Iruus knopper
AVONTUREN VAN JOOSJE PINDA EN PIETJE ROET
kinderfoto's je
i ARTISTIEKE AFWERKING
werpringen
predikbeurten.
binnenlandsch
weekoverzicht
2
DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT
ORIGINEELE
Ij. V. GOYENSTR. 26 - Telef. 29080
thans weer verkrijgbaar a 22 cent alleen in de
„Heemsteedsche TIP-TOP"
RAADHUISSTRAAT 90
Zondag 22 April.
Gereformeerde Kerk, Koediefslaan.
V.m. 10 uur: Ds. Dondorp.
N.m. 5 uur: Ds. Dondorp.
Vrijzinnige Jongeren Kerk.
Theosoïia-Stichting, Nassauplein 8.
N.m. 19.30 uur: Dr. H. Faber.
Ned. Herv. Kerk, Wilhelminaplein.
V.m. 10 uur: Ds. Barger.
Kapel Nieuw-Vredenhof.
Joh. van Oldenbarneveltlaan.
V.m. 10.30 uur: Ds. Briët.
Collecte voor de Wijkgebouwen.
VERGADERING KERK EN VREDE EN
VROUWEN-VREDESBOND.
Bovengenoemde vereenigingen hielden Vrijdag
avond een vrij goed bezochte vergadering in
het gebouw van den Ned. Protestantenbond.
Na een korte inleiding van den voorzitter van
Kerk en Vrede voerde allereerst het woord Ds.
Padt met als onderwerp: „In de loopgraven van
het Vredesfront". Spr. begon te zeggen dat het
thans met den strijd tegen den oorlog nu al
zoover is gekomen dat wij van een aanvals
oorlog zijn overgegaan naar de loopgraven. Wij
hadden gedacht aan een wereld zonder oorlog,
maar thans moet „Kerk en Vrede" loopgraaf na
loopgraaf prijsgeven.
Beteekent dit, dat het voor ons een verloren
strijd is? Kerk en Vrede weigert dit te gelooven.
Wie een zaak in principe prijs geeft is verloren,
maar wij willen niet ten ondergang gedoemd
worden, maar blijven gelooven in de roeping
die ons is opgelegd.
Er is verschil in anti-militairisme en pacifisme.
Men wil beweren, zegt spr., dat als de oorlog'
verklaard is, men deze noodgedwongen moet
aanvaarden. Maar wij getuigen dat wij onver
zoenlijk zijn en dat, ingeval van oorlog, op de
leden van Kerk en Vrede niet te rekenen is,
omdat wij er van overtuigd zijn dat het een
misdaad is.
Wat is tragiek, vraagt spr. En dan antwoordt
hij, een ideaal te bezitten, en met dat ideaal
ten onder te gaan, omdat men met de geheele
wereld geen raad weet. Dat men het vredes-
ideaal lief heeft, maar tengevolge van andere
tijdsomstandigheden meent, niet zijn idealen
trouw te kunnen blijven. Maar dat wordt dan de
ondergang van onszelf.
Er gaat een vloedgolf van nationaliteit over
ons, vooral over de jeugd. Soms voel je je als
een verdoolde, door allen verlaten, zegt spr. En
dat komt door een groeiende mentaliteit, die
ztjt dat je 'geen persoonlijke verantwoordelijk
heid hebt, dat je bent voor het vaderland. Het
vaderland is het door God gegeven pand, en
je hebt het te verdedigen.
En als in een zeker land de doodstraf bestaat,
moet ik mij dan als beul beschikbaar stellen,
vraagt spr.
Door de dingen zoo te zeggen, vervolgt spr.,
jaagt men de menschen in het harnas. Kerk en
Vrede echter moet ze zóó zien, dat het een
verraad is aan de kerk, het verraad aan ons
allerdiepste en allerhoogste als wij aan een be
trekkelijk alles ten offer brengen.
Is er één collectiviteit waarvoor U dit doen
mag? Is dit niet een verraad aan den mensch,
aan de Christenheid, aan God? Men zegt „het
moet". Maar daartegenover staat het geweten.
Waar is het Christendom?
