STOUTEN BEEK'S MODEHUIS Cl VECUW E3V KAAR HuiS EEN „BLEYLE JAPON Aan het einde der wereld TWEEDE BLAD DE NIEUWE SPELLING. UIT FILMLAND RONDOM DE GROENE TAFEL Vervolg Plaatselijk Nieuws PLEIN 10 - HAARLEM Betere confectie tegen voordelige prijzen Het spelen der kinderen 5 DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT No. 40. 5 OCTOBER 1934. „We leven in een rare tijd", aldus sprak tante Antje, Pas gist'ren hier gearriveerd zo kersvers uit de klei. „Ze vinden steeds wat anders mt in ons klein kikkerlandje Ik kan er heus zo af en toe met mijn verstand niet bij! De krant staat tegenwoordig vol met van die malligheden; Is dat de nieuwe spelling soms? Daar ben 'k nog niet in thuis! Ik heb het wel gelezen, maar dat is een tijd geleden Nu heb 'k er heel geen notie van, en dat is toch niet pluis. Jij schrijft ook nieuwe spelling, niet? Ik zie t in t Heemsteeds krantje, 'k Veronderstel, dat jij die regels op je duimpje weet. Ik wil 't ook leren, waarde neef, dus help me eens een handje „Wel tante!' zei ik, „met plezier, ik sta direct gereed. U schrijft één e en ook één o op 't eind van lettergrepen; Uw poesje „strelen" doet U dus ook voortaan met één e. Maar op het einde van een woord schrijft U twee e's begrepen? U drinkt dus net als vroeger heel gewoon Uw kopje thee". En verder schrijft U „vlees" en „vis"c-h mag dan niet blijven Natuurlijk wel in „schapenvlees"dus aan 't begin van 't woord; Maar „isch" schrijft U met s-c-h-: „onlogisch" moet U schrijven, Hoewel je de c-li in zulke woorden ook niet hoort. En dit is alles; ja, behalve onbelangrijk heden U ziet: het is eenvoudig, de verand'ring is maar klein. Als U die regels volgt, dan zal vanaf de dag van heden Uw waslijst of Uw huishoudboek een spellingvoorbeeld zijn!" „Ik blijf je dankbaar, maar daar durf ik niet op te vertrouwen Zei tante Antje, en ze keek me glunder lachend aan, „Met honderdduizend fouten schreef ik altijd in de ouwe, En in de nieuwe, denk ik zo, zalt wel krek eender gaan." Op het eerste gezicht leek de agenda een weinig overladen. Niet minder dan zes en twintig agendapunten moesten de voorzittershamer pas seren, waaronder min of meer langdradige commissiebenoemingen, zodat wij reeds vrees den, dat het nachtwerk zou worden. Maar het viel mee. Wel was het reeds Vrijdag, eer de vergadering na de geheime zitting werd her opend, maar het had erger gekund. Het alom te bespeuren streven naar bezuini ging en versobering kenmerkte ook de debatten. Het begon al bij de besprekingen over het presentiegeld, dat B. en W. aan de leden van de stembureaux wilden toekennen, zonder dat een declaratie behoefde te worden ingezonden. Met die declaraties ging het n.l. een beetje raar; ze konden worden ingediend door leden van stem bureaux, die een zeker uur- of dagloon derfden door hun werkzaamheden op het bureau. Wie die dag geen inkomsten miste, kon dus ook geen aanspraak maken op geldelijke vergoeding. Deze bedoeling schijnt door enkelen uit het oog te zijn verloren; hoewei zij geen inkomsten misten, declareerden zij er lustig op los. „Ja," zei de heer Rijkes, „dat is ook geen toestand! Gelijke monniken gelijke kappen niet de een voor z'n werk betalen en de ander met een „dank-u- meneer" naar huis sturen." B. en W. vonden het ook en hadden daarom voorgesteld, aan ieder lid van een stembureau ƒ0.85 per uur met een maximum van 8.50 per dag te betalen, een ver mindering van het tarief alzo met 15 procent. Maar dit was den heer Van Unen nog te weel derig. Hij meende en Mevr. Venhuizen was het met hem eens dat er genoeg Heemsteders het stembureaulidmaatschap als een erebaantje zouden beschouwen en de daaraan verbonden werkzaamheden gaarne gratis zouden verrichten. Daarentegen stelden B. en W. zich op het stand punt, dat de gemeente geen verplichting aan deze opofferende mensen behoorde te hebben. De heer Van den