Iruus knopper AVONTUREN VAN JOOSJE PINDA EN PIETJE ROET kinderfoto's je i ARTISTIEKE AFWERKING werpringen predikbeurten. binnenlandsch weekoverzicht 2 DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT ORIGINEELE Ij. V. GOYENSTR. 26 - Telef. 29080 thans weer verkrijgbaar a 22 cent alleen in de „Heemsteedsche TIP-TOP" RAADHUISSTRAAT 90 Zondag 22 April. Gereformeerde Kerk, Koediefslaan. V.m. 10 uur: Ds. Dondorp. N.m. 5 uur: Ds. Dondorp. Vrijzinnige Jongeren Kerk. Theosoïia-Stichting, Nassauplein 8. N.m. 19.30 uur: Dr. H. Faber. Ned. Herv. Kerk, Wilhelminaplein. V.m. 10 uur: Ds. Barger. Kapel Nieuw-Vredenhof. Joh. van Oldenbarneveltlaan. V.m. 10.30 uur: Ds. Briët. Collecte voor de Wijkgebouwen. VERGADERING KERK EN VREDE EN VROUWEN-VREDESBOND. Bovengenoemde vereenigingen hielden Vrijdag avond een vrij goed bezochte vergadering in het gebouw van den Ned. Protestantenbond. Na een korte inleiding van den voorzitter van Kerk en Vrede voerde allereerst het woord Ds. Padt met als onderwerp: „In de loopgraven van het Vredesfront". Spr. begon te zeggen dat het thans met den strijd tegen den oorlog nu al zoover is gekomen dat wij van een aanvals oorlog zijn overgegaan naar de loopgraven. Wij hadden gedacht aan een wereld zonder oorlog, maar thans moet „Kerk en Vrede" loopgraaf na loopgraaf prijsgeven. Beteekent dit, dat het voor ons een verloren strijd is? Kerk en Vrede weigert dit te gelooven. Wie een zaak in principe prijs geeft is verloren, maar wij willen niet ten ondergang gedoemd worden, maar blijven gelooven in de roeping die ons is opgelegd. Er is verschil in anti-militairisme en pacifisme. Men wil beweren, zegt spr., dat als de oorlog' verklaard is, men deze noodgedwongen moet aanvaarden. Maar wij getuigen dat wij onver zoenlijk zijn en dat, ingeval van oorlog, op de leden van Kerk en Vrede niet te rekenen is, omdat wij er van overtuigd zijn dat het een misdaad is. Wat is tragiek, vraagt spr. En dan antwoordt hij, een ideaal te bezitten, en met dat ideaal ten onder te gaan, omdat men met de geheele wereld geen raad weet. Dat men het vredes- ideaal lief heeft, maar tengevolge van andere tijdsomstandigheden meent, niet zijn idealen trouw te kunnen blijven. Maar dat wordt dan de ondergang van onszelf. Er gaat een vloedgolf van nationaliteit over ons, vooral over de jeugd. Soms voel je je als een verdoolde, door allen verlaten, zegt spr. En dat komt door een groeiende mentaliteit, die ztjt dat je 'geen persoonlijke verantwoordelijk heid hebt, dat je bent voor het vaderland. Het vaderland is het door God gegeven pand, en je hebt het te verdedigen. En als in een zeker land de doodstraf bestaat, moet ik mij dan als beul beschikbaar stellen, vraagt spr. Door de dingen zoo te zeggen, vervolgt spr., jaagt men de menschen in het harnas. Kerk en Vrede echter moet ze zóó zien, dat het een verraad is aan de kerk, het verraad aan ons allerdiepste en allerhoogste als wij aan een be trekkelijk alles ten offer brengen. Is er één collectiviteit waarvoor U dit doen mag? Is dit niet een verraad aan den mensch, aan de Christenheid, aan God? Men zegt „het moet". Maar daartegenover staat het geweten. Waar is het Christendom? Met Luther wil spreker zeggen „ik kan niet anders". Desnoods persoonlijk ondergaan. Als wij het aandurven, dan hebben wij een toekomst en dan heeft ook de wereld een toekomst. De heer Freddie Schure als 2e spreker had