ONTVOERING.
TWEEDE BLAD
Sterkte
BIOSCOOP
HET KORT VERHAAL
DE V^DCDW I KAAK HuiS
VARIA
De Auto-Strada's in Italië
Moeders zorgen
No. 23.
8 JUNI 1934.
DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT
5
De zomer heeft slechts één bezwaar:
Den tijd, waarin de rozen bloeien
Gaat men, als mooiste van het jaar,
Voor velen hopeloos verknoeien.
Wanneer de zon op 't heerlijkst schijnt,
De bloemen ons naar buiten lokken,
Dan zit d'examencandidaat
Verwoed tc werken en te blokken.
Veel wat hij in zijn hoofd nu stampt,
Om 't op 't examen goed te weten,
Is hij een laar of wat daarna
Gelukkig weer voor goed vergeten.
Maar ondertusschen vliegt de tijd
En weet hij niet, hoe klaar te komen.
Ras blijkt het een onmoog'lijkhcid
Zichzelf examen-gaar te stoomen.
Hoewel, hij is al gaar genoeg
Wanneer hij eind'lijk zit te zweeten
Aan 't tafeltje, waarvoor heel kalm
If examinator is gezeten.
O, aak'lige examentijd!
Wie telt de slapelooze nachten
Van hen, die in verslagenheid
Geen blijden afloop durven wachten?
Maar wie gedaan heeft, wat hij kon,
Behoeft niet zoo benauwd te wezen!
Die hoeft 't examen, goed beschouwd
Als een verschrikking niet te vreezen.
En d'and'ren? Kom, een kloeke daad!
Kop op, mijn heeren candidaten!
Berouw komt nu een beetje laat,
En zelfverwijt kan thans niet baten.
Met wat geluk rolt ge er door
En houdt men U zelfs voor genieën!
Nog korten tijd, dan zit g'er voor
Ik wensch IJ sterkte in uw knieën!
Ronduit gesproken ben ik blij,
Dat 'k niet meer vreezen moet of hopen,
Omdat d'examentijd voor mij
Reeds lang voor goed is afgeloopen.
LUXOR-THEATER.
Vanaf 8 Juni draait in Luxor-Theater de film:
„Paniek in den Dierentuin".
Een Jesse L. Lasky productie.
Inhoud
Drommen menschen stroomen door de tourni
quets van den dierentuin in Budapest.
De apen met hun kluchtige streken, de zeld
zame vogels, de leeuwen, tijgers, beren en
andere wilde beesten, worden bezichtigd met
belangstelling, verwondering en misschien met
eenige angst, naar gelang van den leeftijd van
den oezoeker.
De grootste attractie voor de kinderen is
Radjah echter, een reusachtige Afrikaansche
oiitant, waarop zij ritjes door den tuin kunnen
fnaken.
Paul Vandor, een kleine jongen, is met zijn
gouvernante ook onder de bezoekers. Het groot
ste verlangen van het ventje is, ook een ritje te
mogen maken, maar de gouvernante, een on
sympathieke oude juffrouw, heeft niets geen
haast om aan zijn verlangen te voldoen.
Dr. Grünbaum, de vriendelijke directeur van
den dierentuin heeft het erg druk met de dieren,
waarvan er eenige ongesteld zijn. Bij zijn terug
keer op het kantoor verneemt hij, dat men een
dame haar bont ontstolen heeft. Na haar tot
rust gebracht te hebben, verklaart hij aan zijn
secretaris, dat Zani, een van de jongere oppassers
die zeer gehecht is aan de dieren, de dief is. De
secretaris dringt er op aan, Zani te ontslaan en
hem aan de politie over te geven. Dr. Grünbaum
laat Zani op kantoor komen. Deze bekent den
diefstal te hebben gepleegd, maar verontschul
digt zich, door te zeggen, dat hij het niet kan
zien, dat menschen dieren dooden, om er hun
eigen schoonheid mede te verhoogen. Hij be
looft het niet weer te zullen doen, waarop de
doctor besluit hem nog één kans te geven met
de waarschuwing, dat dit onverbiddellijk de
laatste maal is en dat hij den volgenden keel
de gevolgen zal moeten dragen.
