boor de kom JlM, de ZOON van Bobby DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT No. 27. 7 JULI 1933. TWEEDE BLAD. BIOSCOOP VERRUWING. LOSSE BLAADJES. AL TE SNEL! Onze Nederlandsche zwemmers Gaan, zooals n weet, weldra 'n Wedstrijd estafette houden In het Belgisch plaatsje Spa. „Nederland moet daarbij winnen!" Zei men... And'ren spraken toen: „Laat dan onze snelste zwemster In den wedstrijd mee gaan doen." Stel je voor: daar gaat een clubje Zwemmers, vroolijk en tevree, Want zij nemen om te winnen Willy als hun leidsvrouw mee! Onze Zuidelijke buren Zouden over dit geval Zich geweldig vroolijk maken, Vonden 't vast wel stapelmal! En wanneer we mochten winnen, Zeker, dat men hoor en zou: „Bah, die Nederlandsche zwemmers Steunen op een zwakke!vrouw!" 'k Hoor ze in gedachten schimpen: „Nou, die luidjes zijn wat mans! Een jong meisje moet ze helpen, Anders hebben ze geen kans!" Neen, dat zou toch voor de zwemmers Wel wat ie bezwaarlijk zijn, Zulk een openlijk erkennen: „Onze krachten zijn te klein! 't Zwak geslacht moet assisteeren, 't Sterke kan het niet alleen!" Daarmee trapte men de heeren Al te pijnlijk op hun teen! Wel heeft men het overwogen; Immers, Willy zwemt zoo fijn! Maar men kwam tot de conclusie: Dit zou het gevolg dan zijn: Nederlanders diep vernederd, Belgen zwaar gebeld daarbij! Dus de heeren-estafette Blijft van dames-smetten vrij. Willy in de ploeg te kiezen, Heusch, dat gaat niet al te wel. Liever gaan we maar verliezen; Willy is wat al te snel! KINDERVERT ELLING I VOOR ONZE LEZERESSEN. instinct, dat zich vooral in tijden van oorlog kan uitleven, teugelloos uitvieren in een roes van vernietiging, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tusschen mensch en ding. Ledigheid is des duivels oorkussen. Géén ander spreekwoord heeft den laatsten tijd zoo zeer zijn inhoud bewezen als juist dit. Millioenen menschen brengen thans hun tijd in ledigheid door. De meesten van hen zouden graag willen werken, maar de poorten van de fabriek en de deuren van het kantoor zijn hermetisch voor hen Onze snelste zwemster, Willy den Ouden, mag niet deelnemen aan de estafette te Spa, daar dit voor de overige deelnemers kren kend zou zijn. LUXOR-THEATER. In Luxor-Theater draait deze week: „De Spin". Chatrand de Magiër, geeft een voorstelling in het Tivoli-Theater. Hij geeft verbluffende staaltjes van zijn goochelkunst en brengt ten slotte voor de microfoon het sensationeele bericht, dat hij al geruimen tijd zoekende is, om de identiteit van zijn assistent, die zijn geheugen verloren heeft, vast te stellen. Hij verzoekt de radio-omroepmaatschappijen der Vereenigde Staten, hem te helpen om te weten te komen, wie zijn assistent Alexander is. Beverley Lane, het rijke nichtje van den ban kier Carrington, luistert naar de radio. Haar eenigste broeder is voor eenigen tijd plotseling verdwenen en alle onderzoekingen zijn tot nu toe op niets uitgeloopen. Beverley kan de gedachte niet van zich af zetten, dat de onbekende assistent wellicht haar broeder is. Haar oom tracht haar van haar volgens hem bespottelijke gedachte af te brengen, doch Beverley gaat naar het Tivoli- Theater en haar oom Carrington zal haar ver gezellen. Chatrand doet weer ongeloofelijke toeren. Hij vraagt om verschillende voorwerpen uit het publiek, die Alexander allen opnoemt. Beverley is in het bezit van een medaillon, dat haar portret en dat van haar gestorven broer bevat. Zij geeft het aan Chatrand, waar tegen haar oom Carrington zich verzet. Er ont staat een woordenwisseling, terwijl Alexander bij het hooren van Carrington's stem plotseling in een toestand van hypnose geraakt en zich een en ander schijnt te herinneren. Er ontstaat rumoer in de zaal; plotseling hoort men een schoten na enkele oogenblikken ligt het lichaam van Carrington in de zaal. Een dokter uit het publiek verklaart de toe stand voor ernstig, zoo niet hopeloos. De politie wordt gealarmeerd en niemand mag de zaal verlaten. Intusschen hebben broer en zuster elkander herkend, doch niemand weet, wie, of van waar men op Carrington heeft geschoten. Men verdenkt den jongen Alexander