REIZEN IN SOVJET-RUSLAND
DE V^DDDW EIVI DAAD HDIS
Reis- en
Vacantiekleeding
TWEEDE BLAD
Droog
BIOSCOOP
Vervolg Plaatselijk Nieuws.
VOOR DRIE AARDIGE
No. 25. 22 JUNI 1934.
DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT
5
„Bah, wat is het nat en auk'lig;
Wat is 't weer verbazend slecht!"
Hoeveel malen hebben w'allen
Niet iets dergelijks gezegd,
Als de regen nederstroomde
En het nit was met de vreugd,
Daar w'ons op een prettig tochtje
Met mooi weer hadden verheugd.
Maar wanneer de landerijen
Stoven in de zomerzon
En men voor 't gewas te velde
Best wat vocht gebruiken kon,
Als in bijna alle streken
Groot gebrek aan water is
En men leest in alle kranten:
„Met den graanoogst loopt het mis,"
Als het gras in hooi verandert
Vóór het nog is afgemaaid,
Als op 7 veld staat te verbranden
Wat de landman heeft gezaaid,
Wanneer ied're struik en heester
Met verschrompeld loover prijkt
En de bodem van 7 riviertje
Wel een mulle zandweg lijkt,
Als één onvoorzichtig vonkje
Bosch en heide zet in vlam
En men iedereen hoort zuchten:
,,'k Wou, dat er maar regen kwam"
Dan pas gaan we goed beseffen
Puffend in den zonneschijn
Welk een zegen milde regen
In den zomer wel kan zijn!
LUXOR-THEATER.
In Luxor-Theater draait deze week:
„Hold Your Man".
(De Sterkste Band.)
Met de politie op zijn hielen vlucht Eddie Hall
de kamers van Ruby Adams binnen. Bij hun
eerste ontmoeting voelen zij zich onmiddellijk
tot elkaar aangetrokken, doch beiden laten
daarvan niets blijken.
Ruby heeft een aanbidder, Al Simpson, die
een serieuze zakenman is en, hoewel hij op de
hoogte is van haar levenswijze, toch met haar
trouwen wil. Zij houdt hem aan het lijntje om
in zijn gezelschap verschillende nachtloKalen te
kunnen bezoeken, in de hoop Eddy terug te
vinden. Na enkele weken gelukt het en ter wille
van Eddy laat zij Al loopen.
Voor een duister zaakje wordt Eddy tot een
korte gevangenisstraf veroordeeld en als hij
weer vrij komt, vindt hij Ruby op zijn kamers
wachten. Hij merkt dan, dat een getrouwd man
haar naloopt en hij probeert Ruby te gebruiken
als een soort lokvink om deze van wat geld af
te heipen, doch zijn liefde voor Ruby doet hem
op het laatste moment besluiten dit plan niet
ten uitvoer te brengen. Hij gooit den man de
kamer uit en deze valt zoo ongelukkig, dat hij
sterft.
Terwijl Eddy en Ruby weggegaan zijn om
hun papieren voor hun huwelijk in orde te
maken, wordt het lijk gevonden. Eddy weet te
ontsnappen, maar Ruby wordt gepakt en naar
een verbeteringsgesticht gestuurd.
Eddy is van plan naar Zuid-Amerika te ont
snappen, doch als hij hoort dat Ruby een kind
verwacht, weet hij als bezoeker in het ver
beteringsgesticht te komen en een neger-predi
kant over te halen hen in de kapel te trouwen.
Intusschen heeft de directrice van het ver
beteringsgesticht ontdekt dat Hddy Hall in de
bezoekerskamer is en de politie gewaarschuwd.
Als de politie komt is het huwelijk juist vol
trokken en Eddy wordt gearresteerd.
Enkele jaren later staat Ruby met hun zoon
aan het station op Eddy te wachten. Deze is zoo
juist uit de gevangenis ontslagen. Een vriend
heeft hem aan een betrekking geholpen en zij
gaan een nieuw leven tegemoet.
