i
DE OPLOSSING VAN ONZE PRIJSVRAAG
DE GETUIGE...
BETER EEN VOGEL IN DE HAND, DAN TIEN IN DE LUCHT
STAND
TWEEDE BLAD
Hulde aan den Rechter!
BONT ALLERLEI
I 2 I -Jarige krijgt een
ridderorde
CE Vcccw ERI EAAE HuiS
Modepraatje
-ING EN ONT-
LOZEN.
n lid, den heer
genoemde com-
zldering.
IEDEN.
iderlinge Tuin-
en O. een
voorzitter de
edig jaar moge
ng.
volgden enige
e Staatsmijnen,
wij geen buiten-
te betrekken,
raag van een
lisbroeitentoon-
jrd het bestuur
handelen,
z. aan de weer
neente.
mede, dat er
tndse Lathyrus-
ntoonstelling te
deze afdeling
ras van oordeel,
ou zijn voor de
n dezer vereni
gt dit. idee ver-
g de opdracht
Ned. Lathyrus-
schillende prijs-
zo o.a. van
en Chrysanten.
v. Iperen een
ran tuinaanleg,
■n met bloemen
it de omgeving,
gehouden ex-
ing plaats van
n knolgewassen,
same rondvraag
WIERDA.
langstelling had
g de teraarde-
ftelijk overschot
leven o.a. voor-
an de Ned. Chr.
irslid. der Chr.
A.R. Kiesverenl-
:.V., lid van het
ntspanning voor
leidscursus.
en merkten wij
enoemde organi-
onder een schat
ïsen van de af-
elijke bouwvak-
:idersbond, in de
lereerst de heer
itelijke Besturen-
e vrienden van
intspannings- en
C. A. M. Jonck-
overledene heeft
en van de werk-
niging Ned. en
eer Miiller.
dus spr., als de
k lichaam, maar
De propaganda
was^zijn liefste
n als een andere
istelijke politiek
aldus spr.
sprekers met er
rgankelijk is. Hij
wortelde in zijn
ingetreden, wijst
an Wierda wijst
moet gaan naar
moet ons ideaal
68 vers werd
tve gedragen en
was neergelaten,
geloofsbelijdenis
in den overledene
rige kinderen en
de familie dank
te belangstelling
bij de teraarde-
j en O. A. Deen.
aard met M. A.
ill d.M. A. W.
Verdonkschot
d-Heidenhain z.;
A. Montanus
-Baas d.; M. E.
Bouwmeester
s 77 j.; J. M. P.
OFDEN TE
ri 1935.
J. H. Spoor,
aans, Prinsenlaan
:g 178.
'ERTELLING
G. ROTMAN
de vloer bereikt
is deed daveren,
uit!" jammerde
'en. „Kom er af!
Jantje aan haar
;n. En ze begon
:en, zodat Jantje
het plafond be
ltonen
No, 5. 1 FEBRUARI 1935.
DE EERSTE HEEMSTEEDSCIIE COURANT
5
Een rechter in Amerika veroor
deelde een jongen, die zich aan
diefstal had schuldig gemaakt, tot
het dagelijks afleggen, gedurende
twee maanden, beladen met 20 pond
bakstenen, van een 15 mijl lange
weg.
Hulde breng ik aan dien rechter
In het ver Amerika!
Wie zijn hersens zo laat werken,
Diens verstand is wel 0. K.
Maar ik denk bij deze rechter.
Sprak het hart een woordje mee
En dat sprak ook wel het beste
En het luidst van deze twee.
Stenen sjouwen, schoon zij zwaar zijn,
In de frisse buitenlucht.
Wast de ziel wel eerder helder,
Als de duffe celhuistucht.
Rechters in ons eigen landje,
Aan de frisse vrije zee,
Doet ook als die Yankee-rechter,
Neemt de proef, zij valt licht mee.
Ik zie ze gaan in lange rijen
Van Heiloo naar Steenen Brug,
Visa, versa, met hun vrachtje
Zware stenen op de rug.
Er wordt geen respijt gegeven,
Noch bij hitte, noch bij kou,
Want een hagelstenenbuitje
Past in 't beeld van 't steengesjouw.
Voor den huis- en kerkenbouwer
Komt wel wis geen stenennood,
Als wij putten uit de voorraad,
Waar het mensdom zich aan stoot.
Kleine stenen voor den zwakken,
Grote voor den sterken man,
Overal is er tot keuze
Wel een flinke voorraad van.
Als zij dan hun weg gegaan zijn,
En hun vracht ligt op de grond,
Draagkracht bleef dan in hun body,
En hun ziel is weer gezond.
J. G. BUIJS.
FRANKRIJKS OUD-MINISTER-PRESIDENT
CONTRA GENEVE.
Paul Boncour procedeert om 120 millioen.
Wat een oneerbiedige politieagent al niet op
zijn geweten kan hebben!
Paul Boncour, eens minister-president van
Frankrijk, heeft zo juist tegen de stad Qenève
een vordering ingesteld, tot verkrijging van niet
minder dan 120 millioèn Zwitserse franken.
Deze vordering betreft het erfenisrecht van den
graaf De Civry, en is wel het grootste proces
ooit uit dien hoofde gevoerd. Dat een zo be
kend Frans politicus als Paul Boncour, de werk
zaamheden van een advocaat vervult, heeft
generlei verwondering te wekken, wanneer men
bedenkt, dat het in Frankrijk bijna traditie is,
dat de staatslieden uit de juristen voortkomen,
f De naam van Paul Boncour is kort geleden ook
nog genoemd in betrekking tot een ander,
buitengewoon belangrijk proces: hij zal de Zuid-
Slavische koningin-weduwe Maria, die als mede
eiseres in het proces over de aanslag te Mar
seille, optreedt, rechtsbijstand verlenen.