van den moord, evenals Chatrand. De laatste weet de politie te overhalen, den moord opnieuw te reconstrueeren, door Alexan der onder hypnose te doen. verklaren, wat er eigenlijk is voorgevallen. Hij weet zijn medium op een zoodanige wijze vragen te stellen, dat hij den moordenaar weet aan te wijzen. Dr. Blackstone, de dokter uit het publiek, heeft den moord gedaan. Hij was een doodsvijand van Carrington, omdat deze hem en zijn familie broodeloos heeft gemaakt. Nu is alles opgehelderd. Chatrand heeft vriend schap, zoo niet liefde opgevat voor Beverley. Broer en zuster en Chatrand de Magiër, als derde in het gezelschap, zullen door een heerlijke reis naar Europa trachten alle ellende van het verleden te vergeten. ,,'n Oogenblik," verzocht Prinshuizen, terwijl hij den bezoeker een stoel aanwees. Dan wendde hij zich weder tot zijn boek houder. „Over ijs van één nacht ga ik niet, dat weet je," zei hij met een klein tikje zelfingenomen heid." „Mijn vrouw wil een radio aanschaffen! Goed! Maar dan zal ik ook het allerbeste hebben wat er te krijgen is en tegen den laagst mogelijken prijs. Keur en keus wil ik hebben, vóórdat ik besluit. Daarom heb ik bij vier en twintig radio handelaren aangevraagd om me eens een stuk of wat brochures te zenden. Mijn vrouw zal die brochures naar het kantoor doorzenden. Als ze hier komen, bestudeer ze dan eens, en vertel me, wat je mij zoudt raden." Terwijl de boekhouder het privékantoor ver liet, ging juist de telefoon over. Prinshuizen nam den hoorn ter hand. „Hallo! Met Prinshuizen, directeur van de Vereenigde Vervoermaatschappijen Aan de andere zijde van den draad klonk een wanhopige vrouwenstem: „Och Henk, ik weet geen raad! Er zitten nu al twaalf radio handelaren op je te wachten en elk oogenblik komt er een nieuwe bij. Wat moet ik met die menschen aanvangen? Drie zijn er in de salon, drie in de huiskamer, twee loopen in de vesti bule op en neer, één heb ik in de keuken gezet, waar hij Kaatje het hof maakt, één speelt met de baby in de kinderkamer, één is met Kareltje „Drie zijn er in de salon" gaan wandelen, wien hij een groot tablet chocolade beloofd heeft, en de twaalfde loopt in den tuin onze geraniums te bewonderen. Bovendien hebben sommigen nog een jongen meegebracht om de toestellen te dragen. Ik kan ze met geen stok de deur uit krijgen." Terwijl hij den haak van de telefoon ophing, keek Prinshuizen zijn bezoeker verwilderd aan. „Lieve hemel," zuchtte hij, „wie had dat kunnen denken? Waarom sturen die kerels niet een voudig een paar brochures, zooals ik ze ge vraagd heb? Waarom moeten ze nu persé zelf komen?" En met een verontschuldigend gebaar voegde hij er aan toe: „Het spijt me, maar u moet me excuseeren! Ik ga dadelijk naar huis. Mijn vrouw is radeloos!" De bezoeker glimlachte vriendelijk. „Maar mijn beste meneer," riep hij uit, ,dat zult u toch niet doen? U gaat toch niet uw hoofd in den muil van den leeuw steken? Denkt u, dat die twaalf handelaars zich met een kluitje in het riet zullen laten sturen? Dan kent u ze nog niet! Ze zullen u aanklampen en u blijven vasthouden. Er is geen kans op, dat u van hen ontslagen raakt!" Prinshuizen keek nóg wanhopiger. „Maar wat moet ik dan doen?", vroeg hij ontsteld, „ik kan toch niet toelaten, dat mijn vrouw met hen opgescheept blijft?" „Laat ze hierheen komen," raadde de be zoeker, „en zorg intusschen, dat uzelf tijdig den aftocht blaast." „Trouwens," voegde hij er aan toe, een blik door het venster werpend, „ik geloof, dat u hier al niet meer veilig zijt. Als ik mij niet vergis, zie ik daarginds Miedema aankomen, terwijl in de verte de forsche gestalte van Jan Lapsius opduikt. Die twee behooren tot een soort van de „jachthonden," die geen enkelen klant loslaten, vóórdat hij het koopcontract geteekend heeft. Alleen een snelle vlucht kan u redden. Verlaat onmiddellijk uw kantoor en ga met mij ergens koffiedrinken. Intusschen belt u vanuit het restaurant uw vrouw op, om te zeggen, dat ze de twaalf aanwezige handelaars naar uw kan toor zendt. Uw boekhouder en typisten moeten Nu moet Van Baren het bezuren; Hij krijgt de schuld van Jimmy's