i DE OPLOSSING VAN ONZE PRIJSVRAAG DE GETUIGE... BETER EEN VOGEL IN DE HAND, DAN TIEN IN DE LUCHT STAND TWEEDE BLAD Hulde aan den Rechter! BONT ALLERLEI I 2 I -Jarige krijgt een ridderorde CE Vcccw ERI EAAE HuiS Modepraatje -ING EN ONT- LOZEN. n lid, den heer genoemde com- zldering. IEDEN. iderlinge Tuin- en O. een voorzitter de edig jaar moge ng. volgden enige e Staatsmijnen, wij geen buiten- te betrekken, raag van een lisbroeitentoon- jrd het bestuur handelen, z. aan de weer neente. mede, dat er tndse Lathyrus- ntoonstelling te deze afdeling ras van oordeel, ou zijn voor de n dezer vereni gt dit. idee ver- g de opdracht Ned. Lathyrus- schillende prijs- zo o.a. van en Chrysanten. v. Iperen een ran tuinaanleg, ■n met bloemen it de omgeving, gehouden ex- ing plaats van n knolgewassen, same rondvraag WIERDA. langstelling had g de teraarde- ftelijk overschot leven o.a. voor- an de Ned. Chr. irslid. der Chr. A.R. Kiesverenl- :.V., lid van het ntspanning voor leidscursus. en merkten wij enoemde organi- onder een schat ïsen van de af- elijke bouwvak- :idersbond, in de lereerst de heer itelijke Besturen- e vrienden van intspannings- en C. A. M. Jonck- overledene heeft en van de werk- niging Ned. en eer Miiller. dus spr., als de k lichaam, maar De propaganda was^zijn liefste n als een andere istelijke politiek aldus spr. sprekers met er rgankelijk is. Hij wortelde in zijn ingetreden, wijst an Wierda wijst moet gaan naar moet ons ideaal 68 vers werd tve gedragen en was neergelaten, geloofsbelijdenis in den overledene rige kinderen en de familie dank te belangstelling bij de teraarde- j en O. A. Deen. aard met M. A. ill d.M. A. W. Verdonkschot d-Heidenhain z.; A. Montanus -Baas d.; M. E. Bouwmeester s 77 j.; J. M. P. OFDEN TE ri 1935. J. H. Spoor, aans, Prinsenlaan :g 178. 'ERTELLING G. ROTMAN de vloer bereikt is deed daveren, uit!" jammerde 'en. „Kom er af! Jantje aan haar ;n. En ze begon :en, zodat Jantje het plafond be ltonen No, 5. 1 FEBRUARI 1935. DE EERSTE HEEMSTEEDSCIIE COURANT 5 Een rechter in Amerika veroor deelde een jongen, die zich aan diefstal had schuldig gemaakt, tot het dagelijks afleggen, gedurende twee maanden, beladen met 20 pond bakstenen, van een 15 mijl lange weg. Hulde breng ik aan dien rechter In het ver Amerika! Wie zijn hersens zo laat werken, Diens verstand is wel 0. K. Maar ik denk bij deze rechter. Sprak het hart een woordje mee En dat sprak ook wel het beste En het luidst van deze twee. Stenen sjouwen, schoon zij zwaar zijn, In de frisse buitenlucht. Wast de ziel wel eerder helder, Als de duffe celhuistucht. Rechters in ons eigen landje, Aan de frisse vrije zee, Doet ook als die Yankee-rechter, Neemt de proef, zij valt licht mee. Ik zie ze gaan in lange rijen Van Heiloo naar Steenen Brug, Visa, versa, met hun vrachtje Zware stenen op de rug. Er wordt geen respijt gegeven, Noch bij hitte, noch bij kou, Want een hagelstenenbuitje Past in 't beeld van 't steengesjouw. Voor den huis- en kerkenbouwer Komt wel wis geen stenennood, Als wij putten uit de voorraad, Waar het mensdom zich aan stoot. Kleine stenen voor den zwakken, Grote voor den sterken man, Overal is er tot keuze Wel een flinke voorraad van. Als zij dan hun weg gegaan zijn, En hun vracht ligt op de grond, Draagkracht bleef dan in hun body, En hun ziel is weer gezond. J. G. BUIJS. FRANKRIJKS OUD-MINISTER-PRESIDENT CONTRA GENEVE. Paul Boncour procedeert om 120 millioen. Wat een oneerbiedige politieagent al niet op zijn geweten kan hebben! Paul