HET ZUSJE
CUTEN IN DE
BEZCÜGIN6
DE VftCtW EHI KA/vE HDIS
DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT
No. 9.-2 MAART 1934.
TWEEDE BLAD.
VOORTEEKENEN
Het ns wordt al groen
In ïmrk en plantsoen;
De vogeltjes zingen reeds lustig.
Al vriest 't in den nacht,
De lucht is al zacht,
Dus worden de vrouwtjes onrustig.
Een blauw stukje lucht
Ontlokt haar een zucht:
„O, kijk eens, wat mooi v oor jaar s-
\w eert je!"
Ze kijken omhoog
lets peinzends in 't oog
Daar broeit een ideetje, meneertje!
Soms dringt tot mijn oor
Een brokstukje door
Van 'n technisch gesprek met een ander:
:t Is lichtecht! Ja heusch!
Ze hadden zoo'n keus!
't Kleurt leuk in de kamer van Kander!
En zeg hou eens vast
Ik hoop, dat het past;
Toevallig lag 't in d'étalage.
'k Heb 't daad'lijk gekocht;
't Was juist wat ik zocht.
Zeg, vind je 't geen beeld'ge vitrage?".
Ik weet al genoeg!
Het leek eerst wat vroeg,
Maar 'k snap het al, wat ze verzinnen:
Als vrouwlief zóó wordt,
Gaat zéér binnenkort
De jaarlijksche schoonmaak beginnen!
HET KORT VERHAAL
RONDOM DE
GROENE TAFEL
BIOSCOOP
DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT
voor jonge meisjes
-*
ONS MODEBLAD KOSTELOOS.
5
Als in alle raadszittingen, die dit jaar nog
worden gehouden, even zakelijk gedebatteerd
wordt als in die van de vorige week, kan Mevr.
Venhuizen, voorstandster van korte vergade
ringen, tevreden zijn. Want om negen uur
werden de niet-edelachtbare vergaderingbezoe
kers reeds weggehamerd; de wel-edelachtbare
bleven nog een tijdje napraten, maar zij zullen
wel zoo galant zijn "geweest, de geheime be
sprekingen niet al te lang te rekken.
Bij de ingekomen stukken was het jaarverslag
over 1933 van de Commissie van Toezicht op
het L.O. De daarin gepubliceerde cijfers over
het schoolverzuim gaven den heer Disselkoen
aanleiding, de schoolvoeding en -kleeding weer
eens op het tapijt te brengen. De toenemende
gezinsarmoede was volgens spr. oorzaak van
de toename der verzuimen. Hij zei het even
anders, op zoo'n wijze, dat B. en W. er on
mogelijk een verwijt uit konden hooren. Sinds
de heer Disselkoen van karmijnrood tot vermil-
loen is overgegaan, heeft hij blijkbaar geen
behoefte meer aan toornen, doch zegt zijn dingen
met een bezadigde en elegante wijze van uit
drukking, die altijd een achterdeurtje openlaat
van waaruit nog eens een reserve-stootje naar
een eventueelen tegenstander kan worden ge
maakt. Zoo ook nu; toen de voorzitter opmerkte,
dat de cijfers nog niet schrikbarend waren,
repliceerde de heer Disselkoen, dat het toch
met de waardigheid van de gemeente niet in
overeenstemming zou zijn te brengen, indien met
het invoeren van schoolvoeding en -kleeding
werd gewacht tot de cijfers inderdaad angst
aanjagend en schrikwekkend waren. Toen stond
de voorzitter schaakmat, en kon al niet anders
doen dan beloven, dat het College op deze zaak
voortdurend zijn aandacht zou blijven richten,
teneinde zoonoodig tijdig te kunnen ingrijpen.
Vervolgens vroeg een vervuilde sloot tusschen
de Celebesstraat en de Javalaan de aandacht.
