HET ZUSJE CUTEN IN DE BEZCÜGIN6 DE VftCtW EHI KA/vE HDIS DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT No. 9.-2 MAART 1934. TWEEDE BLAD. VOORTEEKENEN Het ns wordt al groen In ïmrk en plantsoen; De vogeltjes zingen reeds lustig. Al vriest 't in den nacht, De lucht is al zacht, Dus worden de vrouwtjes onrustig. Een blauw stukje lucht Ontlokt haar een zucht: „O, kijk eens, wat mooi v oor jaar s- \w eert je!" Ze kijken omhoog lets peinzends in 't oog Daar broeit een ideetje, meneertje! Soms dringt tot mijn oor Een brokstukje door Van 'n technisch gesprek met een ander: :t Is lichtecht! Ja heusch! Ze hadden zoo'n keus! 't Kleurt leuk in de kamer van Kander! En zeg hou eens vast Ik hoop, dat het past; Toevallig lag 't in d'étalage. 'k Heb 't daad'lijk gekocht; 't Was juist wat ik zocht. Zeg, vind je 't geen beeld'ge vitrage?". Ik weet al genoeg! Het leek eerst wat vroeg, Maar 'k snap het al, wat ze verzinnen: Als vrouwlief zóó wordt, Gaat zéér binnenkort De jaarlijksche schoonmaak beginnen! HET KORT VERHAAL RONDOM DE GROENE TAFEL BIOSCOOP DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT voor jonge meisjes -* ONS MODEBLAD KOSTELOOS. 5 Als in alle raadszittingen, die dit jaar nog worden gehouden, even zakelijk gedebatteerd wordt als in die van de vorige week, kan Mevr. Venhuizen, voorstandster van korte vergade ringen, tevreden zijn. Want om negen uur werden de niet-edelachtbare vergaderingbezoe kers reeds weggehamerd; de wel-edelachtbare bleven nog een tijdje napraten, maar zij zullen wel zoo galant zijn "geweest, de geheime be sprekingen niet al te lang te rekken. Bij de ingekomen stukken was het jaarverslag over 1933 van de Commissie van Toezicht op het L.O. De daarin gepubliceerde cijfers over het schoolverzuim gaven den heer Disselkoen aanleiding, de schoolvoeding en -kleeding weer eens op het tapijt te brengen. De toenemende gezinsarmoede was volgens spr. oorzaak van de toename der verzuimen. Hij zei het even anders, op zoo'n wijze, dat B. en W. er on mogelijk een verwijt uit konden hooren. Sinds de heer Disselkoen van karmijnrood tot vermil- loen is overgegaan, heeft hij blijkbaar geen behoefte meer aan toornen, doch zegt zijn dingen met een bezadigde en elegante wijze van uit drukking, die altijd een achterdeurtje openlaat van waaruit nog eens een reserve-stootje naar een eventueelen tegenstander kan worden ge maakt. Zoo ook nu; toen de voorzitter opmerkte, dat de cijfers nog niet schrikbarend waren, repliceerde de heer Disselkoen, dat het toch met de waardigheid van de gemeente niet in overeenstemming zou zijn te brengen, indien met het invoeren van schoolvoeding en -kleeding werd gewacht tot de cijfers inderdaad angst aanjagend en schrikwekkend waren. Toen stond de voorzitter schaakmat, en kon al niet anders doen dan beloven, dat het College op deze zaak voortdurend zijn aandacht zou blijven richten, teneinde zoonoodig tijdig te kunnen ingrijpen. Vervolgens vroeg een vervuilde sloot tusschen de Celebesstraat en de Javalaan de aandacht. De eigenaren wenschten die sloot te laten dem pen, op gemeentekosten natuurlijk, want we zitten allemaal graag voor een dubbeltje op den eersten rang. Maar het College van B. en W. had geantwoord: „Die sloot is niet van de ge meente, dus dempen jullie 'm maar zelf." Maar daar kWam niets van, tot groot pleizier van de ratten, die in die sloot een ideale woonplaats hebben. Uit gezondheidsoogpunt een hoogst ongewenschte toestand en de heer Rijkes, terecht verontwaardigd over de schromelijke zorgeloosheid der eigenaren, vroeg of deze bij politieverordening dan niet konden worden ge