26314
ADVERTEERT
IN DIT BLAD!
DE WERELDREIS VAN PIETJE PLUIS EN JANTJE JOPPE
DRUPSTEE N'S Kolenhandel
OPRUIMING
„HEEMSTEEDSCHE TIP-TOP"
PREDIKBEURTEN.
Vervolg Plaatselijk Nieuws
BINNENLANDS
WEEKOVERZICHT
BURGELIJKE STAND~
Een instituut voor beroepsziekten
2
DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE .COURANT
BEL s.v.p.
voor een HEEMTAX
ZANDVOORTSCHELAAN 139
EISCHT WARMTE VOOR EL KEN GULDEN
Stookt Langenbrahm Anthraciet
De beste van het Continent. IT Per H.L.
franco bergplaats f 2.30. Minimaal asch-
gehalte. Groot hittevermogen.
Valkenburgerlaan 77, Heemstede - Telef. 28504
SPOTKOOPJES
Ziet de ETALAGES
Raadhuisstraat 90
Zondag 13 Januari.
Ned. Herv. Kerk, Wilhelminaplein.
V.m. 10 uur: Ds. D. E. Boeke, Seer. Ned. Bijbel-
Genootschap.
Kapel Nieuw-Vredenhof,
Johan van Oldenbarneveltlaan.
V.m. 10.30 uur: Ds. Briët.
Collecte voor het Schulddelgingsfonds van
Nieuw-Vredenhof.
Gebouw Samuel, De Glip.
N.m. 5 uur: Diakoon G. v. Eijk, Evangelisatie
samenkomst.
Gereformeerde Kerk, Koediefslaan.
C.m. 10 uur: Ds. Dondorp.
N.m. 5 uur: Ds. Dondorp.
Ned. Protestantenbond.
V.m. 10.30 uur: Prof. Dr. G. A. v. d. Bergh
van Eijsinga, Herv. Pred. te Santpoort.
Met medewerking van het dameskoor.
Ned. Protestantenbond.
Afdeling HeemstedeBennebroek.
Dinsdag 15 Januari, te 8 uur 's avonds, zal
in het gebouw aan de Postlaan de heer Denijs
uit Amsterdam een lezing houden met licht
beelden over: „Het Zonnige Zuiden".
De toegang is voor belangstellenden vrij.
SIMULTAANSEANCE VOOR WERKLOZEN.
Hedennridd." g zal de bekende Heemsteedse
dammer L. Kiten voor de werklozen een simul-
- „lij vt'ü.M-JLK- .Verenigings
gebouw. Vermoedelijk zal een 30-tal werklozen
hieraan deelnemen.
50 JAAR VINCENTIAAN.
De vorige week herdacht de heer Jac. Elde-
ring de dag waarop hij vóór 50 jaar als lid
toetrad tot de vereniging van de H. Vincentius,
welke vereniging zich ten doel stelt, armen en
behoeftigen bij te staan. 50 jaar lang heeft de
heer Eldering zijn tijd geofferd om armen te
bezoeken en zo nodig door middel der vereni
ging leed te verzachten.
Het bestuur der vereniging had dan ook
stappen gedaan om deze heuglijke dag voor
den jubilaris niet onopgemerkt te doen voorbij
gaan.
Uit handen van Pastoor v. d. Tuyn ontving
de jubilaris het hem door Z.H. den Paus ge
schonken Erekruis Pro Ecclesia et Pontifice,
als blijk van waardering voor de steeds be
langeloos verrichte arbeid.
Een in intieme kring gehouden feestavond
besloot deze voor den jubilaris onvergete
lijke dag.
OVERZICHT DER WERKLOOSHEID.
Bij het plaatselijk orgaan der arbeidsbemidde
ling kwamen in de ioop dezer week 456 aan
biedingen in van werkzoekenden, t.w.:
43 grondwerkers,
21 metselaars,
18 schilders,
28 timmerlieden,
18 opperlieden,
122 bloemistarbeiders,
105 losse werklieden,
9 metaalbewerkers,
7 kantoorbedienden,
2 bouwkundig tekenaars,
4 bakkers,
2 stucadoors,
77 werkzaam in andere beroepen.
LOOP DER BEVOLKING GEDURENDE HET
JAAR 1934.
