorstel kon maar op twee mameren (behoudens blanco of onwaarde) worden gestemd, n.l. vóór of tegen. Indien deze stemming mondeling had mogen geschieden, zouden zeer zeker alle leden „vóór" gestemd hebben. Wat gebeurde nu? Veertien leden schreven op hun stembriefje den naam van Dr. Colenbrander, alsof hun een voordracht met een keuze uit meerdere candidaten was voorgelegd. Formeel beschouwd gaven deze leden op de vraag van den burgemeester, belichaamd in zijn voorstel, een onjuist antwoord. En het eenige juiste was dat van het raadslid, dat „vóór" op zijn stem briefje had geschreven, doch dat desondanks van onwaarde werd verklaard. Zuiver was deze stemming dus niet! Het kwam er dezen keer wel niet zoo erg op aan, doch één stem kan soms van beslissenden invloed zijn; en het geval toont weer eens aan, hoe de for'muleering van een voorstel aanleiding kan geven tot eigenaardige resultaten! Belangrijker dan deze stemming voor den vorm was het antwoord van den burgemeester op de vragen van den heer Disselkoen aan het eind van de vergadering, waaruit bleek, dat ieder, die ervoor in aanmerking komt, van Maatschappelijk Hulpbetoon naar behoefte brandstoffen kan krijgen. De Heemsteedsche werkloozen behoeven dus in deze dagen van strenge vorst geen kou te lijden! 'T ZWIJOENDE. VICKI BAUM OVER HAAR WERK Menschen, die zij gekend heeft, interessante typen, die zij op straat ziet, krantenberichten, kortom het heele leven, dat langs haar passeert, inspireert de bekende Duitsche schrijfster Vicki Baum. „Hoe lang hebt U noodig gehad om „Men schen in 't Hotel" te schrijven?" vroeg iemand haar onlangs. „Dat vraagt iedereen," antwoordde zij. „Over het schrijven heb ik niet lang gedaan, slechts veertig dagen, maar de typen en den draad van de handeling had ik al meer dan zeven jaar in mijn gedachten. Dat is altijd mijn manier van werken, ik laat het gegeven langen tijd in mijn gedachten bezinken, maar als ik eenmaal be gonnen ben met het uitwerken, word ik on geduldig en wil het manuscript zoo spoedig mogelijk gereed zien. Zoodra ik ga schrijven, sluit ik me op en werk dag en nacht door tot het klaar is. Misschien is dit niet de goede methode, maar het is de eenige manier, waarop ik het kan doen. Ik moet al mijn krachten in spannen om mijn werk zoo goed mogelijk te maken. Na twee uur 's nachts, als mijn hart begint te kloppen van vermoeidheid, schrijf ik de beste hoofdstukken." „Voor ik naar Amerika ging, had ik nooit Engelsch gesproken," vertelde Vicki Baum, „en ik was pas zeven maanden in de Vereenigde Staten, toen ik met Edmund Goulding begon aan de filmbewerking van „Menschen in 't Hotel". Zoodoende is mijn Engelsch eigenlijk een soort Hollywood-Ainerikaansch. Een Engel- sche, die ik een tijdje later ontmoette, kon haar lachen niet bedwingen, omdat ik voortdurend allerlei, in haar ooren ongewone uitdrukkingen gebruikte." Toen men haar vroeg hoe zij haar typen voor haar succesroman „Menschen in 't Hotel" ver zamelde, vertelde zij „Ik vind mijn materiaal overal. Kringelein is een type, dat ik tweemaal beschreven heb. Ik zag zoo'n kantoorbediende ergens en schreef een kort schetsje over hem, later heb ik het type meer uitgewerkt pn in het boek verwerkt. Flammchen, de stenotypiste, werkte eens voor mij, toen ik een nacht in een hotel te Dresden doorbracht. Later dacht ik na over haar leven en zoo is zij in het boek gekomen. Wat betreft Preysing en de samenloop van omstandigheden, die leiden tot een moord op baron Von Gaigern, dit idee kreeg ik door een krantenbericht. Een man nam kamers in een Berlijnsch hotel met een dame, die niet zijn vrouw was. 