als onderwerp: „Hebben wij ons vergist". Spr. moet getuigen dat het aantal strijders in Kerk en Vrede niet vooruit gaat. Maar dan haalt hij als voorbeeld aan üidion, die a'IIeen met zijn ge trouwen ten strijde ging en met een handjevol de Midianieten versloeg. God kon verlossing brengen door een klein legertje. Spr. brengt in herinnering het blijmoedige optimisme dat heerschte kort na den oorlog. Maar de blijmoedige pacifisten kunnen zich nu afvragen „Hebben wij ons vergist". Gaat het toch weer naar een wereldstrijd? Nationale ontwapening was eenige jaren ge leden het slagwoord, maar de kleine volken zeiden, voor ons geeft het niet, de grooten zeiden: Wij kunnen niet. De vredesbeweging heeft de jongeren voorgehouden de gruwelen van den oorlog, en zij die dachten dat de men schen wijzer waren geworden, moeten nu anders denken. Spr. schetst uitlatingen van jongeren, die veel heftiger zijn dan de anderen van vroeger. Wij hebben gedacht een sterkere macht te vormen dan de voorstanders. En wij hebben gekregen de dictatuur. In onzen deniocratischen tijd krijgt een volk een regeering die zij verdient. De dictatuur is mogelijk geworden omdat in den mensch een andere geest is gekomen. Is onze vergissing niet geweest het feit dat wij te veel gebouwd hebben op den mensch? Maar dan blijkt duidelijk dat dat beroep moet gedaan worden op God en zijn Koninkrijk. Wij zijn. verder van de vredesidealen af dan Het aftreden van Minister Verschuur. Minister Dr. Colijn voorloopig plaats vervanger. Toestand Zuiderzeewerken. De bloeiende Betuwe. „De Zeven Provinciën". In parlementaire kringen heeft men met leed wezen kennis genomen van het bericht, dat Minister Verschuur aan Hare Majesteit de Koningin ontslag uit zijn ambt heeft verzocht. Hij heeft dit gedaan op medisch advies, dus om gezondheidsredenen. Naar de Minister persoon lijk heeft medegedeeld is hij gedurende drie weken onder behandeling geweest van Dr. A. Geesink, voor een uretersteen, die oorspronke lijk vier centimeter van de blaas verwijderd was. Dank zij een veelvuldige astoscopische behande ling in verband met Röntgenologische opnamen is men erin geslaagd den steen lager te brengen, zoodat operatief ingrijpen niet noodig was. Tenslotte is Dr. Geesink er zelfs in geslaagd om met instrumentale middelen den steen geheel te verwijderen. Echter is minister Verschuur door de kolieken en de geheele behandeling zeer ver moeid. Op advies van zijn geneesheer neemt hij gedurende geruimen tijd rust en zal zich voor herstel van zijn gezondheid waarschijnlijk naar Royal in Zuid-Frankrijk begeven. Het heengaan van dezen minister is zoowel voor de Regeering als voor het volk een groot verlies. In 1929 is hij aan het bewind gekomen en heeft dus een lang niet gemakkelijke periode voor ons economisch en sociaal bestel meegemaakt. Als minister van economische zaken moest hij natuurlijk een groot deel van alle moeilijkheden voor zijn rekening nemen. Hij heeft zich echter met allen ernst aan zijn werk gewijd en zich zoo goed mogelijk van zijn lang niet gemakkelijken taak gekweten. Algemeen heeft hij bewondering weten af te dwingen door het groote inzicht, dat li ij aan den dag legde bij moeilijke vraagstukken, door zijn enorme werkkracht en de rustige evenwichtig heid van zijn beleid. Naar verluidt, zal men in verband met het aftreden van minister Verschuur de voorge nomen reis van Minister-President