dwongen, die sloot schoon te houden. De voor zitter zei zachtmoedig: „Eén heeft het al be loofd, laten we nu eerst eens afwachten, wat de anderen zullen doen, alvorens tot dwangmaat regelen over te gaan," De vergadering nam er genoegen mee; maar men vraagt zich toch af, of er dan geen schouw over deze sloot wordt gehouden. Als in omringende gemeenten elk doodloopend slootje ter grootte van een dicht gegroeide greppel tweemaal per jaar behoorlijk wordt geschouwd, kan die maatregel dan niet in Heemstede worden toegepast op een vervuilde sloot? Van die sloot naar de aula op de begraaf plaats. Ce n'est qu'un pas! 't Gebruik van de aula is voortaan facultatief. Gebruikt men het gebouw niet, dan hoeft men voor dit niet- gebruiken niets te betalen. Logisch, zal men zeggen, en ieder onbevooroordeeld beschouwer van de nieuwe begraafrechten zal deze wijziging een verbetering vinden. Niet alzoo echter de heer Audretsch, die een ietwat duister betoog hield om het standpunt wèl-betalen-bij-niet-ge- bruiken te verdedigen. Hij verwachtte daarvan een grooter gebruik van de aula; maar aan gezien de opzet van zijn redeneering was, dat de kosten van de aula er uit moeten komen, kon het hem eigenlijk onverschillig laten of er als er toch voor betaald moet worden! gebruik van gemaakt wordt of niet. Toen daarop wethouder Jhr. v. d. Poll de geruststellende ver zekering gaf, dat het gebruik van de aula bij het nieuwe tarief hoogst waarschijnlijk niet noemenswaard zou verminderen, trok hij heel verstandig -zijn voorstel in, en bespaarde zich een echec. De wijzigingen van het ambtenaren-reglement hadden nog een principieel debatje tusschen de heeren De Tello en Van den Heuvel ten gevolge, waaruit tenslotte de scherpzinnige heer Van Unen, op het gebezigde stramien doorbordurende en den heer De Tello in diens eigen woorden Door A. KONIJNENBURG. George Campbell stond onder zijn vrienden bekend als „de stille George". Op kantoor noemden de collega's hem onder elkaar den grooten zwijger. Hij was niemand onsympathiek en men nam zijn zwijgenden aard voor lief, omdat men begreep dat hij, door zijn niet al te sterke gezondheid, weinig lust had om met anderen mee te doen. Aan sport deed hij niet en nooit sprong hij uit den band. Een meisje had hij niet, hoewel het hem, met zijn prachtig zwart haar en fijn profiel niet moeilijk gevallen zou zijn om zich te verloven. Hij nam het leven ernstig op. Zijn ouders waren jong gestorven, beiden aan de longen. Mocht hij daarom wel ooit aan trouwen denken? Deze vraag had hij herhaaldelijk bij zichzelf gesteld en met néén beantwoord. De bewonde rende blikken, die hij op straat dikwijls van passeerende meisjes opving, brachten zijn besluit niet aan het wankelen. Hij wist te goed, dat het geluk van een eigen gezin niet voor hem weg gelegd was. Op een morgen stapte hij een winkel binnen om een paar sokken te koopen. Het meisje achter de toonbank had een lief, ernstig ge zichtje. Ze liet hem eenige soorten zien, en vroeg welke kleur hij wilde hebben. Och, geeft U maar een paar; de kleur doet er niet toe, antwoordde hij. Toen hoorde hij een onderdrukt, maar helder lachje. Hij keek op en zag in een paar diep zwarte oogen. Als betooverd bleef hij kijken. Een beetje lang en een ongeduldige vraag, of meneer nu maar zelf een keus wilde doen, maakte een eind aan zijn eersten diepen blik in een paar meisjesoogen. Hij nam het eerste het beste paar, groette beleefd en stapte den winkel uit. Dienzelfden avond, toen de winkel gesloten werd, wachtte hij het meisje buiten op. De kennismaking liep vlot van stapel. George ver ontschuldigde zich over zijn vrij