Dan komen de weesmeisjes voor hun weke-
lijksche uitstapje naar den dierentuin. Eve, een
van de aardigste meisjes, en Zani gevoelen zich
reeds lang tot elkaar aangetrokken, maar de
eenige manier waarop zij met elkaar kunnen
praten, is, dat Zani doet alsof hij tot de dieren
praat en zij deze woorden als tot haar zelf
gezegd kan beschouwen. Een plan is gemaakt
dat Eve zal ontsnappen, maar de moed zinkt
haar in de schoenen. Zani pleit, dat zij het plan
ten uitvoer zal brengen. Wanneer de meisjes
over een bruggetje wandelen geeft Eve hun het
teeken voor haar vlucht. Het meisje dat voor
aan de troep loopt, springt in het meer. Van
de verwarring maakt Eve gebruik te ontsnappen
en zich in het kreupelhout te verbergen. Eerst
als de meisjes in het weeshuis terug zijn, wordt
Eve's vlucht ontdekt.
Intusschen is Paultje beroofd van zijn ritje op
den olifant. Het is sluitingstijd en de gouvernante
zet hem in de bus om naar huis te gaan. Terwijl
zij met een kennis staat te praten, ontglipt de
kleine vent haar en gaat naar den dierentuin
terug.
Zani is weer in moeilijkheden. Hij steelt het
schitterende bont van een dame die in adoratie
staat voor de huid van een van zijn geliefde
vosjes. Het bevel wordt gegeven. Zani zal aan
de politie worden overgeleverd.
De schemering valt. Zani vindt Eve en brengt
haar naar een oud berenhol, waar zij voor-
loopig veilig zijn. De dierentuin wordt nu door
fakkeldragers doorzocht, om Eve, Zani en
Paultje te vinden. In hun hol ontdekken Eve en
Zani, dat zij elkaar liefhebben en bouwen zij
grootsche luchtkasteelen voor de toekomst.
Kleine Paul verkent intusschen schuchter den
dierentuin. Uit brokstukken van een gesprek
tusschen eenige oppassers leidt hij af, dat hij
door de politie gezocht wordt. Met kloppend
hart kruipt hij in het dierenhuis. Hier treft hij
een oppasser aan, die door een wraakzuchtigen
assistent in een leege kooi, welke hij aan het
schoonmaken was, is opgesloten. Terwijl Paultje
Door A. VAN SANTEN.
Thomas Brown had zijn besluit genomen.
Nooit was het bij hem opgekomen om zich ten
koste van anderen op wederrechtelijke manier
te verrijken. Maar deze kans mocht hij niet
langer laten gaan; zij werd hem als het ware
-pgedrongen. En bovendien, wat zou er van
hem terechtkomen, als hij de mooie gelegenheid
liet gaan?
De volgende week zou hij op straat staan;
na drie jaren trouwen dienst als bediende in de
universiteitsclub, was hem zijn baantje drie
weken geleden opgezegd. Mooi, dat ze hem nog
een maand hadden aangehouden, daar niet van.
Maar het was toch hard en hij voelde zich alles
behalve vriendelijk gestemd jegens de geluk
kigen, die niet zooals hij in de zorgen zaten. Ze
lieten hem toch maar kalm aan de armoede ten
prooi, die fijne dames en heeren, waarvoor hij
zich had uitgesloofd en gebogen, heel nederig,
als hij z'n fooitje kreeg, 'n Noodzakelijke aan
vulling van zijn karige tractement, daar werd
geen rekening mee gehouden! Een fooi blijft
een fooi en wie hem aanneemt, moet buigen en
dankbaar kijken.
Op zijn kamertje haalde hij direct, nadat hij
thuis was gekomen, het schrijven aan John
Williams voor den dag. Hij wist, wat er in stond.
Het gesprek tusschen Maud Williams, de eenige
dochter van den millionnair en haar tante, had
hij woord voor woord gehoord, terwijl hij op
kleinen afstand van het tafeltje, waaraan de
beide dames zaten te lunchen, op verdere orders
gewacht had. Het meisje had haar vader ge
schreven, dat ze met tante meeging en over een
dag of tien terug kon zijn. Het motorjacht zou
haar naar Florida brengen, heen en terug;
hoogstens een dag of twee zou ze bij tante
logeeren, want het was meer om het zeetochtje
te doen dan om iets anders. De frissche lucht
zou haar zeker opknappen; 'n prachtgelegenheid
dicht voor het examen.
