Xr\ DE GEHEIMZINNIGE HUURDER °°%t* - - -S& O w DE VDCDW EK DAAD HuiS De schoonmaak in zicht TWEEDE BLAD. EEN ZONNESTRAALTJE HET KORT VERHAAL BIOSCOOP BURGERLIJKE STAND DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT 5 DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT No. 11. 16 MAART 1934. „Het zonlicht breekt door", sprak de heer Graadt van Roggen vóór de opening van de Jaarbeurs. Medeburgers, scheut weer moed En blijft op de toekomst hopen: Dezer dagen stelde men Weer de jaarbeurs t' Utrecht open. En daar werd in 't openbaar En vol blijdschap waargenomen, Dat het ergste is geweest, Beef re tijden zullen komen. „Schuchter breekt een zonnestraal Door de crisisneevTen henen; Weldra zal de slapste tijd. Naar wij hopen, zijn verdwenen En de welvaart weergekeerd." In dien trant werd daar gesproken. Zou voor handel, industrie 'n Beef re tijd zijn aangebroken 't Lijkt te mooi, om waar te zijn! Is nog beterschap te wachten, Of is hier de vrome wensch Weer de vader der gedachte Hoe het zij, ik neem het aan, En ik wil het graag gelooven. Moedig dan maar voorwaarts gaan; Worstel uit 't moeras naar boven! Steek de handen uit de mouw! Komt er werk, dan fluks beginnen! 't Zonnetje schijnt nog wel flauw, Maar de hoop doet overwinnen! Door GUUS BETLEM -Jr. LUXOR-THEATER. Als eerste nummer draait deze week in Luxor-Theater: „Janmaat op Stap". De vloot, welke in de Stille Zuidzee op manoeuvre is geweest, loopt de haven binnen. Jimmy Harrigan (James Dunn) en zijn vriend Barnacle Benny (Sally Cohen) gaan voor eenige uren aan wal om te passagieren. Barnacle Benny wil dat Jimmy een oude vriendin, Mimmie, op zal bellen, om haar hun aankomst te melden. Jimmy doet dat, maar krijgt een verkeerd num mer. Van de gelegenheid gebruik makende, probeert hij een afspraakje te maken met de jonge dame aan den anderen kant van de lijn, die Sally Brent (Sally Eilers) blijkt te heeten. De jonge dame verbreekt echter de verbinding en de twee vrienden gaan de straat op om ontspanning te zoeken. Zij worden gewikkeld in een woest gevecht met een fruitventer en zijn gedwongen een schuilplaats te zoeken in de portiek van een flatgebouw. Vanzelfsprekend behoort een van de appartementen aan Sally, die juist op het moment dat de matrozen binnenkomen door den woedenden eigenaar uit haar woning wordt gezet, omdat zij reeds ge- ruimen tijd geen huur heeft betaald. Jimmy en Sally worden verliefd op elkaar, maar het ongeluk wil dat hij weer naar boord moet. Hij laat haar achter in een nieuwe woning met voldoende geld en etenswaren, zoodat zij verzorgd is tijdens zijn afwezigheid. Een vleiende dansleeraar, die in hetzelfde ge bouw woont, probeert gedurende Jimmy's af wezigheid, Sally in te palmen. Op een avond dringt hij haar woning binnen en probeert haar over te halen om met hem samen in een dans- concours uit te komen. Sally is echter trouw aan Jimmy en zij tracht den indringer het huis uit te krijgen. Op dit moment belt Jimmy haar op uit San Francisco. Als hij een mannenstem in haar kamer hoort beschuldigt hij haar dat zij hem ontrouw is en belt af. Sally is hierdoor diep getroffen en accepteert het aanbod van den dansleeraar. Intusschen spoedt Jimmy zich naar de stad en begint een woeste speurtocht naar Sally. Hij bemerkt dat hij haar liefheeft in weerwil van het feit, dat hij gelooft door haar bedrogen te worden. Zijn pogingen om haar te vinden worden niet beloond, en hij keert eindelijk naar het matrozen-logement terug. Als hij daar met een half oor naar de radio zit te luisteren, hoort hij de aankondiging van een dansconcours. Wanneer de omroeper