REIZEN IN SOVJET-RUSLAND DE V^DDDW EIVI DAAD HDIS Reis- en Vacantiekleeding TWEEDE BLAD Droog BIOSCOOP Vervolg Plaatselijk Nieuws. VOOR DRIE AARDIGE No. 25. 22 JUNI 1934. DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT 5 „Bah, wat is het nat en auk'lig; Wat is 't weer verbazend slecht!" Hoeveel malen hebben w'allen Niet iets dergelijks gezegd, Als de regen nederstroomde En het nit was met de vreugd, Daar w'ons op een prettig tochtje Met mooi weer hadden verheugd. Maar wanneer de landerijen Stoven in de zomerzon En men voor 't gewas te velde Best wat vocht gebruiken kon, Als in bijna alle streken Groot gebrek aan water is En men leest in alle kranten: „Met den graanoogst loopt het mis," Als het gras in hooi verandert Vóór het nog is afgemaaid, Als op 7 veld staat te verbranden Wat de landman heeft gezaaid, Wanneer ied're struik en heester Met verschrompeld loover prijkt En de bodem van 7 riviertje Wel een mulle zandweg lijkt, Als één onvoorzichtig vonkje Bosch en heide zet in vlam En men iedereen hoort zuchten: ,,'k Wou, dat er maar regen kwam" Dan pas gaan we goed beseffen Puffend in den zonneschijn Welk een zegen milde regen In den zomer wel kan zijn! LUXOR-THEATER. In Luxor-Theater draait deze week: „Hold Your Man". (De Sterkste Band.) Met de politie op zijn hielen vlucht Eddie Hall de kamers van Ruby Adams binnen. Bij hun eerste ontmoeting voelen zij zich onmiddellijk tot elkaar aangetrokken, doch beiden laten daarvan niets blijken. Ruby heeft een aanbidder, Al Simpson, die een serieuze zakenman is en, hoewel hij op de hoogte is van haar levenswijze, toch met haar trouwen wil. Zij houdt hem aan het lijntje om in zijn gezelschap verschillende nachtloKalen te kunnen bezoeken, in de hoop Eddy terug te vinden. Na enkele weken gelukt het en ter wille van Eddy laat zij Al loopen. Voor een duister zaakje wordt Eddy tot een korte gevangenisstraf veroordeeld en als hij weer vrij komt, vindt hij Ruby op zijn kamers wachten. Hij merkt dan, dat een getrouwd man haar naloopt en hij probeert Ruby te gebruiken als een soort lokvink om deze van wat geld af te heipen, doch zijn liefde voor Ruby doet hem op het laatste moment besluiten dit plan niet ten uitvoer te brengen. Hij gooit den man de kamer uit en deze valt zoo ongelukkig, dat hij sterft. Terwijl Eddy en Ruby weggegaan zijn om hun papieren voor hun huwelijk in orde te maken, wordt het lijk gevonden. Eddy weet te ontsnappen, maar Ruby wordt gepakt en naar een verbeteringsgesticht gestuurd. Eddy is van plan naar Zuid-Amerika te ont snappen, doch als hij hoort dat Ruby een kind verwacht, weet hij als bezoeker in het ver beteringsgesticht te komen en een neger-predi kant over te halen hen in de kapel te trouwen. Intusschen heeft de directrice van het ver beteringsgesticht ontdekt dat Hddy Hall in de bezoekerskamer is en de politie gewaarschuwd. Als de politie komt is het huwelijk juist vol trokken en Eddy wordt gearresteerd. Enkele jaren later staat Ruby met hun zoon aan het station op Eddy te wachten. Deze is zoo juist uit de gevangenis ontslagen. Een vriend heeft hem aan een betrekking geholpen en zij gaan een nieuw leven tegemoet. DISTRICTSDAG ST. JOZEFGEZELLEN. Zondag had in Heemstede een districtsdag plaats van de afdeelingen Heemstede, Benne- broek, Hillegom en de Zilk van de St. Jozef gezellen vereenigingen. Voor de afd. Heemstede werd des morgens om 8 uur een H. Mis opgedragen, waarna een gemeenschappelijk ontbijt in het R.K. Vereeni- gingsgebouw. Dm half 11 werd een plechtige H. Mis ge celebreerd door kapelaan Oud, president der afdeeling Heemstede. Vervolgens werd door plm. 200 leden met ontplooide banieren een wandeltocht gemaakt door een groot deel van Heemstede, waaraan voorafging een groep