Met Luther wil spreker zeggen „ik kan niet
anders". Desnoods persoonlijk ondergaan. Als
wij het aandurven, dan hebben wij een toekomst
en dan heeft ook de wereld een toekomst.
De heer Freddie Schure als 2e spreker had als
onderwerp: „Hebben wij ons vergist". Spr. moet
getuigen dat het aantal strijders in Kerk en
Vrede niet vooruit gaat. Maar dan haalt hij als
voorbeeld aan üidion, die a'IIeen met zijn ge
trouwen ten strijde ging en met een handjevol
de Midianieten versloeg. God kon verlossing
brengen door een klein legertje.
Spr. brengt in herinnering het blijmoedige
optimisme dat heerschte kort na den oorlog.
Maar de blijmoedige pacifisten kunnen zich nu
afvragen „Hebben wij ons vergist". Gaat het
toch weer naar een wereldstrijd?
Nationale ontwapening was eenige jaren ge
leden het slagwoord, maar de kleine volken
zeiden, voor ons geeft het niet, de grooten
zeiden: Wij kunnen niet. De vredesbeweging
heeft de jongeren voorgehouden de gruwelen
van den oorlog, en zij die dachten dat de men
schen wijzer waren geworden, moeten nu anders
denken.
Spr. schetst uitlatingen van jongeren, die veel
heftiger zijn dan de anderen van vroeger. Wij
hebben gedacht een sterkere macht te vormen
dan de voorstanders. En wij hebben gekregen
de dictatuur.
In onzen deniocratischen tijd krijgt een volk
een regeering die zij verdient. De dictatuur is
mogelijk geworden omdat in den mensch een
andere geest is gekomen.
Is onze vergissing niet geweest het feit dat
wij te veel gebouwd hebben op den mensch?
Maar dan blijkt duidelijk dat dat beroep moet
gedaan worden op God en zijn Koninkrijk.
Wij zijn. verder van de vredesidealen af dan
Het aftreden van Minister Verschuur.
Minister Dr. Colijn voorloopig plaats
vervanger. Toestand Zuiderzeewerken.
De bloeiende Betuwe. „De Zeven
Provinciën".
In parlementaire kringen heeft men met leed
wezen kennis genomen van het bericht, dat
Minister Verschuur aan Hare Majesteit de
Koningin ontslag uit zijn ambt heeft verzocht.
Hij heeft dit gedaan op medisch advies, dus om
gezondheidsredenen. Naar de Minister persoon
lijk heeft medegedeeld is hij gedurende drie
weken onder behandeling geweest van Dr. A.
Geesink, voor een uretersteen, die oorspronke
lijk vier centimeter van de blaas verwijderd was.
Dank zij een veelvuldige astoscopische behande
ling in verband met Röntgenologische opnamen
is men erin geslaagd den steen lager te brengen,
zoodat operatief ingrijpen niet noodig was.
Tenslotte is Dr. Geesink er zelfs in geslaagd
om met instrumentale middelen den steen geheel
te verwijderen. Echter is minister Verschuur door
de kolieken en de geheele behandeling zeer ver
moeid. Op advies van zijn geneesheer neemt hij
gedurende geruimen tijd rust en zal zich voor
herstel van zijn gezondheid waarschijnlijk naar
Royal in Zuid-Frankrijk begeven. Het heengaan
van dezen minister is zoowel voor de Regeering
als voor het volk een groot verlies. In 1929 is
hij aan het bewind gekomen en heeft dus een lang
niet gemakkelijke periode voor ons economisch
en sociaal bestel meegemaakt. Als minister van
economische zaken moest hij natuurlijk een groot
deel van alle moeilijkheden voor zijn rekening
nemen. Hij heeft zich echter met allen ernst aan
zijn werk gewijd en zich zoo goed mogelijk van
zijn lang niet gemakkelijken taak gekweten.
Algemeen heeft hij bewondering weten af te
dwingen door het groote inzicht, dat li ij aan den
dag legde bij moeilijke vraagstukken, door zijn
enorme werkkracht en de rustige evenwichtig
heid van zijn beleid.