DISTRICTSDAG ST. JOZEFGEZELLEN.
Zondag had in Heemstede een districtsdag
plaats van de afdeelingen Heemstede, Benne-
broek, Hillegom en de Zilk van de St. Jozef
gezellen vereenigingen.
Voor de afd. Heemstede werd des morgens
om 8 uur een H. Mis opgedragen, waarna een
gemeenschappelijk ontbijt in het R.K. Vereeni-
gingsgebouw.
Dm half 11 werd een plechtige H. Mis ge
celebreerd door kapelaan Oud, president der
afdeeling Heemstede.
Vervolgens werd door plm. 200 leden met
ontplooide banieren een wandeltocht gemaakt
door een groot deel van Heemstede, waaraan
voorafging een groep van de Calpingslijfwacht
met trommelslag, pijpers en fluististen.
De fleurige stoet trok veel belangstelling
langs den weg.
Na afloop der wandeling verzamelden de deel
nemers zich in het R.K. Verenigingsgebouw,
waar de koffie werd gebruikt.
Om half 3 waren de deelnemers en vele ge-
noodigden in de groote zaal van het R.K.
Verenigingsgebouw bijeen, waar als redenaar
optrad de centraal-president der Jozefgezellen,
rector J. Th. v'. Galen.
In een gloedvolle rede zette spr. uiteen de
nooden van dezen tijd, vooral voor de jongere
generatie, die toch straks, als de oudere gene
ratie heeft afgedaan, de maatschappij zullen
vormen.
Z.Eerw. wees op het groote Apostolische
werk dat de jonge gezellen kunnen verrichten,
en wees hun daarvoor op zeer uitvoerige wijze
den weg.
De vergadering werd, nadat Pastoor v. d.
Tuyn eenige dank- en aanmoedigingswoorden
had gesproken, met het lied van den Gezellen-
vader en den Calpingsgroet gesloten.
Het reizen in Sovjet-Rusland is zeker niet
aangenaam te noemen; weliswaar zijn alle
staatslichamen verplicht den buitenlandschen
reiziger behulpzaam te zijn. maar zooals U bij
ons reist, zoo reist U daar nog niet. De moeilijk
heid om een hotelkamer te vinden is b.v. ont
zettend groot. Niettegenstaande ik in het bezit
was van vele aanbevelingen, zelfs van een z.g.
„prikas" (bevel) van hooge regeeringsambte-
naren aan de directeuren van de hotels, was ik
toch gedwongen, langen tijd intrek te nemen bij
een collega. De hotels zijn over en overvol,
men slaapt zelfs in de gangen en badkamers.
Een andere moeilijkheid is het zenden van
geld per post of per telegraaf. Zoo kreeg ik uit
Moskou een bericht, dat aan mijn adres in
Alma-Ata een som van 400 Sovjet-roebel per
telegraaf verzonden was. Daar ik echter na 2
weken nog niets van deze tijding hoorde,
wendde ik mij tot de postdirectie. Deze gaf mij
een „propusk" (toegangsbewijs) voor de
telegraaf-afdeeling van het postkantoor, alwaar
ik de noodige inlichtingen zou kunnen krijgen.
In een groote zaal zaten daar minstens veertig
jongens en meisjes, hoopen papieren, half ver
scheurde, met vetvlekken bedekte boeken,
schriften en brieven lagen over de tafels ver
spreid. Op mijn vraag, waar de leider der af
deeling was, kreeg ik ten antwoord, dat zij juist
was gaan eten. Eenigszins verontschuldigend
voegde deze jongeman er aan toe, dat een vaste
schafttijd hier niet bestaat, daar de menschen
óók zonder toestemming, wanneer ze honger
hebben, in het postrestaurant gaan eten.