echter Sally's naam afleest als een der mededingsters, haast hij zich naar de dansgelegenheid. Na eindelijk binnengedrongen te zijn, wordt hij door eenige portiers op straat gegooid. Een groot aantal matrozen, dat bij het concours aanwezig is, komt hem te hulp. Het resultaat is een heftig gevecht, waarbij alles in het danshuis kort en klein wordt geslagen. Jimmy en Sally weten te ontsnappen en besluiten toch maar te gaan trouwen, terwijl Barnacle Benny weer op zoek gaat naar zijn geliefde blonde Mimmie. Als tweede nummer wordt gegeven: „Nog zes uur te leven". Op een Volkenbondsvergadering te Genève is Kapitein Paul Onslow, de afgevaardigde van de kleine republiek Sylvaria, onvermurwbaar. Hij weigert het eens te zijn met een bepaalde politiek, waarmede alle andere gedelegeerden accoord gaan, omdat hij weet dat het een ramp voor het land dat hij vertegenwoordigt zou zijn. De zitting moet om 12 uur 's nachts opgeheven vt orden en tevens moet het voorstel eenstemmig worden aangenomen. Er wordt overeengekomen hei onderwerp tot 's avonds 11 uur te laten rusten en men hoopt er in dien tusschentijd in Dit mysterie, nee, schrikt U niet, waarde lezers, was geen angstig, sensationeel dectective- drama, geen opwindende, adembenemende spookhistorie.... het mysterie was de heer Jason, sedert drie maanden inwonend bij de weduwe Cools, naar aanleiding van een door haar ge stelde advertentie, waarin gezocht werd een „nette commensaal, b.b.h.h.". Nu. nèt was de heer Jason zonder twijfel, want de weduwe Cools was nog geen cent aan hem te kort gekomen, en, nietwaar, waar vind je dat in den tegenwoordigen tijd. Nee. daar niet van. Nèt was-ie, maar.. die bezigheden, daar zat 'm de kneep. Bezigheden! Had-ie wel bezigheden? O, ja.... in het begin ging hij vrij regelmatig 's ochtends de deur uit en kwam er tegen het eten weer in. Maar na een week of twee zat-ie opeens nage noeg den geheelen dag thuis De schrik was juffrouw Cools om het hart geslagen. Als die nou óók zonder werk kwam... inèns, waar mos je je kostgeld vandaan hale? Maar gelukkig.... ondanks het feit, dat de heer Jason heele dagen dp zijn kamer door bracht, werd de huur prompt betaald, zonder eenige bedenking. Toen kwam de plotselinge catastrophe.... De heer Jason was verdwenen! Zoo maar op een ochtend. Toen de weduwe, na driemaal te hebben geklopt, binnentrad, was de kamer leeg, zijn koffer verdwenen. Op tafel lag een haastig gekrabbeld briefje, waarin hij schreef voor drie weken op reis te moeten. Na dien tijd zou hij terugkomen. En.... het gekste van alles, de huur voor de volle drie weken lag ernaast! Juffrouw Cools' hart klopte heftig van de emotie, en met een heeschen klank in haar stem riep ze: „Piet.... kom'es effe gauw hier." Piet, de eenige zoon, een slungelachtig type met sluik haar, slofte de kamer binnen. „Wat hei' je, moeder?" Zwijgend overhandigde ze hem het briefje en lang duurde het, voor de jongen het had ge lezen. Dan sprak hij, zijn moeder aanziende: „Nou, wat is 't'r nou? Je heb toch je cente!" De weduwe Cools schudde zwijgend het hoofd over zooveel argeloosheid. „Jewel.... jewel.... 'k heb me cente, maar....! en haar stem daalde plotseling eenige toonaarden: „da's géén zuivere I koffie, wat ik je brom!" „Nou, ja.... wat gaat óns dat an?", vond Piet i onverschillig. „Wat?" stoof zijn moeder op. „Wat mijn dat angaat? Alles! 'k Mot toch zekers wete, wie 'k op me kamers heb?" „Nou, dan vraag je 't 'm, als 't'ie terugkomp!" meende Piet met jongensachtig optimisme. „Als 't'ie terugkomp!" hoonde z'rr moeder. „Ja, die zei terugkomme! Nee, leer datvan mijn, jonge, geen man betaalt drie volle weken huur, als 't ie plan helt eerrijk terug te kOmnier Maar ik heb hem allang niet vertrouwd met al zijn pampiere en kaarte! 