Naar verluidt, zal men in verband met het
aftreden van minister Verschuur de voorge
nomen reis van Minister-President Dr. Colijn
niet doorgaan. Naar men weet, zou hij deze reis
ondernemen om verschillende onderhandelingen
te houden met het Indische bestuur over het
financicele beleid. Volgens de laatste berichten
uit parlementaire kringen zal Dr. Colijn, thans
belast worden met de waarneming ad interim
van het departement van economische zaken.
Hem slaat hier geen gemakkelijke taak te wach
ten. De economische vragen zijn talrijke. Het
probleem der werkloosheid is bij lange na nog
niet voldoende opgelost. Er zijn bovendien tal-
looze bedrijven, die om regeeringssteun vragen,
of waar ingrijpende veranderingen of verbete
ringen noodzakelijk zijn. Een sprekend voorbeeld
hiervan is wel het visscherij-bedrijf te IJmuiclen.
Door het hier ingevoerde monopoliestelsel zijn
verscheidene schepen opgelegd, en, waar enkele
visschers zoodoende nog behoorlijk kunnen ver
dienen, zijn vele anderen tot werkloosheid en de
daarmee gepaard gaande armoede gedoemd. De
nood der bevolking is daar wel ten top gestegen,
mede door niet afdoende contingenteerings-
maatregelen der regeering. Men heeft zich reeds
herhaaldelijk tot de overheid gewend en ten
slotte zelfs in opperste wanhoop het roerende
telegram gezonden- „Redt IJmuiden!"
Groote moeilijkheden baart thans ook de
drooglegging der Zuiderzee, Er bestaat zelfs de
groote mogelijkheid, dat men den arbeid zal
moeten stopzetten. Blijkens het voorloopig ver
slag der Eerste Kamer over de begrooting van
het Zuiderzeefonds 1934 hebben vele leden
ernstige bezwaren gemaakt. Oorzaak hiervan is
voornamelijk, dat de resultaten van den
Wieringermeerpolder in het geheel niet mee
vallen. Het land schijnt hier niet voldoende te
zijn ontzilt en kan derhalve niet in de ge-
wenschte mate voordeel opleveren. Het logische
gevolg hiervan is, dat er weinig aanvraag naai
de in erfpacht uit te geven gronden bestaat. De
Staat zou hierdoor misschien wel tot grootere
offers worden verplicht dan aanvankelijk werd
verwacht. Hierbij komt, dat op ander gebied,
b.v. in den landbouw, de toestanden be-
iivkkelijk ongunstig zijn, hetgeen ongetwijfeld
van invloed is op de opbrengsten der toe
komstige polders. Men zou dus zeker beter doen
de uitvoering der verdere drooglegging voor
eenige jaren op te schorten, totdat ook op land
bouwgebied gunstiger verhoudingen zijn inge
treden. Bovendien is dit werk, hoewel grootsch,
niet absoluut noodzakelijk; uit een oogpunt van
werkverschaffing zou liet veeleer aanbeveling
verdienen om den wegenbouw en boschcultuur te
bevorderen. Hierbij immers kunnen talrijke men
schen werk vinden bij werken, die voor den
gunstigen toestand in ons land alleszins nood
zakelijk zijn. De groote uitgaven aan arbeids-
loonen, die hier ongetwijfeld noodzakelijk zijn,
zouden goed besteed zijn en waarschijnlijk vol
doende voordeelen opleveren.
Het is maar gelukkig, dat de natuur zich van
den ongunstigen toestand op economisch gebied
niet erg veel aantrekt. Althans niet zooveel, dat
zij het volk van Neerland haar karakteristieke
lente-vreugde ontneemt. Wij kunnen welhaast
zeggen, integendeel. Want niet alleen zijn het
de bollenvelden, die stroomen van menschen tot
zich trekken, het zal niet lang meer duren, of
ook de Betuwe staat in vollen bloei. Reeds zijn
de eerste bloesemberichten van daaruit binnen
gekomen. Door het zachte, ja, vaak zelfs
zomersch-warme weer der laatste dagen en door
de frissche lenteregens zijn de kersenboomen
reeds uitgekomen en prijken nu in hun teere
bloesempracht. Wanneer dit zachte weer aanhoudt
zullen langzamerhand de peren, de meikersen en
het vroege fruit dit voorbeeld wel spoedig volgen.