Met groote moeite (de meesten weigerden mij
eenige inlichtingen te verstrekken, waar mijn
geld gebleven was, daar zij zeiden, dat zij voor
zooiets géén tijd hadden) slaagde ik erin, een
meisje te vinden, dat zich bereid verklaarde, de
papieren eens door te kijken. We staken een
„papirosse" (sigaret) op en begonnen de boeken
door te bladeren. Eindelijk vond ik een bedrag
genoteerd en wat bleek nu? Daar ik geen mede-
deeling van de post had gekregen, dat het geld
aangekomen was, had ik mij dus niet gemeld
en intusschen was het geld weder naar den af
zender terug gegaan. Men gaf mij het papier,
door vijf, zes menschen onderstempeld, waarin
stond, dat ik het geld in Moskou in ontvangst
kon nemen.
In Moskou aangekomen begaf ik mij direct
met het belangrijke stuk naar het postkantoor.
Nadat de beambte eerst langen tijd in groote
boeken gezocht had, zeide hij mij, dat hij het
gevonden had. Op mijn vraag, aan welk loket
de uitbetaling van dit bedrag geschiedde, ant
woordde hij me, dat de afzender het geld niet
afgehaald had en dat alle niet-afgehaaide gelden
aan het depót in de stad Aureol, ongeveer twee
dagreizen van Moskou, gestuurd werden.
Een aanvraag, om dit veld naar Moskou terug
ie sturen, duurt ongeveer 2 weken. De afzender
vertelde mij, dat hij geen mededeeling van de
post had gekregen en zoodoende niet weten kon,
dat dit geld uit Alma-Ata teruggestuurd was.
Voor z.g. inlouristen, dat zijn buitenlanders, die
tegen buitenlandsche valuta in de Sovjet-Unie
reizen, is alles uitstekend georganiseerd! Zij
hebben geen moeilijkheden, biljetten te krijgen
en de hotelkanjers worden gereserveerd. Maar
om een béteren kijk op de toestanden te krijgen,
besloot ik als gewoon sterveling naar Moskou
te reizen. Gewapend met papieren, bedekt met
stempels en handteekeningen, wendde ik mij tot
de vrouwelijke stationschef in Alma-Ata met het
verzoek mij een biljet te bezorgen naar Moskou.
„O neen, burger, U moet éérst toestemming
hebben van de G.P.OE., dat U de stad mag
verlaten, zonder dat mogen wij géén biljetten
verkoopen!"
„Ja maar, burgeres
„Neen, ik ben geen burgeres, maar een
kameradin
„Ja, maar kameradin, ziet U deze Hollandsche
pas, daar staat in, dat Hare Majesteit verzoekt,
mij in het buitenland, hulp en bijstand te ver-
leenen en ik geloof dus, op U te mogen rekenen."
Tja, dat was een moeilijk geval, een beambte
van de trein-politie moest er bij komen en nadat
ik hem precies vertelde, wat in de pas ge
schreven stond, besloot zij mij een biljet naar
Moskou te verkoopen.
„Burger, komt U vanavond tegen 6 uur hier;
de trein moet vertrekken om tien uur, maar men
kan nooit weten. De trein van gisteren is nog
niet aangekomen en het kan zijn dat deze direct
aankomt en meteen vertrekt."
Ik had nog juist den tijd, om een voorraad
voor onderweg te koopen, bestaande uit: 6 kilo
brood (waarvoor ik drie hoog geplaatste be
ambten moest bezoeken, in het bezit geraakte
van 5 papieren met stempels en tenslotte 6 kilo
zwart brood), eenige kameelworsten, een beetje
kaas, suiker, een stuk brikettenthee en een
keteltje.
Om 6 uur was ik op het station aanwezig;
het bestond uit een groote houten loods met een
olielamp-verlichting. Met groote moeite vond ik
een plaatsje tusschen de op hun zakken en
koffers slapende menschen, gehuld in groote
schapenvellen. Mannen, vrouwen en kinderen
lagen daar op den vuilen grond verspreid, tus
schen stukken watermeloen en vischgraten.