Toen het briefje gereed was en in een
enveloppe gesloten, had Miss Williams aan hem
gevraagd het even in de postbus te doen en hij
had er op dat moment geen oogenblik aan ge
dacht, wat een prachtkans hem daar geboden
werd. Pas op 't laatste oogenblik, toen hij op
het punt stond om de opdracht uit te voeren,
had hij opeens een helder oogenblik gekregen.
Brown wierp het briefje ongeopend in de
kachel en zag het in vlammen opgaan. Een
voorzorgsmaatregel; je kon nooit weten.
Nu kon niemand bewijzen, dat het niet op de
post verloren was gegaan!
Hij ging aan tafel zitten en schreef een kort
epistel aan den ouden heer Williams. Vanzelf
sprekend niet met zijn gewone hand, maar met
'n soort drukletters, 'n Paar zinnen, maar vol
komen duidelijk Miss Williams was in goede
handen, schreef hij, maar als haar vader haar
gezond en wel terug wilde zien, moest haar
vader over twee dagen, precies om twee uur
's middags, een enveloppe met honderdduizend
dollars persoonlijk komen brengen op een hei,
eenige uren afstands van de stad. De plek was
nauwkeurig omschreven; 'n kruispunt van twee
paden waar geen woning of boschje te bekennen
viel.
De enveloppe, waarin Brown het briefje stak,
werd daarna door den amateur-ontvoerder van
't adres voorzien; 'n leelijke, vierkante poot,
maar duidelijk. Toen alles gereed was, deed
Brown zijn overjas aan en ging hij het op de
post brengen. Zijn hand beefde niet, toen hij het
in de bus liet vallen; er was immers geen
gevaar bij!
Den dag daarna dacht hij veel na over zijn
kansen en hij deed zijn werk in de club werk
tuigelijk. Hoewel hij niet bang was, dat zijn plan
zou mislukken, kon hij een zekere onrust niet
van zich afzetten. Je las in de kranten immers
zoo dikwijls, dat de een of andere waaghals,
door een klein foutje in de gevangenis terecht
was gekomen.
En stel het geval, dat ze hem te pakken
kregen? Wat zat er dan voor hem op? In ieder
probeert den oppasser te bevrijden, verschuift
ij den verkeerden grendel... hij heeft de tijger-
kooi geopend! Door een panische schrik be
vangen, vliegt hij in een leege kooi, waarvan
hij de deur achter zich dicht trekt.
De tijger zoekt zijn weg naar het olifantenhuis,
waar hij nog een ouden twist uit te vechten
heef met Radjah. Een ongeloofelijke zware strijd
ontspint zich. Radjah en de andere olifanten,
dol van angst, breken los en vertrappen alle
kooien, zoodat binnen korten tijd alle leeuwen,
tijgers en panters in wilde wanorde door elkaar
sluipen en springen.
Intusschen zijn Eve en Zani ontdekt, maar
voordat zij gevangen genomen kunnen worden,
klinkt de alarmbel van het wilde dierenhuis en
iedereen haast zich naar het tooneel van den
strijd.
Groote netten en brandslangen worden voor
den dag gehaald en Dr. Grünbaum, die het werk
leidt, roept Radjah. De reusachtige olifant ge
hoorzaamt aan het bevel en houdt de woeste
dieren in één hoek van het huis, terwijl Zani
aan een touw naar beneden wordt gelaten om
Paultje, wiens barricade bijna omver geloopen
is, te redden.
Wanneer Zani en het kind halfweg opgehaald
zijn, springt plotseling een rondsluipende tijger
naar hem op. Alhoewel zwaar gewond, slaagt
Zani er in, het touw vast te houden, tot hij en
het jongetje in veiligheid zijn gebracht.
De wilde nacht is voorbij!
Eve wordt naar het weeshuis teruggebracht,
terwijl Zani in een ambulance-wagen door de
politie wordt medegenomen.
Paultje's vader, ontzaglijk dankbaar voor het
redden van zijn zoontje, springt echter voor Zani
in de bres. Hij neemt Zani en Eve onder zijn
bescherming en stuurt hen naar zijn farm, waar
zij gelukkig mogen worden.
