DE GEBROEDERS KNOOPENSCHAAR
3, tl
BINNENLANDSCH
WEEKOVERZICHT
EXTRA AANBIEDING
Tailleurs en Mantels naar maat
vanaf f 57.50
tot 15 Maart IO°/o KORTING
KINDERFOTO'S
RUUS KNOPPER
PREPIKBEUS?feN.
TOONEEL
op«ciaIit«il bontmantels
*Qontw«rk«r
Schouwtjjslaan 108 JCaarlctr
J(ant«ls cn>t%ntelcostumes
•au prima Gngclsche^toffffit
coups «n a/workin^gs^arandMrd
ORIGINEELE
Ja ARTISTIEKE AFWERKING
J. v. GOYENSTR. 26 - Telef. 29080
Zondag 18 Februari.
Gereïormeerde Kerk, Koedieïslaan.
V.m. 10 uur: Ds. Dondorp.
N.in. 5 uur: Ds. Dondorp.
Nederl. Protestantenbond.
V.m. 10.30 uur: Ds. W. D. M. Baar, Herv. Pred.
te Alkmaar.
(Met medewerking van het dameskoor).
Vrijzinnige jongeren Kerk.
Ned. Prol. Bond, Potgieterweg 4, Bloemendaal.
N.ni. 19.30 uur: Ds. N. Padt uit Zandvoort.
KUNSTKRING HEEMSTEDE.
Concert Annie Woud.
Maandag 19 Februari geeft Annie Woud, de
bekende Haarlemsche alt-zangeres, een recital
in het Gebouw van den Ned. Protest. Bond,
Postlaan, met Felix de Nobel aan den vleugel.
Annie Woud zingt liederen van Sint, Bizet,
Ildebrando Pizzetti en Schubert, de eerste en
derde in eerste uitvoering.
Deze uitvoering, waarvoor wij veel belang-
steling verwachten, is toegankelijk voor leden
en niet-Ieden. Ook kan men zich bij het secreta
riaat, Binnenweg 126, nog opgeven voor het
halfjaarlijksch abonnement.
Voor bijzonderheden verwijzen wij naar de
in dit blad geplaatste advertentie.
TENTOONSTELLING VAN AQUARELLEN.
In de étalage van den heer Jac, Th. v. Noort,
Raadhuisstraat 29, zijn eenige groote en kleine
aquarellen geëxposeerd van den bekenden teeke
naar Jan Wiegman alhier.
Het zijn aquarellen op verschillend gebied, zoo
o.a. naar aanleiding van het gedicht van Hein-
rich Heine, „De twee Grenadiers", één naar
aanleiding van het drama van William Shakes
peare „Koning Lear", „Mors et Vita", een doods
kop met een krans van Immortellen, „De Strijd
om de Vrouw", geestig uitgebeeld, en „Zeg het
met bloemen", waarbij een jongen een anderen
jongen met een groote zonnebloem om de ooren
slaat.
Deze zeer goed uitgevoerde werken zullen
zeker de aandacht trekken die zij ten volle ver
dienen.
HET VOORBEELD VAN DE OUDEREN.
Het valt op, dat telkens weer wordt geklaagd
over de gedragingen van de jeugd in dezen
tijd. Deze klachten komen uit allerlei kring en
getuigen dikwijls van een gebrekkig inzicht in
de verantwoordelijkheid der ouderen ten aanzien
van het opgroeiend geslacht.
Zoo treft nu weer een opmerking van Ds.
Van de Laar Kraft in het „Algemeen Weekblad
voor Christendom en Cultuur", dat de leerlingen
van H.B.S., Gymnasium en Lyceum zoo ge
makkelijk de studentengewoonten na-apen en
zich overgeven aan alcoholgebruik en -misbruik.
Het zal wel zoo zijn.
Maar doen de volwassenen wel steeds wat
ze kunnen om te voorkomen dat de jonge
menschen soortgelijke gewoonten beschouwen
te behooren tot de goede zeden en een flinke
levenshouding.
Van hoeveel beteekenis kan in deze het voor
beeld van de ouderen zijn.
GEVONDEN VOORWERPEN
Terug te bekomen bij: T. Saarloos, Herfst-
laan 1, een ruigharige fox-terrier; P. IJtsma,
Heerenweg 22, een vulpotlood; W. Roggeveen,
Zandvoortsclielaan 156, een kinderportemonnaie
met inhoud; S. Kiebert, Binnenweg 78, een
wollen kinderhandschoen; Van Ieperen, Jan v.