Tegen 12 uur 's middags eindelijk kwam de
trein aan. Na een geweldige vechtpartij, met
verlies van overschoenen en hoed, slaagde ik erin
een plaatsje te bemachtigen, dat later bleek,
voor mij gereserveerd te zijn. Mijn medereiziger
in de zachte klasse was een G.P.OE.-beambte.
De treinen in Sovjet-Rusland zijn ingedeeld in
de z.g. „harde" en „zachte" klasse, hetwelk bij
ons overeenkomt met derde en tweede. Boven
dien bestaat er de z.g. „internationale klasse",
dat zijn de vroegere wagons lits, die nog in
zeer goeden staat verkeerden. De laatste klasse
is hoofdzakelijk voor hooge partijmenschen en
voor intouristen. Zitplaatsen bestaan eenvoudig
niet in Sovjet-Rusland. Een ieder heeft zijn lig
plaats en zij kunnen zich niet begrijpen, dat
wij in Europa vaak een geheelen nacht moeten
zitten.
Leve de flitspuit!
Nadat ik zorgvuldig de afdeeling met de flit
spuit gereinigd had en kamferballetjes tusschen
de dekens en op de matras gelegd had, besloot
ik te gaan slapen, niet dan nadat ik. mijn bagage
op armen en beenen vastgebonden had, zoodat
diefstal onmogelijk was. Kort voor het vertrek
bracht de conducteur eenige kaarsen, daar de
lichtinrichting in dezen trein defect was.
De verbinding van Alma-Ata naar Moskou is
een zijtak van den Turksih-spoorweg en voerde
ons tot de grens van Europa en Azié, waar dt
stad Orenburg ligt, gedurende drie dagen door
onmetelijke woestijnen en steppen. De station
netjes zijn slechts kleine, houten huisjes en de
trein stopt slechts, om den tegentrein uit Moskou
te laten passeeren. Op deze stationnetjes staan
de z.g. „kipjatoks", dat zijn kleine huisjes waar
men koitend water kan krijgen. Nauwelijks staat
de trein stil, of alle reizigers rennen met hun
keteltjes naar zoo'n kipjatok, waarna zij in den
trein koffie of thee zetten.
Weliswaar is de vrije handel in Sovjet-Rusland
geheel verboden, maar toch kan men aan de ver
schillende stationnetjes van de boeren toch een
en ander koopen, tegen woekerprijzen. Zoo kost
een kip 40 roebel en tegen staatsprijzen 7 of 8
roebel, maar daar men te weinig staatskippen
heeft, moet men wel bij de boeren koopen, wil
men iets goeds te eten hebben.
Aan de kleine steppen-stations was men in de
gelegenheid bij de kaissakkonvrouwen aard
appelpoffers en paardemelk, z.g. „koemis", te
koopen. Deze paardemelk, die frisch niet te
drinken is, wordt gegist en smaakt zeer goed.
Van twee liter paardemelk wordt men absoluut
dronken.
Alles wat men koopt, moet men eerst des-
infecteeren, zoo was ik b.v. genoodzaakt het
gekochte kippetje boven een vuurtje in een
consërvenbusje af te branden.
Daar men op deze lijn door de steppen géén
water kon krijgen (de verschillende steppen-
stations worden met extra-watertreinen van dit
nat voorzien) zaten wij reeds den tweeden dag
met opgezwollen tongen in de overheete coupé's.
De kipjatoks zijn op deze route slechts half
vol en het is een hééle toer een paar slokjes
te bemachtigen. De reis ging nu door een groote
hongersteppe aan den rechterkant en de roode-
of gouden steppe aan den linkerkant.
