DE GEBROEDERS KNOOPENSCHAAR 3, tl BINNENLANDSCH WEEKOVERZICHT EXTRA AANBIEDING Tailleurs en Mantels naar maat vanaf f 57.50 tot 15 Maart IO°/o KORTING KINDERFOTO'S RUUS KNOPPER PREPIKBEUS?feN. TOONEEL op«ciaIit«il bontmantels *Qontw«rk«r Schouwtjjslaan 108 JCaarlctr J(ant«ls cn>t%ntelcostumes •au prima Gngclsche^toffffit coups «n a/workin^gs^arandMrd ORIGINEELE Ja ARTISTIEKE AFWERKING J. v. GOYENSTR. 26 - Telef. 29080 Zondag 18 Februari. Gereïormeerde Kerk, Koedieïslaan. V.m. 10 uur: Ds. Dondorp. N.in. 5 uur: Ds. Dondorp. Nederl. Protestantenbond. V.m. 10.30 uur: Ds. W. D. M. Baar, Herv. Pred. te Alkmaar. (Met medewerking van het dameskoor). Vrijzinnige jongeren Kerk. Ned. Prol. Bond, Potgieterweg 4, Bloemendaal. N.ni. 19.30 uur: Ds. N. Padt uit Zandvoort. KUNSTKRING HEEMSTEDE. Concert Annie Woud. Maandag 19 Februari geeft Annie Woud, de bekende Haarlemsche alt-zangeres, een recital in het Gebouw van den Ned. Protest. Bond, Postlaan, met Felix de Nobel aan den vleugel. Annie Woud zingt liederen van Sint, Bizet, Ildebrando Pizzetti en Schubert, de eerste en derde in eerste uitvoering. Deze uitvoering, waarvoor wij veel belang- steling verwachten, is toegankelijk voor leden en niet-Ieden. Ook kan men zich bij het secreta riaat, Binnenweg 126, nog opgeven voor het halfjaarlijksch abonnement. Voor bijzonderheden verwijzen wij naar de in dit blad geplaatste advertentie. TENTOONSTELLING VAN AQUARELLEN. In de étalage van den heer Jac, Th. v. Noort, Raadhuisstraat 29, zijn eenige groote en kleine aquarellen geëxposeerd van den bekenden teeke naar Jan Wiegman alhier. Het zijn aquarellen op verschillend gebied, zoo o.a. naar aanleiding van het gedicht van Hein- rich Heine, „De twee Grenadiers", één naar aanleiding van het drama van William Shakes peare „Koning Lear", „Mors et Vita", een doods kop met een krans van Immortellen, „De Strijd om de Vrouw", geestig uitgebeeld, en „Zeg het met bloemen", waarbij een jongen een anderen jongen met een groote zonnebloem om de ooren slaat. Deze zeer goed uitgevoerde werken zullen zeker de aandacht trekken die zij ten volle ver dienen. HET VOORBEELD VAN DE OUDEREN. Het valt op, dat telkens weer wordt geklaagd over de gedragingen van de jeugd in dezen tijd. Deze klachten komen uit allerlei kring en getuigen dikwijls van een gebrekkig inzicht in de verantwoordelijkheid der ouderen ten aanzien van het opgroeiend geslacht. Zoo treft nu weer een opmerking van Ds. Van de Laar Kraft in het „Algemeen Weekblad voor Christendom en Cultuur", dat de leerlingen van H.B.S., Gymnasium en Lyceum zoo ge makkelijk de studentengewoonten na-apen en zich overgeven aan alcoholgebruik en -misbruik. Het zal wel zoo zijn. Maar doen de volwassenen wel steeds wat ze kunnen om te voorkomen dat de jonge menschen soortgelijke gewoonten beschouwen te behooren tot de goede zeden en een flinke levenshouding. Van hoeveel beteekenis kan in deze het voor beeld van de ouderen zijn. GEVONDEN VOORWERPEN Terug te bekomen bij: T. Saarloos, Herfst- laan 1, een ruigharige fox-terrier; P. IJtsma, Heerenweg 22, een vulpotlood; W. Roggeveen, Zandvoortsclielaan 156, een kinderportemonnaie met inhoud; S. Kiebert, Binnenweg 78, een wollen kinderhandschoen; Van Ieperen, Jan v. Goyenstraat, een vulpotlood; Postkantoor, een portemonnaie met inhoud; Van der Moor, Bosboom Toussaintstraat 9, een rijwielbelasting- merk; A. Kluen, Raadhuisstraat 46, een autoped; Visser, Zandvoortschelaan 12, een jongens rijwiel; Luiting, Lombokstraat 3, een grijze deken; A. Opstal, Bankastraat 71, een gouden oorring; Bureau van Politie, Raadhuisstraat, een zilveren broche, een wollen