's Nachts drong een dief hun kamers binnen en de man wierp hem het raam uit. Hij brak een been en werd door de politie gearresteerd. De kranten schreven lange artikelen over dit geval en noemden den man, die den dief het raam uit gooide, een held, maar zijn vrouw kwam naar Berlijn en toen begonnen voor den man de moeilijkheden eerst goed. Het idee Voor de danseres Grusinskaya kreeg ik toen een van Pavlowa's laatste opvoeringen zag. Het was zoo aandoenlijk!" Vicki Baum gebruikt een oud model schrijf machine, die tamelijk langzaam werkt, maar zij zegt, dat zij hierdoor in de gelegenheid is onder het tikken door te denken en haar gegevens verder uit te werken. Toch kan zij nog meer dan twintig bladzijden in een nacht afmaken. DE ORIGINEELSTE CRITIEK OVER VICKI BAUM'S „MENSCHEN IN T HOTEL". Het gebeurde verleden jaar einde Maart aan boord van het stoomschip „Europa" op weg van Cherbourg naar New-York. Zeer toevalliger wijze waren op deze boot diverse menschen samen, die direct of indirect betrokken waren bij het filmbedrijf en zooals gewoonlijk gebeurt op de Transatlantische booten, was er al spoedig een clubje gevormd van eenige menschen, die de lange uren tusschen opstaan en naar bed gaan trachtten te dooden door het spelen van ping-pong en bridge, door het tegen elkaar opbieden bij de paardenrennen en meer derge lijke spelletjes en bezigheden, waarmee de Oceaan-hotelgasten zich probeerden te ver maken. Op een middag zat het geheele gezelschap tezamen in de lounge over alle mogelijke dingen te praten. Eerst vertelde Carry Cooper over de griezelig- en gezelligheden van zijn jacht op groot wild in Afrika, waarvan hij zoo juist teruggekeerd was. Dr. Sieber, de echtgenoot van Mariene Diet rich, had het over Duitsche- en Amerikaansche filmkunst tot iedereen zich verdiepte in de successen van romans, dit naar aanleiding van de aanwezigheid van Vicki Baum. Het gesprek ging heen en weer tot op zeker oogenblik Sam Waagenaar, Europeesch reclame-chef van de Metro-üoldwyn Mayer, vroeg of Vicki Baum zelf wel het groote succes van haar roman „Menschen in 't Hotel", welke door deze firma verfilmd is, verwacht had. Het antwoord kwam als een donderslag bij helderen hemel. Vicki Baum vertelde, dat de allereerste critiek die van haar zoon was, die nadat zij hem het manuscript te lezen had gegeven, dit aan zijn moeder teruggaf met de gezellige opmerking: „Aber Mutti, was hast du jetzt fiir einen schweinerei zusammen gebracht." CARPE DIEM. Grauw reien zich de dagen aaneen van ons leven. Weken worden het, maanden, jaren, in steeds dezelfde regelmaat, die op den duur een tonig wordt. Dat is te zeggen, als we het een tonig laten worden. En dat kan alleen, wanneer we in onszelven eentonig zijn. Onze ziel is, zoo als Corter zegt, gelijk een piano, „zoo dood, maar besnaard". Wanneer men nu, voor een piano staande, krachtig een bepaalde toon Iaat liooren, trilt de gelijkgestemde snaar in het in strument mede. Zoo is het ook met ons. Wanneer we worden getroffen door iets dat we zien of hooren, dan trilt er in ons een snaar, die gelijk gestemd is met datgene, wat we zien. Maar wanneer nu de mensch in zijn ziel slechts één tonig is, dan wordt hij ook getroffen door hét eentonige. Toch komt dat nooit voor. Want de menschen- ziel is niet ééntonig. Integendeel. Wanneer men maar tracht zich open te stellen voor alle in drukken, dan ondervindt men daarvan ook de heilzame inwerking. Dan wordt de eentonigheid in het hart opgeheven, en daarmede tevens de schijnbare eentonigheid van de buitenwereld. Dan hoort men weer de vogels zingen, dan voelt men weer de zonneschijn, dan ziet men weer de bloemen. Niet alleen in de natuur, doch ook in het alledaagsche werk. Dan worden de dagen, die weleer als een grauwe muur voor ons op rezen, als even zoovele bloemen langs ons levens pad. Dan is elke nieuwe dag een vreugde voor ons verjongde gemoed, dat als een kind zich verblijdt in een bloem, een knop. Pluk dan die bloem! Pluk den bloemrijken dag, om er een ruiker van te maken, om er een geurend uit stralend leven van te vormen, dat onszelven en anderen tot vreugde is. Pluk den dag en wees gelukkig.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1933 | | pagina 5