Uitgedroogde vlakten, slechts hier en daar een
jurte, welker bewoners zich bezig houden met
het vangen van schildpadden, die hier in on
gelooflijke hoeveelheden voorkomen. Dan weer
zagen we in de verte een karavaan voorbij
trekken, volbeladen met kostbare vracht. Naar
mijn medereiziger vertelde, zijn deze tochten
levensgevaarlijk, niet alleen, omdat men van
dorst of in een cycloon omkomen kan, doch in
deze woestijnen leven de z.g. „karakoerts", dat
zijn kleine spinnen, welker beet doodelijk is.
Kameelen, die gebeten zijn door deze spinnen
leggen zich direct neer en sterven binnen drie
uur. Karakoert beteekent zwartbuikje.
Ook passeerden wij nog vele baba's, die nog
I uit den tijd der Djonghis-Khan stammen en nog
in zeer goeden staat verkeeren.
In Kara-Oesjak, één der steppenstations, was
ik in de gelegenheid, eenige groote water
meloenen te koopen. Deze watermeloenen ver
oorzaakten in den trein een ware revolutie. Alle
reizigers verlieten hunne wagons en zelfs de
chef slaagde er niet in, hen te laten instappen,
voordat zij allen in het bezit waren van zoo'n
vrucht.
Deze watermeloenen met hun donkerrood
vruchtvleesch bestaan voor 95 uit water en
smaken heerlijk zoet. Ze groeien op droge zand
gronden en betrekkelijk weinig water noodig.
Wij stoppen voor een nieuwen bezem.
Nadat wij het station Aralsk aan het meer
van Aral gepasseerd waren reden wij door
groote en kleine Barsoeki-steppen in de richting
van het Moegotsjarskie-gebergte. De trein be
gon langzamer en langzamer te rijden en midden
in de steppen hield hij stil. De reizigers, denken
de dat een ongeluk gebeurd was, hingen uit .de
raampjes en zagen, hoe een conducteur uit
stapte, zijn pantofels verwisselde voor hooge
rijlaarzen en de steppe inwandelde. Hij werd
kleiner en kleiner, en in de verte zagen we hem
bukken, vreemde maaiende bewegingen maken.
De reizigers begonnen uit te stappen, mopper
den, vertelden elkander grappen en vingen
schildpadden, toen de conducteur weer terug
kwam en ons gelaste in te stappen.
De trein zette zich weer langzaam in bewe
ging en nieuwsgierig keek ik in den gang en zag,
hoe de conducteur van een bos droge takjes
die hij zooeven geplukt had, eeii bezempje bond
en de coupé's schoon begon te vegen.
Tegen den avond van den derden dag bereik
ten wij de stad Orenburg, op de grens van
Azié en Europa. Van Orenburg naar Moskou
duurt de reis nog drie dagen en ofschoon wij
hier reeds in Europa reizen, was dit leven toch
voor ons nog Aziatisch te noemen. Weliswaar
kan men hier veel meer koopen en zijn de
stations grooter en massiever, maar de snelheid
der treinen bereikt niet meer dan 40 K.M. per
uur. Tot Moskou zaten we in het donker, daal
de kaarsen reeds lang opgebrand waren en
zelfs de meest energieke gesprekken met de ver
schillende stationschefs konden mij niet aan licht
helpen.
U begrijpt, dat ik na deze Zesdaagsche in
Moskou, in het werkelijk prachtige en Euro-
peesche hotel „Metropol" van mijn wel
verdiende nachtrust genoot. J. N.
Wanneer de vacantie in zicht komt, definitieve
plannen worden gemaakt, om, al is het maar
een paar weekjes er uit te wippen, wanneer de
koffers vast eens uit hun donkeren hoek ter
inspectie worden te voorschijn gehaald, dan is
het onze eerste gedachte: wat nemen we mee
en wilt doen we aan?
Op de laatste vraag is het antwoord niet
moeilijk te vinden. Bij visioenen van trein, boot,
of auto past nu eenmaal vanzelf zoo'n gezellige,
lange reismantel van wollen, liefst waterdichte
stof, die ons zoowel gedurende de reis zelf als
tijdens ons verblijf in de bosschen, bergen of
aan zee en bij iedere weersgesteldheid, behalve
die van een hittegolf, onschatbaren dienst bewijst.