Goyenstraat, een vulpotlood; Postkantoor, een
portemonnaie met inhoud; Van der Moor,
Bosboom Toussaintstraat 9, een rijwielbelasting-
merk; A. Kluen, Raadhuisstraat 46, een autoped;
Visser, Zandvoortschelaan 12, een jongens
rijwiel; Luiting, Lombokstraat 3, een grijze
deken; A. Opstal, Bankastraat 71, een gouden
oorring; Bureau van Politie, Raadhuisstraat, een
zilveren broche, een wollen kinderhandschoen
en een etui met nagelgarnituur.
GEVESTIGDE GEZINSHOOFDEN
TE HEEMSTEDE.
Opgave van 13 Februari 1934.
W. A. Ankringa, Rembrandtlaan 11. P.
Lindeman, Lanckhorstlaan 2. F. J. van
Luyken, Binnenweg 96. Mevr. J. Ph. van der
Wart, Orchideeënlaan 8. Mevr. E. Sigmund,
Orchideeënlaan 24.
Wat deed minister Colijn te Londen?
De Nederlandsch-Belgische handels
betrekkingen. Komt er belasting op
radio-toestellen? De zaak Onnes van
Nijenrode voor de Amsterdamsche
rechtbank. Het conflict in het kleeding-
bedrijf verscherpt. Begrafenis van den
heer J. B. Westerdijk.
De reis van den Nederlandschen minister
president naar Londen heeft Dr. H. Colijn tot
de volgende uitlating aanleiding gegeven: hij
had deze reis als een particuliere aangelegenheid
beschouwd, hij wenschte haar als zoodanig te
blijven beschouwen en hij zou het op prijs
stellen, indien men dit wilde respecteeren. Onze
allerbekwaamste minister-president kan veel
beschouwen, veel blijven beschouwen en nog
meer op prijs stellen, doch het is van den
vroegeren hoofdredacteur van de Amster
damsche Standaard, het hoofd-orgaan van de
anti-revolutionnaire partij, niet aardig te denken,
dat men hem in dit opzicht ter wille zal kunnen
zijn. Zijn positie in Nederland is uitzonderlijk,
hetzelfde kan getuigd van zijn positie op inter
nationaal gebied, hij vergt van journalisten iets,
wat hij in zijn vorigen staat niet zou hebben
kunnen vergen van den hoofdredacteur van De
Standaard. Zonder ook maar iets te kort te
doen aan de algemeene hoogachting en de
groote waardeering, waarin Dr. H. Colijn zich
in Nederland - gelukkig! - mag verheugen, gaat
het niet aan onvervulbare wenschen te stellen.
Wij zijn dus in staat het volgende mede te
deelen, betreffende Dr. H. Colijn's bezoek aan
Londen. Doel van zijn bezoek was vierledig:
besprekingen met Runciman, den Engelschen
minster van handel, besprekingen over de
rubber-restrictie, besprekingen over de nog
steeds niet geheel begraven economische
wereld-conferentie, besprekingen over het on
tijdig bekend gemaakte verdrag tusschen Enge
land en Nederland, dat door de vloot-conferentie
te Singapore in een nieuwe fase is gekomen.
Het resultaat dier besprekingen is het vol
gende geweest. Met Runciman is Colijn overeen
gekomen voorloopige handelsfaciliteiten te
verleenen voor den invoer van Engelsche garens
in Nederland en voor den invoer van Neder-
landsche landbouw-producten in Engeland. Wat
de rubber-restrictie aangaat, heeft men een basis
gevonden voor een nadere overeenkomst ter
beperking van den rubber-tap in Engelsch- en
N'ederlandsch-Indië. Zelfs het bureau van de
economische wereldconferentie is met Colijn
van oordeel, dat deze conferentie dooder is dan
dood en dat een opheffing van het bureau een
kwestie van zeer korten tijd is. Over het ver
drag tusschen Engeland en Nederland is over
eengekomen te blijven zwijgen, wat voor tegen
spraak van geheime verdragen zoo langzamer
hand nog de beste uitweg is gebleken.