kuren; Terwijl mevrouw Verhoog terstond Vergoeding opeischt voor haar hond, Brult Jochem woedend: „Man, geef vlug Mijn boonen of mijn geld terug!" Kortom, de ruzie overschrijdt De grenzen der wellevendheid. „Als jullie ruzie maken, zeg," Roept juffrouw Mast, „dan ga ik weg!" Meteen weerklinkt door heel den winkel Een oorverdoovend glasgerinkel, En aan de limonadeflesschen Zal niemand ooit zijn dorst meer lesschen! Zoo zie je: in het algemeen Komt nooit een ongeluk alleen. Het valt niet te loochenen, dat wij op het oogenblik een tijd van verruwing meemaken, van verruwing op velerlei gebied, op geestelijk, zoowel als op lichamelijk terrein. Deze verruwing manifesteert zich in zekere politieke schakee ringen, waar niet meer het recht als het hoogste goed wordt beschouwd, maar de macht, dikwijls zelfs de brute macht van het geweld. Misschien is deze verruwing een uiting van een oeroud instinct van den mensch, een bestiaal GEKLEEDE JAPON. (793) Naar verkiezing kan men deze japon met een vest en mouwen van bedrukte crêpe de chine of kant garnecren. Bij crêpe georgette past het laatste b.v. zeer goed, terwijl bij een moderne dun- ne zomerstof crê- SpT pe de chine of ook f wel kunstzijde ge- punthals en in ge lijke lijn ingezet m BÈM793 vest kleedt zeer af, if|$ iBli^Sa waar oor het mo BShBB del zich ook voor gezette dames uit .«fllijla de booglijn aan 'jjl'i, Hfi het voorpand dooi een zeer smalle nervure gevormd SSsixj|l wordt. Een strik ■bGHh I van zijde of geor- MjBÊBmÊ gette wordt aan den hals aange- T VV bracht, doch kan U naar verkiezinj vervallen. De mouw is ruim onder den elleboog om in een smal onderstuk te eindigen met garneering van kleine knoopjes. De lange tweebaans rok reikt tot even boven de enkels, doch kan natuurlijk ooi korter gedragen worden, indien men niet zoo'n bijzonder gekleed model wenscht. Om de heupen is de rok aangesloten 011. vanaf de kniehoogte ruimer te worden De afwerking om het middel bestaat uit een smalle ceintuur met gesp. Patronen worden leschikhaar gesteld in alle maten, ook maat 52, ondei vermei ding van no. 793. De prijs bedraagt 0.58. gesloten, zijn reeds jaren voor hen gesloten. Zij weten met hun energie geen raad en moeten zich dikwijls gevoelen als een stoommachine, die wel voortdurend gestookt wordt, maar geen stoom kan afblazen. Het moet daarom tenslotte tot een uitbarsting komen. Deze menschen hebben over het algemeen te veel tijd, die op de een of andere wijze vol- gemaakt moet worden. Men kan van al die millioenen menschen, die voor het ineerendeel uit handarbeiders bestaan, niet vergen, dat zij zich den geheelen dag in boeken verdiepen. Zij ontvluchten dikwijls hun tot armoede vervallen woningen en gaan de straat op, waar zij andere lotgenooten aantreffen, andere verbitterden tegen DOOR G. TH. ROTMAN Zijn hart vervuld van medelijden, Besluit hij, Hikje te bevrijden; De riem wordt stiekum losgehaakt En aan een broekspijp vastgemaakt Van Jochem-Evert-Piet van Zanten, Eén van Van Baren's beste klanten; De man had voor de koude dagen Vast bruine boonen ingeslagen. Patronen worden toegezonden na ontvang van het bedrag op postrekening 62626 van dei Modedienst, Den Haag, of na inzending pe, postwissel of in postzegels aan de Mode redactrice, Roelofstraat 109, Den Haag. Ge wenschte maat en nummer vermelden. D 36 „Ha!" diep Van Zanten uit, „wat zullen Mijn bloedjes daar weer fijn van smullen!" Meteen liep hij den winkel uit; Maar ach, zijn vaart werd plots gestuit! De arme bloed viel met een smak Voorover op zijn kinnebak; Daarbij ging, suizend door de lucht, Z'n boonenvoorraad op de vlucht! dan maar zien hoe ze het met hen klaarspelen." De bezoeker had nog niet uitgesproken, of in het aangrenzende bediendenkantoor klonk een zware basstem: „Is de patroon op kantoor? Mijn naam is Miedema?" „Daar is er al een," fluisterde de bezoeker. „Vlug, pak uw hoed en jas, en laten we zorgen, dat we uit de voeten komen." Prinshuizen behoefde geen verdere aan sporing. Binnen een minuut had hij, door den zijn raadsman gevolgd, zijn kantoor langs den achter-uitgang verlaten en stond hij op straat, nadat