Heuvel vond een oplossing, Salomo waardig. Hij halveerde het tarief, en klaar was Kees. Een kleine meerderheid was voor dit tarief te vinden en sloeg geen acht op de opmerking van den heer Disselkoen, dat in de werkverschaffing nog een beter uurloon wordt uitbetaald. Arme miskende stembureau leden, uw arbeid wordt wel gewaardeerd! En ook, arme gemeente Heemstede, die bewezen diensten slechts met een fooitje kan belonen! Een object van werkverschaffing was ge vonden in de doortrekking van wegen ten Oosten van de Heemsteedsche Dreef. Hierbij kwam het werken voor de steun weer eens op de proppen. De heer Disselkoen vond dit ver keerd, en had graag het vroegere systeem terug. Wethouder Dr. Droog was niet om een antwoord verlegen; hij had een lijvig rapport vol cijfers voor zich, waaruit onomstotelijk kwam vast te staan, dat het huidige systeem het meest aan bevelenswaardig is. D.w.z. voor de gemeente, maar de heer Disselkoen had voor de werk lozen liever het oude systeem terug, het.. Spitsbergen, land van rotsen, ijs en sneeuw Door PAUL MORGAN. De bekende tooneel- en filmkunstenaar heeft in zijn „Prominenten-Teich" zijn avonturen en belevenissen beschreven, waarvan wij hier een klein uittreksel geven. Ik ben werkelijk geschrokken, toen na het passeeren van den poolcirkel, de spookachtige rotsen van Spitsbergen voor mij opdoken. Deze grauwe woestenij zond ons schip reeds uren van tevoren grimmige onwelkomstgroeten toe in den vorm van duizenden ijsschotsen, die van woede knarsend den boeg van ons schip beukten. Op vele ijsschotsen lag een zeehond, die ons, domme stedelingen, verwonderd toeblafte. Het was een aardig gezicht, deze dieren, die wij tot nu toe niet anders kenden dan uit het variété, waar handige menschen hun opvoeding hebben bij gebracht, zoodat ze met niet te evenaren intelli gentie bonte mutsen kunnen balanceeren en brandende fakkels zwaaien, nu eens in hun natuurlijk element te zien. Hier in de Noordelijke IJszee hebben deze beesten in het geheel geen practische waarde: ze doen wat ze willen, liggen tegen de zon te knipoogen, als hun gecultiveerde broeder tegen de schijnwerpers, vangen viscn naar eigen keuze en springen, zonder applaus af te wachten, in het water. Walvisschen duiken te voorschijn, zien een zwemmende kist, met tweebeenige zoogdieren, scheuren zich geeuwend de kaken van elkaar en verdwijnen met een vriendelijk kwispelstaarten weer in de diepte. Glinsterende ijsbergen woiden op een eerbiedigen afstand bekeken; zij stralen een smaragdgroen licht uit en de passagiers fluisteren, dat deze gevaarlijke dingen slechts een tiende van hun grootte boven water toonen. Ik wil echter een beetje kabaal schoppen en beweer, dat ik dat met het andere negen-tiende gedeelte niet geloof. Waarop mij heftige verklaringen worden ge geven; ik blijf echter sceptisch en vraag, wie dat dan wel nagemeten heeft. En ik wil het eenvoudig niet gelooven. Hoewel ik het precies weet. Uit den Baedeker! En dan bereiken we Spitsbergen. Grijpbaar ligt het voor ons, dit overbodige land van de wereld. Er zijn slechts rotsen, ijs en sneeuw. Niets groeit er, geen boom en geen struik. Gletschers tot aan de zeekust, krakend breken de ijsblokken af, plonzen in het water en drijven langzaam weg. Men heeft den indruk, van hieruit wordt de wereld van ijs voorzien. Een lugubere stilte hangt rondom ons, niemand op het dek doet een mond open, geluidloos glijdt de boot door het spiegelgladde water, slechts de meeu wen krijschen en vier eenzame bridgers die ook nu niet uit de rooksalon te lokken zijnEn in den versten uithoek van dit door God ver laten eiland wonen menschen. Niet veel. Em ploye's van de kolenmijnen bij de Kingsbay. Wij landen in de bocht, waarover in de dagen van Nobile zoo veel gesproken werd. Duistere ge stalten staan op de primitieve landingsbrug, als de boot de nieuwsgierige