De Nèderlandsch-Belgische handelsbetrek
kingen schieten op het oogenblik nog niet zoo
snel op, als men te 's-Gravenhage wel zou
begeeren. De Belgische minister van Landbouw,
de heer Sap, heeft te Parijs een onderhoud
gehad met de Nederlandsche handels-delegatie,
die daar vertoeft voor het voeren van be
sprekingen, inzake de Nederlandsch-Fransche
handelsbetrekkingen. Minister Sap was vrij
optimistisch gestemd, maar zijn komst naar
's-Gravenhage is- op het oogenblik nog onzeker
en zal in ieder geval vertraging ondergaan, daar
hij eerst de begrooting van Landbouw in de
Belgische Kamer zal moeten verdedigen, voor
dat hij naar Nederland zal kunnen vertrekken,
om met zijn Nederlandschen ambtgenoot tot een
definitief resultaat te geraken. De uitvoer van
Nederlandsche landbouwproducten naar België
en de uitvoer van Belgische industrie-goederen
naar Nederland zal dus voorloopig nog op den
ouden basis gehandhaafd blijven.
Nu de nood in Nederland nijpt en ook de
Schatkist er de kwade gevolgen van gaat
ondervinden, wil de Nederlandsche regeering
overgaan tot het belasten van radio-toestellen
en tot het aangaan in de belasting van de ge-
abonneerden op radio-centrales. De verschillende
omroepvereenigingen hebben zich dadelijk tegen
deze belasting gekant, waarvan de geheele op
brengst ten goede van den Staat der Neder
landen zou komen, zonder dat deze vereeni-
gingen een aandeeltje van de buit zouden
krijgen. Maar minister Oud heeft geld noodig
en binnen afzienbaren tijd zal men dus voor
het mogen aanhooren der programma's van
A.V.R.O., V.A.R.A. en van de andere omroep
vereenigingen, zijn penningske hebben te storten.
Onder overgroote belangstelling is voor de
Amsterdamsche rechtbank de behandeling van
de geruchtmakende zaak-Onnes van Nijenrode
aangevangen. De verhooren van de verdachten
en van de getuigen zullen eenige dagen in beslag
nemen, maar reeds thans kan veilig getuigd, dat
nu al een uiterst onfrisch luchtje bij de be
handeling valt op te snuiven. Gevallen finan-
cieele grootheden en jongens uit de Amster
damsche onderwereld schijnen broederlijk samen
te hebben gewerkt om de verzekerings-maat-
schappijen voor een bedrag van ongeveer drie
kwart ton op te lichten. Slaagt de officier van
justitie erin de reeks aanklachten ook te be
wijzen, dan zullen er vermoedelijk zware von
nissen in deze zaak vallen.
De Nederlandsche textielnijverheid maakt
moeilijke tijden mede, zoodat het niet te ver
bazen is, dat men tracht te geraken tot de op
richting van een Nederlandsche Textiel Con
ventie, welke uniforme en rationeele verkoop
voorwaarden zal vaststellen. De groote moeilijk
heid is echter de ongeveer 65 ondernemingen,
die hiervoor in aanmerking komen, onder één
hoedje te vangen. Men is er reeds in geslaagd
met ongeveer 95 der ondernemers tot een
aanvankelijke overeenkomst te geraken, maai
de bezwaren blijven nog groot en de laatste
loodjes wegen ook hier het zwaarst. Voor de
werknemers en de werkgevers in Twente is het
te wenschen, dat men nu eindelijk eens door
zal zetten, persoonlijke belangetjes ter zijde zal
weten te stellen en spijkers met koppen zal
slaan. Voor beide partijen kan dit slechts baat
geven.
Het conflict in het kleedingbedrijf heeft scher
per vormen aangenomen. De betere zaken
de zoogenaamde maatzaken hadden be
paald, dat met ingang van 19 Februari tal van
georganiseerde kleermakers zouden worden
ontslagen, die geen genoegen begeerden te
nemen met de loonsverlaging van 12% bij
de maatzaken, volgens de patroons, nood
zakelijk, daar het publiek geen duurdere kleeren
meer koopt, doch tal van klanten, die gewoon
waren kleeding naar maat te koopen, geleidelijk
tot het koopen van confectie-kleeding zijn over
gegaan. Het moest dus tenslotte buigen of
barsten. Buigen willen<deze bekwame vakliedqn
niet. Nu dreigt een algemeene staking uit te
barsten op den 17en Februari, die weer niets
dan nog meer ellende zal brengen.