van de Calpingslijfwacht met trommelslag, pijpers en fluististen. De fleurige stoet trok veel belangstelling langs den weg. Na afloop der wandeling verzamelden de deel nemers zich in het R.K. Verenigingsgebouw, waar de koffie werd gebruikt. Om half 3 waren de deelnemers en vele ge- noodigden in de groote zaal van het R.K. Verenigingsgebouw bijeen, waar als redenaar optrad de centraal-president der Jozefgezellen, rector J. Th. v'. Galen. In een gloedvolle rede zette spr. uiteen de nooden van dezen tijd, vooral voor de jongere generatie, die toch straks, als de oudere gene ratie heeft afgedaan, de maatschappij zullen vormen. Z.Eerw. wees op het groote Apostolische werk dat de jonge gezellen kunnen verrichten, en wees hun daarvoor op zeer uitvoerige wijze den weg. De vergadering werd, nadat Pastoor v. d. Tuyn eenige dank- en aanmoedigingswoorden had gesproken, met het lied van den Gezellen- vader en den Calpingsgroet gesloten. Het reizen in Sovjet-Rusland is zeker niet aangenaam te noemen; weliswaar zijn alle staatslichamen verplicht den buitenlandschen reiziger behulpzaam te zijn. maar zooals U bij ons reist, zoo reist U daar nog niet. De moeilijk heid om een hotelkamer te vinden is b.v. ont zettend groot. Niettegenstaande ik in het bezit was van vele aanbevelingen, zelfs van een z.g. „prikas" (bevel) van hooge regeeringsambte- naren aan de directeuren van de hotels, was ik toch gedwongen, langen tijd intrek te nemen bij een collega. De hotels zijn over en overvol, men slaapt zelfs in de gangen en badkamers. Een andere moeilijkheid is het zenden van geld per post of per telegraaf. Zoo kreeg ik uit Moskou een bericht, dat aan mijn adres in Alma-Ata een som van 400 Sovjet-roebel per telegraaf verzonden was. Daar ik echter na 2 weken nog niets van deze tijding hoorde, wendde ik mij tot de postdirectie. Deze gaf mij een „propusk" (toegangsbewijs) voor de telegraaf-afdeeling van het postkantoor, alwaar ik de noodige inlichtingen zou kunnen krijgen. In een groote zaal zaten daar minstens veertig jongens en meisjes, hoopen papieren, half ver scheurde, met vetvlekken bedekte boeken, schriften en brieven lagen over de tafels ver spreid. Op mijn vraag, waar de leider der af deeling was, kreeg ik ten antwoord, dat zij juist was gaan eten. Eenigszins verontschuldigend voegde deze jongeman er aan toe, dat een vaste schafttijd hier niet bestaat, daar de menschen óók zonder toestemming, wanneer ze honger hebben, in het postrestaurant gaan eten. Met groote moeite (de meesten weigerden mij eenige inlichtingen te verstrekken, waar mijn geld gebleven was, daar zij zeiden, dat zij voor zooiets géén tijd hadden) slaagde ik erin, een meisje te vinden, dat zich bereid verklaarde, de papieren eens door te kijken. We staken een „papirosse" (sigaret) op en begonnen de boeken door te bladeren. Eindelijk vond ik een bedrag genoteerd en wat bleek nu? Daar ik geen mede- deeling van de post had gekregen, dat het geld aangekomen was, had ik mij dus niet gemeld en intusschen was het geld weder naar den af zender terug gegaan. Men gaf mij het papier, door vijf, zes menschen onderstempeld, waarin stond, dat ik het geld in Moskou in ontvangst kon nemen. In Moskou aangekomen begaf ik mij direct met het belangrijke stuk naar het postkantoor. Nadat de beambte eerst langen tijd in groote boeken gezocht had, zeide hij mij, dat hij het gevonden had. Op mijn vraag, aan welk loket de uitbetaling van dit bedrag geschiedde, ant woordde hij me, dat de afzender het geld niet afgehaald had en dat alle niet-afgehaaide gelden aan het depót in de stad Aureol, ongeveer twee dagreizen van Moskou, gestuurd werden. Een aanvraag, om dit veld naar Moskou terug ie sturen, duurt ongeveer 2 weken. De afzender vertelde