HET PAARD
TWEEDE BLAD.
Nieuwe spelling.
HET KORTE VERHAAL
BIOSCOOP
BONT ALLERLEI
BURGERLIJKE STAND
STOUTEN BEEK'S MODEHUIS
PLEIN 10 HAARLEM
DE VüClIW EUf DAAD H UIS
De strijd tegen de motten
No. 16. 20 APRIL 1934.
DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT
5
In deez' dagen komt de spelling
Weer eens extra op de proppen,
Nu men van regeeringswege
'n Nieuwe in ons hoofd wil stoppen.
D'oude spelling heeft bezwaren,
Is niet makk'lijk aan te leeren.
Ju, wie foutloos wil gaan schrijven
Mag wel dag en nacht studeer en!
Zes jaar laag're school kan meestal
Niet voldoende wijsheid geven
Aan de nijv're jongelieden
Bij hun intree in het leven.
Ja, zelfs gestudeerde menschen,
Waar je t niet van zou verwachten,
Schrijven fouten, die doen denken:
„Man, waar waren je gedachten!"
Daarom heeft men overwogen
Om die moeielijke zaken
Ten gerieve der bevolking
Wat eenvoudiger te maken.
Maar het gaat niet zoo gemakk'lijk.
,',t Staat zoo raar, die nieuwe spelling",
Zeggen velen, „die te lezen
Is beslist een oogenkwelling!"
„Dat 's een kwestie van gewoonte,"
Zegt men dan van and're zijde.
„Vereenvoudiging der spelling
Is een reden tot verblijden!"
fin de vóór- en tegenstanders
Schermen zoo al vele jaren,
Vliegen om een kleinigheidje
Steeds elkander in de haren
leder doet, gelijk hem goeddunkt,
Schrijft de één het woord cadeautje
Met een c, dun spelt een under
't Met een k, en met één o-tje!
Dat 's een ongewenschte toestand,
En om uit 't moeras te raken
Zal de onderwijsminister
Nieuwe spellingregels maken.
En die mogen wij probeeren
Om zóó practisch te ervaren
Of ze makk'lijk zijn te leeren,
Ook al blijven er bezwaren.
Als nu maar de twee partijen
Zich niet wéér ten strijde gorden,
Anders kan de spelling-chaos
Er nog grooter door gaan worden!
LUXOR-THEATER.
In Luxor-Theater draait deze week:
„Een brieï uit het Verleden".
(Only Yesterday.)
Korte inhoud:
Bij de geweldige beursdebacle van '29, toen
fortuinen verloren gingen en millionnairs tot den
bedelstaf gebracht werden, stierf Mary Lane,
haar zoontje, Jimmy Jr., aan de zorgen van een
tante, Julia Warren, achterlatend. Een pakket
brieven, bestemd voor een zekeren Jim Emerson,
een bekend New-York's bankier, werd eveneens
aan tante Julia in bewaring gegeven.
Als Jim Emerson, na een verschrikkeiijken dag
op de beurs te hebben doorgemaakt, thuiskomt,
vindt hij zijn huis vol gasten, uitgenoodigd door
zijn vrouw Phyllis. Niemand van hen schijnt
onder den indruk van de catastrophale gebeurte
nis in Wallstreet. Op het punt geruïneerd te
worden, besluit Jim een eind aan zijn leven te
maken. Hij begeeft zich naar de bibliotheek,
waar zijn revolver ligt en ziet dan de brieven
van wijlen Mary Lane op zijn bureau liggen.
Instinctmatig opent hij de bovenste en al
lezende, doorleeft hij weer de gebeurtenissen
van de laatste 12 jaren en ziet zichzelf in
Virginia bij het begin van den oorlog in 1917.
(Amerika nam eerst in 1917 deel aan den
oorlog.)