Een betrekkelijk onaanzienlijk plaatsje in het
Hooge Noorden van ons land, de gemeente
Uithuizermeëden in de provincie Groningen, is
getuige geweest van de groote waardeering, die
men allerwegen gehad heeft voor den dezer
dagen overleden heer J. B. Westerdijk, lid van
de Eerste Kamer der Staten-Generaal, een van
de meest vooraanstaande burgers van zijn ge
west, dat hij zoo lief had, en van zijn land,
waarvan hij een der leden van de oude garde
mocht heeten. Men heeft van nu wijlen Wester
dijk kunnen getuigen, dat een rijk leven hem
was beschoren en dat hij dat leven gegeven
heeft aan het algemeen welzijn. Kan men beter
getuigenis verwachten?
STADSSCHOUWBURG.
Vereeniging Vondel
„Caroline".
Toen wij Zaterdagavond den Schouwburg aan
het Wilsonsplein betraden, konden wij ons op
een kermisterrein wanen.
In de wandelgangen zagen wij een trektent,
tafelvoetbalsport, een tentje voor ijs, terwijl
jonge dames met schalen vol sandwiches
en bladen met kopjes koffie, enz., rondgingen.
Wat was het geval? De vereeniging Vondel
had zich in dienst gesteld van de liefdadigheid.
De Vereeniging voor Kraamverpleging, die de
subsidie moest missen, is in nood en wenschte
haar kas te versterken en gezien de groote
opkomst, mogen wij aannemen dat zij hierin
wel geslaagd zal zijn,
Tusschen het eerste en tweede bedrijf werden
4 flesschen champagne Amerikaansch verkocht,
die een bedrag van 50.opbrachten.
Over de opvoering zelf zullen wij niet veel
critiek geven, gezien het goede doel, waarvoor
het dilettantengezelschap zijn krachten gaf.
Mevrouw Aten Hoekstra in de hoofdrol had
vooral in het laatste bedrijf goede momenten
en Mej. Elmeyer als Maude Fulton was kostelijk.
De heeren-rollen konden ons minder bekoren.
Het geheel stond onder regie van Eduard
Verkade, zoodat dit wel in goede handen was.
Aan het slot bedankte Mevr. Land in Vondel
stijl alle medewerkenden en overhandigde
bloemen. Fr.
Italiaansche Opera.
„De Barbier van Sevilla".
De Italianen schijnen gemeend te hebben den
minder goeden indruk van de laatste Faust-
opvoering te hebben moeten wegnemen.
Wij mogen zeggen dat zij hierin volkomen
geslaagd zijn met de opvoering van Rossini's
„Barbier van Sevilla", want de zangeressen en
zangers hebben zich op hun best laten zien en
zij acteerden dat het een lust was.
Het groote succes van deze opera komt dan
ook wel door het voortreffelijke ensemble.
Maestro Marini heeft het geheel met vaste
hand geleid, waarvoor hem alle lof toekomt.
Hilda Reggiani gaf een uitnemende Rosina en
vormde met Luigi Fort als graaf Almaviva een
uitnemend duo.
De Figaro van Leo Piccioli was bruisend en
geestig tegelijk en met zijn groote aria in het
eerste bedrijf oogstte hij langdurige toe
juichingen.
De bas Eraldo Coda gaf een komische ver
tolking ten beste van Don Basilio en wist zijn
groote kwaliteiten als zanger te ontplooien.
Vermelden wij nog een goeden Don Bartolo
van Gudo Lussardi en een verdienstelijke Berta
van Luisa Squarzina. Maestro Marini moest aan
het slot in de geestdriftige hulde deelen, waarbij
de solisten zeer vele malen werden terug
geroepen. Fr.
SCHOUWBURG JANSWEG.
Gezelschap Ko van Sprinkhuysen.
„De Meneer van Vijf uur".
Bovengenoemd gezelschap trad Zondagavond
voor een leegen schouwburg op.
De gecompliceerde inhoud kon ons niet erg
bekoren. Indien er vlotter gespeeld was, zou
het amusement grooter geweest zijn.
Wij willen echter niet alle lof onthouden en
noemen daarom allereerst Mientje van der Lugt
Melsert als Gurette, die hiervan een goede ver
tolking gaf, zoo ook Antoinette Sons als
Valentinie, vrouw van Precardin.
H. K. Fenne was wel het best van het geheele
gezelschap, zorgde op uitstekende wijze voor de
„note gaie" en gaf een juiste typeering van den
boekhouder van het bankiershuis.
Mogen wij ook nog Louis Voltkamp ver
melden, die een goede typeering gaf van
Savinin de la Chambolle, den romanschrijver.