Dr. Colijn niet doorgaan. Naar men weet, zou hij deze reis ondernemen om verschillende onderhandelingen te houden met het Indische bestuur over het financicele beleid. Volgens de laatste berichten uit parlementaire kringen zal Dr. Colijn, thans belast worden met de waarneming ad interim van het departement van economische zaken. Hem slaat hier geen gemakkelijke taak te wach ten. De economische vragen zijn talrijke. Het probleem der werkloosheid is bij lange na nog niet voldoende opgelost. Er zijn bovendien tal- looze bedrijven, die om regeeringssteun vragen, of waar ingrijpende veranderingen of verbete ringen noodzakelijk zijn. Een sprekend voorbeeld hiervan is wel het visscherij-bedrijf te IJmuiclen. Door het hier ingevoerde monopoliestelsel zijn verscheidene schepen opgelegd, en, waar enkele visschers zoodoende nog behoorlijk kunnen ver dienen, zijn vele anderen tot werkloosheid en de daarmee gepaard gaande armoede gedoemd. De nood der bevolking is daar wel ten top gestegen, mede door niet afdoende contingenteerings- maatregelen der regeering. Men heeft zich reeds herhaaldelijk tot de overheid gewend en ten slotte zelfs in opperste wanhoop het roerende telegram gezonden- „Redt IJmuiden!" Groote moeilijkheden baart thans ook de drooglegging der Zuiderzee, Er bestaat zelfs de groote mogelijkheid, dat men den arbeid zal moeten stopzetten. Blijkens het voorloopig ver slag der Eerste Kamer over de begrooting van het Zuiderzeefonds 1934 hebben vele leden ernstige bezwaren gemaakt. Oorzaak hiervan is voornamelijk, dat de resultaten van den Wieringermeerpolder in het geheel niet mee vallen. Het land schijnt hier niet voldoende te zijn ontzilt en kan derhalve niet in de ge- wenschte mate voordeel opleveren. Het logische gevolg hiervan is, dat er weinig aanvraag naai de in erfpacht uit te geven gronden bestaat. De Staat zou hierdoor misschien wel tot grootere offers worden verplicht dan aanvankelijk werd verwacht. Hierbij komt, dat op ander gebied, b.v. in den landbouw, de toestanden be- iivkkelijk ongunstig zijn, hetgeen ongetwijfeld van invloed is op de opbrengsten der toe komstige polders. Men zou dus zeker beter doen de uitvoering der verdere drooglegging voor eenige jaren op te schorten, totdat ook op land bouwgebied gunstiger verhoudingen zijn inge treden. Bovendien is dit werk, hoewel grootsch, niet absoluut noodzakelijk; uit een oogpunt van werkverschaffing zou liet veeleer aanbeveling verdienen om den wegenbouw en boschcultuur te bevorderen. Hierbij immers kunnen talrijke men schen werk vinden bij werken, die voor den gunstigen toestand in ons land alleszins nood zakelijk zijn. De groote uitgaven aan arbeids- loonen, die hier ongetwijfeld noodzakelijk zijn, zouden goed besteed zijn en waarschijnlijk vol doende voordeelen opleveren. Het is maar gelukkig, dat de natuur zich van den ongunstigen toestand op economisch gebied niet erg veel aantrekt. Althans niet zooveel, dat zij het volk van Neerland haar karakteristieke lente-vreugde ontneemt. Wij kunnen welhaast zeggen, integendeel. Want niet alleen zijn het de bollenvelden, die stroomen van menschen tot zich trekken, het zal niet lang meer duren, of ook de Betuwe staat in vollen bloei. Reeds zijn de eerste bloesemberichten van daaruit binnen gekomen. Door het zachte, ja, vaak zelfs zomersch-warme weer der laatste dagen en door de frissche lenteregens zijn de