'k Hou niet van comme- saals, die de heele dag thuis zitte en als maar mense ontvange!" „Maar tóch ken je nou je kamer niet verhure, j moeder!" meende Piet, in wien een zeker recht- vaardigheidsgevoel was ontwaakt. „Nou, affijnwe zelle afwachte!" vond de weduwe en dan, het geld opstrijkend: „dat hebbe we tenminste!" En, het wonderbaarlijke gebeurde. Precies drie weken na dién datum stond de heer Jason voor hun neus. lachend, bruin gebrand door de zon. „En.... was U niet bang, dat ik niet meer terug zou komen?" vroeg hij, juffrouw Cools vroolijk toeknikkend. „Gunst, meheir.... geen oogenblik is 't bij me opgekomme! Hoe ken U dat nou denke! Zoo'n nette man as Uwes! Nee.... daar heb ik geen seconde an getwijfeld!", meende de weduwe in oprechte verontwaardiging. „Hm.... nou, enfin! voorloopig ben ik weer thuis tenminste," en meneer Jason verdween in zijn kamer. En nadien begon het leven weer als voor eenige weken, met dit verschil, dat de heer Jason zoo mogelijk nóg meer bezoek ontving dan eerst. Veel, héél veel bezoek zelfs en vooral.... heeren! Af en toe eens een enkele dame, maar dat was toch een hooge uitzondering. En.... het vreemdste van alles was, ze spraken dikwijls een vreemde taal. Nu was de weduwe Cools niet zoo bar thuis in vreemde talen, maar Piet beweerde, dat het Fransch was en Duitsch. Vooral veel Duitsch! Het verontrustte de weduwe Cools, al deze be zoeken, en bovenals verontrustte het haar, dat ze er niets van kon verstaan. O niet dat ze aan de deur stond te luisteren of zoo, stél je voor! Maar, och.... als het nu nog eens Hollandsch was geweest, allicht had je dan 'eres een enkel woordje opgevangen, niet? Viermaal al was ze, wetende dat er weer zoo'n vreemde snoeshaan bii den heer Jason op bezoek was, plotseling de kamer binnengetreden met een: „Och, guns, meheir. verksekèzeer!" en alle vier de keeren zaten de beide heeren aan tafel, haar tafel, waarop lag uitgespreid een landkaart. Vaak ook lagen ze gebogen over deze kaart en merkten haar binnenkomen nauwelijks op, verdiept als ze waren in de beschouwing ervan. Tot opeens Willem, een broer van de weduwe Cools, haar op een idee bracht, dat haar deed verstijven van schrik. „Mens!" kreet hij op een avond toen ze hem weer een en ander had verteld over de af- geloopen week „méns, weet je wat ik denk? Die mooie meneer Jason van jou... is een spion! Een buitenlandsche spion! Mischien wel van de bolsjewiekie of zoo! Vast!" bevestigde hij dan met nadruk. „Die mense zitten over de heele wereld! En vandaar natuurlijk die bezoeken allemaal van die buitenlanders." Juffrouw Cools trilde op haar stoel. „Zou je denke? Mens. mens.... watte tijd.... watte tijd!" zuchtte ze dan, en zich tot haar broer wendend: „Maar wat mót je daar dan mee?" „Zet 'm d'r uit!" adviseerde deze. „Jij hebt makkelijk prate!" vond weduwe Cools. „Tachtig guide in de maand gooi je maar niet zóó weg en dan.... je weet ommers niks zeker!" protesteerde ze, haar inkomen bedreigd ziende. „Dan mot je '1 zelf wete!" mokte Willem, „maar als je de lucht invliegt vandaag of morrege hoef je bij mij niet Sn te komme!" Twee dagen nadien werd er gebeld. De weduwe Cools, reeds gewend aan de stereotiepe vraag: „Herr Jason da?", of „Herr Jason zu Hause?", een vraag, die ze dan door- traarre wish te herralwanrrU n met- „Komme Sie maar Obe!", waarna ze den bezoeker met veel „Biete, Biete" haastig de kamer inloodste, was hoogst verwonderd, ditmaal de vraag te hooren