Doch in 't geheel genomen was de opvoering
van dit blijspel een mislukking, wij hebben aan
den Jansweg op Zondagavond wel betere voor
stellingen gezien. Fr.
DIE FLEDERMAUS.
Opera Studio..
Dat de Opera Studio tot goede dingen in
staat is, bewees zij wel Woensdag j.l., toen in
den Stadsschouwburg de operette „Die Fleder-
maus" werd opgevoerd.
Op de welbekende altijd weer bekorende
muziek van Johann Straus, gespeeld door de
H.O.V. onder leiding van Paul Pella, werd de
vroolijke operette ten tooneele gebracht met
onbetwistbaar Weensche allure, zóó vol vuur
werd er gezongen. En het tempo, waarin de
opvoering plaats had, bewees welk een groote
zorg aan de voorbereiding was besteed. Er
haperde niets, en het was een genot, zich ver
plaatst te gevoelen naar het lachende Weenen van
1870 vol zorgelooze vreugde en blijmoedige
vroolijkheid. Want de geheele operette ademde
dezen geest en dit is juist de groote verdienste
er van. Deze opvoering door een Hollandsch
gezelschap was dan ook een buitengewoon
aangename verrassing. Zang, spel, muziek, regie,
décors en costumes, alles was in één woord
„af" en het een verdient niet minder lof dan het
ander. Bij de medewerking door de H.O.V. aan
een zoo schitterende uitvoering blijkt weer, welk
een groot verlies het zou zijn, als dit ensemble
den strijd om het bestaan niet zou kunnen vol
houden. Een aparte vermelding verdient nog het
ballet onder leiding van Darja Collin. Het
publiek was na afloop enthousiast; aan Rosa-
linde werden tot slot bloemen aangeboden en
zoo ooit, dan was deze hulde, waarin het ge
heele gezelschap deelde, oprecht gemeend. Bij
een reprise kunnen wij onzen lezers naar waar
heid aanraden: Ga. en geniet! J.
TOONEELUITVOERING „NUT EN
GENOEGEN".
„Onder één Dak", het tooneelspe! van Jan
Fabricius, verplaatst ons naar het platteland,
een boerengehucht, waar vooral de stadsvrouw
weinig genade kan vinden bij den ouden boeren
stand.
De oudste zoon van vader Wolter heeft in de
oogen van den ouden boer de fout begaan met
een stadsjuffer te trouwen. Beide gezinnen be
wonen ieder de helft van een huis.
Bij den aanvang van het stuk is de vrouw van
den ouden boer juist overleden en moet de
familieraad beslissen of de vrouw van den
jongen boer mee mag ter begrafenis.
De oude boer haat de jonge vrouw, welke
haat nog aangewakkerd wordt door de vrouw
van den jongsten zoon.
Erger wordt de situatie nog, als na de be
grafenis besloten moet worden, wie voor den
ouden boer, die hulpbehoevend is, zal zorgen.
„Onder één Dak" behoort al tot de oude stuk
ken, eigenlijk niet meer geschikt voor dezen tijd,
maar regisseur Ferd. Koolbergen had den inhoud
geheel omgewerkt in meer moderner stijl. Het
saaie vragenspel was geheel verdwenen, waar-
door heel wat verkort de verwikkelingen
elkander spoediger opvolgden, wat het geheel
ten goede kwam.
En wat de uitvoering zelf betreft, stond deze
op een hoog peil, al moeten wij in oogen-
schouw nemen dat het altijd dilettantenwerk is.
Al direct als het doek open gaat treft ons
het stille spel tusschen den keuterboer, den jongen
Wolters (Adr. Goossens) en zijn jonge vrouw
de stadsjuffer (Mej. Harren)..
Beiden bleven den geheelen avond uitstekend
in hun strijd tusschen die konkelende familie.
Wat een mooi moment als zij haar man de be
lofte afdwingt in den familieraad niets te zeggen.
Jacob, de jongste zoon (G. Botbijl), verviel
niet te veel in het farizee-achtige, maar bleef
meer de man onder de plak van zijn vrouw.
De smid Jan, schoonzoon van den ouden boer
(de heer Meyer), was de robuste kerel, ver
bergend soms zijn opgekropt gemoed in luid
ruchtige uitvallen, soms eindigend in een snik,
wat, goed gespeeld, veelal bij het publiek niet
begrepen werd.