De eigenaren wenschten die sloot te laten dem
pen, op gemeentekosten natuurlijk, want we
zitten allemaal graag voor een dubbeltje op den
eersten rang. Maar het College van B. en W.
had geantwoord: „Die sloot is niet van de ge
meente, dus dempen jullie 'm maar zelf." Maar
daar kWam niets van, tot groot pleizier van de
ratten, die in die sloot een ideale woonplaats
hebben. Uit gezondheidsoogpunt een hoogst
ongewenschte toestand en de heer Rijkes,
terecht verontwaardigd over de schromelijke
zorgeloosheid der eigenaren, vroeg of deze bij
politieverordening dan niet konden worden ge
dwongen, die sloot schoon te houden. De voor
zitter zei zachtmoedig: „Eén heeft het al be
loofd, laten we nu eerst eens afwachten, wat de
anderen zullen doen, alvorens tot dwangmaat
regelen over te gaan," De vergadering nam er
genoegen mee; maar men vraagt zich toch af,
of er dan geen schouw over deze sloot wordt
gehouden. Als in omringende gemeenten elk
doodloopend slootje ter grootte van een dicht
gegroeide greppel tweemaal per jaar behoorlijk
wordt geschouwd, kan die maatregel dan niet in
Heemstede worden toegepast op een vervuilde
sloot?
Van die sloot naar de aula op de begraaf
plaats. Ce n'est qu'un pas! 't Gebruik van de
aula is voortaan facultatief. Gebruikt men het
gebouw niet, dan hoeft men voor dit niet-
gebruiken niets te betalen. Logisch, zal men
zeggen, en ieder onbevooroordeeld beschouwer
van de nieuwe begraafrechten zal deze wijziging
een verbetering vinden. Niet alzoo echter de
heer Audretsch, die een ietwat duister betoog
hield om het standpunt wèl-betalen-bij-niet-ge-
bruiken te verdedigen. Hij verwachtte daarvan
een grooter gebruik van de aula; maar aan
gezien de opzet van zijn redeneering was, dat
de kosten van de aula er uit moeten komen,
kon het hem eigenlijk onverschillig laten of er
als er toch voor betaald moet worden!
gebruik van gemaakt wordt of niet. Toen daarop
wethouder Jhr. v. d. Poll de geruststellende ver
zekering gaf, dat het gebruik van de aula bij
het nieuwe tarief hoogst waarschijnlijk niet
noemenswaard zou verminderen, trok hij heel
verstandig -zijn voorstel in, en bespaarde zich
een echec.
De wijzigingen van het ambtenaren-reglement
hadden nog een principieel debatje tusschen de
heeren De Tello en Van den Heuvel ten gevolge,
waaruit tenslotte de scherpzinnige heer Van
Unen, op het gebezigde stramien doorbordurende
en den heer De Tello in diens eigen woorden
Door A. KONIJNENBURG.
George Campbell stond onder zijn vrienden
bekend als „de stille George". Op kantoor
noemden de collega's hem onder elkaar den
grooten zwijger. Hij was niemand onsympathiek
en men nam zijn zwijgenden aard voor lief,
omdat men begreep dat hij, door zijn niet al te
sterke gezondheid, weinig lust had om met
anderen mee te doen. Aan sport deed hij niet
en nooit sprong hij uit den band. Een meisje
had hij niet, hoewel het hem, met zijn prachtig
zwart haar en fijn profiel niet moeilijk gevallen
zou zijn om zich te verloven.
Hij nam het leven ernstig op. Zijn ouders
waren jong gestorven, beiden aan de longen.
Mocht hij daarom wel ooit aan trouwen denken?
Deze vraag had hij herhaaldelijk bij zichzelf
gesteld en met néén beantwoord. De bewonde
rende blikken, die hij op straat dikwijls van
passeerende meisjes opving, brachten zijn besluit
niet aan het wankelen. Hij wist te goed, dat het
geluk van een eigen gezin niet voor hem weg
gelegd was.
Op een morgen stapte hij een winkel binnen
om een paar sokken te koopen. Het meisje
achter de toonbank had een lief, ernstig ge
zichtje. Ze liet hem eenige soorten zien, en
vroeg welke kleur hij wilde hebben.
Och, geeft U maar een paar; de kleur doet
er niet toe, antwoordde hij.
Toen hoorde hij een onderdrukt, maar helder
lachje. Hij keek op en zag in een paar diep
zwarte oogen. Als betooverd bleef hij kijken.
Een beetje lang en een ongeduldige vraag, of
meneer nu maar zelf een keus wilde doen,
maakte een eind aan zijn eersten diepen blik in
een paar meisjesoogen. Hij nam het eerste het
beste paar, groette beleefd en stapte den
winkel uit.