Boncour, eens minister-president van Frankrijk, heeft zo juist tegen de stad Qenève een vordering ingesteld, tot verkrijging van niet minder dan 120 millioèn Zwitserse franken. Deze vordering betreft het erfenisrecht van den graaf De Civry, en is wel het grootste proces ooit uit dien hoofde gevoerd. Dat een zo be kend Frans politicus als Paul Boncour, de werk zaamheden van een advocaat vervult, heeft generlei verwondering te wekken, wanneer men bedenkt, dat het in Frankrijk bijna traditie is, dat de staatslieden uit de juristen voortkomen, f De naam van Paul Boncour is kort geleden ook nog genoemd in betrekking tot een ander, buitengewoon belangrijk proces: hij zal de Zuid- Slavische koningin-weduwe Maria, die als mede eiseres in het proces over de aanslag te Mar seille, optreedt, rechtsbijstand verlenen. De zaak De Civry contra Qenève is zowel om de juristische ingewikkeldheid als om het reusachtige bedrag waarover het gaat, interes sant genoeg. Het begin van deze strijd ligt reeds 100 jaren achter ons. In die tijd, in het jaar 1830, vluchtte hertog Karei II van Brunswijk, de voorvader van den eiser Graaf de Civry, wegens een schandaal-affaire uit zijn land en vestigde zich aan het meer van Qenève. Zijn groot vermogen deponeerde hij in de safes van de Geneefse banken en voor het verdere deel van zijn bestaan leidde hij in het mooie Zwitser land een prettig leventje. Zo goed beviel het hem in Qenève, dat hij deze stad notarieel tot zijn erfgename maakte, onder deze enige voor waarde, dat men na zijn dood voor hem een standbeeld zou oprichten. Op een goede dag gebeurde het echter, dat een doodgewone Zwitserse politie-agent zich vermat dezen hogen heer iet of wat grof en zonder de nodige eerbied te behandelen. In woede ontbrand verklaarde hertog Karei II, dat hij zijn testament zou herroepen en de stad Qenève onterven. Voordat hij echter zijn voor nemen ten uitvoer kon brengen, werd hij het slachtoffer van een hartverlamming. De stad Qenève haastte zich het vereiste standbeeld op te richten en de erfenis te incasseren. Sindsdien procedeeren de nakomelingen van den hertog tegen Qenève, tot nu toe echter zonder succes. Nu meent echter de reeds 84- jarige üraaf de Civry feiten gevonden te hebben, die .zijn erfrecht zouden bewijzen en waaruit bovendien zou blijken, dat volgens de familie- wetten van het geslacht er geen andere erf genaam mag worden aangewezen, dan de natuurlijke. Daarop heeft Paul Boncour besloten zich het gecompliceerde geval aan te trekken. Zal de rechtbank zeer waarschijnlijk is dit intussen niet eiser in het gelijk stellen, dan blijft nog steeds de vraag, hoe men het vonnis zou kunnen realiseren. In de portemonnaie van de Volkenbondsstad heerst grote leegte; geen kruimeltje van het Brunswijkse goud is tot op de huidige dag bewaard gebleven. Slechts het standbeeld van Hertog Karei, dat op de kade een onopgemerkt bestaan leidt, herinnert nog aan de 120 millioen. .Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad om de geweldige stroom van inzendingen zo tijdig te kunnen verwerken, dat de uitslag nog in dit nummer kon worden bekend gemaakt. Maar het is gelukt, en dat is toch maar de hoofdzaak. Steeds worden wij weer opnieuw getroffen door de grote animo, waarmede onze lezers onze puzzles oplossen en het spreekt vanzelf, dat bij een zo groot aantal inzendingen er vele juiste oplossingen worden aangetroffen. Helaas kan er maar één prijswinnaar zijn en het doet ons genoegen te kunnen mededelen