mij, dat hij geen mededeeling van de post had gekregen en zoodoende niet weten kon, dat dit geld uit Alma-Ata teruggestuurd was. Voor z.g. inlouristen, dat zijn buitenlanders, die tegen buitenlandsche valuta in de Sovjet-Unie reizen, is alles uitstekend georganiseerd! Zij hebben geen moeilijkheden, biljetten te krijgen en de hotelkanjers worden gereserveerd. Maar om een béteren kijk op de toestanden te krijgen, besloot ik als gewoon sterveling naar Moskou te reizen. Gewapend met papieren, bedekt met stempels en handteekeningen, wendde ik mij tot de vrouwelijke stationschef in Alma-Ata met het verzoek mij een biljet te bezorgen naar Moskou. „O neen, burger, U moet éérst toestemming hebben van de G.P.OE., dat U de stad mag verlaten, zonder dat mogen wij géén biljetten verkoopen!" „Ja maar, burgeres „Neen, ik ben geen burgeres, maar een kameradin „Ja, maar kameradin, ziet U deze Hollandsche pas, daar staat in, dat Hare Majesteit verzoekt, mij in het buitenland, hulp en bijstand te ver- leenen en ik geloof dus, op U te mogen rekenen." Tja, dat was een moeilijk geval, een beambte van de trein-politie moest er bij komen en nadat ik hem precies vertelde, wat in de pas ge schreven stond, besloot zij mij een biljet naar Moskou te verkoopen. „Burger, komt U vanavond tegen 6 uur hier; de trein moet vertrekken om tien uur, maar men kan nooit weten. De trein van gisteren is nog niet aangekomen en het kan zijn dat deze direct aankomt en meteen vertrekt." Ik had nog juist den tijd, om een voorraad voor onderweg te koopen, bestaande uit: 6 kilo brood (waarvoor ik drie hoog geplaatste be ambten moest bezoeken, in het bezit geraakte van 5 papieren met stempels en tenslotte 6 kilo zwart brood), eenige kameelworsten, een beetje kaas, suiker, een stuk brikettenthee en een keteltje. Om 6 uur was ik op het station aanwezig; het bestond uit een groote houten loods met een olielamp-verlichting. Met groote moeite vond ik een plaatsje tusschen de op hun zakken en koffers slapende menschen, gehuld in groote schapenvellen. Mannen, vrouwen en kinderen lagen daar op den vuilen grond verspreid, tus schen stukken watermeloen en vischgraten. Tegen 12 uur 's middags eindelijk kwam de trein aan. Na een geweldige vechtpartij, met verlies van overschoenen en hoed, slaagde ik erin een plaatsje te bemachtigen, dat later bleek, voor mij gereserveerd te zijn. Mijn medereiziger in de zachte klasse was een G.P.OE.-beambte. De treinen in Sovjet-Rusland zijn ingedeeld in de z.g. „harde" en „zachte" klasse, hetwelk bij ons overeenkomt met derde en tweede. Boven dien bestaat er de z.g. „internationale klasse", dat zijn de vroegere wagons lits, die nog in zeer goeden staat verkeerden. De laatste klasse is hoofdzakelijk voor hooge partijmenschen en voor intouristen. Zitplaatsen bestaan eenvoudig niet in Sovjet-Rusland. Een ieder heeft zijn lig plaats en zij kunnen zich niet begrijpen, dat wij in Europa vaak een geheelen nacht moeten zitten. Leve de flitspuit! Nadat ik zorgvuldig de afdeeling met de flit spuit gereinigd had en kamferballetjes tusschen de dekens en op de matras gelegd had, besloot ik te gaan slapen, niet dan nadat ik. mijn bagage op armen en beenen vastgebonden had, zoodat diefstal onmogelijk was. Kort voor het vertrek bracht de conducteur eenige kaarsen, daar de lichtinrichting in dezen trein defect was. De verbinding van Alma-Ata naar Moskou is een zijtak van den Turksih-spoorweg en voerde ons tot de grens van Europa en Azié, waar dt stad Orenburg ligt, gedurende drie dagen door onmetelijke woestijnen en steppen. De station netjes zijn slechts kleine, houten huisjes en de trein stopt slechts, om den tegentrein uit Moskou te laten passeeren. Op deze stationnetjes staan de