Dienzelfden avond, toen de winkel gesloten
werd, wachtte hij het meisje buiten op. De
kennismaking liep vlot van stapel. George ver
ontschuldigde zich over zijn vrij gedrag van
dien ochtend. Hij had zijn knappe uiterlijk en
de manieren mee en het meisje Muriel Wil
kinson sloeg zijn aanbod, om haar een eind-
weegs naar huis te geleiden, niet af.
De volgende avonden kwam George weer en
zij gingen spoedig geregeld, hetzij samen naar
huis, hetzij eerst een uurtje in de bioscoop.
Muriel was een lief meisje. Even ernstig als hij,
want ook zij had het leven al spoedig door
achteruitgang van zaken harer vader, van den
ernstigen kant leeren kennen. George werd tot
over de ooren verliefd en dacht niet meer aan
den zin, dien hij vroeger zoo dikwijls aan zich
zelf had voorgelegd.
Het duurde niet lang of hij maakte ook kennis
met haar ouders, die op het eerste gezicht al
erg met hem waren ingenomen. Er stond weinig
in den weg om het tot een verloving te doen
komen en zij spraken af, dat de kaarten vóór
Kerstmis zouden worden verzonden.
Een week voor dien gewichtigen datum kwam
Muriel's zusje, de zeventienjarige Maud, thuis
van haar tante, ten huize van wie zij werd
grootgebracht. George kon zijn oogen niet van
het dartele kind afhouden. Wat een tegenstelling
tusschen de twee zusters, dacht hij, Muriel altijd
even bedaard en ernstig, Maud, een en al be
weging en leven. Verstrooid antwoordde George
op de vragen die Muriel hem stelde. In ge
dachten verzonken ging hij dien avond naar huis.
Hij was niet tevreden over zichzelf. Wat wilde
hij toch? Was Muriel niet geknipt voor hem?
Zoo'n ernstig meisje, dat geheel bij hém paste!
En dat kind, een grooter woelwater kon hij
zich niet voorstellen. Toch kon hij dien nacht
den slaap niet vatten en aldoor keerden zijn
gedachten terug naar Maud.
Den volgenden dag zond hij een briefje naar
Muriel's winkel, met de mededeeling, dat hij
dien avond niet kon komen door verkoudheid.
Hij ging liever wat vroeger slapen, dan was
hij zooveel te eerder beter, schreef hij. Maar
dien avond ging hij niet van zijn kantoor naar
huis. Hij had geen rust en hoopte, dat een lange
wandeling hem goed zou doen. Nadat hij in een
restaurant had gegeten, ging hij op weg. Het
was guur, nattig weer, maar hij lette daar niet
op. Het was hem zelfs welkom om op de hoeken
tegen de windvlagen te moeten vechten. Zijn
gedachten, welke hem zoo vreeselijk vermoeiden,
waren dan tot zwijgen gebracht.
Laat in den avond kwam hij doorweekt, nat
thuis. Rillend van de kou ging hij naar bed en
sliep spoedig in. Maar midden in den'nacht werd
hij wakker, met hooge koorts en den volgenden
dag bleef hij in bed. Hij schreef een kort briefje
aan Muriel, dat de kou niet beter geworden was
en dat hij misschien in een dag of twee weer
geheel de oude zou zijn.
Ze moest zich in géén geval ongerust maken,
hij koos liever het zekere voor het onzekere.
Eenige dagen gingeii voorbij en Muriel
wachtte tevergeefs op tegenbericht. Zij begon
wel eenigszins ongerust te worden, maar George
op zijn kamer opzoeken viel haar niet in. Zij
was er nooit geweest en daar George niet ge
schreven had, dat hij graag wilde, dat zij hem
kwam opzoeken, was zij overtuigd, dat hij dit
liever niet had.
Maar toen een kleine week met wachten ver
kropen was, hakte Maud den knoop door.
Ik begrijp niet, dat je niet ongeruster bent,
Muriel, zei ze.
Óf liever ongerust ben ik zelf niet en jij
hoeft het natuurlijk ook niet te zijn. Maar als
we nu eens samen gingen? George is toch geen
boeman?
Muriel liet zich door haar jongere zuster over
tuigen en zij gingen samen naar George. De
hospita ontving hen beiden vriendelijk. Ja, ze
konden best even naar de kamer van George
gaan. Hij had wel een onrustigen nacht gehad
en de koorts had hem Ieelijk verzwakt, zooals
bijna altijd na een aanval van griep, waar de
sterkste menschen niet tegen kunnen. Pratende
liet zij de dames den trap opgaan.