Men kan dan waarschijnlijk op het einde van
deze week al van veel bloesemweelde in de
Betuwe genieten. Doch ook uit Zuid-Limburg
en Hoorn komen gunstige berichten. De
A.N.W.B., die natuurlijk als altijd ook nu weer
als de kippen erbij is, heeft ten gerieve van den
te verwachten stroom van bezoekers een gidsje
met overzichtskaartjes samengesteld, waarbij
tevens verschillende inlichtingen en beschrijvin
gen over eventueel te maken tochtjes. Met een
kleine wijziging zouden wij hier kunnen zeggen:
met het A.N.W.B.-boekje in de hand, komt men
door het gansche bloeiende land. In ieder geval
wordt het ons op een bijna Amerikaansche wijze
gemakkelijk gemaakt, de Betuwe e.d. te „doen".
Ook over sensatie heeft Nederland niet. erg te
klagen. Het drama op de Reeuwijksche plassen,
dat in geheimzinnigheid bijna niet onderdoet
voor den moord op den Franschen raadsheer
Prince, is nog bij lange na niet opgehelderd.
De politie heeft bereids eenige sporen gevonden,
die zij met een waar speurhonden-enthousiasme
volgt. Hoewel het „ongeluk" reeds een behoor
lijken tijd geleden^ebeurd i^;, zijn er thans tal-
rijke omwonenden, die met verklaringen aan
komen over het een of andere voorVal uit dien
tijd, dat wel eens niet geheel in den haak kon
zijn. Het is toch maar gelukkig, dat de men
schen over het algemeen over zoo'n goed ge
heugen beschikken. Vooral in rechtszaken is
dit wel noodig.
Behalve een goed geheugen is echter een
groote dosis geduld geen overbodige luxe. Het
sleepende proces-Onnes loopt nu eindelijk op
zijn einde. Dat werd wel tijd ook!
In Indië stelt men nog steeds groote belang
stelling in de behandeling van het laatste deel
in het proces der „Zeven Provinciën". Het
getuigenverhoor gaat langzaam maar zeker
voort. Erg veel spanning zit er echter niet in.
Beklaagden en getuigen zijn over het algemeen
nog al erg eendrachtig in hun verklaringen. Van
een bepaalde schuld kan hier niet direct sprake
zijn. Ieder voor zich heeft gedaan wat hij goed
dacht en de leiding was ook aanwezig, alleen
daar merkte men niet veel van.
voorheen; het verstand heeft gefaald, men heeft
dit gebruikt om de oorlogsmiddelen te perfec-
tioneeren. Spr. citeert verschillende uitspraken
van legerleiders, waaruit blijkt, dat in den
komenden oorlog alleen aanvallen van belang
is. Het vaderland! Dit heeft, zegt Spr., vele
twijfelaars gebracht. In dit verband hekelt spr.
het besluit der S.D.A.P. op het Paaschcongres,
dat*nu aanvaardt den verdedigingsoorlog, omdat
naar het heet de democratie in gevaar kan
komen. Wij moeten tot onze smart constateeren
dat de groote partijen gelijkgeschakeld zijn.
Wij weten dat de oorlog ons brengt naar den
chaos van leugen en dood.
En hebben wij ons vergist, volg dan Hem, die
zegt: Ik ben de waarheid en het leven, lil Hem
alleen is hoop voor onze wereld. Daarom niet
wanhopen, maar de kruisbanier volgen. Dan
zijn wij blind in de toekomst, maar ziende in het
geloof."
De voorzitter dankte beide sprekers en spoor
de de aanwezige dames aan om op Hemelvaarts
dag mede op te rukken naar den Haag, om door
een stillen rondgang te getuigen van den vredes
wil van Kerk en Vrede en Vrouwenvredesbond.
BADHUIS HEEMSTEDE.
In het Badhuis aan de Postlaan werden in de
J week van 9 tot en met 14 April genomen 725
douchebaden en 40 kuipbaden.
Aan 31 kinderen werd een gratis schoolbad
verstrekt op Woensdagmiddag van 2 tot 4 uur.