Breede blanke banden loopen van
stad tot stad
Het Romeinsche wereldrijk zou ondenkbaar
geweest zijn zonder zijn heirwegen. Van Rome,
het hart der toenmalige wereld, uitstralend,
liepen deze als brengers der beschaving in rechte
lijnen door het Italiaansche schiereiland en ver
weg tot in de landen der „Barbaren". Grootsch
uitgedacht en uitgevoerd "overwonnen deze
straten alle hindernissen der natuur en ver
bonden de groote centra met elkaar langs den
kortsten weg.
geval niet de doodstraf. Want hij had Miss
Williams immers niet ontvoerd, 't Was hoog
stens afdreiging en al stond daar gevangenis
straf op, hoe lang wist hij niet eens, dan had
hij gratis onderdak; .eigenlijk een buitenkansje
in dezen crisistijd!
Tegen den avond begon hij zijn best te doen
om een lijdenden indruk te maken. Hij klaagde
over zware hoofdpijn, slofte opvallend en zakte
herhaaldelijk op een stoel neer.
,,'k Zou maar inrukken," zei de chef, toen het
spelletje een paar uiir geduurd had. „Als je griep
onder je leden hebt, kunnen we je hier best
missen."
Daarna riep hij een taxi en liet zich naar huis
rijden, waar hij den avond doorbracht met een
paar cognacgrocjes en nadenken over zijn
kansen. Hij ging vroeg naar bed om den
volgenden morgen beter voor zijn zware taak
berekend te zijn.
Op het bepaalde uur wandelde hij stevig dooi
over het pad op de hei, dat naar de bepaalde
plek voerde. Hij kwam een kwartiertje vroeger,
dan kon hij het slagveld beter overzien en zich
overtuigen, dat Williams nergens politieagenten
of rechercheurs had laten opstellen. Hij keek
scherp rond, maar geen mensch was op de ver
laten vlakte te bekennen en toen hij op het
kruispunt kwam, zette hij zich rustig neer op
een steen. Afwachten, geduldig wachten en uit
kijken, was nu de boodschap.
Zou Williams komen? Natuurlijk! Geen lolletje
als je zoo'n brief krijgt, 't Was wel een paarden
middel, maarenfin, aan terugkeeren was
geen denken en over een paar dagen kwam het
meisje gezond en wel thuis. Alleen die zeven of
acht dagen, dat hij in doodelijke spanning op
haar terugkomst zou moeten wachten, zouden
een extra kwelling voor den vader worden
Heel in de verte kwam iemand aanstappen,
langs hetzelfde pad, waarover hij gekomen was.
Williams natuurlijk. Over een minuut of tien
kon hij bij het kruispunt zijn. Brown liet gee.i
oogenblik den blik van de naderende gestalte
afdwalen en het duurde niet lang of hij kon den
man duidelijk zien. Een deftige, vrij oude heer,
stevig gebouwd en met de houding van een
oud-militair. Volgens de aanwijzing in den brief
droeg hij een pakje in de handen, dat hij voor
de borst hield; een onverwacht revolverschot
was dus uitgesloten.
Eindelijk kwam het groote moment. Brown
had een masker opgezet en trad zwijgend op
den naderenden wandelaar toe. Deze keek hem
zonder een spoor van woede aan en gaf hem
een pakje. Zonder een woord te zeggen keerde
hij den bandiet den rug toe en stapte terug in
de richting vanwaar hij gekomen was.
Brown deed eenige passen in de tegenover
gestelde richting. Zou hij het pakje openmaken?
Haast was er niet bij. Williams had er immers
alle belang bij om hem echte, ongemerkte
dollarbiljetten te geven. Maar, na een poosje,
kon Brown de verzoeking toch niet weerstaan.
Hij scheurde het pakpapier open. Vlak er ondei
zag hij eenige bankbiljetten. In orde dus. Op
zijn kamer zou hij den verderen inhoud wel
controleeren en danweg met den trein,
zoover mogelijk naar liet -Zuiden!
Op zijn kamer deed hij het pakje open.