Maud was al met een paar sprongen bij de
deur, terwijl haar zuster al pratende met de
oude dame achter haar aankwam. Een kort
tikje en Maud trad de kamer binnen.
George had zich opgericht en steunde met
den arm op het hoofdkussen. Een koortsachtige
gloed schitterende in zijn oogen. Hij breidde de
armen uit en met een van vreugde trillende stem
riep hij uit:
Heerlijk, dat je gekomen bent, Maud, mijn
vroolijk meisje! Je wéét niet, hoé ik naar je
verlangd heb je wéér te zien.
Ontsteld deinsde het meisje terug. Muriel
stond in de deuropening en ijlde naar het bed.
George's krachten waren ten einde. Hij zonk
met uitgebreide armen voorover en bleef
bewusteloos liggen.
Lang bleven de beide meisjes aan het ziekbed
zitten en het was heel laat eer zij terugkeerden.
De dokter, dien Muriel had laten komen, had
geen hoop op herstel gegeven. Eén, op zijn
hóógst twéé dagen had de jongeman nog te
leven.
Zonder een woord te praten gingen de beide
zusjes naar bed.
Muriel lag nog lang wakker. Zij had begrepen,
dat Maud haar, zonder het zelf te willen, haar
gróótsten schat ontstolen had en dien bijna
gelijkertijd zelf had verloren.
vangende, tot de allerdwaaste conclusie kwam,
dat wilde men consequent blijven aan een
ambtenaar zoowel als aan een ambtenares bij
huwelijk ontslag uit de gemeentebetrekking
moest worden verleend, en zoover wilde hij toch
niet gaan. Als men de lachers op zijn hand
krijgt, is het pleit in de meeste gevallen beslist,
en het gewijzigde ambtenarenreglement werd
dan ook zonder verdere discussie aangenomen.
Bij de rondvraag gaf wethouder Dr. Droog
nog een uiteenzetting, waarom de wegen
aanleg bij het Sweelinckplein zoo kostbaar was.
De aanleg geschiedt in werkverschaffing en nu
is het vervoer van zand door menschen inplaats
van paarden veel duurder. Het scheelde 1650.-.
De overige 850.werd geschoven op rekening
van het gebruik maken van ongeschoolde werk-
liede'n bij het leggen der riolen en overige
werkzaamheden. Dit laatste wou er bij den heer
Disselkoen niet in. Verschil tusschen paarden
kracht en menschenkracht bij het vervoer van
zand kon hij aannemen, maar paarden leggen
geen rioolbuizen, beweerde hij. De wethouder
nam van die droog-komieke opmerking geen
notitie, en een oogenblik later maakte de hamer-
klop van den voorzitter aan de vergadering een
tijdig einde.
't Zwijgende.
LUXOR-THEATER.
In Luxor-Theater draait deze week:
„De Onzichtbare Man".
(Invisible Man.)
Naar het wereldberoemde werk van
H. G. Wells.
Regie: Jaines Whale, regisseur van o.a. „De
Klokkenluider van de Nötre Dame", „de
Mummie", enz.
Inhoudsbeschrijving:
De geheimzinnige verdwijning van Jack Grif
fin, een jeugdig scheikundige en assistent van
Dr. Cranley, is het gesprek van den dag. De
dokter zelf, zijn dochter Flora, die verliefd is
op Griffin en Dr. Kemp, een tweede assistent
en tevens mededinger naar de hand van Flora,
tasten volkomen in het duister.
Men wist dat Griffin zich den laatsten tijd had
bezig gehouden met geheime experimenten. Van
welk soort deze onderzoekingen waren wist men
niet, doch een snipper papier met het woord
„Monocade" erop, deed vermoeden, dat dit
vreeselijke gif, getrokken uit een Indische plant
en de eigenschap bezittende, mensch en dier te
doen bleeken en krankzinnig te maken, er een
belangrijke rol in had gespeeld.
Ondertusschen arriveert in het Engelsche dorp
Iping een vreemde reiziger, die zijn intrek neemt
in de dorpsherberg. Niemand mag hem storen.