hij in de hall rakelings Jan Lapsius ge passeerd was. De vluchtelingen namen een taxi en lieten zich naar een restaurant in een verwijderd stads gedeelte rijden. Eerst daar kwam Prinshuizen op adem. „E11 nu," stelde de bezoeker voor, „belt u allereerst uw vrouw op, om haar te zeggen, dat zij alle handelaars naar uw kantoor zendt. Verder geeft u uw boekhouder telefonisch instructie om de kerels een poosje aan de praat te houden. Daarna gaan wij naar uw huis, om uw vrouw gerust te stellen." Prinshuizen keek zijn nieuwen vriend dank baar aan. „U is werkelijk héél doortastend," prees hij. „Maar ik bedenk daar, dat ik nog niet eens goed uw naam verstaan heb." „Pinkerton," lichte de ander in. Maar dan, zakelijk: „Zoudt u nu niet eerst uw telefonische bood schappen verrichten?" Prinshuizen ging naar de telefooncel en vroeg aansluiting met zijn woning. Geheel ontdaan keerde hij uit de cel terug. „Mijn vrouw is wanhopig! We moeten dadelijk naar huis!" Hij beschouwde 't als vanzelf sprekend, dat zijn nieuwe vriend medeging en deze laatste scheen daartegen eeen bezwaar te koesteren. Prinshuizen trof zijn vrouw in tranen. „Wat een ongeluksdag," snikte ze. „Het heele huis staat overhoop. De drie handelaars in de salon hebben woorden met elkaar gekregen en onze kostbare Japansche vaas gebroken. De baby is totaal van streek door het stoeien met den handelaar, die haar op zijn knie paardje heeft laten rijden, tot het kind onpasselijk werd; Kareltje heeft zijn maag met snoepgoed be dorven en Kaatje liet het eten aanbranden door het flirten met den man, dien ik in de keuken had ondergebracht. En Kaatje liet het eten aanbranden. Het rinkelen van de telefoon onderbrak Mevrouw Prinshuizen's jammerklacht. Prinshuizen nam den hoorn op. De telefonische boodschap bleek een dringend verzoek van den boekhouder, om toch gauw naar kantoor te komen. „Lieve hemel," zuchtte Prinshuizen weer, „wat moeten we beginnen? Het is alleen uitstel van executie, dat we bereikt hebben. De radio- handelaars zullen op mijn kantoor blijven wachten, totdat ik terugkom, of anders weer naar mijn huis gaan. Er is werkelijk geen kans, dat ik van hen ontslagen raak!" Om hulp smeekend keek hij Pinkerton aan. Doch deze glimlachte. „Toch wel! U behoeft niet anders te doen, dan dit formulier te onderteekenen. Voor de rest zorg ik wel!" En hij haalde uit zijn binnenzak een bedrukt stuk papier te voorschijn, hetwelk tot opschrift droeg: „Koopcontract voor een radio-toestel." Prinshuizen sperde in verbazing zijn mond wijd open. „Dus u is?steunde hij. „Oók een radio-handelaar," erkende Pinkerton. „Maar het middel, dat ik u aan de hand doe, is uniek, 't Is de eenige manier, om van de drie- en-twintig anderen ontslagen te raken. Ik zal ze op uw kantoor opzoeken en hun het door u geteekende contract toonen. Dan begrijpen ze ineens, dat ze geen moeite meer behoeven te doen." Zoo gebeurde 't, dat de voorzichtige Prins huizen, die nooit over ijs van één nacht ging, een radiotoestel kocht, dat hij nooit gezien of gehoord had. J. C. W. DUNCKER. MODERNE BLOUSE EN ROK. 799 Deze moderne blouse met klei de raglan-mouw, is gedacht van kunstzijde met 'n moesje en kan met 'n vest van hetzelfde weefsel dóch ook met een garneering in de tint van de zijde of het motief ge maakt worden. Wil men iets bijzonders ma ken van deze blouse, dan neme men de mode kleur brique. 'n zeer bijzondere tint steenrood van dunne wol len- of zijden stof, die vooral bij een zwarte, doch ook bij een donker bruine rok past. De sluiting is mid- I I den voor. hier is 'n split gemaakt i met nessel gaten l/LV aan beide zijden, W waardoor krui- selings een dun koordje wordt gehaald. De rok bestaat uit twee deelen, een gladde achterbaan en een voorbaan met plooien en knoopgarneering. Naar verkiezing kan deze blouse ook geleverd worden met lange raglan mou wen 'ftn een langer model, dat boven den rok gedragen kan worden, waardoor het ook geschikt is voor gezette figuren. Patronen kan men aanvragen in alle malen onder no. 799. De prijs bedraagt 0.58.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1933 | | pagina 5