In de loop van het jaar 1934 is de bevolking
van Heemstede vermeerderd met 690 inwoners.
Onderstaand overzicht geeft de loop der be
volking aan gedurende 1934:
Aantal inw. op 31 Dec. 1933 16407
Vermeerdering door geboorte 259
Vermeerdering door vestiging 2529
Totale vermeerdering 2788
Vermindering door overlijden 155
Vermindering door vertrek 1943
Totale vermindering 2098
Verschil tussen de totale vermeerdering
en de totale vermindering 690
Aantal inw. op 31 Dec. 1934 17097
Als bijzonderheid zij nog vermeld, dat het
aantal inwoners op 1 December 1934 precies
gelijk was aan dat op 1 Mei 1927 (de datum
van de annexatie), n.l. 17071. In zeven jaar en
zeven maanden is het aantal inwoners dus weer
op hetzelfde peil teruggekomen.
Het verdrag ItaliëFrankrijk met
betrekking tot de goudlanden. De
Nederlandse filmindustrie. Engeland en
de Indische mail.
Naar aanleiding van de nieuwjaarsrede van
den voorzitter van de Amsterdamse Kamer van
Koophandel, den heer Crone, gaan onze ge
dachten de lezer houde ons ten goede, dat
wij in het binnenlands overzicht een buiten
landse gebeurtenis aanhalen onwillekeurig
uit naar de reis van Laval naar Rome, welke
tot bedoeling had tot volkomen overeenstem
ming tussen Italië en Frankrijk te geraken in
verband met bepaalde wederzijdse belangen.
Alhoewel Laval, terwijl wij dit schrijven, zich
nog wel steeds te Rome bevindt, is de overeen
stemming bereikt en kunnen Frankrijk en Italië
met voldoening denken aan het tractaat, dat
niet alleen voor beide landen, maar vrijwel voor
de gehele wereld een buitengewoon gunstig
intreden van 1935 betekent.
Zoals bekend, behoren beide landen, Italië en
Frankrijk, tot het blok der goudlanden. Neder
land houdt eveneens zitting in dat blok, en juist
naar aanleiding hiervan willen wij eens nagaan
van welke betekenis het gesloten tractaat van
belang kan zijn voor de Nederlandse econo
mische betrekkingen. Vóór alles is het de wens
der goudlanden, de gouden standaard te hand
haven. Hoe deze handhaving gefundeerd kan
worden en hoe de wederzijdse belangen be
hartigd konden worden, is reeds meerdere
malen door de betrokken commissie tef sprake
gebracht, maar het uiteindelijk resultaat was
toch vrijwel nihil. Nu echter, waar de beide
hoofdfiguren uit het blok tot een innige samen
werking zijn gekomen met de heilige bedoeling
de vrede te handhaven en de crisis de wereld
uit te helpen, is het goudblok zeer in aanzien
gestegen. Het goudblok, met Engeland als
wakend toeschouwer, moet in Europa de toon
aangeven. Dit kan, maar alleen, indien de aan
gesloten landen t.o.v. elkaar een handelspolitiek
voeren, die wars is van ingrijpende belemme
ringen. Geen, of kleine invoerrechten, en dan
nog in fiscale zin: de gezondste politiek, die
men zich kan denken!
Het korte bestek, waarin het overzicht vervat
moet worden, laat ons niet toe over het onder
werp verder uit te weiden, maar wij hopen
oprecht, dat inderdaad de samenwerking tussen
de goudbloklanden mag komen, waardoor de
grondslag zal worden gelegd voor een nieuwe
periode van bloei, die alle landen in deze dagen
van crisis zo hard en hard nodig hebben.
Met twee nieuwe films, n.i. „Het meisje met
de blauwe hoed" en „Op Hoop van Zegen", die
momenteel in de grote steden van Nederland
draaien, heeft de Nederlandse filmindustrie, die
tot dusver „Dood water" dan uitgezonderd
- nog maar weinig goeds had voortgebracht,
een hieuw tijdvak ingeluid. Hiermede heeft deze
nationale industrie een schitterende overwinning
behaald. Als men bedenkt, dat de filmindustrie
in andere landen jaren en nog eens jaren heeft
nodig gehad om speelfilms van een klasse
als de beide genoemde voort te brengen, be
grijpt men pas goed, welk een eclatant succes
te boeken valt. Waarmee we natuurlijk niet
willen zeggen, dat onze industrie reeds films
vervaardigt, die te vergelijken zijn met de beste
buitenlandse; dit zou in mindere of meerdere
mate chauvinistisch zijn en bovendien bezijden
de waarheid. We wijzen slechts op het feit, dat
de ernstige wil om iets goeds te produceren
aanwezig is. En dat met man en macht gewerkt
wordt om die wil in de daad om te zetten!