reizigers aan land zet. Geen groet wordt gegeven, booze blikken treffen de ongevraagde niets-doeners, die deze hel in het ijs komen bezoeken. Wat zijn dat voor arme duivels, die hier hun leven moeten doorbrengen? Een deel van de passagiers verdwijnt in het postkantoor om de zeldzame Spitsbergsche post zegels te bemachtigen en de rest brengt een bezoek aan de op-invailen-staande vliegtuighal. Op de wanden van de werktuigkamer staan de autogrammen van Nobile en zijn reismakkers. Wat verder trekt een eenvoudige gedenksteen de aandacht, opgericht voor den man, die deze vliegtuighai heeft doen bouwen en later in de witte ijsmassa's verdwenen is: Amundsen. Geen krans siert den ruwen steen. Waarvan zou men deze moeten vlechten? Op den terugweg door de „straten" zie ik een paar schoone inwoonsters. „Nu onder deze omstandigheden kan men het hier nog wel een paar weken uithouden" zeg ik, en schaam me dadelijk over zooveel misplaatste frivoliteit. Zulke mooie, jonge vrouwen vergezellen hun man naar dezen uithoekwelk een moed be hoort daartoe en welk een liefde! Van deze eenig bewoonde streek van Spits bergen gaan we naar de stille Möllerbaai en de nog stillere Magdalenabocht. Dan naar de Sully- Gletscher, voorbij een bijna groene vlek, dat den vriendelijken naam van „Kerkhof-Schiereiland" draagt. Door weer en wind verweerde, houten lijkkisten liggen daar verspreid met de gebeenten van hon derden walvischvaarders, die hier sinds onheuge lijke tijden begraven worden. Men vertelt als curiositeit, dat een jaar geleden een bijzonder piëteitsvolle dame zich in een van de open kisten heet latenfotografeeren. In deze buurt ligt een kleine, door den Noord- Duitschen Lloyd ingerichte hut, waar reizigers een onderkomen kunnen vinden. Iedere Lloyd- boot, die hier landt, vult de voorraden aan en (wat nog gewichtiger is) zet in het gastenboek de handteekeningenserie voort. Naast de waarde volle bevestiging dat „mijnheer Jansen met zijn vrouw Elisabeth en zijn zoon Klaas" de hut met een bezoek vereerd hebben, vindt men ook de dankbare woorden van een aantal verdwaalde en afgematte expeditieleden, die zich hier van een zekeren ondergang konden redden. Op een keer beklom ik enkele meters moraine, boog toen een hoek om en wat zag ik daar? Een poolvos! Levend en nog niet tot sieraad voor een of andere schoone dame verwerkt. Wij kijken elkaar eens aan; beiden hebben wij iets dergelijks nog niet gezien en elk knort den ander toe en vraagt: „Leeft dat?" Geen weet, wat de ander voorheeft. Ik moet bekennen, dat ik me niets lekker voelde. Wat doe ik, man zonder wapenen (mijn buks, dolk en hartvanger had ik weer eens niet bij me), wanneer het beest me aanvalt? Terwijl ik scherp nadenk, of pool vossen menschen aanvallen ik weet slechts uit ervaring, dat ze dit doen, wanneer ze in een etalage hangen en men met een dame voorbij loopt nadert hulp uit den hemel: een meeuw krijscht, omdat wij in de nabijheid van haar nest staan, vos en ik schrikken en loopen weg. Ook ontmoette ik een walvischvaarder, be zocht zijn schip, waarop hij levertraan kookte, kreeg een verschrikkelijke stank in den neus en moest nolens volens een stuk walvischfilet eten, anders was de kapitein zeer beleedigd geweest. Dagenlang dreef ik op en om Spitsbergen. Tusschen Spitsbergen en de Noordkaap ligt het Bereneiland, een troostelooze steenklomp. Terwijl wij voorbijvaren, seinde men vriende lijke groeten over. Wie woont daar in deze ont zettende woestenij midden in de IJszee? Vier wezens. Twee jonge meteorologen, een kok en eenvarken. Elke maand komt er een boot, brengt post en een nieuw varken. Het vorige wordt steeds bij aankomst van het schip ge slacht. Dan heeft men voor de geheele maand een menu, rijk aan afwisseling, want de kok heeft 'n menigte gerechten uitgevonden, die uit den vierden inwoner van het Bereneiland zijn te