kersenboomen reeds uitgekomen en prijken nu in hun teere bloesempracht. Wanneer dit zachte weer aanhoudt zullen langzamerhand de peren, de meikersen en het vroege fruit dit voorbeeld wel spoedig volgen. Men kan dan waarschijnlijk op het einde van deze week al van veel bloesemweelde in de Betuwe genieten. Doch ook uit Zuid-Limburg en Hoorn komen gunstige berichten. De A.N.W.B., die natuurlijk als altijd ook nu weer als de kippen erbij is, heeft ten gerieve van den te verwachten stroom van bezoekers een gidsje met overzichtskaartjes samengesteld, waarbij tevens verschillende inlichtingen en beschrijvin gen over eventueel te maken tochtjes. Met een kleine wijziging zouden wij hier kunnen zeggen: met het A.N.W.B.-boekje in de hand, komt men door het gansche bloeiende land. In ieder geval wordt het ons op een bijna Amerikaansche wijze gemakkelijk gemaakt, de Betuwe e.d. te „doen". Ook over sensatie heeft Nederland niet. erg te klagen. Het drama op de Reeuwijksche plassen, dat in geheimzinnigheid bijna niet onderdoet voor den moord op den Franschen raadsheer Prince, is nog bij lange na niet opgehelderd. De politie heeft bereids eenige sporen gevonden, die zij met een waar speurhonden-enthousiasme volgt. Hoewel het „ongeluk" reeds een behoor lijken tijd geleden^ebeurd i^;, zijn er thans tal- rijke omwonenden, die met verklaringen aan komen over het een of andere voorVal uit dien tijd, dat wel eens niet geheel in den haak kon zijn. Het is toch maar gelukkig, dat de men schen over het algemeen over zoo'n goed ge heugen beschikken. Vooral in rechtszaken is dit wel noodig. Behalve een goed geheugen is echter een groote dosis geduld geen overbodige luxe. Het sleepende proces-Onnes loopt nu eindelijk op zijn einde. Dat werd wel tijd ook! In Indië stelt men nog steeds groote belang stelling in de behandeling van het laatste deel in het proces der „Zeven Provinciën". Het getuigenverhoor gaat langzaam maar zeker voort. Erg veel spanning zit er echter niet in. Beklaagden en getuigen zijn over het algemeen nog al erg eendrachtig in hun verklaringen. Van een bepaalde schuld kan hier niet direct sprake zijn. Ieder voor zich heeft gedaan wat hij goed dacht en de leiding was ook aanwezig, alleen daar merkte men niet veel van. voorheen; het verstand heeft gefaald, men heeft dit gebruikt om de oorlogsmiddelen te perfec- tioneeren. Spr. citeert verschillende uitspraken van legerleiders, waaruit blijkt, dat in den komenden oorlog alleen aanvallen van belang is. Het vaderland! Dit heeft, zegt Spr., vele twijfelaars gebracht. In dit verband hekelt spr. het besluit der S.D.A.P. op het Paaschcongres, dat*nu aanvaardt den verdedigingsoorlog, omdat naar het heet de democratie in gevaar kan komen. Wij moeten tot onze smart constateeren dat de groote partijen gelijkgeschakeld zijn. Wij weten dat de oorlog ons brengt naar den chaos van leugen en dood. En hebben wij ons vergist, volg dan Hem, die zegt: Ik ben de waarheid en het leven, lil Hem alleen is hoop voor onze wereld. Daarom niet wanhopen, maar de kruisbanier volgen. Dan zijn wij blind in de toekomst, maar ziende in het geloof." De voorzitter dankte beide sprekers en spoor de de aanwezige dames aan om op Hemelvaarts dag mede op te rukken naar den Haag, om door een stillen rondgang te getuigen van den vredes wil van Kerk en Vrede en Vrouwenvredesbond. BADHUIS HEEMSTEDE. In het Badhuis aan de Postlaan