In tijden als deze, waarin de crisis nog welig
tiert, kan men de snelle ontwikkeling, waaraan
onze jongste industrie onderhevig is, niet anders
dan toejuichen, omdat hopelijk vele werkloze
artisten en figuranten hier werk kunnen vinden,
en bovendien tal van andere personen, zoals
electriciens, schilders, enz., aan het werk ge
steld kunnen worden.
Maar voor één ding hebben we te waken:
dat met Nederlands kapitaal de Nederlandse
filmindustrie niet naar het buitenland wordt
overheveld. Houdt men dit voor ogen, dan is
een mooie taak voor filmproducenten weggelegd.
Wat wij maar al te zeer gevreesd hebben, n.l.
dat mail uit Engeland en Brits-Indië, bestemd
voor Nederlands-Indië, voortaan uitsluitend
met Engelse Lichtdiensten mag worden vervoerd,
is uitgekomen.
Het overdonderende succes van de later zo
noodlottig verongelukte „Uiver" zou machtige
gevolgen hebben, niet alleen voor de K.L.M.,
maar ook voor de Nederlandse Posterijen.
Dat een snelle, tevens gerieflijke tocht van
Londen naar Brits-Indië zeer goed mogelijk is,
heeft de „Uiver" bewezen. De Engelsen hebben
van deze kennis, hun gratis in handen gegeven,
goede nota genomen. Van conservatief werden
zij in één dag vooruitstrevend: de plannen wer
den gemaakt en de dienst op brede basis open
gesteld; met lage posttarieven. Kan het mooier,
waar snelheid punt één van het programma
vormt?
Welk aandeel de buitenlandse mail, voor het
grootste deel Engels, in de financiële resultaten
van de luchtpostdienst had, blijkt wel uit de
volgende cijfers, door Minister De Wilde sedert
de laatste twee jaren gepubliceerd: over de
eerste maanden van 1933 bedroeg zij 27 van
de totale opbrengst; over dezelfde periode van
1934 bedroeg zij 26.6 Door het genoemde
besluit van de administratie der Posterijen in
Brits-Indië zullen deze cijfers over hetzelfde
tijdvak in 1935 nog sterker dalen.
Door deze maatregel blijkt dus genoegzaam,
dat wij voor onze Lichtdienst op Indië niets van
Engeland te verwachten hebben en dat wij, on
danks alle tegenwerking, rustig voort moeten
gaan met de concentratie van ons eigen verkeer.
Tenslotte zij nog vermeld, dat Maandag om
half twaalf van Den Helder vertrokken zijn de
Nederlandse onderzeebooten K 16 en K 17, met
bestemming voor Indië en dat in Den Haag op
64-iarigen leeftijd. .4 overladen luiteiiant-gene-
raal" K. F. W. Gertü^an Wijk, oud-commandant
van het leger in Ned.-Indië en commandant der
Haagse Burgerwacht.
RIJKSTELEFOON.
Opgave van nieuwe aansluitingen in het telefoon
net-Haarlem in het tijdvak 3 t/m. 9 Jan. 1935.
Telef.nr. Gidsvermelding.
29251 Dekker, F.; Winterlaan 3, Heemstede.
29253 Pluimgraaff, Simon; Accountant, Le
raar M.O., Belasting Consulent, Java-
laan 25, Heemstede,
GEVESTIGDE GEZINSHOOFDEN TE
HEEMSTEDE.
Opgave van 8 Januari 1935.
Wed. T. Los, Laan van Bloemenhove 11.
Ij. van Popta, Laan van Bloemenhove 15.
J. In 't Veld, Jan Steenlaan 5. W. Westmijze,
Heerenweg 170.