1917: Emerson is luitenant van een regiment
Infanterie. De officieren worden uitgenoodigd op
een bal in de Virginia County Club. Mary Lane
is een van de gastvrouwen. Zij dansen, ver
wijderen zich uit de balzaal en dwalen samen
door de bosschen. Zij spreken af elkaar den
volgenden Dinsdag weer te ontmoeten. Dien dag
moet het regiment van Emerson echter hals over
kop vertrekken. Mary snelt naar het station. Hij
is reeds vertrokken.
Maanden daarna verlaat Mary, die een baby
verwacht, haar geboortestad om haar ouders
voor de schande te bewaren. Zij gaat naar New-
York en wordt door haar tante Julia met open
armen ontvangen.
1918. Mary's zoon wordt geboren. Wapenstil
standsdag. Emerson's regiment komt terug.
Mary wil hem gaan begroeten. Hij herkent haar
niet meer. Hij is voor haar verloren. De tijd gaat
voorbij. Jim is getrouwd.
1928. Mary Lane is eigenares van een winkel
geworden, haar zoontje Jimmy gaat op de mili
taire school. Tante Julia is in het huwelijk ge
treden met'een huisvriend, Bob.
Een zekere Reynolds maakt Mary voortdurend
het hof. Zij belooft hem te middernacht het ant
woord te zullen geven. Allen gaan naar de St.
Regis om het Nieuwjaarsfeest te vieren. In de
St. Regis ontdekt Mary Emerson. Zij weet zijn
aandacht te trekken, maar hij herkent haar niet
meer. Haar schoonheid maakt echter indruk op
Door ELSA KAISER.
In het begin van het jaar 1914 had baron v.
Hoogerhorst een jongen Arabischen hengst voor j
zijn renstal gekocht.
Hij liet dit paard, dat hij „Apollo" noemde,
tweemaal in de groote rennen van Frankrijk
medeloopen en won met hem den tweeden
wedren. Doch zijn schulden waren door ver
schillende omstandigheden zóó hoog geworden,
dat ook het winnen van den wedren hem niet
meer kon helpen. Hij bood zijn schuldeischers
vijftien procent, liet zijn bezittingen liquideeren
en nam dienst bij de Cavalerie. Zijn jong paard
„Apollo" nam hij mee. Hij hield van het beest,
niet alleen, omdat het de laatste herinnering
voor hem was aan een glorieus verleden.
Op den rug van het paard maakte hij den
oorlog mede en sedert dien was hij nog meer
aan „Apollo" gehecht, het had gevaren met
hem gedeeld, maar altijd en overal had het
paard hem trouw gediend.
Na den oorlog zocht baron v. Hoogerhorst
een positie, die het hem mogelijk maakte zijn
paard te behouden.
Hij vond een baantje als heerrijder bij een
klein reizend circus.
Een tijd lang ging het, hij was tevreden. Maar
plotseling kwam de slag. Het circus ging failliet.
Nu stond Eduard v. Hoogerhorst met zijn paard
op straat. Daar hij voelde dat hij, zoowel als
zijn paard, ouder werden, kocht hij voor zijn
gespaarde centen een wagen en werd vracht
rijder. Zoo leefde hij een tijdlang weliswaar niet
overdadig, maar toch vrij goed. Na enkele jaren
werd het echter misère. Eindelijk kwam de dag
waarop hij na veel tobben en gebrek aan
vrachten eraan moest gaan denken het nu oud
geworden dier, dat door zijn miserabel uitzicht
wel de hoofdoorzaak van zijn werkloosheid was,
te verkoopen. Doch altijd weer opnieuw stelde
hij dit uit. Hij kon niet van het beest scheiden.
Als hij in de groote, droeve oogen van zijn
mageren knol keek zag hij het verleden daarin
en dan eindigde hij telkens weer met de
woorden: „Neen, ik kan niet van jou scheiden."
Elk bedrag, hoe klein ook, werd gecjeeld: een
derde voor hem, twee derden voor zijn paard.
Desondanks moesten de riemen om de magere
ribben steeds vaster worden aangetrokken.