z.g. „kipjatoks", dat zijn kleine huisjes waar men koitend water kan krijgen. Nauwelijks staat de trein stil, of alle reizigers rennen met hun keteltjes naar zoo'n kipjatok, waarna zij in den trein koffie of thee zetten. Weliswaar is de vrije handel in Sovjet-Rusland geheel verboden, maar toch kan men aan de ver schillende stationnetjes van de boeren toch een en ander koopen, tegen woekerprijzen. Zoo kost een kip 40 roebel en tegen staatsprijzen 7 of 8 roebel, maar daar men te weinig staatskippen heeft, moet men wel bij de boeren koopen, wil men iets goeds te eten hebben. Aan de kleine steppen-stations was men in de gelegenheid bij de kaissakkonvrouwen aard appelpoffers en paardemelk, z.g. „koemis", te koopen. Deze paardemelk, die frisch niet te drinken is, wordt gegist en smaakt zeer goed. Van twee liter paardemelk wordt men absoluut dronken. Alles wat men koopt, moet men eerst des- infecteeren, zoo was ik b.v. genoodzaakt het gekochte kippetje boven een vuurtje in een consërvenbusje af te branden. Daar men op deze lijn door de steppen géén water kon krijgen (de verschillende steppen- stations worden met extra-watertreinen van dit nat voorzien) zaten wij reeds den tweeden dag met opgezwollen tongen in de overheete coupé's. De kipjatoks zijn op deze route slechts half vol en het is een hééle toer een paar slokjes te bemachtigen. De reis ging nu door een groote hongersteppe aan den rechterkant en de roode- of gouden steppe aan den linkerkant. Uitgedroogde vlakten, slechts hier en daar een jurte, welker bewoners zich bezig houden met het vangen van schildpadden, die hier in on gelooflijke hoeveelheden voorkomen. Dan weer zagen we in de verte een karavaan voorbij trekken, volbeladen met kostbare vracht. Naar mijn medereiziger vertelde, zijn deze tochten levensgevaarlijk, niet alleen, omdat men van dorst of in een cycloon omkomen kan, doch in deze woestijnen leven de z.g. „karakoerts", dat zijn kleine spinnen, welker beet doodelijk is. Kameelen, die gebeten zijn door deze spinnen leggen zich direct neer en sterven binnen drie uur. Karakoert beteekent zwartbuikje. Ook passeerden wij nog vele baba's, die nog I uit den tijd der Djonghis-Khan stammen en nog in zeer goeden staat verkeeren. In Kara-Oesjak, één der steppenstations, was ik in de gelegenheid, eenige groote water meloenen te koopen. Deze watermeloenen ver oorzaakten in den trein een ware revolutie. Alle reizigers verlieten hunne wagons en zelfs de chef slaagde er niet in, hen te laten instappen, voordat zij allen in het bezit waren van zoo'n vrucht. Deze watermeloenen met hun donkerrood vruchtvleesch bestaan voor 95 uit water en smaken heerlijk zoet. Ze groeien op droge zand gronden en betrekkelijk weinig water noodig. Wij stoppen voor een nieuwen bezem. Nadat wij het station Aralsk aan het meer van Aral gepasseerd waren reden wij door groote en kleine Barsoeki-steppen in de richting van het Moegotsjarskie-gebergte. De trein be gon langzamer en langzamer te rijden en midden in de steppen hield hij stil. De reizigers, denken de dat een ongeluk gebeurd was, hingen uit .de raampjes en zagen, hoe een conducteur uit stapte, zijn pantofels verwisselde voor hooge rijlaarzen en de steppe inwandelde. Hij werd kleiner en kleiner, en in de verte zagen we hem bukken, vreemde maaiende bewegingen maken. De reizigers begonnen uit te stappen, mopper den, vertelden elkander grappen en vingen schildpadden, toen de conducteur weer terug kwam en ons gelaste in te stappen. De trein zette zich weer langzaam in bewe ging en nieuwsgierig keek ik in den gang en zag, hoe de conducteur van een bos droge takjes die hij zooeven geplukt had, eeii bezempje bond en de coupé's schoon begon te vegen. Tegen den avond van den derden dag bereik