„DE NEDERLANDSE BIBLIOGRAFIE'.
Met ingang van Januari is benoemd tot hoofd
redacteur van „De Nederlandse Bibliografie",
uitgegeven door A. W. Sijthoff's Uitgevers
maatschappij N.V. te Leiden, Dr. P. H. Ritter Jr.
In het eerstvolgende nummer zal de nieuwe
hoofdredacteur zijn inzichten en plannen uiteen
zetten, die in de nieuwe jaargang ten uitvoer
worden gebracht.
BADHUIS HEEMSTEDE.
In het Badhuis aan de Postlaan werden in de
week van 31 December tot en met 5 Januari
genomen 603 douchebaden en 20 kuipbaden.
Aan 33 kinderen werd een gratis schoolbad
verstrekt op Woensdagmiddag van 2 tot 4 uur.
Van de gelegenheid tot kosteloos baden op
Woensdagavond tussen 5 en 8 uur werd door
39 volwassenen gebruik gemaakt.
Ondertrouwd: L. Attema en H. Boersma.
Getrouwd: S. A. Langeveld met C. C. van
Deursen.
Bevallen: B. E. M. NunninkMooren z.; J.
M. v. d. VeldenRijs z.; A. KohierMarre d.
Overleden: C. v. Heusden 63 j„ echt. van J.
W. Over de Linden; J. C. Zuur 64 j., ongeh.;
L. E. Knapen 57 j., echt. P. F. Meure; Max
Visser 20 j., ongeh.
Het mooiste en dankbaarste gebied der practische geneeskunde
Ziekten, waaraan de arbeiders bloot staan
Door Dr. J. F. FREDERIKS.
In het Oosten van Berlijn vindt men in het
naar Keizerin Augusta Victoria genoemde
ziekenhuis een afdeling van meer dan gewone
betekenis, het universiteits-instituut voor be
roepsziekten genaamd. Negen jaar geleden is
het gesticht door Dr. E. W. Baader, die er nog
steeds de leiding van heeft. Het is dus nog niet
zo lang geleden, dat men zich vrijwel niet be
kommerde om de beroepsziekten, waaraan de
arbeiders in de verschillende bedrijven waren
blootgesteld. Toen maakte Dr. Baader voor
Duitsland een begin met het systematisch be
studeren der beroepsziekten, door hier, midden
in de fabriekswijk, de behandeling ervan op
zich te nemen. Nog steeds is zijn instituut het
enige van die aard in Duitsland, doch het be
hoort met die te Milaan en Moskou tot de beste
ter wereld.
Mensen, die in hun beroep een ziekte of
kwaal hebben gekregen, worden hier onder
zocht en behandeld. In twijfelachtige of voor de
wetenschap interessante gevallen worden zulke
patiënten uit het gehele land naar Berlijn ge
zonden. om daar te worden onderzocht door
artsen, die zich op dit gebied gespecialiseerd
hebben. „Het mooiste en dankbaarste gebied
der practische geneeskunde", zo noemt Dr.
Baader het onderzoek en de behandeling van
de kwalen en schadelijke gevolgen, die zo vaak
door de beroepswerkzaamheden worden ver
oorzaakt. Maar de arts, die zich met deze studie
bezig houdt, moet ook niet opzien tegen de
moeite, om zich op de hoogte te stellen van de
verschillende fabrieksprocédé's. Hij moet de
fabrieken bezoeken en rondspeuren naar de ge
varen, die wellicht de gezondheid der arbeiders
bedreigen.
Een veelomvattend arbeidsveld.
Wanneer men het aanmeldingsformulier leest,
beseft men al dadelijk, hoe veelomvattend het
arbeidsveld is. Het is ook zeer interessant om
de daarin vermelde punten te vergelijken met
de voorwerpen, die in het museum van het
instituut zijn tentoongesteld: een overvloed van
leerzame modellen, preparaten, monsters, tabel
len, statistieken, afbeeldingen en voorwerpen,
uit de fabriekspraktijk der artsen en medische
studenten. Voor 22 beroepsziekten is aangifte
en schadeloosstelling verplicht gesteld. De
meeste slachtoffers maken de loodvergiftigingen,
waarvoor in niet minder dan 180 verschillende
beroepen gevaar bestaat. Deze vergiftigingen
orifstaap dooc het inademen .van laodstof en
looddamp. Hierna volgden kwik, dat ongeveer 80
beroepen gevaarlijk maakt. Hoeden van haar-
vilt worden bijv. met kwik behandeld, terwijl
er ook in de glasblazerij gebruik van wordt
gemaakt. Dr. Baader heeft dan ook persoonlijk
de kwikmijnen in Spanje en Italië bezocht om
de vergiftiging te bestuderen. Zij uit zich door
zenuwstoringen, rillingen en diarrhee en kan
reeds veroorzaakt worden door kwikdamp. Deze
damp ontstaat reeds bij gewone kamertempe
ratuur.