Eindelijk begonnen de inkomsten geheel op te
houden en na veie slapelooze nachten was mijn
heer Van Hoogerhorst genoodzaakt zijn laatste
bezit aan den slachter te verkoopen, wilde hij
zelf nog blijven leven.
Op den avond nadat hij den geheelen dag met
zich en zijn besluit geworsteld had, verschenen
er plotseling eenige heeren in zijn armoedig
kamertje en vroegen of zij zijn paard eens
mochten zien. Zij hadden gehoord dat mijnheer
Van Hoogerhorst een paard bezat en wel één
dat zij juist gebruiken konden.
„Gebruiken? Gebruiken?" stamelde de ver
armde baron ongeloovig.
„Ja, ja, voor een film, een kolossale film,
voor een monumentale film," antwoordden de
heeren met geestdriftige overtuiging.
Mijnheer Van Hoogerhorst dacht eerst, dat zij
maar gekheid maakten en den draak met hem
en zijn arm, geliefd paard wilden steken.
„Mijn paard is heel oud," zeide hij waardig
en mef stokkende stem voegde hij er aan toe:
„De ribben steken bijna door zijn huid, hij is
treurig, moe, oud en zóó uitgehongerd, dat hi]
zelfs niet meer weet wat eten beteekent."
Bij elk woord van den wanhopigen man knik
ten de heeren vriendelijk en begrijpend. Dit
maakte mijnheer Van Hoogerhorst nog woeden
der en hij riep vertwijfeld uit, dat hij jaren ge
leden dit paard had gekocht, toen bezat hij nog
een geheele stoeterij, nu was dit paard alles wat
hij nog over had, het was zijn paard, zijn
Rossinant, als hij het dier zoo noemen mocht.
De heeren straalden. Dat was nu juist wat
zij noodig hadden, want de film zou „Don
Quichotte" zijn. Toen meneer Van Hoogerhorst
begreep dat hij dus zelf zijn paard zou mogen
berijden, stemde hij toe.
Men ging naar het, achter de kamer gelegen
schuurtje om het paard te zien. De heeren waren
opgetogen. Zij noemden een prijs die meneer
Van Hoogerhorst's bevattingen te boven ging.
Hij liet zich de bankbiljetten in de hand duwen
en hoorde zichzelf beloven den anderen morgen
vroeg met zijn paard bij de studio te komen.
Toen de heeren vertrokken waren bleef hij
geruimen tijd met de armen om den hals van
het oude paard staan, liefkozende woorden
mompelend in de slap neerhangende ooren van
zijn ouden makker.
Den anderen morgen meldde hij zich met zijn
paard aan de studio.
Hij werd naar een vrij terrein geleid. Hier
moest hij een kolossalen helm opzetten en zijn
mager ros bestijgen. Mijnheer Van Hoogerhorst's
hart deed pijn, maar het paard, alsof het 't
gewicht der zaak begreep, stapte met opgeheven
kop en schuimend gebit langs de opgestelde
camera's, ledereen klapte in de handen en het
paard bleef rechtop staan.
Zijn berijder steeg af. Nog even stond het
beest met opgeheven kop, en keek zijn meester
aan, een vraag in de droeve oogen.
Dan op eenmaal knikte het als het ware in
elkaar en viel levenloos op den grond. Mijnheer
Van Hoogerhorst voelde een vreemde, heftig
stekende pijn in zijn hart gaan, een zielig lachje
vloog over zijn verweerd, hulpeloos gelaat, dan
viel ook hij met een smartelijk geluid naast het
doode paard neer. De bankbiljetten die hij had
willen teruggeven lagen als voddige papiertjes
over het zand verspreid.
Even stonden de toeschouwers verschrikt te
kijken, toen zeide de regisseur tot den camera
man: „Hebt U dit nog opgenomen, kunnen we
als laatste scène gebruiken. Raap het geld op
en zoek een paard."