bereiden. En de twee meteorologen? Dat zijn steeds twee jonge, Noorsche studenten, die zich vrijwillig voor dezen djen.st aanmelden en hier een jaar lang ziften, om hun studies rustig te kunnen beëindigen. Schitterend bestraalde de middernachtszon de Noordkaap. Drie reuzenschepen landden zoo juist en ongeveer 4000 menschen verdringen zich op het plateau. Het is een „uitverkochte" Noord- kaap.Er is een champagnetent, winkeltjes, waar souvenirs te krijgen zijn, vreeselijk smerige Laplanders laten zich bekijken en vragen daar geld voor kortom het gewone bedrijvige leven van allen dag heersCht rondom; met een woordcultuur! vroegere „goede systeem-Droog", zoals hij waarderend opmerkte. En de dokter kon een glimlach niet bedwingen, toen hij deze woorden hoorde van een raadslid, dat hem vroeger zo dikwijls had aangeblaft! ,,'t Kan verkeren," zei Brêero reeds! De bloemententoonstelling, die het volgend voorjaar in Groenendaal zal worden gehouden, vergde enige offers, waartegen de heren Rijkes en Attema zich te weer stelden, 1500.om de plantsoenen met bloembollen te beplanten, 250.voor tuin- en winkelversiering, 3000. aan Vreemdelingenverkeer, 1600.voor uit breiding van de toiletgelegenheid en 800. voor een nieuwe brug over de Lelievijver, dit alles vormde met elkaar inderdaad een niet on aardig bedrag. Maar algemeen vond men toch dat de cost voor de baet uitgaat. En toen we toch eenmaal aan 't uitgeven waren kon het ons niet veel meer schelen en werden we zelfs royaal, waarvan de burgerwacht profiteerde. Er was n.l. een voorstel van B. en W. om aan deze vereniging 150.subsidie te geven, maar de Raad maakte er 250.van. Nu kunnen er twee geweren aangeschaft worden en krijgt ieder lid van de burgerwacht tenminste een beurt om ook eens te schieten. De burgerij kan nu gerust zijn! Bij de rondvraag wekte de opmerking van den heer Meeuwenoord, dat de boom voor de Twentse Bank zo'n uitstekende vluchtheuvel was, begrijpelijkerwijs enige hilariteit. Kan de heer Meeuwenoord er niet eens een tekenfilmpje van maken om als afwisseling te projecteren, wanneer het lantaarnplaatsjes-archief weer eens wordt vertoond? 't Zwijgende. JUBILEUM BIJ DE POLITIE. Maandag 1 October herdacht de heer H. Arnoldus de dag dat hij voor 25 jaar in dienst kwam bij de politie. Om ruim 11 uur werd de jubilaris met zijn familie per auto van zijn woning gehaald en in de fraaie met bloemen versierde inspecteurskamer ontvangen door zijn superieuren, collega's en ondergeschikten. Mede waren hier aanwezig wethouder v. d. Poll, de rijksveldwachter en een oud-collega, thans te Bloemendaal. De burgemeester was deze morgen verhinderd. Nadat de jubilaris met zijn familie tussen de bloemen had plaats genomen, werd hij aller eerst gecomplimenteerd door wethouder v. d. Poll. Vervolgens voerde Inspecteur Kemper het woord. H. Arnoldus, alsdus spr., mag tot een der oudsten onder het corps gerekend worden. Ik ben zeker de tolk van het gehele corps, als ik U dank zeg voor wat U geweest is voor het gehele corps en voor mij persoonlijk. U staat nu nog in de volle kracht van uw leven, moge het U gegeven zijn nog vele jaren op deze dag terug te zien. Als blijk van bijzondere erkentelijkheid voor wat U voor ons is geweest, aldus spr., bied ik U namens dat personeel een pullmanstoel aan, er de wens aan toevoegend dat deze nog vele prettige uurtjes en in goede gezondheid gebruikt moge worden. De heer Jonckman zegde den jubilaris dank voor het medeleven met het corps. Uw accura tesse, aldus spr., zal zeker voor allen en in het bijzonder voor de jongeren een richtsnoer zijn voor trouwe plichtsvervulling. De onbezoldigd rijksveldwachter, D. F. de Wilde, bood onder enige toepasselijke woorden een ets aan in lijst. Tenslotte dankte de jubilaris, mede namens zijn vrouw en kinderen, voor de hartelijke woor den, de fraaie versiering van het