gedrag van dien ochtend. Hij had zijn knappe uiterlijk en de manieren mee en het meisje Muriel Wil kinson sloeg zijn aanbod, om haar een eind- weegs naar huis te geleiden, niet af. De volgende avonden kwam George weer en zij gingen spoedig geregeld, hetzij samen naar huis, hetzij eerst een uurtje in de bioscoop. Muriel was een lief meisje. Even ernstig als hij, want ook zij had het leven al spoedig door achteruitgang van zaken harer vader, van den ernstigen kant leeren kennen. George werd tot over de ooren verliefd en dacht niet meer aan den zin, dien hij vroeger zoo dikwijls aan zich zelf had voorgelegd. Het duurde niet lang of hij maakte ook kennis met haar ouders, die op het eerste gezicht al erg met hem waren ingenomen. Er stond weinig in den weg om het tot een verloving te doen komen en zij spraken af, dat de kaarten vóór Kerstmis zouden worden verzonden. Een week voor dien gewichtigen datum kwam Muriel's zusje, de zeventienjarige Maud, thuis van haar tante, ten huize van wie zij werd grootgebracht. George kon zijn oogen niet van het dartele kind afhouden. Wat een tegenstelling tusschen de twee zusters, dacht hij, Muriel altijd even bedaard en ernstig, Maud, een en al be weging en leven. Verstrooid antwoordde George op de vragen die Muriel hem stelde. In ge dachten verzonken ging hij dien avond naar huis. Hij was niet tevreden over zichzelf. Wat wilde hij toch? Was Muriel niet geknipt voor hem? Zoo'n ernstig meisje, dat geheel bij hém paste! En dat kind, een grooter woelwater kon hij zich niet voorstellen. Toch kon hij dien nacht den slaap niet vatten en aldoor keerden zijn gedachten terug naar Maud. Den volgenden dag zond hij een briefje naar Muriel's winkel, met de mededeeling, dat hij dien avond niet kon komen door verkoudheid. Hij ging liever wat vroeger slapen, dan was hij zooveel te eerder beter, schreef hij. Maar dien avond ging hij niet van zijn kantoor naar huis. Hij had geen rust en hoopte, dat een lange wandeling hem goed zou doen. Nadat hij in een restaurant had gegeten, ging hij op weg. Het was guur, nattig weer, maar hij lette daar niet op. Het was hem zelfs welkom om op de hoeken tegen de windvlagen te moeten vechten. Zijn gedachten, welke hem zoo vreeselijk vermoeiden, waren dan tot zwijgen gebracht. Laat in den avond kwam hij doorweekt, nat thuis. Rillend van de kou ging hij naar bed en sliep spoedig in. Maar midden in den'nacht werd hij wakker, met hooge koorts en den volgenden dag bleef hij in bed. Hij schreef een kort briefje aan Muriel, dat de kou niet beter geworden was en dat hij misschien in een dag of twee weer geheel de oude zou zijn. Ze moest zich in géén geval ongerust maken, hij koos liever het zekere voor het onzekere. Eenige dagen gingeii voorbij en Muriel wachtte tevergeefs op tegenbericht. Zij begon wel eenigszins ongerust te worden, maar George op zijn kamer opzoeken viel haar niet in. Zij was er nooit geweest en daar George niet ge schreven had, dat hij graag wilde, dat zij hem kwam opzoeken, was zij overtuigd, dat hij dit liever niet had. Maar toen een kleine week met wachten ver kropen was, hakte Maud den knoop door. Ik begrijp niet, dat je niet ongeruster bent, Muriel, zei ze. Óf liever ongerust ben ik zelf niet en jij hoeft het natuurlijk ook niet te zijn. Maar als we nu eens samen gingen? George is toch geen boeman? Muriel liet zich door haar jongere zuster over tuigen en zij gingen samen naar George. De hospita ontving hen beiden vriendelijk. Ja, ze konden best even naar de kamer van George gaan. Hij had wel een onrustigen nacht gehad en de koorts had hem Ieelijk verzwakt, zooals bijna