Met groote stappen verliet hij het terrein en
verdween in de studio.
hem en hij neemt haar mede naar zijn huis om
daar het Nieuwjaar te vieren, nog steeds on
bekend met haar identiteit. Voor hem i.s het
slechts een pretje van voorbij gaanden aard, voor
haar beteekent het alles.
Vroeg in den morgen vertrekt zij, zonder zich
aan Emerson bekend gemaakt te hebben. Aan
Reynolds, die vol ongeduld op haar heeft zitten
wachten, deelt zij mede, dat zij onmogelijk met
hem kan trouwen, omdat zij den vader van
Jimmy lief heeft.
Het harde werken, de beslommeringen en de
emoties hebben te veel van haar krachten ge
vergd en na eenige maanden wordt zij ziek,
zonder er ooit weer bovenop te komen.
De brief is uit. Jim ontwaakt uit zijn over
peinzingen. Hij neemt een plotseling besluit. Zijn
zoon, het kind van Mary gelukkig te maken, dat
zal zijn levensdoel zijn. Hij begeeft zich naar
tante Julia en dan ziet hij Jimmy, die hem vol
trots zijn medailles, die hij gewonnen heeft,
laat zien. Emerson brengt den jongen in verruk
king door hem voor te spiegelen, boe zij samen
een reis om de wereld zullen maken en mis
schienwel op echte leeuwen zullen gaan
lagen.
DE CRISIS DRINGT HET VATIC A AN BINNEN.
Ook in de Heilige Stad moet het licht betaald
worden.
Toen de vrede tusschen Vaticaan en Quiravaal
een voldongen feit was en opnieuw de kerkelijke
staat werd ingericht, drongen van achter de
hooge muren berichten in de wereld daarbuiten
door omtrent de bijzondere voorrechten, die de
nu pauselijke onderdanen hadden verkregen.
Men hoorde allerlei over de verlichting van de
belastingen, over belachelijke goedkoope levens
middelen en andere geschenken, waarmede deze
miniatuurstaat haar burgers begiftigde.
Intusschen is ook hier de wereldcrisis niet be
stand. Reeds eenigen tijd geleden werd bekend,
dat de salarissen der Vaticaansche ambtenaren
werden verminderd, waardoor vooral de trakte
menten boven 10.000 lire getroffen werden.
Maar voor kort werden nieuwe maatregelen ge
nomen die het Vaticaan wel zullen berooven van
zijn roep een Eldorado te zijn voor menschen
die graag weinig belasting betalen en bovendien
voor hun levensonderhoud niet veel willen uit
geven.
O.a. zal in de toekomst de tabak, die tot nu
toe zeer billijk was, duurder worden door een j
invoerrecht dat door de Vaticaanstad geheven
zal worden. Ook voor een massa levens- en
genotmiddelen zullen dergelijke invoerrechten
opgelegd worden.
Maar het ergste van al zal een andere last
gevoeld worden. Tot nog toe kon men in de
Vaticaanstad zooveel licht gebruiken als men
wilde, en zoolang men zelf verkoos. Wanneer
iemand er plezier in had in zijn kelder een rijke
illuminatie aan te brengen die nacht en dag
brandde, vooruit maar, het licht kostte immers
toch niets! De groote kracht-centrale van het
Vaticaan verschafte n.l. kosteloos de stroom;
terwijl het daarbij nog een gedeelte buiten de
muren, een gedeelte van Rome, van stroom
voorzag. Maar deze ideale toestand neemt nu
een einde; overal komen ambtenaren electrici-
teitsmeters plaatsen en heel gauw zullen de
kassiers met de rekeningen komen. Men is er
n.l. achter gekomen, dat de brave burgers de
vrijgevigheid van hun staatsbestuur wat te veel
uitgebuit hebben en al erg weinig spaarzaamheid
betrachtten bij het gebruik van het licht.
Zoo langzamerhand zijn de voordeelen ver
bonden aan het onderdaanschap van den kerke-
lijken staat verdwenen. Ook zij zijn nu maar
heel gewone staatsburgers, die als ieder ander
hun tabaks-accijns betalen, hun belastingen aan
den staat opbrengen en zelfs hun electrisch licht
moeten betalen, zoo goed als de gewone sterve
lingen, die aan de andere zijde van den stads
muur wonen.