dat ditmaal DE HEER A. L. J. DE VRIES Bosboom Toussaintlaan 35 de gelukkige is, die dus de door ons beschik baar gestelde Waarde-Bon ad f 5.kan in wisselen bij: H. J. PISTORIUS' Boek- en kunsthandel Binnenweg 91 Wij moeten verschillende lezers nogmaals dringend verzoeken, hun inzendingen vooral te doen vóór het vastgestelde tijdstip: ook ditmaal kwamen meerdere oplossingen te Iaat binnen en deze moesten onherroepelijk worden terzijde gelegd. Zendt uw oplossing rechtstreeks naar ons Redactiebureau, Ged. Oude Gracht 88, Haarlem; bezorging bij onze bijkantoren geeft vertraging met bovenstaand gevolg. De oplossing luidt: 10. redenaar. 15. diva. 20. nevel. De 24 woorden luidden: 11. legaal. 16. engte. 21. notitie. 1. gat. 4. bagno. 7. accu. 12. Theo. 17. habitué. 22. eiber. 2. dividend. 5. teint. 8. aether. 13. Havel. 18. eend. 23. indigo. 3. Don. 6. egge. 9. vocatie. 14. Doprn. 19. rente. 24. natuur. Singapore: In Annam is het de gewoonte om mannen die door een hoge ouderdom gezegend zijn, een ridderorde te geven. Tot nu toe had men er echter nog nooit van gehoord dat ook vrouwen doof een ordeteken geëerd werden. Dat lag er misschien aan dat zij niet zo oud worden Nu was er echter, jn. Annam een -oude1 vrouw opgedoken, die beweerde en ze kon het be wijzen oók!121 jaar oud te zijn. Toen liet de Vorst van Annam een bijzonder besluit uit vaardigen, waarin hij zeide, dat het weliswaar niet de gewoonte was orii vrouwen te eren, maar dat een leeftijd van 121 jaar toch wel een wonder, was. Daarom verwaardigde hij zich om de oude vrouw tenminste de Orde 3de Klasse te verlenen. Dat is dus, zoals gezegd, de eerste maal dat men in Annam een vrouw eerde DOOR JAMES WHITE Commissaris Ergot krabde zich achter her oor. Hij tad voortdurend het geVcvl. dat ei iets niet klopte, zo'n gevoel, als of je wat in je oor wordt gefluisterd, zonder dat je het verstaan kunt. Die meneer Landeth was de enige getuige van de misdaad.... wat wisten ze eigenlijk van hem? Was acht maanden geleden uit de stad naar hier komen wonen, scheen gefortuneerd hmm leefde teruggetrokken, deed zaken, waarop niets te zeggen viel. Landeth keerde een week geleden om kwarl over elf van de „Gouden Hoorn" naar huis te rug. Op zijn weg naar huis, moest hij altijd een open plek weiland voorbijgaan. Op die plek aangekomen, ontwaarde hij een geluid. Het was alsof hij een worsteling hoorde en tegelijkertijd hoorde hij roepen: „Hilfeü" Even later kwam een man wankelend van het weiland aflopen en viel een eindje verder neer! Toen Landeth bij hem neerknielde herkende hij hem. Het was iemand, dien hij dikwijls in de „Gouden Hoorn" had gezien, üustav Lövenauer geheten, Duitser van geboorte, zakenman, rijk, en vrijgezel. Landeth wist niet goed wat te doen en was blij toen een auto kwam aanrijden, die stopte, de jongeman, die erin zat vroeg wat er was. Toen hij echter een blik op Lövenauer wierp, slaakte hij een kreet: „Lövenauer!" Toen vroeg hij: „Wat scheelt hem? Wat is er gebeurd?" „!k vrees," zei Landeth, „dat hij vermoord is." De ander drong hem, snel naar den dokter te gaan en dan tevens de politie te waarschu wen. Hij zou wel intussen bij Lövenauer staan blijven. Landeth rende weg en kwam een kwartier later terug met den dokter, terwijl ook een in specteur en twee agenten verschenen. Maar Lövenaur was dood! Een zware slag op het hoofd had zijn schedel verbrijzeld. Vol gens den dokter was het verwonderlijk, dat de man, in zo'n toestand nog een paar stappen ge daan kon hebben. Dat