De stomverbaasde waard ziet echter, dat het
gelaat van den man omzwachteld is met ver
banden, en dat een donkere bril zijn oogen
bedekt. .Ondanks het verbod betreedt men toch
de kamer van den vreemdeling en deze valt den
waard aan. De Politie wordt geroepen. De man
is nog in zijn kamer. Hij rukt zijn verbanden af
enschijnt in de lucht op te lossen. De
sprakelooze politiemannen hooren zijn stem,
maar zien hem niet. De man is onzichtbaar ge
worden.
Bij zijn ontsnapping waren verscheidene per
sonen door den onzichtbare zwaar gewond. Deze
is niemand anders dan de vermiste Griffin.
Als Dr. Kemp, alleen in zijn zitkamer, naar
de radio-berichten van den onzichtbare luistert,
voelt hij een klop op zijn schouder. Hij ziet
niets, maar een stem, de stem van Griffin, ver
telt hem hoe hij, Griffin, bezig zijnde een middel
te vinden om zich weer zichtbaar te maken, ,in
de herberg gestoord werd en thans de wereld
j een lesje wil geven. Hij wil Kemp dwingen zijn
medeplichtige te worden in talrijke moorden en
aanslagen. Deze, doodelijk bevreesd voor het
mysterieuze van den onzichtbare, wordt ge
dwongen zijn wagen te halen en de onzichtbare
naar de herberg te brengen, waar hij door zijn
overhaaste vlucht belangrijke documenten had
vergeten. De daar aanwezige politic-inspecteur
wordt vermoord.
De belangstelling van de geheele wereld is
thans op de daden van den onzichtbare gericht,
die in Kemp's huis verblijft. Dan, terwijl Griffin
1 slaapt, belt Dr. Kemp Dr. Cranley op' en de
waarschuwing van den onzichtbare ten spijt,
stelt hij ook de politie van diens verblijfplaats in
kennis. Flora, die van haar vader de waarheid
had vernomen, wil Griffin spreken. Haar kal-
meerende woorden hebben niet de minste uit
werking. Dan, midden in hun gesprek, ziet Grif-
fin de politiemannen die het huis omsingelen. Hij
ontsnapt, na Kemp medegedeeld te hebben, dat
hij hem voor zijn verraad den volgenden avond
om 10 uur precies zal vermoorden. Een ware
terreur breekt nu los. Treinen derailleeren,
banken worden geplunderd en het geld op straat
gesmeten. Wee den ongelukkige die den onzicht
bare in den weg treedt. Zonder pardon wordt
hij vermoord.
Kemp trekt op den avond dat de onzichtbare
hem zal vermoorden in een auto naar de bergen.
De politie heeft alle voorzorgsmaatregelen ge
nomen. Inktspuiten worden gereed gehouden om
hem zichtbaar te maken, zand wordt gestrooid
om zijn voetsporen te ontdekken en niettegen
staande dat wordt Kemp door den onzichtbare
in zijn eigen wagen vastgebonden en daarna
van de rotsen geworpen.
Uitgeput zoekt Griffin een schuilplaats in een
schuur. De eigenaar ontdekt hem en waarschuwt
de politie. De schuur wordt in brand gestoken.
Men ziet een deur opengaan, voetsporen ver-
toonen zich in de sneeuwen dantwee
revolverschoten en de onzichtbare is onschade
lijk gemaakt.
lil het hospitaal roept de stervende om Flora.
Deze komt. Hij vertelt haar van zijn mislukte
pogingen om tot haar terug te keeren. Dat hij
inziet, hoe hij de grenzen van het menschelijk
vermogen overschreden heeft.
Het lichaam op het bed wordt langzaam
levenloos. Het vergif verliest haar kracht en een
wonder geschiedt: de onzichtbare wordt weer
zichtbaar, totdat eindelijk een knap gelaat tus
schen de kussens ligt, donker en uitdrukkingloos
in den dood, een slachtoffer van een niet te
beheerschen wetenschap.
van „De Eerste Heemsteedsche Courant" komqp
zeker wel eens voor, zooals bij ieder blad waarvan
de oplage in de duizenden exemplaren loopt.