gesteld in correct Hollandsch. Nauwelijks had ze den bezoeker dan ook binnengelaten of haastig begaf ze zich naar de keuken, waar Piet, met de ellebogen op tafel gesteund, een boek zat te lezen. „Gauw, Piet! Gaan 'es mee! D'r is een Hol lander... nou kenne we hoore, in de alcoof!" en zenuwachtig duwde ze hem voor zich uit, het donkere hokje binnen, waar ze, aandachtig ieder een oor tegen de tusschendeur gedrukt, luisterden. In de kamer besprak de heer Jason met Z'n bezoeker, beiden diep over de landkaart gebogen, de nieuwe vacantiereis voor de komende Paasch- dagen, met een gezelschap, waarvan de heer Jason.leider was!! En toen hij z'11 bezoeker na de inschrijving had uitgelaten, glimlachte hij verheugd. Het was geen kwaad idee van hem geweest, dat samenstellen van vacantiereizen voor buiten landers.... dit was de dèrde al in die paar maanden1 geslaagd te zijn, Onslow van gedachte te doen veranderen. Intusschen luistert Valerie von Sturm en haar verloofde Karl Kranz door de radio naar de zitting. Valerie vat een malle verliefdheid op voor Onslow door de charme die uitgaat van zijn stem en vaderlandsliefde. In weerwil van de protesten van haar vader en Karl, besluit zij met een auto naar Genève te rijden en Onslow te vragen als gast zijn intrek te nemen in het kasteel van haar vader. Zij is woedend op de vijandige menigte die zich om haar wagen ver dringt, wanneer zij met Onslow het paleis verlaat. De diplomaat wordt het slachtoffer van de charme van het meisje en op haar verliefd. Twee revolverschoten, op de auto afgevuurd, treffen wel niemand, maar het herinnert hen er aan dat Onslow een politieke positie bekleedt. Bij hun aankomst op het kasteel treffen zij daar Professor Otto Bauer, die beweert een uit vinding te hebben gedaan, waardoor hij een doode weder tot het leven terug kan brengen. Het eenige bezwaar is echter dat het hem nim mer gelukt is zoo iemand langer dan 6 uur in het leven te houden. De wederzijdsche liefde tusschen Valerie en Onslow wordt sterker en Valerie haalt hem over zijn ontslag in te dienen. Als hij zijn ontslag aanvraag zit te schrijven dringt iemand zich in zijn kamer, die hem worgt. Professor Bauer krijgt thans een geschikte gelegenheid om zijn uitvinding te toetsen. Het experiment slaagt schitterend en Onslow kan nog zes uur leven. Diens inzichten zijn thans echter geheel veranderd. Hij zwijgt over alles wat op het kasteel gebeurd is. Hij probeert onder het diner Valerie en Kranz weder tot elkander te brengen, spoedt zich naar de con ferentie, waar hij zijn afwijzend besluit geeft en daarmede zijn land redt, waarna hij onder vier oöfjen zijn aanrander van moord beschuldigt. Dan haast hij zich terug naar het kasteel, ziet Valerie nog een oogenblik en overtuigt zich dat haar geluk bij Kranz ligt. Dan zijn de zes uren om, en voor de tweede maal verzinkt hij in i vergetelheid. Bevallen: J. M. Jansen—v. Bakel z.; G. v. d. PolsMostert d.; M. E. HoogensteinBrouwer d.; J. A. M. PietersRuysenaars z.; P. E. M. NunninkMooren z.E. BusZwart z.A. VenietKoe d. Overleden: Arie v. Boven 39 j., ongeh.; A. M. Vogels 84 j., wed. J. B. v. Vueren; A. Brun- sting 79 j. 