was hem eenvoudig een raadsel. Men zag geen spoor van den dader. Landeth had niéts gezien, alleen gehóórd. Wat de jonge man in de auto betreft, hij heette Qérald Hob- son, stond bekend als nogal spilziek en licht zinnig hij studeerde quasi en had Löve nauer gekend, omdat ze beiden in een bridge club waren. Er werd gespeeld aan huis bij een vriend van Hobson en, naar men zeide, zeer hoog. Hobson had die avond gebridged; op deze avonden placht Lövenauer gewoonlijk te komen, doch hij was niet verschenen en Hob son had nogal verloren, terwijl hij mééstal ge lukkig placht te zijn en bijzonder goed speelde. Hij geraakte uit zijn humeur en verliet de bridge club. Naar zijn zeggen reed hij een eindje rond, omdat hij geen iust had zo vroeg te gaan slapen, kwam omstreeks kwart over elf bij de weide en zag iemand liggen, een ander erbij ge knield. Tot zijn schrik herkende hij Lövenauer. De commissaris overdacht dit alles en krab belde weer achter zijn oor. Lövenauer was niet gaan kaarten en toch had hij, toen hij het huis verliet, tegen zijn huishoudster gezegd, dat hij ging kaarten, zoals gewoonlijk. Waar was hij heen gegaan, inplaats van naar de speelclub? Hoé kwam hij op die weide? De commissaris nam een potlood en schreef op een stukje papier: Waarom waren er geen andere voetstappen op het weiland, hoewel de aarde nat ~was van dauw, dan die van Löve-. De breitechniek blijft zich handhaven Nog steeds ziet men vlijtige handen onver moeid bezig met het breien van jumpers, kinder jurken, pull- en slipovers, dassen, shawls, mut sen, manteltjes, enz. We zouden bijna durven beweren, dat wij een eindeloze rij van gebreide voorwerpen aan onze geestesblik kunnen laten voorbijgaan. De modellen der jumpers zijn bijna „geraffi neerd" eenvoudig en we zien ze in allerlei vorm en breisteken uitgevoerd. In de regel zijn het min of meer aangesloten modellen, veelal in donkere tinten, hoog aan gesloten aan de hals. Donkergroen, blauw, bruin en zwart wordt vooral veel gedragen. Mocht het geheel wat te somber lijken, welnu, ook hieraan is een fleurige noot te geven, in de vorm van kleine doekjes, die in een driehoek-vorm gevouwen en zó ge dragen worden, dat het puntje voor komt en de uiteinden achter in de hals in een knoop gelegd worden. Zoals wij reeds zeiden, zijn de modellen min of meer aangesloten, hetgeen men verkrijgt door op de taillehoogte een stuk van ongeveer 19 c.M. in geribd patroon (1 aver. 1 recht ver draaid) te breien. Het cedeelte dat op de rok valt, vormt dan als het ware een schootje. Een bijzonder aardige, eenvoudige en toch geklede jumper zagen wij van donkerbruine wol gebreid aan de hals een klein omliggend boordje en aan de rugzijde een sluiting met grote knopen. Om het middel een dik koord van dezelfde wol ge draaid. Een aardige lange ketting van gekleurde kralen werd hierop gedragen. Zeer practisch en bovendien zelf gemakkelijk te maken, zijn de winkelrokken, waarvoor een stevige stof ge nomen wordt. Rokken met gedeeltelijk opgestikte plooien staan trouwens ook vlot. Hoe aantrekkelijk het dragen van jumpers ook moge zijn, het blijft toch een dracht, die alleen geschikt is voor slanke figuren. Zij, die bepaald gezet zijn, moeten géén jumfter dragen, maar zich bepalen tot japonnen, liefst uit één stuk, hetgeen het figuur ten goede komt. Er blijft echter op het gebied van breien zóó veel over, dat de laatste categorie van dames niet stil behoeft te zitten en gerust haar breilust kan botvieren. nauer en de onbekende? Was