Ook arsenicum, benzol en mangaan veroor
zaken vergiftigingen. Mangaan kan storingen in
de gang en zelfs schade voor de hersenen doen
ontstaan. Zwavelkoolstof levert gevaar op in
de rubberindustrie, bijv. bij het vulcaniseren.
Bekend is, dat koolmonoxyde een der gevaren
in de motorenindustrie vormt. Stof, dat kiezel-
zuur bevat, doet de z.g. stoflong ontstaan,
waarvan de ademende oppervlakte is beperkt;
deze ziekte vindt men niet alleen bij mijn
werkers, doch ook bij steenhouwers, slijpers en
arbeiders in de porseleinindustrie. Niet zelden
ontdekt de medicus, die zich op dit gebied
specialiseert, „vergeten beroepsgevaren", waar
toch dringend nodig iets aan gedaan moest
worden. Men had bijv. in de pianofabrieken
„mondlijmsters", die lange staven lijm in de
mond week maakten. Met de zo „practisch"
geweekte lijm worden stukjes rood vilt vast
geplakt. Toch heeft men lange tijd bij de rode
vezeltjes, die men in de ontlasting dezer
arbeidsters vond, gedacht aan bloed als gevolg
van tuberculose. Dit was een der gevallen,
waarin bij de autoriteiten kon worden aange
drongen op krachtige maatregelen in het belang
der arbeidsters.
Huidziekten komen veel voor bij arbeiders,
die galvaniseren, dan wel omgaan met kunst
hars en verschillende chemische oplossingen.
Men heeft bijv. een „nikkelschurft", terwijl de
beroepsziekte der bakkers eveneens een huid
ziekte is. Weinig bekend is het, dat vele hout
soorten, o.a. mahonie, palisander en ebbenhout,
eveneens huidziekten kunnen veroorzaken. Op
merkelijk was ook de „Schneeberger long
ziekte", die voorkomt onder de arbeiders der
ertsmijnen bij het Saksische plaatsje Schneeberg.
Wie een moderne pneumatische hamer ziet
werken, kan zich wel voorstellen, dat daarbij
gemakkelijk beroepsziekten kunnen optreden;
hij zal er echter niet aan denken, dat zij aller
eerst de spieren en beenderen aantasten. Bij
glasblazers hebben de handen, kaken en ogen
te lijden; bij schoenmakers eveneens de tanden
als gevolg van de gewoonte om spijkers in de
mond te „bewaren". Mijnwerkers krijgen dik
wijls last van mijnvorm, mensen, die veel
moeten staan, van doorgezakte voeten en
platvoeten.
De artsen en hun helpers staan echter even
goed aan beroepsziekten bloot; aan alle be
smettelijke ziekten, maar ook aan de gevaarlijke
Röntgenstralen, die reeds zovele geleerden
ernstig hebben geschaad in hun gezondheid. De
schadelijke gevolgen, die door electrische
stroom worden veroorzaakt, zijn in hoge mate
afhankelijk van de ontwikkeling der z.g. thymus
klier; daarom is het voor jongelui met een voor
liefde van electriciteit als trouwens voor
zoveel anderen - van belang om bij hun
beroepskeuze ook een dokter te raadplegen. Een
der griezeligste objecten van het museum ver
telt de geschiedenis van een arbeider, die in
aanraking kwam met een electrische stroom
van 50.000 Volt. Hij bleef wel in leven, doch
zijn hand verdorde in de letterlijke zin van het
woord. Die hand kan men hier nu in geprepa
reerde toestand zien.