Van de gelegenheid tot kosteloos baden op
Woensdagavond tusschen 5 en 8 uur werd door
50 volwassenen gebruik gemaakt.
VOOR HET NEDERLANDSCH FABRIKAAT.
Bij de algemeene propaganda, uitgaande van
het Nederlandsche fabrikatenhuis, werd hier
Donderdag een bezoek aan Heemstede gebracht.
Voor deze gelegenheid was beslag gelegd op
de groote zaal van het R.K. Vereenigingsgebouw,
waar langs de drie wanden stands waren ge
plaatst met de meest uiteenloopende gebruiks
artikelen, benevens schoenen, babykleeding,
tricotgoederen, voorwerpen van tin, garens voor
handwerkjes, keukengereedschappen, genots- en
nog vele andere artikelen, alles van echt
Hollandsch fabrikaat.
In de middagbijeenkomst was de belang
stelling, zoo niet direct slecht, maar toch te
gering voor zulk een voor Nederland belangrijke
zaak.
De heer Bom, propagandist van het fabri
katenhuis, zeide in zijn voorwoord het zeer te
betreuren, dat de zaal niet geheel gevuld was.
Reeds 5 jaar, aldus spr., voeren wij onze pro
paganda voor ons eigen fabrikaat, en nog altijd
hebben wij een groot gehoor gehad. Meer en
meer blijkt echter, dat daar waar eenige wel
vaart heerscht, men minder voelt voor Hol
landsch fabrikaat en het bestrijden van de
werkloosheid in eigen land. Wat kunnen wij doen
als verbruikers om de welvaart in eigen land te
bevorderen?
1.200.000 inwoners leven thans van den steun,
een beduidend aantal, waar Nederland veel van
te duchten heeft. Het beteekent een geweldige
materieele schade, maar wie zal schetsen de
zedelijke verwoesting onder de werkloozen. Met
cijfers toont spr. aan de geweldige bedragen die
als werkloozensteun moeten worden opgebracht.
En toch koopt men, bewust of onbewust, niet-
Nederlandsche producten, terwijl, als men uit
sluitend Nederlandsche producten kocht, daar
mede duizenden aan werk zou helpen.
Minister Verschuur, aldus spr., zegt, dat het
Nederlandsche volk zijn eigen artikelen niet kent.
Ook de winkelier zelf begrijpt niet dat plm.
400.000 vroegere klanten nu werkloos zijn en
niet meer kunnen koopen. Maar als zij geen
Nederlandsch fabrikaat willen verkoopen, Iaat de
clientèle er hen toe dwingen!
Verschillende artikelen, niet enkel van kar
petten, tricotstoffen en schoenen, maar ook van
de schijnbaar minder belangrijke artikelen laat
spr. de revue passeeren, er tevens bij aan-
toonend. dat als wij die artikelen, die evengoed
en goedkoop door Hollandsche industrie geleverd
kunnen worden, koopen, wij zelf medewerken
om de werkloosheid op te heffen.
Na een korte pauze, waarbij de bezoekers in
de gelegenheid gesteld werden de verschillende
stands te bezichtigen, en waarbij dames bestel
lingen opnamen, die dan via hun winkeliers
zullen uitgevoerd worden, sprak de heer Born
nog enkele dankwoorden voor de groote animo
die er reeds thans heerschte onder de aan
wezigen, gezien hun groot aantal bestellingen.
Hiermee is een begin gemaakt aan de pressie
die het publiek op de winkeliers kan uitoefenen.
Tenslotte deed spr. een beroep op de ouders
om'hun' kinderen te gaan wennen aan de idee
„Hollandsch fabrikaat".
Leer ook, aldus spr., ais U straks een uitstapje
maakt, uw eigen land kennen, maak gebruik vau
uw eigen spoorwegen. Geef Nederland zijn ver
loren welvaart terug. Help verder mee om ook
hier in Heemstede verlost te worden van de
groote werkloosheid, die zonder uw hulp nog
grooter zal worden.
Tenslotte had er onder hen die enkele bestel
lingen deden een gratis verloting plaats.