Een eenvoudig, sportief jurkje eronder, een
vroolijke sjaal, een mutsje of een klein hoedje
zonder rand, een paar gemakkelijke wandel
schoenen en een voornaam deel uwer reis-
garderobe is gereed.
Hierbij een blouse in een tint, die niet te gauw
vuil wordt, eveneens een aardige sjaal, mutsje
en sportieve schoenen, en het tweede reis-
complet is er. Of men het eerste of het laatste
kiest hangt gehe.el af van den smaak en voor
liefde der draagster. Wat we verder voor een
verblijf elders kunnen of moeten medeiiemen is
van allerlei omstandigheden afhankelijk en wel
in de eerste plaats van het feit, waar en op
welke wijze wij er onze vacantie denken door te
brengen. Een verblijf in een mondain hotel of
deftig pension ui een drukbezocht vacantie-oord
zal b.v. andere kleeding vereischen dan kam
pveren in den landelijken eenvoud van bosch en
hei. Gaan we naar het buitenland, dan spreekt
het klimaat van de door ons uitverkoren' streek
een woordje mee; zijn we van plan veel aan
sport te doen, zoo zullen we allereerst aan het
hiervoor benoodigde een plaatsje in het valies
inruimen; gaan we naar zee, dan zal de één
een bontjas voor de koele avonden onontbeerlijk
achten, terwijl bij de ander alleen de gedachte
aan zulk een pels reeds iets van het voorgestelde
genoegen zou bederven. En dan is er last not
least altijd nog de kwestie of we veel bagage
kunnen en willen meenemen, of ons zooveel
mogelijk moeten beperken. Al deze factoren
tezamen bepalen voor een deel de samenstelling
en uitgebreidheid van onze vacantie-garderobe.
Hoewel hiervan dus uit den aard der zaak een
volledig overzicht moeilijk te geven is, zoo laten
wij toch eenige, algemeen noodige modellen de
revue passeeren.
We beginnen met die eenvoudige jurken, die
des ochtends en zoo we er in de vrije natuur
op uittrekken ook des middags onmis
baar zijn.
Men kieze ze' bij voorkeur van ee.n stevige,
goed waschbare stof (linnen, piqué, shantung,
enz.) of van weinig kreukbare, dunne wol. Ze
behoeven niet duur, noch gekleed te zijn; we
vinden ze in alle magazijnen te kust en te keur
en voor wie zelf vaardig met de naald is, is het
een prettig, vrij gemakkelijk werkje.
Practisch zijn op dit gebied ook de moderne
overgooiers van touwkleurig, zeer grof linnen
(het lijkt ook wel gordijnlinnen), van boven tot
onder door een rij knoopen gesloten en gegar
neerd met een breeden riem in het middel.
Allerhande blouses kunnen hieronder gedragen
worden; verder zal een jas of bolero van het
zelfde linnen of van wol er als „geknipt" bij
staan, terwijl op kille regendagen de zeer ge
wilde reismantel er een passend en behaaglijk
geheel mee vormt. Zij, die haar hart verpand
hebben aan één van die mantelpakjes van
wollen crêpe of wollen georgette, waarin we op
het oogenblik zulke fleurige kleuren en modellen
zien, kunnen dit dooi' verschillende jumpers en
blouses op veelvuldige wijze varieeren. Speciaal
voor de warme dagen zijn de blouses van zijden
batist (meestal wit). Voorts is er het meer
sportieve genre van flanel of dunne wol. Een
aardig geheel is een blouse van geruite, ge
blokte, of anderszins bewerkte zijde, waarmede
dan ook het manteltje gevoerd is. Een groote,
slappe Lavallièrestrik van breed satijn in één dei-
kleuren van de zijde vormt hierbij de garneering
aan den hals.