Voor de behandeling van de velerlei beroeps
ziekten en aandoeningen staat Dr. Baader het
uitstékend ingerichte ziekenhuis ter beschikking,
waarin zijn instituut zich bevindt. Voortdurend
worden de behandelingsmethoden verbeterd en
nieuwe tot ontwikkeling gebracht. Een geweldig
aantal patiënten zijn reeds door zijn handen ge
gaan, o.a. ongeveer 3500 gevallen van loodver-
gfftiging.' Doch hoe noodzakelijk de genezing"
van zulke beroepsziekten ook is, liet is van nog
veel groter belang om ze te voorkomen. De ge
neesheer kan dit doen door advies te geven bij
de beroepskeuze, de technicus door een hygië
nische inrichting der bedrijven. Op dit gebied
wordt vaak met de beste bedoelingen misgetast
Zo bevat het museum van het instituut modellen
van beschermende brillen en maskers, zoals ze
niet moeten zijn, van nutteloze ademfilters, van
middeleeuws aandoende ventilatoren, waarmee
men in stoffige fabrieken de lucht tracht te ver
versen. Samenwerking van arts en technicus is
dus nodig, om de gezondheid der arbeiders te
beschermen en vaak moet ook nog de wetgever
er aan te pas komen om de tot stand gebrachte
beveiligingen overal door te voeren, waar zij
nodig zijn.
MEDISCH ALLERLEI.
Elke verkoudheid is minder onaangenaam,
wanneer men het hoofd warm houdt, inhaleert
en de huid rondom de neusgaten invet. Spoe
lingen moeten aan den dokter worden over
gelaten; een leek richt veel te gemakkelijk on
heil aan.
Wanneer iemands galblaas gevoelig is voor
ontstekingen, reageert hij meestal ook op koude
spijzen of opwinding met pijnen. Door een paar
slokjes warme melk, soep of iets dergelijks be
ëindigt men de aanval.
KINDERVERTELLING
8
DOOR TH. G. ROTMAN
81. Maar de veldwachter was óók niet van
gisteren. Hij liet zich pardoes uit de boom
vallen, sloeg zijn knieën af en bond den dief, die
juist z'n vestje los wilde knopen om zich te
bevrijden, stevig aan de paal vast, zodat hij
geen vin meer kon verroeren. Hij gebruikte
daarvoor het drooglijntje, dat van ijzerdraad was
en dus wel houden zou. Alleen liet hij er in de
haast al het wasgoed aanzitten. „Geef me nou
je carrier eens!" zei hij tegen Krijn.
82. Krijn was namelijk boterboer en had een
rijwielcarrier. Deze werd te voorschijn gehaald.
De veldwachter trok nu met behulp van Krijn
de paal uit de grond en de gevangene werd
met paal en al bons! in de carrier neer
gezet, waarop onze dappere politieman zoo trots
als een pauw met zijn prooi wegfietste. „We
krijgen de beloning, hoera!" riep Jantje, die
met Pietje alles over de schutting afgeloerd had.
83. Ze wandelden nu weer verder, tot ze
weer aan een dorp kwamen. Daar het tegen
twaalven liep, waren alle moeders van het dorp
juist aan het eten koken. Dikke rookwolken
stegen uit elke schoorsteen, en heerlijke geuren
van varkenslapjes, rooie kool, spek en kaantjes
woeien hun bij elke windvlaag in de neus.
„Ai, ai, wat heb ik 'n honger!" zei Jantje, terwijl
hij z'n maag met allebei z'n handen vasthield.
„En ik!" antwoordde Pietje, „waren we maar
thuis, ze eten vandaag net bruine bonen met
spek!
84. Even later kwamen ze voorbij een be
hangerswinkel, de enigste in het dorp.
„Ervaren leerlingen gevraagd" stond er op een
bordje. Jantje en Pietje keken elkaar eens aan
en stapten naar binnen. „Kunt U ons gebruiken,
mijnheer?" vroeg Pietje. „Zijn jullie dan
ervaren?" vroeg de behanger. „O ja, meneer,
reuze-ervaren!" zei Pietje, die niet eens wist,
wat dat rare woord betekende en die dacht,
dat het betekende, of ze gevaren hadden. Nou,
en dat hadden ze, met het pontje o zo!