kinderhandschoen en een etui met nagelgarnituur. GEVESTIGDE GEZINSHOOFDEN TE HEEMSTEDE. Opgave van 13 Februari 1934. W. A. Ankringa, Rembrandtlaan 11. P. Lindeman, Lanckhorstlaan 2. F. J. van Luyken, Binnenweg 96. Mevr. J. Ph. van der Wart, Orchideeënlaan 8. Mevr. E. Sigmund, Orchideeënlaan 24. Wat deed minister Colijn te Londen? De Nederlandsch-Belgische handels betrekkingen. Komt er belasting op radio-toestellen? De zaak Onnes van Nijenrode voor de Amsterdamsche rechtbank. Het conflict in het kleeding- bedrijf verscherpt. Begrafenis van den heer J. B. Westerdijk. De reis van den Nederlandschen minister president naar Londen heeft Dr. H. Colijn tot de volgende uitlating aanleiding gegeven: hij had deze reis als een particuliere aangelegenheid beschouwd, hij wenschte haar als zoodanig te blijven beschouwen en hij zou het op prijs stellen, indien men dit wilde respecteeren. Onze allerbekwaamste minister-president kan veel beschouwen, veel blijven beschouwen en nog meer op prijs stellen, doch het is van den vroegeren hoofdredacteur van de Amster damsche Standaard, het hoofd-orgaan van de anti-revolutionnaire partij, niet aardig te denken, dat men hem in dit opzicht ter wille zal kunnen zijn. Zijn positie in Nederland is uitzonderlijk, hetzelfde kan getuigd van zijn positie op inter nationaal gebied, hij vergt van journalisten iets, wat hij in zijn vorigen staat niet zou hebben kunnen vergen van den hoofdredacteur van De Standaard. Zonder ook maar iets te kort te doen aan de algemeene hoogachting en de groote waardeering, waarin Dr. H. Colijn zich in Nederland - gelukkig! - mag verheugen, gaat het niet aan onvervulbare wenschen te stellen. Wij zijn dus in staat het volgende mede te deelen, betreffende Dr. H. Colijn's bezoek aan Londen. Doel van zijn bezoek was vierledig: besprekingen met Runciman, den Engelschen minster van handel, besprekingen over de rubber-restrictie, besprekingen over de nog steeds niet geheel begraven economische wereld-conferentie, besprekingen over het on tijdig bekend gemaakte verdrag tusschen Enge land en Nederland, dat door de vloot-conferentie te Singapore in een nieuwe fase is gekomen. Het resultaat dier besprekingen is het vol gende geweest. Met Runciman is Colijn overeen gekomen voorloopige handelsfaciliteiten te verleenen voor den invoer van Engelsche garens in Nederland en voor den invoer van Neder- landsche landbouw-producten in Engeland. Wat de rubber-restrictie aangaat, heeft men een basis gevonden voor een nadere overeenkomst ter beperking van den rubber-tap in Engelsch- en N'ederlandsch-Indië. Zelfs het bureau van de economische wereldconferentie is met Colijn van oordeel, dat deze conferentie dooder is dan dood en dat een opheffing van het bureau een kwestie van zeer korten tijd is. Over het ver drag tusschen Engeland en Nederland is over eengekomen te blijven zwijgen, wat voor tegen spraak van geheime verdragen zoo langzamer hand nog de beste uitweg is gebleken. De Nèderlandsch-Belgische handelsbetrek kingen schieten op het oogenblik nog niet zoo snel op, als men te 's-Gravenhage wel zou begeeren. De Belgische minister van Landbouw, de heer Sap, heeft te Parijs een onderhoud gehad met de Nederlandsche handels-delegatie, die daar vertoeft voor het voeren van be sprekingen, inzake de Nederlandsch-Fransche handelsbetrekkingen. Minister Sap was vrij optimistisch gestemd, maar zijn komst naar 's-Gravenhage is- op het oogenblik nog onzeker en zal in ieder geval vertraging ondergaan, daar hij eerst de begrooting van Landbouw in de Belgische Kamer zal moeten verdedigen, voor dat hij naar Nederland zal kunnen vertrekken, om