altijd na een aanval van griep, waar de sterkste menschen niet tegen kunnen. Pratende liet zij de dames den trap opgaan. Maud was al met een paar sprongen bij de deur, terwijl haar zuster al pratende met de oude dame achter haar aankwam. Een kort tikje en Maud trad de kamer binnen. George had zich opgericht en steunde met den arm op het hoofdkussen. Een koortsachtige gloed schitterende in zijn oogen. Hij breidde de armen uit en met een van vreugde trillende stem riep hij uit: Heerlijk, dat je gekomen bent, Maud, mijn vroolijk meisje! Je wéét niet, hoé ik naar je verlangd heb je wéér te zien. Ontsteld deinsde het meisje terug. Muriel stond in de deuropening en ijlde naar het bed. George's krachten waren ten einde. Hij zonk met uitgebreide armen voorover en bleef bewusteloos liggen. Lang bleven de beide meisjes aan het ziekbed zitten en het was heel laat eer zij terugkeerden. De dokter, dien Muriel had laten komen, had geen hoop op herstel gegeven. Eén, op zijn hóógst twéé dagen had de jongeman nog te leven. Zonder een woord te praten gingen de beide zusjes naar bed. Muriel lag nog lang wakker. Zij had begrepen, dat Maud haar, zonder het zelf te willen, haar gróótsten schat ontstolen had en dien bijna gelijkertijd zelf had verloren. vangende, tot de allerdwaaste conclusie kwam, dat wilde men consequent blijven aan een ambtenaar zoowel als aan een ambtenares bij huwelijk ontslag uit de gemeentebetrekking moest worden verleend, en zoover wilde hij toch niet gaan. Als men de lachers op zijn hand krijgt, is het pleit in de meeste gevallen beslist, en het gewijzigde ambtenarenreglement werd dan ook zonder verdere discussie aangenomen. Bij de rondvraag gaf wethouder Dr. Droog nog een uiteenzetting, waarom de wegen aanleg bij het Sweelinckplein zoo kostbaar was. De aanleg geschiedt in werkverschaffing en nu is het vervoer van zand door menschen inplaats van paarden veel duurder. Het scheelde 1650.-. De overige 850.werd geschoven op rekening van het gebruik maken van ongeschoolde werk- liede'n bij het leggen der riolen en overige werkzaamheden. Dit laatste wou er bij den heer Disselkoen niet in. Verschil tusschen paarden kracht en menschenkracht bij het vervoer van zand kon hij aannemen, maar paarden leggen geen rioolbuizen, beweerde hij. De wethouder nam van die droog-komieke opmerking geen notitie, en een oogenblik later maakte de hamer- klop van den voorzitter aan de vergadering een tijdig einde. 't Zwijgende. LUXOR-THEATER. In Luxor-Theater draait deze week: „De Onzichtbare Man". (Invisible Man.) Naar het wereldberoemde werk van H. G. Wells. Regie: Jaines Whale, regisseur van o.a. „De Klokkenluider van de Nötre Dame", „de Mummie", enz. Inhoudsbeschrijving: De geheimzinnige verdwijning van Jack Grif fin, een jeugdig scheikundige en assistent van Dr. Cranley, is het gesprek van den dag. De dokter zelf, zijn dochter Flora, die verliefd is op Griffin en Dr. Kemp, een tweede assistent en tevens mededinger naar de hand van Flora, tasten volkomen in het duister. Men wist dat Griffin zich den laatsten tijd had bezig gehouden met geheime experimenten. Van welk soort deze onderzoekingen waren wist men niet, doch een snipper papier met het woord „Monocade" erop, deed vermoeden, dat dit vreeselijke gif, getrokken uit een Indische plant en de eigenschap bezittende, mensch en dier te doen bleeken en krankzinnig te maken, er een belangrijke rol in had gespeeld. Ondertusschen arriveert in het Engelsche dorp Iping een vreemde reiziger, die zijn intrek neemt in de dorpsherberg. Niemand mag hem storen. De stomverbaasde waard ziet echter, dat het gelaat van den