Lövenauer, die bij zonder grote voeten had, op het weiland? Waarom waren zijn schoenen dan niet bemod- derd? Als hij er niet was, beteekent dit dan, dat Landeth liegt? Is hij geen getuige van de moord, doch de moordenaar? Waarom passen de schoenen niet in de sporen buiten deze zaak? Welk motief kan Lövenauer hebben gehad? Waarom kwam Lövenauer dan bij hem? Het waren een reeks van waarom, waarbij zich steeds méér voegden en zoals het vaak gaat met zulke zaken, was het een toeval, dat den commissaris op weg naar de waarheid hielp. Korte tijd later reed hij in zijn auto voorbij een plaats, waar iets niet in orde scheen te zijn Een dame was flauw gevallen. De commissaris was uitgestapt, hij hoorde iemand zeggen: „Ik zal naar een dokter lopen" en zei: „Ik zal er een halen, ik heb een auto!" Daarop reed hij weg en bracht even later een dokter bij de dame. Toen viel hem plots iets in en hij ver stond opeens, wat de fluisterende woorden hem wilden zeggen. Twee weken later werd Hobson en zijn vriend Green, de eigenaar van de speel club, gearresteerd. Men had vastgesteld, dat Hobson en Green vals speelden, dat Lövenauer het ontdekt bad en daarom uit de weg werd ge ruimd. De zaak had zich als volgt toegedragen. Lövenauer ontmoette vlak bij het huis Hobson, die toen nog niets vermoedde en hem uitnoodig- de, mee te rijden. Lövenauer had misschien slechts vermoedens tegen Green, hoe het zij, hij liet zich onvoorzichtig dreigend uit en Hobson, voorgevend dat er iets met de auto niet in de haak was, stopte op een stille plek en sloeg Lövenauer neer. Hij liet koelbloedig het lijk in de auto en speelde in de club; bracht Green op de hoogte, die het huis zelf verliet door een achterdeur. Green was een uitstekend amateur- acteur geweest en had in een koffer nog aller hande pruiken, enz. Het opvallende type van Lövenauer, die en baard had en lang grijs haar, wist hij kunstig na te maken, rekenend op de duisternis, die hen zou helpen. Hij trok de jas van den dode aan, Hobson reed hem naar de weide en daar wachtte Green tot Landeth aan kwam, om voor vermoorde te spelen. Zoodra Landeth naar den dokter was gegaan, verwissel de hij den namaak-dode met den echte, die nog in de wagen was en stopte pruik en verdere vermommingen goed weg. Landeth zag in het vage licht slechts flauw een gebaard gezicht en de lange grijze haren en jas, die de gestalte forser deden schijnen dan ze was. Toen de com missaris had vastgesteld, dat Green na het ver trek van Hobson óók niet meer gezien was en dat Lövenauer veel had verloren, kwam hij stap voor stap dichter tot de waarheid. „Maar wat me op het idee bracht, dat Hobson schuldig was of medeplichtig moest zijn, wat dat gevalletje met de flauwgevallen dame. Toen wist ik namelijk plotseling, wat er nog voor vréémds aan de geschiedenis Lövenauer was. N.I., dat Hobson niet vlug even met de auto een dokter haalde, doch Landeth er om stuurde. Eerst verdacht ik ook Landeth, doch die bleek er buiten te staan; hij had op dat moment niet gedacht aan de auto, wat logischer was dan dat Hobson er zelf niet aan zou denken. Toen ik éénmaal vermoedde, dat Hobson alleen wilde blijven met den dode, heb ik zolang gepeinsd, tot ik begreep waarom. Op deze wijze verschoof hij het tijdstip van de moord èn had een getuige, die kon verklaren, dat hij onschul dig was. Heel gera'ffinèerd! Tè geraffineerd!" SCHOONHEIDSVERZORGING EN HEIDSWENKEN! SCHOON- De ogen. Niettegenstaande wij alle zorg besteden aan gezicht, handen en haar, worden