Het is zeker niet prettig om dergelijke klach
ten in ontvangst te nemen, doch het bewijst
tevens datmen ons blad op
prijs stelt. Dat men het mist. Zelfs als ons
blad om nog eenige actueele berichten op te
nemen één of twee uurtjes later bezorgd
wordt dan regent het gewoonlijk telefonische
klachten. Dat zegt ons genoeg. Welnu, bedenk
dat U als abonné een streepje voor hebt. U
staat zoowel genoteerd in onze boeken, als
gegrift in het hoofd van onze bezorgers.
qed. oude gracht 88 ABONNEMENTSPRIJS
HAARLEM f 1.25 p. halfj. bij voor-
telefoon iot44 uitbetaling te voldoen
TENNIS ALS VOLKSSPORT.
Door HILDE KRAHWINKEL, de vermaarde
Europeesche tennis-ster.
I
De wereld-kampioene Helene Moody-
Wills heeft Hilde Krahwinkel de sterkste
Europeesche tennisspeelster genoemd. In
't volgend artikel geeft zij haar meening
weer over tennis als volkssport en over
tennis als sport voor de vrouw.
Al moge het vreemd schijnen, dat men in
j deze benarde tijden nog tijd, geld en gelegen-
j heid heeft zich aan sport te wijden, dan vergete
men toch niet, dat juist sport een prachtige
gelegenheid verschaft zich voor eenigen tijd van
de zorgen te bevrijden. En daarbij heeft men 1
tevens nog de kans te zorgen voor de eigen
lichamelijke gezondheid. Een groot voordeel van
tennis is, dat deze sport aan geen leeftijd ge-
bonden is; een meisje van 14 jaar kan evengoed
tennisspelen als een vrouw van 70 jaar. Daar
voor behoeft men maar te denken aan den
Koning van Zweden, die op 70-jarigen leeftijd
nog een uitstekend tennis-speler mag heeten.
Toch staat de beteekenis van tennis in geen
verhouding tot het eigenlijke getal der be
oefenaars van die sport. Vergelijkt men tennis
met voetbal, dat millioenen deelnemers telt, dan
kan men slechts erkennen, dat tennis een be
scheiden plaats in de wereld der sport inneemt.
Al kan men nog zoo wenschen, dat tennis
ook een werkelijke volkssport zal worden, dan
is de verwachting in die richting toch gering,
omdat men bij tennis te rekenen heeft met het
vraagstuk der betrekkelijk hooge onkosten, welk
vraagstuk bij andere, goedkoopere takken van
sport niet zoo nijpend is. De inrichting, de
I aanleg der tennisbanen verslindt kapitalen en
i de rackets, ballen, kleeding zijn ook alles
behalve goedkoop. Daarom zal tennis ten
minste voorloopig nog wel geen werkelijke
volkssport kunnen worden.
Juist daarom valt het des te meer toe te
juichen, dat ook in zoogenaamde arbeiders
kringen de belangstelling voor tennis in de
laatste jaren is toegenomen. Dat is ook daarom
zoo'n gunstig verschijnsel, omdat de kans op
uitblinkende tennisspelers bij een aantal be
oefenaars van honderdduizend grooter is dan als
er maar tienduizend spelers zijn!
Wat in landen als Nederland ontbreekt, is de
groote financieele steun van enkele zeer rijke
liefhebbers van tennis, zooals die b.v. in Enge
land en in Amerika voorkomen, welke menschen
er een eer in stellen schitterende tennisbanen
aan te leggen en te laten bespelen tegen een
vaak zeer matige vergoeding, die nooit de aan-
legkosten ook maar eenigszins kan dekken.
Toch zou het mogelijk zijn, dat men b.v. op
de schoolpleinen een deel dier pleinen als tennis
baan liet aanleggen, wat geen groote kosten
met zich zou brengen, daar de geasfalteerde
pleinen er toch reeds zijn en daar men dan dooi
de leerlingen dier scholen tennis vlak bij de
school, onder toezicht van sportleeraren, kon
laten beoefenen. De jeugd wil graag tennis
spelen, maar mist er alleen de noodzakelijke,
dure banen toe
De rijpere, beter gesitueerde jeugd van de
schoolbanken heeft reeds genoeg verbinding met
tenniskringen, maar den jongeren, wier ouders
niet kapitaalkrachtig zijn, ontbreekt de mogelijk
heid tennis te spelen geheel. Voor de volks
scholen ligt hier een groot arbeidsveld open.