ten wij de stad Orenburg, op de grens van Azié en Europa. Van Orenburg naar Moskou duurt de reis nog drie dagen en ofschoon wij hier reeds in Europa reizen, was dit leven toch voor ons nog Aziatisch te noemen. Weliswaar kan men hier veel meer koopen en zijn de stations grooter en massiever, maar de snelheid der treinen bereikt niet meer dan 40 K.M. per uur. Tot Moskou zaten we in het donker, daal de kaarsen reeds lang opgebrand waren en zelfs de meest energieke gesprekken met de ver schillende stationschefs konden mij niet aan licht helpen. U begrijpt, dat ik na deze Zesdaagsche in Moskou, in het werkelijk prachtige en Euro- peesche hotel „Metropol" van mijn wel verdiende nachtrust genoot. J. N. Wanneer de vacantie in zicht komt, definitieve plannen worden gemaakt, om, al is het maar een paar weekjes er uit te wippen, wanneer de koffers vast eens uit hun donkeren hoek ter inspectie worden te voorschijn gehaald, dan is het onze eerste gedachte: wat nemen we mee en wilt doen we aan? Op de laatste vraag is het antwoord niet moeilijk te vinden. Bij visioenen van trein, boot, of auto past nu eenmaal vanzelf zoo'n gezellige, lange reismantel van wollen, liefst waterdichte stof, die ons zoowel gedurende de reis zelf als tijdens ons verblijf in de bosschen, bergen of aan zee en bij iedere weersgesteldheid, behalve die van een hittegolf, onschatbaren dienst bewijst. Een eenvoudig, sportief jurkje eronder, een vroolijke sjaal, een mutsje of een klein hoedje zonder rand, een paar gemakkelijke wandel schoenen en een voornaam deel uwer reis- garderobe is gereed. Hierbij een blouse in een tint, die niet te gauw vuil wordt, eveneens een aardige sjaal, mutsje en sportieve schoenen, en het tweede reis- complet is er. Of men het eerste of het laatste kiest hangt gehe.el af van den smaak en voor liefde der draagster. Wat we verder voor een verblijf elders kunnen of moeten medeiiemen is van allerlei omstandigheden afhankelijk en wel in de eerste plaats van het feit, waar en op welke wijze wij er onze vacantie denken door te brengen. Een verblijf in een mondain hotel of deftig pension ui een drukbezocht vacantie-oord zal b.v. andere kleeding vereischen dan kam pveren in den landelijken eenvoud van bosch en hei. Gaan we naar het buitenland, dan spreekt het klimaat van de door ons uitverkoren' streek een woordje mee; zijn we van plan veel aan sport te doen, zoo zullen we allereerst aan het hiervoor benoodigde een plaatsje in het valies inruimen; gaan we naar zee, dan zal de één een bontjas voor de koele avonden onontbeerlijk achten, terwijl bij de ander alleen de gedachte aan zulk een pels reeds iets van het voorgestelde genoegen zou bederven. En dan is er last not least altijd nog de kwestie of we veel bagage kunnen en willen meenemen, of ons zooveel mogelijk moeten beperken. Al deze factoren tezamen bepalen voor een deel de samenstelling en uitgebreidheid van onze vacantie-garderobe. Hoewel hiervan dus uit den aard der zaak een volledig overzicht moeilijk te geven is, zoo laten wij toch eenige, algemeen noodige modellen de revue passeeren. We beginnen met die eenvoudige jurken, die des ochtends en zoo we er in de vrije natuur op uittrekken ook des middags onmis baar zijn. Men kieze ze' bij voorkeur van ee.n stevige, goed waschbare stof (linnen, piqué, shantung, enz.) of van weinig kreukbare, dunne wol. Ze behoeven niet duur, noch gekleed te zijn; we vinden ze in alle magazijnen te kust en te keur en voor wie zelf vaardig met de naald is, is het een prettig, vrij gemakkelijk werkje. Practisch zijn op dit gebied ook de moderne overgooiers van touwkleurig, zeer grof linnen (het lijkt ook wel gordijnlinnen), van boven tot onder door een rij knoopen gesloten en gegar neerd met een