bureau en de fraaie cadeaux. En luide klonk door het bureau het „Lang zal hij leven!" Des middags van 35 uur was er receptie. Des avonds als slot de gebruikelijke serenade van „Excelsior", die natuurlijk weer veel publieke belangstelling trok. NATIONALE INZAMELING NED. BIJBEL GENOOTSCHAP. In de week aanvangende 15 October a.s. zal een collecte gehouden worden ten bate van het Ned. Bijbelgenootschap. Het N.B.G. bestaat 120 jaar. Voor alles wat tot ontwikkeling komt en bescherming vraagt, zijn jaren her de grondslagen gelegd. Stopzetten van arbeid wil dus zeggen: vernietiging van arbeid, van moeizame en kostbare arbeid ge durende vele jaren verricht. Juist in deze tijd nu óók de volken van Ned. Indië meer dan ooit behoefte hebben aan de zegenrijke invloed van het woord Gods en oor en hart daarvoor openen, zou vermindering van het werk buitengemeen destructief werken. Wekelijks gaan gemiddeld meer dan 1000 volledige Bijbels uit, en als regel nog groter aantallen Bijbelgedeelten, Bijbelboeken voor slechtzienden en blinden, dikwijls verre beneden, maar nooit boven kostprijs. De Bijbel, geheel of gedeeltelijk, is in Indië in 32 talen uitgegeven. Dat eist grote bedragen. Denkt dus aan de Nationala inzameling. Het Comité, Mevr. A. van Marselis Hartsinck Schuyt van Castricum. Mevr. A. AnemaGertzen. G. J. Schuyt, Secretaris, (Postgiro Heemstede 76733). OVERZICHT DER WERKLOOSHEID. Bij het plaatselijk orgaan der arbeidsbemidde ling kwamen in de loop dezer week 335 aan biedingen in van werkzoekenden, t.w.: 33 grondwerkers, 9 metselaars, 6 schilders, 30 timmerlieden, 11 opperlieden, 67 bloemistarbeiders, 94 losse werklieden, 8 metaalbewerkers, 4 kantoorbedienden, 2 bouwkundig tekenaars, 3 bakkers, 1 stucadoor, 67 werkzaam in andere beroepen. J is even practisch als duurzaam. IT Door de fraaie pasvorm en moderne modellen geeft de „BLEYLE" Japon een bijzonder cachet en is zij bij vele gelegenheden te dragen. 1T Wij brengen een grote sortering in de nieuwste modellen en kleuren. VOOR GROTE MATEN BIJZONDER FRAAIE MODELLEN Een wonderwereld der fantasie Laat hen ook eens iets stuk maken! Er is niemand zoo oud, of hij weet zich nog wel te herinneren, wat hij als kind deed of graag wilde hebben. En nu heeft hij zelf een kind en vraagt zich af, hoe hij de wenschen van dit kind kan vervullen! Slechts weinigen voelen, hoe ver zij bij het raden naar de wenschen van hun kinderen vandaan zijn van datgene, wat eigenlijk wordt verlangd. Meestal weet het kind immers zelf niet, waarnaar het in een speelgoedwinkel zal grijpenIn een oorverdoovend rumoer en het felle licht beeft het slechts van spanning en opwinding. Eigenlijk wil een kind slechts spelen, niets anders dan spelen. Het is tot barstens toe vol met invallen en ontwakende krachten. Het wil kijken, vasthouden, betasten, onderzoeken wat er inzit. Het wil naar alle hoeken verstrooien en weer verzamelen. Het wil opeenstapelen, voor zichtig en bedachtzaam, steeds hooger en dan alles met wilde handjes omverwerpen met groot geraas. Dit bouwen en omverwerpen, maken en ver nietigen kunnen wij, groote menschen, ons niet meer indenken. Wij laten ons slechts leiden door ons verstand en doen alleen dingen, die ons nader brengen tot een zeker doel. Kinderen streven niet bewust naar een doel. Zij vinden ook niets „jammer", wanneer het op de ver langde wijze kan dienen voor hun spel. Wat hun sluimerende vermogens opwekt en gelegenheid geeft, ze te gebruiken, komt hun van pas. Zij bekijken en waardeeren alles van dit standpunt uit en zij aanvaarden of verwerpen uitsluitend naar eigen inzicht. Vandaar dat zoo menig Sinterklaas- of Kerst feest door wanklanken wordt verstoord. Vandaar dat er zoo vaak tranen van teleurstelling op wellen ondanks auto's, die echt toeteren en winkeltjes met cassa's, waaruit men echte bons te voorschijn kan draaien. De ouders, moe