'N VEILIGHEIDSMAATREGEL. De zaken in het circus gingen al slechter en slechter en de inkomsten daalden met den dag. Tenslotte hing de kassier een bordje aan zijn kassa, waarop hij mededeelde, dat de salarissen der artisten zouden betaald worden zoover de middelen toereikend waren, naar alphabetische volgorde. Nauwelijks was dit bekend of Zero, de sterke man, vervoegde zich bij den kassier. „Ik kwam u even mededeelen dat ik mijn naam veranderd heb," ~,Zoo? En hoe heet u dan in liet vervolg?" „Achilles!" TV ,A be\°' do° te ,eb' .MC keV- vMebs' te üV- \ete te qed.oude gracht 88 ABONNEMENTSPRIJS HAARLEM f 1.25 p. halfj. bij voor- .telefoon 10144 uitbetaling te voldoen Opruimen van onnoodige dingen vergemakkelijkt het werken!! Heel veel vrouwen kunnen moeilijk afstand doen van verschillende dingen, hoewel zij deze toch niet meer noodig hebben. Iedere doos, groot of klein, wordt bewaard, fleschjes, busjes, om niet te spreken van kleeding- stukken en oude schoenen, die „misschien" nog wel eens dienst kunnen doen. Véélal doet men dit of dat niet weg, omdat men het „zonde" vindt en het gevolg van zoo'n bewaarmanie is, dat men kasten, laden en doozen vol rommel heeft, die géén nut hebben, doch véél werk geven. Meerdere bergruimte wordt zelfs aangeschaft in den vorm van kasten of kisten en men weet op 't laatst niet meer, waar met alles te blijven. Alles van dien aard kan voorkomen worden, indien de huisvrouw practisch en met overleg te werk gaat. Menige vrouw denkt met angst en beven aan het eerste en noodzakelijke schoonmaakwerk, n.l. de zolder!!! Hoevéél hoofdbrekens niet alleen, maar hoe véél kostbare tijd gaat hiermede niet verloren! Kasten, koffers, kisten, alles zit vol, propvol, voor het meerendeel met dingen die het bewaren niet waard zijn en moeten stuk voor stuk uit- geborsteld en of gelucht worden. Meer nog, alle hoeken en gaten zitten volgepakt met dat gene, wat in de huishouding niet meer gebruikt kan worden: stoelen, tafeltjes, beddegoed, ja, menige zolder heeft véél weg van een „Manusje van Alles". Is dat noodig en nuttig? Wij moeten hierop uit den grond van ons hart antwoorden: „Neen". In de eerste plaats worden vele kleeding- stukken bewaard, zonder doel, die nog heel goed gebruikt zouden kunnen worden, door hèn, die niets hebben. Kan men de japonnen, mantels, heerencostu- mes of wat het dan ook wezen mag, vermaken voor kinderen, dan gaat dit indien de financiëele toestand dit vereischt vóór, doch anders aan vaarden de vele kleeren-coniité's dankbaar het niet meer gebruikte. Ons eerste werk. Ons eerste werk met den zolder-schoonmaak zal dan moeten zijn het grondig nazien van al datgene wat al dan niet bewaard moet worden, waarbij wij ons niet door overdreven gevoelens van zuinigheid moeten laten leiden. Nu door de groote opruiming koffers en kisten vrij geworden zijn, gaan we onze kasten eens aan een grondig onderzoek onderwerpen. Zomerkleeren worden hierin opgeborgen, bad pakken, in één woord, alles wat men des winters niet gebruikt. Het vergemakkelijkt het geregeld onderhoud van de kasten, terwijl de kleeren tevens beter bewaard blijven. Winterkleeren vereischen speciale zorg, om dat de motten hier een dorado vinden om hun eitjes te deponeeren en de larven zich gaarne voeden met de zuivere wol. Ook bont kan men zonder meer niet opbergen, doch moét liefst in motvrije zakken bewaard worden. Kostbare bontmantels kan men beter vak kundig laten bewaren, b.v. bij den bontwerker. Oude schoenen, voor zoover zij niet bruikbaar zijn, gooit men weg, terwijl kousen en sokken, die versleten zijn, evenals handschoenen, kunnen dienen om bij diverse huiselijke werkjes gebruikt te worden. Zoo'n oude kous met wat slaolie vet gemaakt, geeft aan het fornuis zoo'n mooien glans, nadat het met spons en zeepsop afge nomen is, terwijl een andere kous bevochtigd wordt met petroleum, waarmede nikkelen en koperen kranen worden schoongemaakt. Zijn wij tenslotte zoover genaderd met onze schoonmaak, dat de boekenkasten een beurt krijgen, dan zullen wij hieronder vele oude boeken