Een zeer goede figuur was de oude vader
(A. Clay). Wat bleef hij fel in zijn haat, tot
hij tenslotte tot de overtuiging kwam dat het
stadsjuffertje toch maar het warmste hart had.
Ja, treffend was hierbij wel het laatste moment,
als hij Dora den halsketting van zijn vrouw
om haar hals doet.
Lena, de vrouw van Jacob (Mevr. Bos), ver
stond de rol van stookster in de familie goed,
en Mevr. Verhoef als Antje stond haar daarbij
goed terzijde.
Mej. Warmerdam, als Liesbeth, bleek haar rol
goed te kennen, ook al had zij wegens sterf
geval van een andere speelster slechts korten
tijd gelegenheid gehad zich in te spelen.
Ook de heer Loerakker als Notaris was ver
vanger, deze voor den heer Beek. Bij -hem
mankeerde wel eenige rolkennis, wat eenigeu
invloed had op het spel.
Het geheel was een goede opvoering, ook al
had, vooral in het tweede bedrijf, het samenspel
wel iets vlotter kunnen zijn. Maar met de goede
leiding van den heer Koolbergen zal ook dit
steeds Crescendo gaan.
Kapper Steenman had voor schitterende
figuren gezorgd, wat aan het geheel zeer ten
goede kwam.
Als gewoonlijk werd de avond besloten met
een prettig bal, onder de goede leiding van den
heer J. Booms, met uitstekende muzikale mede
werking van een aardig bandje onder leiding
van den heer W. Smit.
TOONEELUITVOERING „DOOR EENDRACHT
STERK".
Het was een goede gedachte van „D.E.S."
om op Vastenavond (Zondag) haar donateurs
en kunstlievende leden eens te vergasten op
een vroolijk spel.
De keuze was dezen keer gevallen op
„Huwelijkskoorts", van Herman Burger, en wij
zijn ervan overtuigd dat in de oogen van de
talrijke aanwezigen de zaal van het R.K.
Vereenigingsgebouw was geheel uitverkocht
die keuze goed is geweest.
„Huwelijkskoorts" is in alle drie de bedrijven
één onafgebroken pogen van de hoofdpersonen,
Marinus Jongbloed een 59-jarige, de Wed.
Hoogeveen, zijn zuster die 45 lentes achter den
rug heeft en haar dochter, nog een bakvischje,
om aan den man of de vrouw te komen.
KINDERVERTELLING
DOOR G. TH. ROTMAN
71. Onze gebroeders keerden nu allebei hun
motorfietsen om en reden naar de stad terug;
Pieter voorop en Jodocus er achteraan benge
lend, alle mogelijke moeite doend om in even
wicht te blijven. Voor den motorhsndelaar had
den ze geen goed woord over; 't is maar ge
lukkig, dat de man niet hoorde, wat hem alle
maal toegewenscht werd. Maar plotseling slaakte
Jodocus een kreet van verrassing!
72. „De motor doet 't weer!" juichte hij, en
kwam met trots vooruitgestoken borst weer
naast Pieter rijden. Hadden ze nu maar erg in
het touw gehad, waarmee ze nog steeds aan
elkaar gebonden zatenMaar ze dachten er
geen van beiden aan en tuften lustig naast
elkaar voortPlotseling riep Peter: „Pas op!
Uitwijken!" Het was voor boer Struifstra, die
•uaraia pueui ajoojff uaa jaui jjejsjaAo SaM uap
73. De brave man kwam uit het hek van zijn
hoenderpark en was op weg naar zijn huis. Om
een ongeluk te voorkomen, probeerde Pieter
rechts te passeeren en Jodocus links, en het zou
allemaal prachtig gegaan zijn, als dat nare
touw er maar niet geweest was. De boer, die
door de mand geen uitzicht op den weg had,
werd door het touw „geschept" en maakte een
„salto mortale" die de beste kunstenmaker hem
niet verbeteren zou
74. Na dezen sierlijken luchtsprong, waarbij
hij z'n kostbare mand geen oogenblik losgelaten
had, kwam Struifstra met z'n bol midden in z'n
eitjes terecht, die bovendien geen van alle ver
zekerd waren. „Die komt nogal zacht terecht!"
dachten Pieter en Jodocus, en, egoïsten als ze
waren, reden ze door alsof er niets gebeurd was.
Voor deze harteloosheid zouden ze echter ge
ducht gestraft worden!