de ogen in de regel stiefmoederlijk bedeeld. Men yergt daaren tegen van deze delicate lichaamsdelen veelal zelfs het meest. Hoevelen zijn zich wel bewust, dat de ogen altijd werkzaam zijn, van de vroege morgen tot de late avond, in huis, op straat, bij liet werk, bij ontspanning, en hoe weinigen denken eraan bij dit kostelijke bezit, dat ook de ogen eisen stellen aan een goede verzorging. Onze ogen bewijzen ons niet alleen diensten bij dag-, doch ook bij kunstlicht. Hoevelen werken of lezen niet bij onvoldoende verlichting en span nen de ogen onnodig in. De verzorging van de ogen is noch kostbaar, noch tijdrovend, alleen heeft men een oogbadje aan te schaffen bij apotheker of drogist, d.i. een glazen bakje, dat overeenkomt met de vorm van de oogen. Men trekt wat venkelthee in lauw water, vult hiermede het oogbadje, en houdt het tegen het oog, dat men enige malen achtereen opent en sluit in het water, daarna behandelt men het andere oög op dezelfde wijze. In den beginne doet het even vreemd aan, doch de weldadige werking van het badje op de ogen, maakt, dat men er geregeld mee doorgaat, als men zich eraan gewend heeft, ja, dan kan men er zelfs niet meer buiten. Na het bad komt de gymnastiek, die bestaat uit het zogenaamde ogenrollen. Men kijkt eerst van links naar rechts en omgekeerd, daarna van boven naar beneden en omgekeerd, terwijl men tenslotte van links, naar beneden, naar rechts en naar boven kijkt, zodat een gehele rondte gemaakt wordt, hetgeen niet langer dan één minuut behoeft te duren. De ogen blijven door deze behandeling sterk en gezond en zullen eveneens winnen aan uiterlijk schoon. BEVORDERT HET DRAGEN VAN SHAWLS VERKOUDHEID? Naarmate het weer kouder wordt ziet men de mensen min of meer met dikke shawls lopen. Velen verkeren in de mening, dat zij daardoor minder kans lopen, kou te vatten en inderdaad bereiken zij veeleer het tegendeel. Evenals men de huid tegen de verschillende weersgesteldheden systematisch minder gevoelig kan maken, is dit ook het geval met de hals. Deze moet zich gewennen aan temperatuurs wisselingen, hetgeen men niet in de hand werkt door het dragen van dassen, doeken en shawls. Matrozen, wier hals nimmer bedekt is, hebben in de regel gezonde ademhalingsorganen. Het is dan ook zeer aan te bevelen niet alleen het gelaat, de hals en de handen, doch ook de borst dagelijks met koud water te wassen. Van belang is het, dat men hiermede reeds vroeg bij kinderen begint, in de aanvang gebruike men lauw water om langzaam tot koudere afwassin gen over te gaan. Kinderen moeten steeds door de neus en niet door de mond ademen en zien ouders, dat hun kind niet op de juiste wijze kan ademhalen, dan raadpleege men zijn huisarts. WINTERMISèRES. Een rode neus, wintervoeten, rode handen, gesprongen huid, dat zijn zowat de voorstel lingen, die iedere vrouw zich vormt als er over winter of koude gesproken wordt. De winter vermaken vallen zeer in de smaak, maar, ja wat er bij komt! Om te beginnen met de grootste ergernis: de rode neus. Vooral dames, die de drie of vier kruisjes reeds achter de rug hebben, beklagen zich veelal over die „akelige" rode neus. Men kan dit euvel verhelpen door de neus 's morgens en 's avonds met goed warm boorwater te betten en in de neusgaten menthol-vaseline te smeren, met de pink of met een watje. Men moet echter zoveel mogelijk de sterke temperatuurswisselingen voorkomen. DE DRIEKWART-MODE Bij de driekwartmodc die zoowel bij mantels en rrantelcostuums als hij japonnen