vinden, waaraan wij niet zóó gehecht zijn, dat wij ze niet willen missen. In zieken huizen is veelal zoo'n gebrek aan lectuur, dat we meiiigen zieke een weldaad bewijzen met het lezen van een goed boek. Hetzelfde geldt voor tijdschriften, ook deze kunnen zóóveel menschen uren van vergetelheid geven. Brieven bewaren is een euvel, waaraan ook vóóral de heeren der Schepping lijden- Zij kun nen toch, nog minder dan vrouwen, afstand hiervan doen en bewaren alles en nog wat. Indien zij het noodig en wenschelijk achten hieraan de hand te houden, waarom dan geen PRACTÏSCES JAPON VOötf WERKENDE VROUWEN. 2059 De eisohen, die aan een japon gesteld wor den, die men veel moet dragen, zijn, dat deza eenvoudig en prac tisch moet zijn, maar tevens goed kleedt. Wij meenen dat bijgaand mo del, gemaakt van effen stof of vel vet met los garni tuur hieraan vol doet. Als afwisse ling worden ver schillende garnitu ren gemaakt, ter wijl men hierbij de gehaakte of gebrei de niet mag ver geten, die zoowel in fijne ala angora wol worden uitge voerd. In het rechte voorpand wordt 'n split aangebracht, dat omgebiesd of gefestonneerd wordt en met knoopjes en lusjes sluit. De postuur naad aan de schou ders zorgt voor da noodige boven- ruimte, terwijl op verzoek het pa troon van kapjes voor den bovenarm, ter ver breeding van den schouderlijn wordt gegeven. De rok heeft vier banen, terwijl de beide zijbanen een tuitvormig opgestikt zakje laten zien. Patronen zijn ln alle maten te verkrijgen en kunnen aangevraagd worden onder Nr. '2059. Prijs ƒ0.58. ONS MODEBLAD KOSTELOOS. Met de toezending van de modebladen is thans een aanvang gemaakt. Het doet ons plezier, dal zooveel dames ons nu reeds per brief of telefoon haar ingenomenheid met het nieuwe nummer be tuigden, dat er inderdaad ook wezen mag. Het schijnt, dat de talrijke gegevens en goede wenken bij het zelfmaken van kleeren in dezen crisistijd zeer in den smaak vallen. Een beperk! aantal exemplaren van het geslaagde modeblad is nog gereserveerd voor dames die dit interes sante blad tot nu toe verzuimden aan te vragen Na inzending van een postzegel van 6 cent voor verzendingskosten aan het adres van de Moderedactrice van dit blad, Roelofsstraat 109, 's-Gravenhage, wordt U een exemplaar geheel KOSTELOOS toegezonden. 92 Briefordners aangeschaft en alles naar letter op geborgen? Langzaam maar zeker gaan we verder met onze schoonmaakwoede en komen onze woon kamers aan de beurt. Hoeveel overtollige stof nesten, vazen en vaasjes, enz. staan hier niet verspreid, die ook bij de dagelijksclie beurt niet vergeten mogen worden? Kunnen wij hiervan niet veel wegdoen of desnoods op een kast plank bewaren en ziet onze kamer er zonder deze onnoodige franje eigenlijk niet véél ge zelliger uit? Wij krijgen veelal met verschillende gelegen heden zooveel dingen, vooral vaasjes die in het geheel niet bij de omgeving passen, zoodat men wel eens in kamers komt, die meer op musea gelijken dan op practisch ingerichte woon vertrekken. We zullen den moed hebben met den ouden sleur te breken en moeten een wérkelijke groote schoonmaak houden door alle „overtollige bal last" op te ruimen, zoodat wij in een tijd als thans, waarin vele huisvrouwen het geheel of gedeeltelijk zonder hulp moeten doen, gemakke lijker krijgen. Door overleg kan zelfs een vrouw, die een groot gezin heeft te verzorgen niet alleen, doch tevens zelf moet werken, zich het leven veel gemakkelijker maken en tijd sparen, dien zij op aangenamer wijze kan benutten en we weten het allen: „Tijd is geld".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1934 | | pagina 3