'n Tiental dollarbiljetten kwam te voorschijn
gevouwen om een kartonnen doosje, dat de
kern van het pakje vormde. Brown rukte het
open en werd doodsbleek. Op een stapeltje ge
vouwen kranten lag een briefje- Zijn hand trilde,
toen hij het las.
„Waarde Brown, mijn dochter begreep direct
hoe de vork in de steel zat. De oude dame, met
wie zij op reis zou gaan, kreeg toevallig een
aanrijding en ligt in het ziekenhuis. We maken
geen werk van hef zaakje, omdat we niet weten,
of U misschien machtige connecties in de onder
wereld hebt. De ingesloten biljetjes wilt U wel
accepteeren als troostprijs, nietwaar?"
„je moet maar pech hebben," riep Brown
woedend.
Met het Romeinsche wereldrijk vervielen ook
zijn wegen en bijna 2000 jaar moesten voorbij
gaan voor een dergelijke gedachte geboren en
verwerkelijkt kon worden. Zoolang legde men,
tot in onzen tijd toe, slechts straten aan van
dorp tot dorp, die dan, aaneengerijd, tenslotte
ook een verbinding vormden tusschen de ver
schillende hoofdsteden.
riet Italië van Mussolini is er met recht
trotsch op, dat hetzelfde land, dat het belang
rijkste wegennet der oudheid bezat, ook onder
de Europeesche landen van tegenwoordig in de
ontwikkeling van den modernsten verkeersweg,
de autobaan, zoo ver vooruit is. Reeds jaren ge-
I leden werden de autowegen van Milaan naar de
Italiaansche meren aangelegd. Men moest ze
vanuit een vliegtuig overzien om het verschil te
kunnen waarnemen, tusschen deze wegen ge
kozen in onzen tijd van motoren en de vroegere
straten. Als dunne draden winden de oude
straten zich van plaats tot plaats en als een
breede blanke band legt zich daarover de
autoweg, niet gebroken door kruisende spoor
wegen en dwarsstraten, die er onder of over
heen worden geleid. Hier kan de motor on
gehinderd in volle vaart rijden.
Het systeem van autowegen js tegenwoordig
in Noord-Italië verreweg het best ontwikkeld.
Vanuit Milaan gaan niet minder dan vier „auto
strada's". Dwars door de Noord-ltaliaansche
vlakte, langs den Zuidrand der Alpen rijdt men
thans over een modernen autoweg van Turijn
over Milaan, Bergamo, Brescia en Verona naar
Venetië, binnenkort zelfs naar Triest. Midden-
Italië bezit de auto-strada Florence, Montecatini,
Lucca, Viareggio, die langs den voet der Apen
nijnen door de lachende velden van Toscana
voert en eindigt bij Viareggio, Italië's drukste
en elegantste badplaats aan de Thyrreensche
Zee. Rome is zoo verbonden met het zeestrand
bij Ostia en Napels met Pompeji, zoodat men
daar de gelegenheid heeft in het heerlijke land
schap oeroude en moderne kunstwerken bij
elkaar te bewonderen.
Behalve deze autowegen zijn in de laatste
jaren in Italië nog andere bouwwerken voor het
verkeer ontstaan, die onze bewondering af
dwingen. Daar is b.v. de „Gardesana", de weg
om het Gardameer, die voor het grootste deel
in loodrechte rotswanden direct boven het water
is uitgehouwen met talrijke tunnels en prachtige
kunstbouwwerken en van waaruit men een
sprookjesachtig mooi uitzicht heeft op het meer.
Dan de 4 K.M. lange autobrug, die Venetië met
het vaste land verbindt, zoodat men thans de
betooverende lagunenstad per auto kan binnen
trekken. Verder werd onlangs in Venetië de
grootste garage van Europa geopend, waarin nu
1300, binnenkort zelfs 2000 wagens kunnen.
Men kan per auto bijna naar de krater van de
Vesuvius, ja zelfs de 3000 M. hooge, met sneeuw
bedekte en vuurspuwende Etna is niet meer
veilig.
Hoe zij werkten waakt.
Altijd in de weer nooit rust!
Zij blijven gelooven in het goede, dat
zij in de harten hunner kinderen
hebben gezaaid
Door TINE BREEBAART.