van het zoeken en koopen en klaarmaken der pakjes, wachten in al die pracht met verlangen op vreugdegejuich. En de kinderen? Ze zeggen niets, voelen zich vreemd, aarzelend. Er fronst misschien een kinderhoofdje in het vage besef, dat er toch iets ontbreekt. Wat de kinderen onbewust verlangden, was veel eenvoudiger dan al die blinkende, splinternieuwe dingen daar vóór hen. De ouders zijn ontsteld over zooveel ondank baarheid! Er volgen standjes en tranen. Ja kinderen zijn nu eenmaal kinderen. Zij hebben nog niet geleerd om hun gevoelens te ver bloemen. Zij toonen nog hun teleurstelling. Zij willen; niet het geheel voltooide. Zij zijn nog niet gemakzuchtig ook niet in hun fantasie. Zij zitten 'vol eigen gedachten en bonte invallen. Zij willen uitvoeren, wat ze denkenzij willen hun droomen verwezenlijken in hun spel. Daarvoor hebben zij niet veel noodig en hoe ruwer zij ermede mogen omgaan, hoe beter. Wat weten wij, groote menschen zonder fantasie, van de verrukkingen, die kinderen zien en be leven tusschen houtjes, radjes, rollen, jampot dekseltjes en steenen? Maar al kunnen wij hen niet volgen, wij behoeven hen ook geen ver wijten te maken, als zij onze geschenken niet genoeg waardeeren, ze aarzelend aannemen of „kapot maken". Het komt aan op wat zij be leven, en bij het stuk maken van hun speelgoed hebben zij véél beleefd APPELEN MET CARAMELSAUS. 8 appelen worden gewasschen, afgedroogd en uitgehold, daarna gevuld met een klontje boter en een mengsel van suiker in kaneel en met een half kopje water in een vuurvast schoteltje ge durende 20 minuten in den oven geplaatst. De appels worden daarna overgoten met een sausje, dat gemaakt wordt van 5 d.L. melk, 50 gram suiker, 35 gram vanille custard, 100 gr. suiker. De melk wordt aan de kook gebracht met de 50 gram suiker, terwijl een weinig is achter gehouden om de custardpoeder aan te maken, die dopr de melk wordt geroerd, zoodra deze kookt en een paar minuten moet doorkoken. De suiker, die wij tot caramel moeten maken, onge- 1 EENVOUDIG MANTEL PAKJE. 73103 Van de verschillende in deze kolom af gebeelde kindermodellen is het mantel pakje, dat wii hierbij afbeelden, wel zéér geslaagd. Probeert U hei eens te maken Hei zal U werkelijk meevallen. Is het eenmaal klaar, dan kunt U mei trots ou Uw ar beid neerzien. Vraagt U nog vandaag even een patroon aan. Hel invulbiljet op pag 4 maakt het U ge makkelijk! Een eenvoudig mantelpakje als het hierbij af geheelde is 73105 voor een schoolmeis- ,e zeer practisch Er kunnen ver schillende blouses bij gedragen wor den en zoo ver krijgt men zonder moeite toch tel kens een vlot ge heel. Serge is wel het aangewezen materiaal. Het zal U werke lijk meevallen, hoe gemakkelijk dit mantelpakje te maken is. Knippatronen verkrijgbaar voor 13—15 iaar voor f 0.58. OPGEKNIPT BROEKJE MET BLOUSE. 73113 Een opgeknipte broek met bretels, die opgeknoopt worden en aan de rugzijde over el kander kruisen, is zeer practisch en kan zoowel van flanel als va- stevig linnen ge maakt worden, terwijl er zoowel witte als bijpas sende blouses bij gedragen worden. Vooral de tweker blouses zijn zeer practisch. Patronen voor jongens van 25 jaar voor 48 cent. 75113 -3t- GOEÜE KNIPPATRONEN. Patronen kunnen per briet aangevraagd worden met bijsluiting van f 0.58 in postzegels aan de Moderedactrice van dit blad. Roelofsstraat 109 te s-Gravenhage. De patronen worden U tegelijk met een num mer van ons nieuwe Modeblad, waarin ongeveer 50 modellen zijn afgebeeld, toegezonden. Denkt U er vooral aan. de iulste maat en het nummer op te geven 1 ic veer een kopje, wordt in een ijzeren of alluminium pannetje gedaan en onder roeren zoolang ge bruind, totdat deze begint te schuimen, daarna wordt de custardsaus erbij gevoegd en de massa over de appels gegoten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1934 | | pagina 3