man omzwachteld is met ver banden, en dat een donkere bril zijn oogen bedekt. .Ondanks het verbod betreedt men toch de kamer van den vreemdeling en deze valt den waard aan. De Politie wordt geroepen. De man is nog in zijn kamer. Hij rukt zijn verbanden af enschijnt in de lucht op te lossen. De sprakelooze politiemannen hooren zijn stem, maar zien hem niet. De man is onzichtbaar ge worden. Bij zijn ontsnapping waren verscheidene per sonen door den onzichtbare zwaar gewond. Deze is niemand anders dan de vermiste Griffin. Als Dr. Kemp, alleen in zijn zitkamer, naar de radio-berichten van den onzichtbare luistert, voelt hij een klop op zijn schouder. Hij ziet niets, maar een stem, de stem van Griffin, ver telt hem hoe hij, Griffin, bezig zijnde een middel te vinden om zich weer zichtbaar te maken, ,in de herberg gestoord werd en thans de wereld j een lesje wil geven. Hij wil Kemp dwingen zijn medeplichtige te worden in talrijke moorden en aanslagen. Deze, doodelijk bevreesd voor het mysterieuze van den onzichtbare, wordt ge dwongen zijn wagen te halen en de onzichtbare naar de herberg te brengen, waar hij door zijn overhaaste vlucht belangrijke documenten had vergeten. De daar aanwezige politic-inspecteur wordt vermoord. De belangstelling van de geheele wereld is thans op de daden van den onzichtbare gericht, die in Kemp's huis verblijft. Dan, terwijl Griffin 1 slaapt, belt Dr. Kemp Dr. Cranley op' en de waarschuwing van den onzichtbare ten spijt, stelt hij ook de politie van diens verblijfplaats in kennis. Flora, die van haar vader de waarheid had vernomen, wil Griffin spreken. Haar kal- meerende woorden hebben niet de minste uit werking. Dan, midden in hun gesprek, ziet Grif- fin de politiemannen die het huis omsingelen. Hij ontsnapt, na Kemp medegedeeld te hebben, dat hij hem voor zijn verraad den volgenden avond om 10 uur precies zal vermoorden. Een ware terreur breekt nu los. Treinen derailleeren, banken worden geplunderd en het geld op straat gesmeten. Wee den ongelukkige die den onzicht bare in den weg treedt. Zonder pardon wordt hij vermoord. Kemp trekt op den avond dat de onzichtbare hem zal vermoorden in een auto naar de bergen. De politie heeft alle voorzorgsmaatregelen ge nomen. Inktspuiten worden gereed gehouden om hem zichtbaar te maken, zand wordt gestrooid om zijn voetsporen te ontdekken en niettegen staande dat wordt Kemp door den onzichtbare in zijn eigen wagen vastgebonden en daarna van de rotsen geworpen. Uitgeput zoekt Griffin een schuilplaats in een schuur. De eigenaar ontdekt hem en waarschuwt de politie. De schuur wordt in brand gestoken. Men ziet een deur opengaan, voetsporen ver- toonen zich in de sneeuwen dantwee revolverschoten en de onzichtbare is onschade lijk gemaakt. lil het hospitaal roept de stervende om Flora. Deze komt. Hij vertelt haar van zijn mislukte pogingen om tot haar terug te keeren. Dat hij inziet, hoe hij de grenzen van het menschelijk vermogen overschreden heeft. Het lichaam op het bed wordt langzaam levenloos. Het vergif verliest haar kracht en een wonder geschiedt: de onzichtbare wordt weer zichtbaar, totdat eindelijk een knap gelaat tus schen de kussens ligt, donker en uitdrukkingloos in den dood, een slachtoffer van een niet te beheerschen wetenschap. van „De Eerste Heemsteedsche Courant" komqp zeker wel eens voor, zooals bij ieder blad waarvan de oplage in de duizenden exemplaren loopt. Het is zeker niet prettig om dergelijke klach ten in ontvangst te nemen, doch het bewijst tevens datmen ons blad op prijs stelt. Dat men het mist. Zelfs als ons blad om nog eenige actueele berichten op