met zijn Nederlandschen ambtgenoot tot een definitief resultaat te geraken. De uitvoer van Nederlandsche landbouwproducten naar België en de uitvoer van Belgische industrie-goederen naar Nederland zal dus voorloopig nog op den ouden basis gehandhaafd blijven. Nu de nood in Nederland nijpt en ook de Schatkist er de kwade gevolgen van gaat ondervinden, wil de Nederlandsche regeering overgaan tot het belasten van radio-toestellen en tot het aangaan in de belasting van de ge- abonneerden op radio-centrales. De verschillende omroepvereenigingen hebben zich dadelijk tegen deze belasting gekant, waarvan de geheele op brengst ten goede van den Staat der Neder landen zou komen, zonder dat deze vereeni- gingen een aandeeltje van de buit zouden krijgen. Maar minister Oud heeft geld noodig en binnen afzienbaren tijd zal men dus voor het mogen aanhooren der programma's van A.V.R.O., V.A.R.A. en van de andere omroep vereenigingen, zijn penningske hebben te storten. Onder overgroote belangstelling is voor de Amsterdamsche rechtbank de behandeling van de geruchtmakende zaak-Onnes van Nijenrode aangevangen. De verhooren van de verdachten en van de getuigen zullen eenige dagen in beslag nemen, maar reeds thans kan veilig getuigd, dat nu al een uiterst onfrisch luchtje bij de be handeling valt op te snuiven. Gevallen finan- cieele grootheden en jongens uit de Amster damsche onderwereld schijnen broederlijk samen te hebben gewerkt om de verzekerings-maat- schappijen voor een bedrag van ongeveer drie kwart ton op te lichten. Slaagt de officier van justitie erin de reeks aanklachten ook te be wijzen, dan zullen er vermoedelijk zware von nissen in deze zaak vallen. De Nederlandsche textielnijverheid maakt moeilijke tijden mede, zoodat het niet te ver bazen is, dat men tracht te geraken tot de op richting van een Nederlandsche Textiel Con ventie, welke uniforme en rationeele verkoop voorwaarden zal vaststellen. De groote moeilijk heid is echter de ongeveer 65 ondernemingen, die hiervoor in aanmerking komen, onder één hoedje te vangen. Men is er reeds in geslaagd met ongeveer 95 der ondernemers tot een aanvankelijke overeenkomst te geraken, maai de bezwaren blijven nog groot en de laatste loodjes wegen ook hier het zwaarst. Voor de werknemers en de werkgevers in Twente is het te wenschen, dat men nu eindelijk eens door zal zetten, persoonlijke belangetjes ter zijde zal weten te stellen en spijkers met koppen zal slaan. Voor beide partijen kan dit slechts baat geven. Het conflict in het kleedingbedrijf heeft scher per vormen aangenomen. De betere zaken de zoogenaamde maatzaken hadden be paald, dat met ingang van 19 Februari tal van georganiseerde kleermakers zouden worden ontslagen, die geen genoegen begeerden te nemen met de loonsverlaging van 12% bij de maatzaken, volgens de patroons, nood zakelijk, daar het publiek geen duurdere kleeren meer koopt, doch tal van klanten, die gewoon waren kleeding naar maat te koopen, geleidelijk tot het koopen van confectie-kleeding zijn over gegaan. Het moest dus tenslotte buigen of barsten. Buigen willen<deze bekwame vakliedqn niet. Nu dreigt een algemeene staking uit te barsten op den 17en Februari, die weer niets dan nog meer ellende zal brengen. Een betrekkelijk onaanzienlijk plaatsje in het Hooge Noorden van ons land, de gemeente Uithuizermeëden in de provincie Groningen, is getuige geweest van de groote waardeering, die men allerwegen gehad heeft voor den dezer dagen overleden heer J. B. Westerdijk, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, een van de meest vooraanstaande burgers van zijn ge west, dat hij zoo