breeden riem in het middel. Allerhande blouses kunnen hieronder gedragen worden; verder zal een jas of bolero van het zelfde linnen of van wol er als „geknipt" bij staan, terwijl op kille regendagen de zeer ge wilde reismantel er een passend en behaaglijk geheel mee vormt. Zij, die haar hart verpand hebben aan één van die mantelpakjes van wollen crêpe of wollen georgette, waarin we op het oogenblik zulke fleurige kleuren en modellen zien, kunnen dit dooi' verschillende jumpers en blouses op veelvuldige wijze varieeren. Speciaal voor de warme dagen zijn de blouses van zijden batist (meestal wit). Voorts is er het meer sportieve genre van flanel of dunne wol. Een aardig geheel is een blouse van geruite, ge blokte, of anderszins bewerkte zijde, waarmede dan ook het manteltje gevoerd is. Een groote, slappe Lavallièrestrik van breed satijn in één dei- kleuren van de zijde vormt hierbij de garneering aan den hals. Verreweg het méést practische om op reis mede te nemen zijn en blijven echter altijd de jumpers. In deze breisels en haaksels komt steeds méér fantasie en het lijkt wel alsof ze hoe langer hoe kleiner, althans korter worden. De meesten reiken niet verder dan het middel en worden naar verkiezing in of op den rok gedragen. Zeer nieuw is het gehaakte jumpertje van touwkleurige zijde op een wollen rokje van dezelfde tint of van een eveneens nieuwe kleur blauw, die het beste te beschrijven is als mat lichtblauw met even een nuance van zeegroen. Deze kleur komt plots hier en daar opdagen en het moet gezegd worden dat de vondst, vooral in combinatie met de. touwkleur zeer smaakvol en gelukkig mag worden genoemd. Wat de gekleedere modellen betreft, waarvan sommigen onder ons er wellicht één of meerdere zullen willen meenemen, hiervoor is de mode dezen zomer al bijzonder goedgunstig gestemd. Eigenlijk kunnen we alles dragen wat we maar willen, driekwart lichte jassen op donkere rokken en omgekeerd, donkere mantels op langere, lichtere japonnen. We zien ruiten, blokken, stippels en bloemen dooreenwarrelen en veel japonnen, die tegelijk als middag japon en ook als avondtoilet dienst kunnen doen en zich hierdoor bij uitstek voor de reis leenen. Zij zijn van zijden of wollen crêpe of gebloemd batist, reiken meestal tot de enkels en bedekken bijna altijd schouders en boven armen door een pellerine, berthekraag, ballon mouwen, e.d. Ze hebben het voordeel altijd en overal op haar plaats te zijn, zoowel op theetijd als aan het diner of in een theater en zelf wan neer we een dansje willen doen. Wat kan de toeriste beter en gemakkelijker begeeren? Voor het officieele avondtoilet treden dit seizoen twee uitersten op den voorgrond: etherische zijden tule verwerkt met batist of wel het streng statige satin ciré. Dat beide op een aparte verzorging en een extra ruim plaatsje in den koffer aanspraak maken en daarom door velen als minder practisch zullen worden be schouwd, ligt voor de hand. Helaas geldt dit zelfde bezwaar de nieuwste avondjasjes, pelle- rines en boa's van veeren, die de allereenvou digste japon tot een elegante creatie vermogen om te tooveren. Wat weinig kreukt is een jurkje van kant; kant, die tegelijk nog een voordeel heeft, n.l. dat men ze, afgezien van mode wisselingen, zoo goed als altijd ziet dragen. Voor een bijpassend bolero'tje of jasje zal meestal nog wel een bescheiden hoekje in den koffer te vinden zijn. Voor wie dit niet lukt, is het trouwens geen onoverkomelijk bezwaar, de eischen, des zomers aan de aVondkleeding ge steld, zijn minder vormelijk dan in het winter seizoen en voor de toeriste geldt dit in nog grooter mate. Zon en zomer maken ons ge makkelijker, bijna zorgeloozer. En is juist dit laatste niet de groote bekoring van onze zoo