BLOEIENDE WAPENHANDEL
De crisis heeft er geen vat op!
De wapenfabrikanten in de verschillende
landen hebben thans meer personen in dienst
dan in 1913, dus kort voor het uitbreken van
den wereldoorlog.
Dit feit verdient des te meer onze aandacht,
waar elke arbeider thans ongeveer 50 meer
produceert dan 20 jaar geleden. De wereldhandel
in wapens en munitie werd in 1913 becijferd op
120.000.000 gulden, in 1929 op 165.000.000. De
productie der wapenfabrieken is sinds 1913
zoowel in hoeveelheid als in geldswaarde toe
genomen. Deze toename heeft zich ook ge
durende de crisisjaren voortgezet, zoodat deze
industrie nog bloeit temidden van het algemeen
economisch verval.
Ondertrouwd: J". E. v. Epen en J. L. de Waal;
A. Th. Lippits en C. Eijgensteyn; J. Geels en
C. v. d. Erf.
Bevallen: M. J. J. Corbeev. d. Geest d.
Overleden: A. Zonneveld 77 j., geh. met M.
Peetoom; S. Riegen 70 j., echt. H. Geerling;
M. C. v. d. Meer 80 j., ongeh.
Komt onze nieuwe-
aparte modellen
eens bezichtigen.
3n de nieuwste stoffen,
sierlijke lijnen-moderne
tinten en fraaie dessins,
hebben wij een rijke keuze
Onze bekende lage
prijzen maken het U
qemakkelijkom ..iets
aparts' aan te schaffen
BETERE CONFECTIE TEGEN YOORDEELIGE PRIJZEN
Langzamerhand nadert de tijd, dat wij gereed
moeten zijn om den strijd tegen de motten aan
te vangen. Was men vroeger vast en zeker
overtuigd, dat kamfer, naphtaline en motten-
poeder afdoende waren om de nakomelingschap
der mottenfamilies te verdelgen, thans weet men
met meer succes te werken met verschillende
vloeistoffen, die door middel van sproeiers ver
stoven worden. Toch moet men zich bij de aan
schaffing hiervan overtuigen, dat zij onschadelijk
zijn voor hetgeen, waarmede zij in aanraking
komen en tevens giftvrij zijn.
Veelal worden kleeden, stoelen en allerlei
andere dingen motvrij gemaakt door een bij
zondere bewerking.
Hoofdzaak is, dat alle weefsels, die door
motten aangetast kunnen worden, alsmede over
trokken meubelen, tapijten, enz., zooveel moge
lijk van eventueele vlekken gereinigd worden,
daar deze een dorado zijn voor de larven. De
strijd moet vooral aangebonden worden tegen de
eitjes en larven en hoe meer men hiervan ver
nietigt, hoe minder men de kans heeft, dat men
voor onaangename verrassingen komt te staan.
Naden van kleedingstukken moeten flink ge
borsteld worden, evenals gedrapeerde gordijnen,
kussens, overtrokken meubels, enz., enz. Beter
nog is om alles met den stofzuiger te reinigen,
daar de sterke luchtdruk alle ongerechtigheden
naar binnen zuigt.
Voor het bewaren van wollen kleedingstukken,
mantels, enz., kan men het best een mottenzak
gebruiken, doch bontwerken kunnen het best
vakkundig worden bewaard.
Ziet men tot zijn groote schrik, dat zich in
enkele stukken, ondanks de genomen voorzorgen
tóch eitjes bevinden, dan worden de voorwerpen
afgestreken en wel met een heet ijzer, nadat men
over wollen stoffen eerst een in heet water en
ammoniak gedrenkten doek heeft gelegd.
In ernstige gevallen, waarbij het kwaad
grootere afmetingen heeft aangenomen, en
tapijten, overgordijnen of meubels op erge wijze
zijn aangetast, dan is vakkundige verdelging de
aangewezen weg.