werden in de J week van 9 tot en met 14 April genomen 725 douchebaden en 40 kuipbaden. Aan 31 kinderen werd een gratis schoolbad verstrekt op Woensdagmiddag van 2 tot 4 uur. Van de gelegenheid tot kosteloos baden op Woensdagavond tusschen 5 en 8 uur werd door 50 volwassenen gebruik gemaakt. VOOR HET NEDERLANDSCH FABRIKAAT. Bij de algemeene propaganda, uitgaande van het Nederlandsche fabrikatenhuis, werd hier Donderdag een bezoek aan Heemstede gebracht. Voor deze gelegenheid was beslag gelegd op de groote zaal van het R.K. Vereenigingsgebouw, waar langs de drie wanden stands waren ge plaatst met de meest uiteenloopende gebruiks artikelen, benevens schoenen, babykleeding, tricotgoederen, voorwerpen van tin, garens voor handwerkjes, keukengereedschappen, genots- en nog vele andere artikelen, alles van echt Hollandsch fabrikaat. In de middagbijeenkomst was de belang stelling, zoo niet direct slecht, maar toch te gering voor zulk een voor Nederland belangrijke zaak. De heer Bom, propagandist van het fabri katenhuis, zeide in zijn voorwoord het zeer te betreuren, dat de zaal niet geheel gevuld was. Reeds 5 jaar, aldus spr., voeren wij onze pro paganda voor ons eigen fabrikaat, en nog altijd hebben wij een groot gehoor gehad. Meer en meer blijkt echter, dat daar waar eenige wel vaart heerscht, men minder voelt voor Hol landsch fabrikaat en het bestrijden van de werkloosheid in eigen land. Wat kunnen wij doen als verbruikers om de welvaart in eigen land te bevorderen? 1.200.000 inwoners leven thans van den steun, een beduidend aantal, waar Nederland veel van te duchten heeft. Het beteekent een geweldige materieele schade, maar wie zal schetsen de zedelijke verwoesting onder de werkloozen. Met cijfers toont spr. aan de geweldige bedragen die als werkloozensteun moeten worden opgebracht. En toch koopt men, bewust of onbewust, niet- Nederlandsche producten, terwijl, als men uit sluitend Nederlandsche producten kocht, daar mede duizenden aan werk zou helpen. Minister Verschuur, aldus spr., zegt, dat het Nederlandsche volk zijn eigen artikelen niet kent. Ook de winkelier zelf begrijpt niet dat plm. 400.000 vroegere klanten nu werkloos zijn en niet meer kunnen koopen. Maar als zij geen Nederlandsch fabrikaat willen verkoopen, Iaat de clientèle er hen toe dwingen! Verschillende artikelen, niet enkel van kar petten, tricotstoffen en schoenen, maar ook van de schijnbaar minder belangrijke artikelen laat spr. de revue passeeren, er tevens bij aan- toonend. dat als wij die artikelen, die evengoed en goedkoop door Hollandsche industrie geleverd kunnen worden, koopen, wij zelf medewerken om de werkloosheid op te heffen. Na een korte pauze, waarbij de bezoekers in de gelegenheid gesteld werden de verschillende stands te bezichtigen, en waarbij dames bestel lingen opnamen, die dan via hun winkeliers zullen uitgevoerd worden, sprak de heer Born nog enkele dankwoorden voor de groote animo die er reeds thans heerschte onder de aan wezigen, gezien hun groot aantal bestellingen. Hiermee is een begin gemaakt aan de pressie die het publiek op de winkeliers kan uitoefenen. Tenslotte deed spr. een beroep op de ouders om'hun' kinderen te gaan wennen aan de idee „Hollandsch fabrikaat". Leer ook, aldus spr., ais U straks een uitstapje maakt, uw eigen land kennen, maak gebruik vau uw eigen spoorwegen. Geef Nederland zijn ver loren welvaart terug. Help