lief had, en van zijn land, waarvan hij een der leden van de oude garde mocht heeten. Men heeft van nu wijlen Wester dijk kunnen getuigen, dat een rijk leven hem was beschoren en dat hij dat leven gegeven heeft aan het algemeen welzijn. Kan men beter getuigenis verwachten? STADSSCHOUWBURG. Vereeniging Vondel „Caroline". Toen wij Zaterdagavond den Schouwburg aan het Wilsonsplein betraden, konden wij ons op een kermisterrein wanen. In de wandelgangen zagen wij een trektent, tafelvoetbalsport, een tentje voor ijs, terwijl jonge dames met schalen vol sandwiches en bladen met kopjes koffie, enz., rondgingen. Wat was het geval? De vereeniging Vondel had zich in dienst gesteld van de liefdadigheid. De Vereeniging voor Kraamverpleging, die de subsidie moest missen, is in nood en wenschte haar kas te versterken en gezien de groote opkomst, mogen wij aannemen dat zij hierin wel geslaagd zal zijn, Tusschen het eerste en tweede bedrijf werden 4 flesschen champagne Amerikaansch verkocht, die een bedrag van 50.opbrachten. Over de opvoering zelf zullen wij niet veel critiek geven, gezien het goede doel, waarvoor het dilettantengezelschap zijn krachten gaf. Mevrouw Aten Hoekstra in de hoofdrol had vooral in het laatste bedrijf goede momenten en Mej. Elmeyer als Maude Fulton was kostelijk. De heeren-rollen konden ons minder bekoren. Het geheel stond onder regie van Eduard Verkade, zoodat dit wel in goede handen was. Aan het slot bedankte Mevr. Land in Vondel stijl alle medewerkenden en overhandigde bloemen. Fr. Italiaansche Opera. „De Barbier van Sevilla". De Italianen schijnen gemeend te hebben den minder goeden indruk van de laatste Faust- opvoering te hebben moeten wegnemen. Wij mogen zeggen dat zij hierin volkomen geslaagd zijn met de opvoering van Rossini's „Barbier van Sevilla", want de zangeressen en zangers hebben zich op hun best laten zien en zij acteerden dat het een lust was. Het groote succes van deze opera komt dan ook wel door het voortreffelijke ensemble. Maestro Marini heeft het geheel met vaste hand geleid, waarvoor hem alle lof toekomt. Hilda Reggiani gaf een uitnemende Rosina en vormde met Luigi Fort als graaf Almaviva een uitnemend duo. De Figaro van Leo Piccioli was bruisend en geestig tegelijk en met zijn groote aria in het eerste bedrijf oogstte hij langdurige toe juichingen. De bas Eraldo Coda gaf een komische ver tolking ten beste van Don Basilio en wist zijn groote kwaliteiten als zanger te ontplooien. Vermelden wij nog een goeden Don Bartolo van Gudo Lussardi en een verdienstelijke Berta van Luisa Squarzina. Maestro Marini moest aan het slot in de geestdriftige hulde deelen, waarbij de solisten zeer vele malen werden terug geroepen. Fr. SCHOUWBURG JANSWEG. Gezelschap Ko van Sprinkhuysen. „De Meneer van Vijf uur". Bovengenoemd gezelschap trad Zondagavond voor een leegen schouwburg op. De gecompliceerde inhoud kon ons niet erg bekoren. Indien er vlotter gespeeld was, zou het amusement grooter geweest zijn. Wij willen echter niet alle lof onthouden en noemen daarom allereerst Mientje van der Lugt Melsert als Gurette, die hiervan een goede ver tolking gaf, zoo ook Antoinette Sons als Valentinie, vrouw van Precardin. H. K. Fenne was wel het best van het geheele gezelschap, zorgde op uitstekende wijze voor de „note gaie" en gaf een juiste typeering van den boekhouder van het bankiershuis. Mogen wij ook nog Louis Voltkamp ver melden, die een goede typeering gaf van Savinin de la Chambolle, den romanschrijver. Doch in 't geheel genomen was de opvoering van dit blijspel een mislukking, wij hebben aan den Jansweg op Zondagavond wel betere voor