VOET-VERZORGING.
Slechts goed verzorgde voeten blijven gezond.
Onder de goede voetverzorging verstaan wij het
dagelijks nemen van een voetbad. Het geheele
lichaamsgewicht wordt door de voeten gedragen,
daarom is het dan ook heel goed te verklaren,
dat deze recht hebben op verzorging.
Enkele malen per week is toevoeging aan het
warme voetbad van soda, borax of badzout ge-
wenscht en daarna masseert men de voeten in
lange streken met olie of vaseline (van de
teenen naar den hiel).
De nagels moeten goed onderhouden worden
en regelmatig geknipt niet alleen, doch evenals
bij de handen moeten de riemen los worden
gehouden. Eksteroogen en eventueel eelt moeten
verwijderd worden.
's Avonds bij het naar bed gaan moet men de
voeten 3 min. in de hoogte laten liggen, b.v. op
een kussen, omdat het bloed, vooral als men
ouder wordt, zich te veel in de bloedvaten ver
zamelt en door de veranderde houding gemakke
lijker weg kan stroomen.
Dit omhoog liggen der beenen moet echter
geschieden, indien men zich ter ruste begeeft en
niet overdag, wanneer men weer gaat loopen of
moet staan.
EEN NETTE MIDDAGJAPON.
(3019).
Op de afbeelding ziet U een nette mid
dagjapon van
tweedstof van 'n
Havanakleurig
weefsel. De hals
is afgewerkt door
een klein kanten
kraagje van welk
materiaal ook de
manchetjes zijn
gemaakt. Het lijf
je heeft een pun
tig oploopend on
derstuk, waaraan
de bovenblouse ge
rimpeld is vastge
zet. Een paar klei
ne schouderklep
jes vallen over de
bovenarm heen,
terwijl de rok
naar onderen toe
klokkend geknipt
is. De mouw is
geheel glad, doch
moet gemakkelijk
zitten. Patronen verkrijgbaar tot en met
maat 48 en kost f 0.58
ONS MODEBLAD KOSTELOOS.
Met de toezending van de modebladen is than;
een aanvang gemaakt. Het doet ons plezier, dal
zooveel dames ons nu reeds per brief of telefoon
baar ingenomenheid met het nieuwe nummer be
tuigden, dat er inderdaad ook wezen mag.
Het schijnt, dat de talrijke gegevens en goede
wenken bij het zelfmaken van kleeren in dezer,
crisistijd zeer in den smaak vallen. Een beperkt
aantal exemplaren van het geslaagde modeblao
is nog gereserveerd voor dames die dit interes
sante blad tot nu toe verzuimden aan te vragen
Na inzending van een postzegel van 6 cent
voor verzendingskosten aan het adres van de
Moderedactrice van dit blad, Roelofsstraat 109,
's-Gravenhage, wordt U een exemplaar geheel
KOSTELOOS toegezonden.
94
HET PRACTISCHE HUIS.
i
Alhoewel de lentebloemen als tulpen, nar
cissen, hyacinthen e.a. reeds onze kamers op-
vroolijken zijn daarnaast nog tallooze aardige
handwerken te maken, waarbij gehaakte wollen
bloemen in allerlei kleuren een fleurig geheel
geven.
Kleine kleedjes op tafel met veelheid van
harmonische kleuren verwerkt, doen het zoo héél
goed. Een wollen theemuts met een toef ge
haakte bloemen verhoogt de gezelligheid van het
hoekje om de theetafel, zelfs een vaas met kleine
gele gehaakte bloemen, op ijzerdraad gebonden,
die ons aan de gouden sterretjes der Phorsytia's
doen denken is heel aardig. Kleuren, veel kleuren
verhoogen het aanzien van een zonlooze kamel
en we hebben allen wel wat restjes wol in de
doos, waarvan wij allerlei kleine dingen kunnen
maken.