Zijn moeders voeten wel ooit langer dan
slechts een zeer korte spanne tijds in rust?
Wordt er wel eens over nagedacht welk een
grooten afstand zij per dag atlegt?
Is het wel te verwonderen, dat die voeten des
avonds moede en pijnlijk zijn? Vol verlangen
wordt uitgezien naar het rustige avonduurtje,
wanneer weliswaar de verstelmand opgehoopt
met kousen of waschreparaties wacht, maar dan
volgt tenminste een rusttijd.
Altijd in de weer, bezig met een of ander
werkje voor het gezin, zóó kennen wij de
mééste moeders!
Haar groote liefde voor hare kinderen doet
haar echter wel eens te veel eigen rust over het
hoofd zien. Het begint reeds met het kleine
wiegekindje en alle zorgen om zijn welzijn, deze
vragen menigen voetstap
Zij is de aangewezen persoon om het kleine
hulpelooze wichtje te verzorgen, te baden, te
voeden, te kleeden. Zij leidt de eerste schreden,
zijn spel, gaat met hem uit en als een trouwe
zorg waakt zij over zijn gansche bestaan, vraagt
zich nooit af of het soms niet te veel is wat
zij doet.
Vele moeders wenschen de kleintjes wel eens
grooter, omdat zij zooveel werk geven, dat de
verzorging hare physieke krachten te boven
gaat, maar wanneer de kinderen ouder zijn, dan
zien die moeders zelve in, dat iedere leeftijd zijn
lief, maar óók zijn leed geeft.
Dit laatste in dien zin bedoeld, dat iedere leef
tijd zijn eigen moeiten met zich brengt, en zoo
lang als wij, moeders leven, en al worden onze
kinderen zelfs reeds ouder, dan nog blijven de
moeilijkheden, die zij, reeds op eigen beenen
staande, ondervinden, ons zoo ter harte gaan.
Men zegt wel eens, als de kinderen maar eerst
naar school gaan, dan wordt het gemakkelijker.
Ook dit is niet het geval, want het kind weet,
dat hij met al zijn zorgen en kleine verdrietig
heden bij Moeder kan komen en dat een énkel
bemoedigend woord van haar kant veel leed kan
opheffen.
Trouwens, hoevelen hebben geen moeite met
hun lessen en kunnen slechts met moeite mee.
Vele moeders zijn echter gedeeltelijk zelve de
schuld, dat zij altijd zoo in de weer zijn, omdat
zij de kinderen, grooter geworden zijnde, niet
leeren zelf aan te pakken.
Het gaat vaak zooveel vlugger als moeder het
zelf doet en hierin ligt juist de fout. Kinderen
zijn kleine egoïsten en wennen er zoo aan, hun
moeder als altijd dienende geest voor hen heen
en weer te zien draven.
Slechts zelden zullen zij uit zichzelf iets doen;
daarom is het noodig, den kinderen vroeg allerlei
kleine werkjes op te dragen, die verricht moeten
worden, niet alleen als ze zelf zin hebben, doch
eenvoudig omdat het een opgelegde taak is.
Hoevele nachten zijn er niet, die de over
vermoeide moeder slapeloos doorbrengt, niet
alleen omdat de moede voeten haar uit den slaap
houden, doch door de drukkende zorgen, die de
tijden met zich medebrengen.
Zorgen om de opgroeiende kinderen, die zij al
het mooie en ware, dat in haar ziel was, mee
gegeven heeft op hun levensweg, door woord en
daad, maar die het leven veelal zóó verbittert
door het „zwarte spook" der werkloosheid.
De wil om te werken is aanwezig, doch waar
is de uitkomst te vinden en hoe vaak gebeurt
het niet, dat in jonge menschen gedachten ge
wekt worden door het gedwongen nietsdoen en
het gezelschap waar zij onwillekeurig verzeild
raken, die zij van huis uit niet meekregen.
De trippelende kleine voetjes, geleid door
moeders zorgen, worden eenmaal voeten van
mannen en vrouwen, die stevig in het leven
dienen te staan.
Zeker is, dat de gedachte aan de leidster
dezer wankele schreden en de groote, dienende
liefde, die van haar uitging, haar kinderen op
eigen beenen staande zal behoeden, ook in
déze tijden van ellende en druk, voor verkeerde
dingen.