verder mee om ook hier in Heemstede verlost te worden van de groote werkloosheid, die zonder uw hulp nog grooter zal worden. Tenslotte had er onder hen die enkele bestel lingen deden een gratis verloting plaats. Des avonds had een tweede bijeenkomst plaats. Nu was de zaal zeer goed bezet en de talrijke aanwezigen luisterden vol belangstelling naar de rede van den heer Born, die zeker velen gewonnen heeft voor „Nederlandsch Fabrikaat". ELECTRISCH LASSCHEN. Op Donderdag 19 April a.s., des avonds haff acht, zal de' heer S. G. F de Lange van de Philipsfabrieken in het gebouw der Middelbaar Technische School te Haarlem een lezing houden over electrisch lasschen met den lasch- gelijkrichter. Na de lezing zullen met dit appa raat laschdemonstraties worden gegeven. Tot bijwoning dezer interessante bijeenkomst worden alle belangstellenden uitgenoodigd. GEVESTIGDE GEZINSHOOFDEN TE HEEMSTEDE. Opgave van 17 April 1934. L. C. H. Hartman, Spaarnzichtlaan 29. G. H. J. van der Molen, Roemer Visscherplein 11. M. Ockeloen, H. de Grootlaan 2. P. W. J. van Assenbergh, Asterkade 31. Jb. Boon, Camplaan 34. B. P. Buhrs, Heemst. Dreef 50. - Wed. P. A. de Freytag, Rijnstraat 21. Wed. J. J. J. Paternostre, Roemer Visscherplein 15. N. A. van der LelyHonig, Heemst. Dreef 265. A. Schagen, P. Aertszlaan 1. F. J. van Thiel, Jac. van Campenstraat 43. C. H. Wolbers, Sportparklaan 31. EEN ZILVEREN JUBILEUM Men schrijft ons: Den 15den April was het 25 jaren geleden, dat de heer C. j. Oostenrijk als leerling-Diacoon in de inrichting „Meer en Bosch" zijn werk begon. Na zijn opleiding in de ziekenverpleging, en later als Godsdienstonderwijzer eter Ned. Herv. Kerk, te hebben voltooid, werd hem van liever lede meer, door den toenmaligen Predikant- Directeur, Ds. G. Barger Ezn„ de verzorging van de geestelijke belangen der patiënten toever trouwd. Die hem in dezen arbeid hebben mogen gadeslaan, weten hoe Broeder Oostenrijk is gebleken te zijn, de rechte man op de rechte plaats. De veelzijdigheid van zijn gaven, ge- evenredigd aan de bescheidenheid van zijn optreden, hebben hem de harten doen winnen. Als secretaris van de Broederschap van Dia konen bekleedt hij in dien kring een belangrijke bestuursfunctie; bovendien is hij voorzitter van verschillende patiëntenvereenigingen, die onder zijn toegewijde leiding tot grooten bloei gekomen zijn. Zijn prediking is velen tot rijken zegen. Zondagmorgen werd hij in de kapel van „Sarepta" te Haarlem toegezongen en na afloop van den dienst, dien hij leidde en waarbij ook zijn gezin vertegenwoordigd was, door de Be sturende Zuster toegesproken. Namens patiënten en zusters werd hem een mooie klok als aan denken overhandigd. De officieele herdenking van dit sympathieke jubilé op „Meer en Bosch", is bepaald op Woensdag 18 April; 's morgens om 10.15 uur hoopt Bestuur en bevolking van „Meer en Bosch" in de kapel „Irene" Broeder Oostenrijk te complimenteeren, terwijl er 's middags tus schen 3 en 4 uur in de Stichting gelegenheid zal worden gegeven den jubilaris te komen gelukwenschen. PROPAGANDA-AVOND V.P.R.O. Op initiatief van het Comité ter behartiging van de belangen van den V.P.R.O., bestaande uit de leden Ds. D. Drijver, Dr. A. H. Haentjens, Ds. H. J. Kastein, W. H. Goebertus, J. Feisma, Th Blikslager, Mej. A. B. van Slee, Mej. M. C Spoor, K. Ph. Nonhebei, C. Sant, A. C. Hune- man, heeft Vrijdag 27 April a.s. een