stellingen gezien. Fr. DIE FLEDERMAUS. Opera Studio.. Dat de Opera Studio tot goede dingen in staat is, bewees zij wel Woensdag j.l., toen in den Stadsschouwburg de operette „Die Fleder- maus" werd opgevoerd. Op de welbekende altijd weer bekorende muziek van Johann Straus, gespeeld door de H.O.V. onder leiding van Paul Pella, werd de vroolijke operette ten tooneele gebracht met onbetwistbaar Weensche allure, zóó vol vuur werd er gezongen. En het tempo, waarin de opvoering plaats had, bewees welk een groote zorg aan de voorbereiding was besteed. Er haperde niets, en het was een genot, zich ver plaatst te gevoelen naar het lachende Weenen van 1870 vol zorgelooze vreugde en blijmoedige vroolijkheid. Want de geheele operette ademde dezen geest en dit is juist de groote verdienste er van. Deze opvoering door een Hollandsch gezelschap was dan ook een buitengewoon aangename verrassing. Zang, spel, muziek, regie, décors en costumes, alles was in één woord „af" en het een verdient niet minder lof dan het ander. Bij de medewerking door de H.O.V. aan een zoo schitterende uitvoering blijkt weer, welk een groot verlies het zou zijn, als dit ensemble den strijd om het bestaan niet zou kunnen vol houden. Een aparte vermelding verdient nog het ballet onder leiding van Darja Collin. Het publiek was na afloop enthousiast; aan Rosa- linde werden tot slot bloemen aangeboden en zoo ooit, dan was deze hulde, waarin het ge heele gezelschap deelde, oprecht gemeend. Bij een reprise kunnen wij onzen lezers naar waar heid aanraden: Ga. en geniet! J. TOONEELUITVOERING „NUT EN GENOEGEN". „Onder één Dak", het tooneelspe! van Jan Fabricius, verplaatst ons naar het platteland, een boerengehucht, waar vooral de stadsvrouw weinig genade kan vinden bij den ouden boeren stand. De oudste zoon van vader Wolter heeft in de oogen van den ouden boer de fout begaan met een stadsjuffer te trouwen. Beide gezinnen be wonen ieder de helft van een huis. Bij den aanvang van het stuk is de vrouw van den ouden boer juist overleden en moet de familieraad beslissen of de vrouw van den jongen boer mee mag ter begrafenis. De oude boer haat de jonge vrouw, welke haat nog aangewakkerd wordt door de vrouw van den jongsten zoon. Erger wordt de situatie nog, als na de be grafenis besloten moet worden, wie voor den ouden boer, die hulpbehoevend is, zal zorgen. „Onder één Dak" behoort al tot de oude stuk ken, eigenlijk niet meer geschikt voor dezen tijd, maar regisseur Ferd. Koolbergen had den inhoud geheel omgewerkt in meer moderner stijl. Het saaie vragenspel was geheel verdwenen, waar- door heel wat verkort de verwikkelingen elkander spoediger opvolgden, wat het geheel ten goede kwam. En wat de uitvoering zelf betreft, stond deze op een hoog peil, al moeten wij in oogen- schouw nemen dat het altijd dilettantenwerk is. Al direct als het doek open gaat treft ons het stille spel tusschen den keuterboer, den jongen Wolters (Adr. Goossens) en zijn jonge vrouw de stadsjuffer (Mej. Harren).. Beiden bleven den geheelen avond uitstekend in hun strijd tusschen die konkelende familie. Wat een mooi moment als zij haar man de be lofte afdwingt in den familieraad niets te zeggen. Jacob, de jongste zoon (G. Botbijl), verviel niet te veel in het farizee-achtige, maar bleef meer de man onder de plak van zijn vrouw. De smid Jan, schoonzoon van den ouden boer (de heer Meyer), was de robuste kerel, ver bergend soms zijn opgekropt gemoed in luid ruchtige uitvallen, soms eindigend in een snik, wat, goed gespeeld, veelal bij het publiek niet begrepen werd. Een zeer goede figuur was de oude vader (A. Clay). Wat bleef hij