te nemen één of twee uurtjes later bezorgd wordt dan regent het gewoonlijk telefonische klachten. Dat zegt ons genoeg. Welnu, bedenk dat U als abonné een streepje voor hebt. U staat zoowel genoteerd in onze boeken, als gegrift in het hoofd van onze bezorgers. qed. oude gracht 88 ABONNEMENTSPRIJS HAARLEM f 1.25 p. halfj. bij voor- telefoon iot44 uitbetaling te voldoen TENNIS ALS VOLKSSPORT. Door HILDE KRAHWINKEL, de vermaarde Europeesche tennis-ster. I De wereld-kampioene Helene Moody- Wills heeft Hilde Krahwinkel de sterkste Europeesche tennisspeelster genoemd. In 't volgend artikel geeft zij haar meening weer over tennis als volkssport en over tennis als sport voor de vrouw. Al moge het vreemd schijnen, dat men in j deze benarde tijden nog tijd, geld en gelegen- j heid heeft zich aan sport te wijden, dan vergete men toch niet, dat juist sport een prachtige gelegenheid verschaft zich voor eenigen tijd van de zorgen te bevrijden. En daarbij heeft men 1 tevens nog de kans te zorgen voor de eigen lichamelijke gezondheid. Een groot voordeel van tennis is, dat deze sport aan geen leeftijd ge- bonden is; een meisje van 14 jaar kan evengoed tennisspelen als een vrouw van 70 jaar. Daar voor behoeft men maar te denken aan den Koning van Zweden, die op 70-jarigen leeftijd nog een uitstekend tennis-speler mag heeten. Toch staat de beteekenis van tennis in geen verhouding tot het eigenlijke getal der be oefenaars van die sport. Vergelijkt men tennis met voetbal, dat millioenen deelnemers telt, dan kan men slechts erkennen, dat tennis een be scheiden plaats in de wereld der sport inneemt. Al kan men nog zoo wenschen, dat tennis ook een werkelijke volkssport zal worden, dan is de verwachting in die richting toch gering, omdat men bij tennis te rekenen heeft met het vraagstuk der betrekkelijk hooge onkosten, welk vraagstuk bij andere, goedkoopere takken van sport niet zoo nijpend is. De inrichting, de I aanleg der tennisbanen verslindt kapitalen en i de rackets, ballen, kleeding zijn ook alles behalve goedkoop. Daarom zal tennis ten minste voorloopig nog wel geen werkelijke volkssport kunnen worden. Juist daarom valt het des te meer toe te juichen, dat ook in zoogenaamde arbeiders kringen de belangstelling voor tennis in de laatste jaren is toegenomen. Dat is ook daarom zoo'n gunstig verschijnsel, omdat de kans op uitblinkende tennisspelers bij een aantal be oefenaars van honderdduizend grooter is dan als er maar tienduizend spelers zijn! Wat in landen als Nederland ontbreekt, is de groote financieele steun van enkele zeer rijke liefhebbers van tennis, zooals die b.v. in Enge land en in Amerika voorkomen, welke menschen er een eer in stellen schitterende tennisbanen aan te leggen en te laten bespelen tegen een vaak zeer matige vergoeding, die nooit de aan- legkosten ook maar eenigszins kan dekken. Toch zou het mogelijk zijn, dat men b.v. op de schoolpleinen een deel dier pleinen als tennis baan liet aanleggen, wat geen groote kosten met zich zou brengen, daar de geasfalteerde pleinen er toch reeds zijn en daar men dan dooi de leerlingen dier scholen tennis vlak bij de school, onder toezicht van sportleeraren, kon laten beoefenen. De jeugd wil graag tennis spelen, maar mist er alleen de noodzakelijke, dure banen toe De rijpere, beter gesitueerde jeugd van de schoolbanken heeft reeds genoeg verbinding met tenniskringen, maar den jongeren, wier ouders niet kapitaalkrachtig zijn, ontbreekt de mogelijk heid tennis te spelen geheel. Voor de volks scholen ligt hier een groot arbeidsveld open. Tennis zou dan ook op die manier gemakkelijk zijn intrede doen