Verreweg het méést practische om op reis
mede te nemen zijn en blijven echter altijd de
jumpers. In deze breisels en haaksels komt
steeds méér fantasie en het lijkt wel alsof ze
hoe langer hoe kleiner, althans korter worden.
De meesten reiken niet verder dan het middel
en worden naar verkiezing in of op den rok
gedragen. Zeer nieuw is het gehaakte jumpertje
van touwkleurige zijde op een wollen rokje van
dezelfde tint of van een eveneens nieuwe kleur
blauw, die het beste te beschrijven is als mat
lichtblauw met even een nuance van zeegroen.
Deze kleur komt plots hier en daar opdagen en
het moet gezegd worden dat de vondst, vooral
in combinatie met de. touwkleur zeer smaakvol
en gelukkig mag worden genoemd.
Wat de gekleedere modellen betreft, waarvan
sommigen onder ons er wellicht één of meerdere
zullen willen meenemen, hiervoor is de mode
dezen zomer al bijzonder goedgunstig gestemd.
Eigenlijk kunnen we alles dragen wat we
maar willen, driekwart lichte jassen op donkere
rokken en omgekeerd, donkere mantels op
langere, lichtere japonnen. We zien ruiten,
blokken, stippels en bloemen dooreenwarrelen
en veel japonnen, die tegelijk als middag
japon en ook als avondtoilet dienst kunnen
doen en zich hierdoor bij uitstek voor de reis
leenen. Zij zijn van zijden of wollen crêpe of
gebloemd batist, reiken meestal tot de enkels
en bedekken bijna altijd schouders en boven
armen door een pellerine, berthekraag, ballon
mouwen, e.d. Ze hebben het voordeel altijd en
overal op haar plaats te zijn, zoowel op theetijd
als aan het diner of in een theater en zelf wan
neer we een dansje willen doen. Wat kan de
toeriste beter en gemakkelijker begeeren?
Voor het officieele avondtoilet treden dit
seizoen twee uitersten op den voorgrond:
etherische zijden tule verwerkt met batist of wel
het streng statige satin ciré. Dat beide op een
aparte verzorging en een extra ruim plaatsje in
den koffer aanspraak maken en daarom door
velen als minder practisch zullen worden be
schouwd, ligt voor de hand. Helaas geldt dit
zelfde bezwaar de nieuwste avondjasjes, pelle-
rines en boa's van veeren, die de allereenvou
digste japon tot een elegante creatie vermogen
om te tooveren. Wat weinig kreukt is een jurkje
van kant; kant, die tegelijk nog een voordeel
heeft, n.l. dat men ze, afgezien van mode
wisselingen, zoo goed als altijd ziet dragen.
Voor een bijpassend bolero'tje of jasje zal
meestal nog wel een bescheiden hoekje in den
koffer te vinden zijn. Voor wie dit niet lukt, is
het trouwens geen onoverkomelijk bezwaar, de
eischen, des zomers aan de aVondkleeding ge
steld, zijn minder vormelijk dan in het winter
seizoen en voor de toeriste geldt dit in nog
grooter mate. Zon en zomer maken ons ge
makkelijker, bijna zorgeloozer. En is juist dit
laatste niet de groote bekoring van onze zoo
kostelijke vrije dagen?
ii
Nr. 03402
Een velvet of fluwee-
lon jurkje kan lang in
het voorjaar, zelfs wel
met koude zomerdagen,
gedragen worden. Het
lieve modelletje leent
er zicli eveneens toe om
van stof gemaakt te
worden, b.v. in een der
vele nuances, die men
thans in blauw of groen
ziet. Het rokje is een
weinig ruim naar den
onderkant toe, terwijl 't
lijfje aan de rugzijde
recht is op de taille
hoogte. loopt het aan
het voorpand naar ho
ven toe op en vormt een
punt, die met euh druk
knoop sluit. De garnee
ring beslaat uit een
crêpe de chine garni
tuur met een smalle
plissé of een smal kan
tje en op liet lijfje wor
den twee knoopen aan
gebracht. Aangezien 't
model zicli zoowel voor
groote als kleine meis
jes leent, stellen wij
patronen verkrijgbaar
vool- den leeftijd van
612 jaar.