fel in zijn haat, tot hij tenslotte tot de overtuiging kwam dat het stadsjuffertje toch maar het warmste hart had. Ja, treffend was hierbij wel het laatste moment, als hij Dora den halsketting van zijn vrouw om haar hals doet. Lena, de vrouw van Jacob (Mevr. Bos), ver stond de rol van stookster in de familie goed, en Mevr. Verhoef als Antje stond haar daarbij goed terzijde. Mej. Warmerdam, als Liesbeth, bleek haar rol goed te kennen, ook al had zij wegens sterf geval van een andere speelster slechts korten tijd gelegenheid gehad zich in te spelen. Ook de heer Loerakker als Notaris was ver vanger, deze voor den heer Beek. Bij -hem mankeerde wel eenige rolkennis, wat eenigeu invloed had op het spel. Het geheel was een goede opvoering, ook al had, vooral in het tweede bedrijf, het samenspel wel iets vlotter kunnen zijn. Maar met de goede leiding van den heer Koolbergen zal ook dit steeds Crescendo gaan. Kapper Steenman had voor schitterende figuren gezorgd, wat aan het geheel zeer ten goede kwam. Als gewoonlijk werd de avond besloten met een prettig bal, onder de goede leiding van den heer J. Booms, met uitstekende muzikale mede werking van een aardig bandje onder leiding van den heer W. Smit. TOONEELUITVOERING „DOOR EENDRACHT STERK". Het was een goede gedachte van „D.E.S." om op Vastenavond (Zondag) haar donateurs en kunstlievende leden eens te vergasten op een vroolijk spel. De keuze was dezen keer gevallen op „Huwelijkskoorts", van Herman Burger, en wij zijn ervan overtuigd dat in de oogen van de talrijke aanwezigen de zaal van het R.K. Vereenigingsgebouw was geheel uitverkocht die keuze goed is geweest. „Huwelijkskoorts" is in alle drie de bedrijven één onafgebroken pogen van de hoofdpersonen, Marinus Jongbloed een 59-jarige, de Wed. Hoogeveen, zijn zuster die 45 lentes achter den rug heeft en haar dochter, nog een bakvischje, om aan den man of de vrouw te komen. KINDERVERTELLING DOOR G. TH. ROTMAN 71. Onze gebroeders keerden nu allebei hun motorfietsen om en reden naar de stad terug; Pieter voorop en Jodocus er achteraan benge lend, alle mogelijke moeite doend om in even wicht te blijven. Voor den motorhsndelaar had den ze geen goed woord over; 't is maar ge lukkig, dat de man niet hoorde, wat hem alle maal toegewenscht werd. Maar plotseling slaakte Jodocus een kreet van verrassing! 72. „De motor doet 't weer!" juichte hij, en kwam met trots vooruitgestoken borst weer naast Pieter rijden. Hadden ze nu maar erg in het touw gehad, waarmee ze nog steeds aan elkaar gebonden zatenMaar ze dachten er geen van beiden aan en tuften lustig naast elkaar voortPlotseling riep Peter: „Pas op! Uitwijken!" Het was voor boer Struifstra, die •uaraia pueui ajoojff uaa jaui jjejsjaAo SaM uap 73. De brave man kwam uit het hek van zijn hoenderpark en was op weg naar zijn huis. Om een ongeluk te voorkomen, probeerde Pieter rechts te passeeren en Jodocus links, en het zou allemaal prachtig gegaan zijn, als dat nare touw er maar niet geweest was. De boer, die door de mand geen uitzicht op den weg had, werd door het touw „geschept" en maakte een „salto mortale" die de beste kunstenmaker hem niet verbeteren zou 74. Na dezen sierlijken luchtsprong, waarbij hij z'n kostbare mand geen oogenblik losgelaten had, kwam Struifstra met z'n bol midden in z'n eitjes terecht, die bovendien geen van alle ver zekerd waren. „Die komt nogal zacht terecht!" dachten Pieter en Jodocus, en, egoïsten als ze waren, reden ze door alsof er niets gebeurd was. Voor deze harteloosheid zouden ze echter ge ducht gestraft worden!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1934 | | pagina 2