Des avonds had een tweede bijeenkomst
plaats. Nu was de zaal zeer goed bezet en de
talrijke aanwezigen luisterden vol belangstelling
naar de rede van den heer Born, die zeker
velen gewonnen heeft voor „Nederlandsch
Fabrikaat".
ELECTRISCH LASSCHEN.
Op Donderdag 19 April a.s., des avonds haff
acht, zal de' heer S. G. F de Lange van de
Philipsfabrieken in het gebouw der Middelbaar
Technische School te Haarlem een lezing
houden over electrisch lasschen met den lasch-
gelijkrichter. Na de lezing zullen met dit appa
raat laschdemonstraties worden gegeven. Tot
bijwoning dezer interessante bijeenkomst worden
alle belangstellenden uitgenoodigd.
GEVESTIGDE GEZINSHOOFDEN TE
HEEMSTEDE.
Opgave van 17 April 1934.
L. C. H. Hartman, Spaarnzichtlaan 29. G.
H. J. van der Molen, Roemer Visscherplein 11.
M. Ockeloen, H. de Grootlaan 2. P. W. J.
van Assenbergh, Asterkade 31. Jb. Boon,
Camplaan 34. B. P. Buhrs, Heemst. Dreef
50. - Wed. P. A. de Freytag, Rijnstraat 21.
Wed. J. J. J. Paternostre, Roemer Visscherplein
15. N. A. van der LelyHonig, Heemst.
Dreef 265. A. Schagen, P. Aertszlaan 1.
F. J. van Thiel, Jac. van Campenstraat 43.
C. H. Wolbers, Sportparklaan 31.
EEN ZILVEREN JUBILEUM
Men schrijft ons:
Den 15den April was het 25 jaren geleden, dat
de heer C. j. Oostenrijk als leerling-Diacoon in
de inrichting „Meer en Bosch" zijn werk begon.
Na zijn opleiding in de ziekenverpleging, en
later als Godsdienstonderwijzer eter Ned. Herv.
Kerk, te hebben voltooid, werd hem van liever
lede meer, door den toenmaligen Predikant-
Directeur, Ds. G. Barger Ezn„ de verzorging van
de geestelijke belangen der patiënten toever
trouwd. Die hem in dezen arbeid hebben mogen
gadeslaan, weten hoe Broeder Oostenrijk is
gebleken te zijn, de rechte man op de rechte
plaats. De veelzijdigheid van zijn gaven, ge-
evenredigd aan de bescheidenheid van zijn
optreden, hebben hem de harten doen winnen.
Als secretaris van de Broederschap van Dia
konen bekleedt hij in dien kring een belangrijke
bestuursfunctie; bovendien is hij voorzitter van
verschillende patiëntenvereenigingen, die onder
zijn toegewijde leiding tot grooten bloei gekomen
zijn. Zijn prediking is velen tot rijken zegen.
Zondagmorgen werd hij in de kapel van
„Sarepta" te Haarlem toegezongen en na afloop
van den dienst, dien hij leidde en waarbij ook
zijn gezin vertegenwoordigd was, door de Be
sturende Zuster toegesproken. Namens patiënten
en zusters werd hem een mooie klok als aan
denken overhandigd.
De officieele herdenking van dit sympathieke
jubilé op „Meer en Bosch", is bepaald op
Woensdag 18 April; 's morgens om 10.15 uur
hoopt Bestuur en bevolking van „Meer en
Bosch" in de kapel „Irene" Broeder Oostenrijk
te complimenteeren, terwijl er 's middags tus
schen 3 en 4 uur in de Stichting gelegenheid
zal worden gegeven den jubilaris te komen
gelukwenschen.
PROPAGANDA-AVOND V.P.R.O.
Op initiatief van het Comité ter behartiging
van de belangen van den V.P.R.O., bestaande
uit de leden Ds. D. Drijver, Dr. A. H. Haentjens,
Ds. H. J. Kastein, W. H. Goebertus, J. Feisma,
Th Blikslager, Mej. A. B. van Slee, Mej. M. C
Spoor, K. Ph. Nonhebei, C. Sant, A. C. Hune-
man, heeft Vrijdag 27 April a.s. een propaganda-
avond plaats in de Luthersche Kerk, Witte
Heerenstraat 20, Haarlem, waar alle belang
stellenden hartelijk welkom zijn.