in de eigenlijke volksklassen. De luxe, die onmiskenbaar bij bepaalde tennis clubs bestaat, is in wezen voor tennis allerminst noodzakelijk en bevordert natuurlijk tennis als sport in geen enkel opzicht. Tennis is geen exclusief spel, behoort dit tenminste niet te wezen. Wil tennis zich op den duur baanbreken, dan zal men het overal moeten beoefenen, onder alle klassen der bevolking, niet alleen bij de zoons en dochters van gefortuneerde ouders. In het bijzonder voor meisjes en vrouwen is tennis een van de meest geëigende takken van sport. Voor jongens en mannen zijn er takken van sport in overvloed te beoefenen. Al doet de vrouw van den tegenwoordigen tijd aan tal van sporten mee, daarmede is nog allerminst gezegd, dat die sporten voor haar geschikt zijn. Juist tennis geeft de vrouw gelegenheid te over voor gezonde lichaamsoefening, zonder dat ze haar gezondheid daardoor kan schaden. Wie zijn betere tennisspelers, de mannen, of de vrouwen® Bij het enkelspel zijn er tal van CEKÏ.EED ZIJDEN JAPONNETJE jeugd, waarom wij dan ook gaarne aan het verzoek van enkele lezeres sen voldoen en een mouwloos japonne tje plaatsen. Naar verkiezing, willen wij, indien het patroon voor middagjapon be stemd is, gaarne een aangesloten mouw bij leveren, wanneer dit bij de bestelling wordt opgegeven. Het geheel be staat uit een zes- Inplaats van mouwen zijn hier kleine vo lants aangebracht. Patronen verkrijgbaar tot en met maat 42 kan men aanvragen onder Nr. 3002. Prijs 0.58. Met de toezending van de modebladen is tham een aanvang gemaakt. Het doet ons plezier, dal zooveel dames ons nu reeds per brief of telefoon haar ingenomenheid met het nieuwe nummer be tuigden, dat er inderdaad ook wezen mag. Het schijnt, dat de talrijke gegevens en goede wenken bij het zelfmaken van kleeren in dezen crisistijd zeer in den smaak vallen. Een beperkt aantal exemplaren van het geslaagde modeblad is nog gereserveerd voor dames die dit interes sante blad tot nu toe verzuimden aan te vragen Na inzending van een postzegel van 6 cent voor verzendingskosten aan het adres van de Moderedactrice van dit blad, Roelofsstraat 109, 's-Gravenhage, wordt U een exemplaar geheel KOSTELOOS toegezonden. 93 mannen, die de vrouwen kunnen verslaan, omdat zij lichamelijk sterker zijn. Bij tenniswedstrijden ziet men dan ook nooit bij het enkelspel een man tegen een vrouw spelen, omdat dan de voorwaarden te ongelijk zouden zijn. Geheel anders is de toestand bij de gemengde dubbelspelen, waarbij de samenspelende man en vrouw ieder een scherp afgescheiden taak te vervullen hebben. Maar dat verandert niets aan de conclusie, dat tennis voor het volk een uitstekende sport is en dat tennis voor de vrouwen de ideale sport het best benadert. EEN PRACT1SCHE WENK. Knoopsgaten maken met gelijken rand van feston-steken is voor vele dames geen gemakke- 1 lijk werkje. Toch kan men dit zeer gemakkelijk I doen, door eerst met twee dwarslijntjes de lengte van het knoopsgat met potlood of krijt op de stof aan te brengen b.v.: 1 I. Men verbindt beide staande lijnen door middel van een horizontale lijn en stikt dezen omtrek op de machine na, geeft in het midden de inknip, en volgt daarna de stiksteken, waardoor alle steken één lijn vormen. baans rak, waar- overheen het lijfje UI wordt gedragen, dat evenals de vrij strakke heupvolant aan de ceintuur wordt be vestigd. 'De hals sluit hoog met een splitje midden voor, terwijl bij dit model de verbreede schou derlijn niet is vergeten. Oe komende vacantiedagen geven veela extra uitgaans- ivondjes voor de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1934 | | pagina 5