Vrees is een slechte geleidster en daarom
willen wij, moeders, ook al lijkt de toekomst
wel eens donker en somber, blijven gelooven
aan het goede, dat wij in de harten onzer
kinderen hebben gezaaid.
DE PRACTISCHE HUISVROUW
zal gaarne zoo noodig radijs eenige dagen
versch houden, zonder dat aroma of kleur hier
door inboeten; zij zal de bossen daarom met het
groen in een kom met water moeten zetten, zóó,
dat de radijsjes zelf niét in het water komen;
zal gaarne weten, hoe zij op eenvoudige
wijze een postzegel van een briefomslag kan
losmaken, zonder de laatste te beschadigen en
heeft niets anders te doen, dan met een niét tè
warm strijkijzer over den postzegel heen te
strijken;
zal bij het stijf kloppen van room of eiwit
steeds een daartoe bestemde klopper gebruiken,
bestaande uit een metalen koker, waarin een
stamper met gaatjes, welke op en neer gehaald
wordt, waardoor men in een oogwenk het ver-
eischte resultaat verkrijgt, terwijl niet vergeten
mag worden, een tikje zout bij te voegen; dit
bevordert eveneens het stijf worden. Deze
eierkloppers zijn in alle winkels voor huis
houdelijke artikelen in enkele maten te verkrijgen
en zijn onmisbaar in iedere huishouding.
ZAKGELD.
De vraag over het al of niet geven van zak
geld wordt nogal eens door ouders besproken
en de meeningen hierover loopen tamelijk uiteen.
Onlangs vroeg een moeder ons, hoe wij hierover
dachten en ons antwoord was: „Geeft den
kinderen zakgeld, doch niet tè veel en leer ze
tevens in- ruil hiervoor kleine plichten te ver
vullen." Bij het niet nakomen van de opgedragen
taak wordt onherroepelijk een deel ingehouden,
al zijn het slechts enkele centen. Het eergevoel
der kinderen zal hen prikkelen, dit te voorkomen;
zij leeren al vroeg de beteekenis van het woord
„plicht" kennen,' iets wat wij in onze jeugd
zeker meer leerden begrijpen en vervullen dan
de jeugd van heden. Aan ons ouders is in deze
de schuld, want wij trachten hen niet te door
dringen van de groote beteekenis ook in het
latere leven van het vervullen van den plicht.
Denken wij slechts aan het vers, dat De
Genestet hieraan wijdde, waarin hij spreekt van
den vriend met ijzeren hand, den plicht.
EEN JAPON VOOR GEZETTE FIGUREN.
No. 228.
De hierbij afge
beelde japon is
gemaakt van be
drukte voorjaars-
stof. Het lijfje is
zoowel van voren
als van achteren
geheel glad. De
halsopening is af
gewerkt met een
jabot, die vanaf
den schoudernaad
naar voren valt.
De mouw moet
vooral gemakke
lijk zitten en heeft
bij den pols een
in den naad aan
gebrachte strook.
Het heupstuk, dat
aardig van tee-
kening is, loopt
middenvoor met
een punt op. De
klokkende rok-
panden worden
glad aan het
heupstuk beves
tigd.
Patroon hiervan
verkrijgbaar in de
maten 4650 voor
den prijs van
f 0.58.
WELKE MAAT HEEFT U?
Hebt U wel de maat, die U dacht? Dik
wijls weet men niet eens precies, in welke
maat men een patroon bestellen moet. De
juiste maat neemt IJ door te meten,
a) omtrek van rug en buste, onder dc
armen door, over het breedste gedeelte;
b) omtrek heupwijdte pl.m. 15 a 20 c.M
onder de taille.
Dit wist U waarschijnlijk wel. doch tal
van andere dingen, die noodig zijn om de
maat goed op te nemen, zijn U wellicht
niet bekend. Hierover kunnen wij interes
santé bijzonderheden lezen in het Mei
nummer van „Het Practische Modeblad
dat tegen toezending van een G-eents posl
zegel, door de Moderedactrice v. d. blad
te 's-Gravcnhage, koste
loos aan U wordt toegezonden.