Op het programma staan als sprekers vermeld:
Prof. Ir. W. Schermerhorn, bestuurslid van den
V.P.R.O. en Dr. G. C. van Balen Blanken uit
Bovenkarspel, voorzitter van het Historisch
Genootschap oud-West-Friesland, die o.a. in
West-Friesch dialect zal voordragen.
Muzikale medewerking wordt verleend door
To van der Sluys, sopraan en Herman Nieland,
orgel. De zangefes zal o.m. eenige oud-Hol-
landsche liederen ten gehoore brengen.
Tenslotte vermelden wij, dat de avond zal
worden geopend en gesloten, resp. door Ds. H.
J. Kastein, voorganger der Vrijz. Hervormden
en Ds. D. Drijver, Ev. Luthersch Predikant alhier.
Overigens verwijzen wij naar de advertentie
in dit blad.
OVERZICHT DER WERKLOOSHEID.
Bij het plaatselijk orgaan der arbeidsbemidde
ling kwamen in den loop dezer week 300 aan
biedingen in van werkzoekenden, t.w.:
36 grondwerkers,
1 metselaar,
5 schilders,
18 timmerlieden,
13 opperlieden,
81 bloemistarbeiders,
83 losse werklieden,
10 metaalbewerkers,
4 kantoorbedienden,
2 bouwkundig teekenaars,
2 hakkers,
stucadoors,
45 werkzaam in andere beroepen.
VERKEERSONGEVALLEN.
Op de Camplaan hoek Heemsteedsche Dreef
had een aanrijding plaats, doordat de bestuurder
van een vierwielig motorrijtuig, genaamd L. R.
S„ den bestuurder van het vierwielig motor
rijtuig, genaamd P. S„ komende van rechts geen
voorrang had verleend. Beide motorrijtuigen
werden niet ernstig beschadigd en konden op
eigen kracht verder rijden. Persoonlijke on
gelukken vonden niet plaats. Door de politie
werd proces-verbaal opgemaakt.
Tijdens het drukke verkeer Zondag op den
Heerenweg, ontstond er een kleine aanrijding
ter hoogte van het kruispunt HeerenwegLaan
van Rozenburg tusschen eenige op elkaar
loopende motorrijtuigen, tengevolge waarvan
twee dezer motorrijtuigen licht werden bescha
digd. Persoonlijke ongelukken hadden daarbij
niet plaats, terwijl de schade onderling werd
geregeld.
KINDERVERTELLING
DOOR G. TH. ROTMAN
1. Joosje Pinda was een kleine Chinees. Zijn
vader was zeeman geweest, maar werkloos ge
worden en woonde nu in Rotterdam, ver van
zijn geboorteland Hij bakte nu lekkere koekjes
van suiker en pindanootjes en die moest Joosje
verkoopen. Eiken morgen vroeg trok hij er met
z'n trommeltje op uit. aldoor roepend: „Pinda,
pinda! Lèkka-lèkka!"
2. Maar ach, de zaken gingen niet al te best,
want er waren een heeleboel werklooze Chi-
neezen in Rotterdam, en die liepen óók allemaal
met pinda-pinda. Op eiken straat-hoek stond er
één. Het gebeurde dan ook niet zelden, dat
Joosje 's avonds even platzak terugkeerde, als
liij 's ochtends weggegaan was....
3 Gelukkig zou er spoedig verandering in
den toestand komen. Op zekeren dag kwam
Joosje Pietje Roet tegen. Dat was een negertje,
"die in een kistje een marmotje droeg en dat voor
een cent liet zien. Maar bij Pietje gingen de
zaken ook al slecht. „Weet je wat?" zei joosje,
„we moesten samen een firma oprichten: Pinda
Co."
4. Zoo gebeurde het. Joosje en Pietje maak
ten een groot bord, waarop ze in groote letters
den firmanaam schilderden, en ieder die voor
vijf cent pinda kocht, mocht gratis het marmotje
zien. En dat hielp, hoor! De klanten stroomden
van alle kanten toe en de concurrenten keken
zoo nijdig als een spin.