toepassing vindr, onderscheiden we :wce "ormen namelijk de casaque- of tunicamcdellen en de capes. Ons plaatje geeft eenige toepassingen van deze mode No. 1 is een complet met driek.vartmantei met ceintuur, een prettige dracht voor koude voor- en najaarsdagen. De mouwen zijn modern ngezet, de wü a in de pols wordt door smalle bontmanchetten bijeengehouden. iJoor de lange bontgarneering. die van den hals tot aan den bontzoom doorloopt, blijft oe slanke lijn bewaard No. 2 is een typisch voorbeeld van een cape- model. De sluiting aan de voorzijde bestaat uit drie groote lederen knoopen, die uitstekend passen bij de ruige, genopte stof van de cape. Het tunica- model van No. 3 heeft ee. halsgarneerinn die op den rug gedrapeerd wordt en met lichtgekleurde zijde is „evoerd. No. 4 ten s.otte is een middan japon van fluweel of kunstzijde met een smalle bontrand als halsgarneering. De japon heeft aan geknipte mouwen en is op de schouders sterk ;ngerimpeld. GOEDE KNIRFA TRONEN. M t atronen Kunnen pet Driel aangevraagd wordei met bijsluiting van f 0.5S id oostzegels iar de Moderedactrice vat: dit blad Roelofsstraat IOS te s-Gravenhage. Modelboerderij HILLEGOM Telefoon 5107 voor hoog fijne ZUIVELPRODUCTEN Wintervoeten. Heeft men wintervoeten, dan kan men het best zalf bij den apotheker halen, die speciaal hiervoor gemaakt wordt. Minstens tweemaal per week moet men een heet voetbad nemen, waar aan men een aftreksel van eikenbladeren heeft toegevoegd. Ruim schoeisel is een eerste ver eiste, terwijl men reeds vroeg in het najaar moet beginnen de voeten met kamferspiritus te behandelen. Geen kruik bij het naar bed gaan, indien men koude voeten heeft, doch liever wollen nachtsokken. Rode handen. moet men zoveel mogelijk in heet water wassen, waarbij men een scheut alcohol of eau de cologne heeft gedaan. Na het wassen goed afdrogen en inwrijven met goede crème. Warme handschoenen dragen, die vooral niet te veel mogen sluiten. Gesprongen huid. Ook hier geldt het, dat men de huid met warm water moet wassen en goed nadrogen, daarna inwrijven met een mengsel van 5 gram Peru balsem, 10 gram glycerine en 50 gram amandel melk. Gesprongen lippen behandelt men met cacao boter, nat men in ronde plakjes bij apotheker en drogist kan krijgen. DE PRACTISCHE HUISVROUW MOET WETEN DAT zij stroop gemakkelijk kan uitscheppen, Indien zij de lepel vooraf aan beide zijden vet maakt; de stroop blijft dan niet aan de lepel hangen; zij het maken van knoopsgaten ver gemakkelijkt, indien zij eerst de buitenomtrek aangeeft met een gekleurd draadje, deze met de machine nastikt, daarna inknipt en vervol gens festonneert over de machinesteken; zij sieraden kan schoonmaken, door ze enige minuten te weken in gelijke delen ammonia en water, daarna met een schone doek na- wrijven; zij jodiumvlekken kan verwijderen uit huishoudliiinen, als zij de plekken eerst weekt in spiritus en daarna in warm zeepwater uit wast; geplisseerde kraagjes heel goed aan huis gewassen en gestreken kunnen worden, indien men bij smalle plissé's twee en bij brede drie rijen rijgsteken werkt voor het wassen. Na het strijken verwijdert men de draden en strijkt de plissé's nogmaals; vuil koper schoongemaakt moet worden met een doekje met petroleum, gewerkt koperen voorwerpen met een borsteltje; men Braziliaanse noten gemakkelijker kraakt, als men ze vijf minuten in kokend water laat liggen en onmiddellijk, nog warm, kraakt;

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1935 | | pagina 3