kostelijke vrije dagen? ii Nr. 03402 Een velvet of fluwee- lon jurkje kan lang in het voorjaar, zelfs wel met koude zomerdagen, gedragen worden. Het lieve modelletje leent er zicli eveneens toe om van stof gemaakt te worden, b.v. in een der vele nuances, die men thans in blauw of groen ziet. Het rokje is een weinig ruim naar den onderkant toe, terwijl 't lijfje aan de rugzijde recht is op de taille hoogte. loopt het aan het voorpand naar ho ven toe op en vormt een punt, die met euh druk knoop sluit. De garnee ring beslaat uit een crêpe de chine garni tuur met een smalle plissé of een smal kan tje en op liet lijfje wor den twee knoopen aan gebracht. Aangezien 't model zicli zoowel voor groote als kleine meis jes leent, stellen wij patronen verkrijgbaar vool- den leeftijd van 612 jaar. Nr. 2070. Meisjesjurk voor den leeftijd van 8—12 jaar. Omliggende pi qué-kraag, gladde mou wen met kapje aan den Dovenarm. Sluiting mid den vóór. Nr. 2069. Moderne ruit, die vooral in vroolij ke tinten geko zen, zoo goed kleed. Los. ingere gen vestje met kraagje; klein nplitje midden voor. Ceintuur van zwart leer of lak GOEDE KNIPPATRONEN. Patronen Kunnen per Dnel aangevraagd worden met bijsluiting van f 0.58 in postzegels aan d. Moderedactrice var dit blad. Roelolsstraat Hit, I te s-Gravenhage. De patronen worden U tegelijk .nel een num mei van ons nieuwe Modeblad, waarin ongeveo 5C modellen rik afgebeeld toegezonden. Dénk U er vooral aan de miste maal en het -mum. j op te geven i DE TIJD VOOR KARNEMELK. Vanaf de lentemaanden moet men veel aan dacht schenken aan karnemelk. Niets is gezonder en versterkender dan een karnemelkkuur. Men drinkt 's morgens op de nuchtere maag een glas vol en 's middags nog een in plaats van de gewone middagkoffie. Alen zal zien hoe frisch men zich reeds na enkele dagen voelt. Bovendien is karnemelk een uitstekend schoonheidsmiddel. Men bevochtigt het gezicht met een in karne melk gedoopt linnen lapje en laat de melk in drogen. Zelfs bij zonnebrand kan men een verzachtende werking waarnemen. In ieder geval is het middel eenvoudig en niet duur, zoodat iedereen 't kan gebruiken. DE PRACTISCHE HUISVROUW MOET WETEN DAT tfvv- -- men een zeer goede en bruikbare motten-; zak kan maken door couranten, die aan drie kanten gestikt zijn met de machine, zoodat nieii een groote zak krijgt, waarin allerlei bonten en wollen artikelen in bewaard kunnen worden. Is alles erin geborgen, dan wordt de vierde kant dichtgestikt. Een eisch is echter, dat bont vooraf goed uitgeklopt is en wollen artikelen, gewas- sc'hen zijn. Men kan vóór het opbergen alles eerst met een of ander in den handel zijnd middel bespuiten. men serge heerencostuums, die glimmen naar boven toe moet opborstelen met gelijke deelen water en ammoniak, daarna niet een vochtige doek oppersen. men bij o.a. het maken van deeg, waarbij boter en suiker eerst tot room' geroerd moeten worden of bij het kloppen van mayonnaise de kom op een vochtige doek op tafel of aanrecht moet plaatsen, waardoor deze niet wegglijdt.- men gekrompen wollen kleedingstukken in warm water nroet naspoelen, daarna flink uit knijpen en met een heet ijzer over een hand doek strijken, terwijl men de stukken in lengte of breedte uitrekt. men het wit en geel van geconserveerde eieren beter van elkander kan schemert indien men ze vooraf een uur in koud water heeft gelegd. i men een vleeschmolen voor het gebruik eenige minuten in heet water moet leggen, waar door geen resten achterblijven, doch de machine na het gebruik ook beter schoongemaakt wordt. men roestvlekken van marmer kan' ver wijderen, indien men citroensap op de plek druppelt, daarna met spons en zeem afnemen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1934 | | pagina 6