propaganda- avond plaats in de Luthersche Kerk, Witte Heerenstraat 20, Haarlem, waar alle belang stellenden hartelijk welkom zijn. Op het programma staan als sprekers vermeld: Prof. Ir. W. Schermerhorn, bestuurslid van den V.P.R.O. en Dr. G. C. van Balen Blanken uit Bovenkarspel, voorzitter van het Historisch Genootschap oud-West-Friesland, die o.a. in West-Friesch dialect zal voordragen. Muzikale medewerking wordt verleend door To van der Sluys, sopraan en Herman Nieland, orgel. De zangefes zal o.m. eenige oud-Hol- landsche liederen ten gehoore brengen. Tenslotte vermelden wij, dat de avond zal worden geopend en gesloten, resp. door Ds. H. J. Kastein, voorganger der Vrijz. Hervormden en Ds. D. Drijver, Ev. Luthersch Predikant alhier. Overigens verwijzen wij naar de advertentie in dit blad. OVERZICHT DER WERKLOOSHEID. Bij het plaatselijk orgaan der arbeidsbemidde ling kwamen in den loop dezer week 300 aan biedingen in van werkzoekenden, t.w.: 36 grondwerkers, 1 metselaar, 5 schilders, 18 timmerlieden, 13 opperlieden, 81 bloemistarbeiders, 83 losse werklieden, 10 metaalbewerkers, 4 kantoorbedienden, 2 bouwkundig teekenaars, 2 hakkers, stucadoors, 45 werkzaam in andere beroepen. VERKEERSONGEVALLEN. Op de Camplaan hoek Heemsteedsche Dreef had een aanrijding plaats, doordat de bestuurder van een vierwielig motorrijtuig, genaamd L. R. S„ den bestuurder van het vierwielig motor rijtuig, genaamd P. S„ komende van rechts geen voorrang had verleend. Beide motorrijtuigen werden niet ernstig beschadigd en konden op eigen kracht verder rijden. Persoonlijke on gelukken vonden niet plaats. Door de politie werd proces-verbaal opgemaakt. Tijdens het drukke verkeer Zondag op den Heerenweg, ontstond er een kleine aanrijding ter hoogte van het kruispunt HeerenwegLaan van Rozenburg tusschen eenige op elkaar loopende motorrijtuigen, tengevolge waarvan twee dezer motorrijtuigen licht werden bescha digd. Persoonlijke ongelukken hadden daarbij niet plaats, terwijl de schade onderling werd geregeld. KINDERVERTELLING DOOR G. TH. ROTMAN 1. Joosje Pinda was een kleine Chinees. Zijn vader was zeeman geweest, maar werkloos ge worden en woonde nu in Rotterdam, ver van zijn geboorteland Hij bakte nu lekkere koekjes van suiker en pindanootjes en die moest Joosje verkoopen. Eiken morgen vroeg trok hij er met z'n trommeltje op uit. aldoor roepend: „Pinda, pinda! Lèkka-lèkka!" 2. Maar ach, de zaken gingen niet al te best, want er waren een heeleboel werklooze Chi- neezen in Rotterdam, en die liepen óók allemaal met pinda-pinda. Op eiken straat-hoek stond er één. Het gebeurde dan ook niet zelden, dat Joosje 's avonds even platzak terugkeerde, als liij 's ochtends weggegaan was.... 3 Gelukkig zou er spoedig verandering in den toestand komen. Op zekeren dag kwam Joosje Pietje Roet tegen. Dat was een negertje, "die in een kistje een marmotje droeg en dat voor een cent liet zien. Maar bij Pietje gingen de zaken ook al slecht. „Weet je wat?" zei joosje, „we moesten samen een firma oprichten: Pinda Co." 4. Zoo gebeurde het. Joosje en Pietje maak ten een groot bord, waarop ze in groote letters den firmanaam schilderden, en ieder die voor vijf cent pinda kocht, mocht gratis het marmotje zien. En dat hielp, hoor! De klanten stroomden van alle kanten toe en de concurrenten keken zoo nijdig als een spin.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1934 | | pagina 2