Nr. 2070.
Meisjesjurk voor den
leeftijd van 8—12
jaar. Omliggende pi
qué-kraag, gladde mou
wen met kapje aan den
Dovenarm. Sluiting mid
den vóór.
Nr. 2069.
Moderne ruit, die
vooral in vroolij
ke tinten geko
zen, zoo goed
kleed. Los. ingere
gen vestje met
kraagje; klein
nplitje midden
voor.
Ceintuur van
zwart leer of lak
GOEDE KNIPPATRONEN.
Patronen Kunnen per Dnel aangevraagd worden
met bijsluiting van f 0.58 in postzegels aan d.
Moderedactrice var dit blad. Roelolsstraat Hit,
I te s-Gravenhage.
De patronen worden U tegelijk .nel een num
mei van ons nieuwe Modeblad, waarin ongeveo
5C modellen rik afgebeeld toegezonden. Dénk
U er vooral aan de miste maal en het -mum.
j op te geven
i
DE TIJD VOOR KARNEMELK.
Vanaf de lentemaanden moet men veel aan
dacht schenken aan karnemelk. Niets is gezonder
en versterkender dan een karnemelkkuur. Men
drinkt 's morgens op de nuchtere maag een glas
vol en 's middags nog een in plaats van de
gewone middagkoffie. Alen zal zien hoe frisch
men zich reeds na enkele dagen voelt. Bovendien
is karnemelk een uitstekend schoonheidsmiddel.
Men bevochtigt het gezicht met een in karne
melk gedoopt linnen lapje en laat de melk in
drogen. Zelfs bij zonnebrand kan men een
verzachtende werking waarnemen. In ieder geval
is het middel eenvoudig en niet duur, zoodat
iedereen 't kan gebruiken.
DE PRACTISCHE HUISVROUW MOET
WETEN DAT
tfvv- --
men een zeer goede en bruikbare motten-;
zak kan maken door couranten, die aan drie
kanten gestikt zijn met de machine, zoodat nieii
een groote zak krijgt, waarin allerlei bonten en
wollen artikelen in bewaard kunnen worden.
Is alles erin geborgen, dan wordt de vierde kant
dichtgestikt. Een eisch is echter, dat bont vooraf
goed uitgeklopt is en wollen artikelen, gewas-
sc'hen zijn. Men kan vóór het opbergen alles
eerst met een of ander in den handel zijnd
middel bespuiten.
men serge heerencostuums, die glimmen
naar boven toe moet opborstelen met gelijke
deelen water en ammoniak, daarna niet een
vochtige doek oppersen.
men bij o.a. het maken van deeg, waarbij
boter en suiker eerst tot room' geroerd moeten
worden of bij het kloppen van mayonnaise de
kom op een vochtige doek op tafel of aanrecht
moet plaatsen, waardoor deze niet wegglijdt.-
men gekrompen wollen kleedingstukken
in warm water nroet naspoelen, daarna flink uit
knijpen en met een heet ijzer over een hand
doek strijken, terwijl men de stukken in lengte
of breedte uitrekt.
men het wit en geel van geconserveerde
eieren beter van elkander kan schemert indien
men ze vooraf een uur in koud water heeft
gelegd. i
men een vleeschmolen voor het gebruik
eenige minuten in heet water moet leggen, waar
door geen resten achterblijven, doch de machine
na het gebruik ook beter schoongemaakt wordt.
men roestvlekken van marmer kan' ver
wijderen, indien men citroensap op de plek
druppelt, daarna met spons en zeem afnemen.