Tennis zou dan ook op die manier gemakkelijk
zijn intrede doen in de eigenlijke volksklassen.
De luxe, die onmiskenbaar bij bepaalde tennis
clubs bestaat, is in wezen voor tennis allerminst
noodzakelijk en bevordert natuurlijk tennis als
sport in geen enkel opzicht. Tennis is geen
exclusief spel, behoort dit tenminste niet te
wezen. Wil tennis zich op den duur baanbreken,
dan zal men het overal moeten beoefenen, onder
alle klassen der bevolking, niet alleen bij de
zoons en dochters van gefortuneerde ouders.
In het bijzonder voor meisjes en vrouwen is
tennis een van de meest geëigende takken van
sport. Voor jongens en mannen zijn er takken
van sport in overvloed te beoefenen. Al doet de
vrouw van den tegenwoordigen tijd aan tal van
sporten mee, daarmede is nog allerminst gezegd,
dat die sporten voor haar geschikt zijn. Juist
tennis geeft de vrouw gelegenheid te over voor
gezonde lichaamsoefening, zonder dat ze haar
gezondheid daardoor kan schaden.
Wie zijn betere tennisspelers, de mannen, of
de vrouwen® Bij het enkelspel zijn er tal van
CEKÏ.EED ZIJDEN JAPONNETJE
jeugd, waarom wij
dan ook gaarne
aan het verzoek
van enkele lezeres
sen voldoen en een
mouwloos japonne
tje plaatsen.
Naar verkiezing,
willen wij, indien
het patroon voor
middagjapon be
stemd is, gaarne
een aangesloten
mouw bij leveren,
wanneer dit bij de
bestelling wordt
opgegeven.
Het geheel be
staat uit een zes-
Inplaats van mouwen zijn hier kleine vo
lants aangebracht.
Patronen verkrijgbaar tot en met maat 42
kan men aanvragen onder Nr. 3002.
Prijs 0.58.
Met de toezending van de modebladen is tham
een aanvang gemaakt. Het doet ons plezier, dal
zooveel dames ons nu reeds per brief of telefoon
haar ingenomenheid met het nieuwe nummer be
tuigden, dat er inderdaad ook wezen mag.
Het schijnt, dat de talrijke gegevens en goede
wenken bij het zelfmaken van kleeren in dezen
crisistijd zeer in den smaak vallen. Een beperkt
aantal exemplaren van het geslaagde modeblad
is nog gereserveerd voor dames die dit interes
sante blad tot nu toe verzuimden aan te vragen
Na inzending van een postzegel van 6 cent
voor verzendingskosten aan het adres van de
Moderedactrice van dit blad, Roelofsstraat 109,
's-Gravenhage, wordt U een exemplaar geheel
KOSTELOOS toegezonden.
93
mannen, die de vrouwen kunnen verslaan, omdat
zij lichamelijk sterker zijn. Bij tenniswedstrijden
ziet men dan ook nooit bij het enkelspel een
man tegen een vrouw spelen, omdat dan de
voorwaarden te ongelijk zouden zijn.
Geheel anders is de toestand bij de gemengde
dubbelspelen, waarbij de samenspelende man en
vrouw ieder een scherp afgescheiden taak te
vervullen hebben.
Maar dat verandert niets aan de conclusie, dat
tennis voor het volk een uitstekende sport is en
dat tennis voor de vrouwen de ideale sport het
best benadert.
EEN PRACT1SCHE WENK.
Knoopsgaten maken met gelijken rand van
feston-steken is voor vele dames geen gemakke-
1 lijk werkje. Toch kan men dit zeer gemakkelijk
I doen, door eerst met twee dwarslijntjes de
lengte van het knoopsgat met potlood of krijt
op de stof aan te brengen b.v.: 1 I. Men
verbindt beide staande lijnen door middel van
een horizontale lijn en stikt dezen omtrek op de
machine na, geeft in het midden de inknip, en
volgt daarna de stiksteken, waardoor alle steken
één lijn vormen.
baans rak, waar-
overheen het lijfje UI
wordt gedragen,
dat evenals de vrij
strakke heupvolant aan de ceintuur wordt be
vestigd.
'De hals sluit hoog met een splitje midden
voor, terwijl bij dit model de verbreede schou
derlijn niet is vergeten.
Oe komende vacantiedagen geven veela
extra uitgaans-
ivondjes voor de