Ook tal van andere wetenswaardige ar
tikelen, die U uitsluitsel geven over hei
maken van Uw kleeding kunt U in di
aantrekkelijke nummer vinden.
GOEDE KNIPPATRONEN.
Patronen Kunnen per orief aangevraagd worden
met bijsluiting van 0.58 in postzegels aan de
Moderedactrice var, dit blad, Roelofsstraat 109
te s-Gravenhage.
De patronen worden U tegelijk met een num-
50 modellen zijn afgebeeld, toegezonden. Denkt
U er vooral aan, de juiste maat en het nummer
->p te neven.
99
Komen wij echter na cjeze kleine afdwaling
weer op ons uitgangspunt terug, het zakgeld,
dan zijn wij van meening, dat het thans meer
dan ooit noodig is, dat kinderen op de juiste
wijze met geld leeren omgaan en sparen.
Wie dit niet reeds jong leert, zal de strijd om
het bestaan op anderen leeftijd veel zwaarder
vallen.
Het kind moet reeds vroeg leeren, dat geld
het natellen waard is en de waarde ervan zal
voor hem grooter zijn als hij ervoor „gewerkt"
heeft.
Er zijn in ieder gezin met kinderen genoeg
werkjes, die door hen gedaan kunnen worden
en die de huisvrouw veel werk uit de hand
nemen; zijn er méérdere kinderen, die een taak
kunnen vervullen, dan wordt deze om beurten
afgewisseld, zoodat niemand zich te beklagen
heeft, dat hij juist altijd het vervelende moet
doen.
Bedden afhalen moet tot de vaste plichten van
alle kinderen behooren, van meisjes, zoowel als
jongens; niet aftrekken, doch keurig netjes moe
ten dekens en lakens opgevouwen worden en
over een stoel gehangen worden; hierbij kunnen
de grooten de kleintjes helpen; b.v. schoenen
poetsen, tafel dekken, helpen afwasschen,
boodschappen" doen en nog veel meer kan door
de kinderen gedaan worden. Het groote voordeel
hiervan is thans, dat zij veel handiger worden
dan kinderen, die nóóit iets doen.
Een vast zakgeld zal den kinderen dan iedere
week worden gegeven, waarmede zij echter niet
naar willekeur mogen handelen, althans niet als
zij nog niet oud genoeg zijn om het geld goed
te besteden.
Het geld wordt in een potje door de kindeien
bewaard en van het opgespaarde geld kunnen
zij later een of ander koopen, wat zij gaarne
hebben, of wel voor de verjaardagscadeautjes
besteden.
Om de kinderen voor elk werkje, dat zij doen,
eenige centen uit te betalen, lijkt ons minder ge
schikt; zij moeten ook vrijwillig werken;
daarom is het éénmaal per week uitbetaalde zak
geld de beste oplossing.
ASPERGETIJD.
Wij zijn midden in den aspergetijd en gelukkig
zijn zij thans billijker dan andere jaren, zoodat
wij ze, hetzij als voorschotel, hetzij in een room
saus gestoofd als groente, aan onze huisgenooten
kunnen voorzetten.
De beste tijd om van asperges te genieten, is
tot ongeveer 20 Juni; dan zijn de smaak en het
aroma het fijnst.
De asperges worden voorzichtig en dun ge
schild, terwijl men 'vooral moet oppassen, dat
de kop, die voor het fijnste geldt, niet afbreekt.
De schillen worden gewasschen en in den oven
of op een blik op de kachel gedroogd, daarna
in een linnen zakje bewaard, dat op een droge
plaats wordt opgeborgen; men heeft dan in den
winter een heerlijk fijn toevoegsel om bij de be
reiding van bouillon en soep met de andere
kruiden tegelijk met het vleesch te laten trekken.
De meeste menschen houden van asperges niet
boter. Men moet ze echter na het schillen niet
in het water laten liggen, doch alleen wasschen
en in kokend water met zout leggen. Men schept
ze met een schuimspaan eruit; ze worden in bos
jes van b.v. 10 stuks gebonden. Is men in het
bezit van een aspergeschaal, dan worden ze
hierop gelegd; anders worden ze op een lang
werpige schaal gelegd, terwijl men er gesmolten
boter, harde eieren en nootmuskaat bij presen
teert.