De zaak De Civry contra Qenève is zowel
om de juristische ingewikkeldheid als om het
reusachtige bedrag waarover het gaat, interes
sant genoeg. Het begin van deze strijd ligt reeds
100 jaren achter ons. In die tijd, in het jaar
1830, vluchtte hertog Karei II van Brunswijk,
de voorvader van den eiser Graaf de Civry,
wegens een schandaal-affaire uit zijn land en
vestigde zich aan het meer van Qenève. Zijn
groot vermogen deponeerde hij in de safes van
de Geneefse banken en voor het verdere deel
van zijn bestaan leidde hij in het mooie Zwitser
land een prettig leventje. Zo goed beviel het
hem in Qenève, dat hij deze stad notarieel tot
zijn erfgename maakte, onder deze enige voor
waarde, dat men na zijn dood voor hem een
standbeeld zou oprichten.
Op een goede dag gebeurde het echter, dat
een doodgewone Zwitserse politie-agent zich
vermat dezen hogen heer iet of wat grof en
zonder de nodige eerbied te behandelen. In
woede ontbrand verklaarde hertog Karei II, dat
hij zijn testament zou herroepen en de stad
Qenève onterven. Voordat hij echter zijn voor
nemen ten uitvoer kon brengen, werd hij het
slachtoffer van een hartverlamming. De stad
Qenève haastte zich het vereiste standbeeld op
te richten en de erfenis te incasseren.
Sindsdien procedeeren de nakomelingen van
den hertog tegen Qenève, tot nu toe echter
zonder succes. Nu meent echter de reeds 84-
jarige üraaf de Civry feiten gevonden te hebben,
die .zijn erfrecht zouden bewijzen en waaruit
bovendien zou blijken, dat volgens de familie-
wetten van het geslacht er geen andere erf
genaam mag worden aangewezen, dan de
natuurlijke. Daarop heeft Paul Boncour besloten
zich het gecompliceerde geval aan te trekken.
Zal de rechtbank zeer waarschijnlijk is dit
intussen niet eiser in het gelijk stellen, dan
blijft nog steeds de vraag, hoe men het vonnis
zou kunnen realiseren. In de portemonnaie van
de Volkenbondsstad heerst grote leegte; geen
kruimeltje van het Brunswijkse goud is tot op
de huidige dag bewaard gebleven. Slechts het
standbeeld van Hertog Karei, dat op de kade
een onopgemerkt bestaan leidt, herinnert nog
aan de 120 millioen.
.Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad
om de geweldige stroom van inzendingen zo
tijdig te kunnen verwerken, dat de uitslag nog
in dit nummer kon worden bekend gemaakt.
Maar het is gelukt, en dat is toch maar de
hoofdzaak.
Steeds worden wij weer opnieuw getroffen
door de grote animo, waarmede onze lezers
onze puzzles oplossen en het spreekt vanzelf,
dat bij een zo groot aantal inzendingen er vele
juiste oplossingen worden aangetroffen.
Helaas kan er maar één prijswinnaar zijn en
het doet ons genoegen te kunnen mededelen
dat ditmaal
DE HEER A. L. J. DE VRIES
Bosboom Toussaintlaan 35
de gelukkige is, die dus de door ons beschik
baar gestelde Waarde-Bon ad f 5.kan in
wisselen bij:
H. J. PISTORIUS'
Boek- en kunsthandel
Binnenweg 91
Wij moeten verschillende lezers nogmaals
dringend verzoeken, hun inzendingen vooral te
doen vóór het vastgestelde tijdstip: ook ditmaal
kwamen meerdere oplossingen te Iaat binnen
en deze moesten onherroepelijk worden terzijde
gelegd.
Zendt uw oplossing rechtstreeks naar ons
Redactiebureau, Ged. Oude Gracht 88, Haarlem;
bezorging bij onze bijkantoren geeft vertraging
met bovenstaand gevolg.
De oplossing luidt:
10. redenaar.
15.
diva.
20. nevel.
De 24 woorden luidden:
11. legaal.
16.
engte.
21. notitie.
1. gat.
4. bagno.
7. accu.
12. Theo.
17.
habitué.
22. eiber.
2. dividend.
5. teint.
8. aether.
13. Havel.
18.
eend.
23. indigo.
3. Don.
6. egge.
9. vocatie.
14. Doprn.
19.
rente.
24. natuur.
Singapore: In Annam is het de gewoonte om
mannen die door een hoge ouderdom gezegend
zijn, een ridderorde te geven. Tot nu toe had
men er echter nog nooit van gehoord dat ook
vrouwen doof een ordeteken geëerd werden.
Dat lag er misschien aan dat zij niet zo oud
worden
Nu was er echter, jn. Annam een -oude1 vrouw
opgedoken, die beweerde en ze kon het be
wijzen oók!121 jaar oud te zijn. Toen liet
de Vorst van Annam een bijzonder besluit uit
vaardigen, waarin hij zeide, dat het weliswaar
niet de gewoonte was orii vrouwen te eren,
maar dat een leeftijd van 121 jaar toch wel een
wonder, was. Daarom verwaardigde hij zich om
de oude vrouw tenminste de Orde 3de Klasse
te verlenen. Dat is dus, zoals gezegd, de eerste
maal dat men in Annam een vrouw eerde
DOOR JAMES WHITE
Commissaris Ergot krabde zich achter her
oor. Hij tad voortdurend het geVcvl. dat ei iets
niet klopte, zo'n gevoel, als of je wat in je oor
wordt gefluisterd, zonder dat je het verstaan
kunt. Die meneer Landeth was de enige getuige
van de misdaad.... wat wisten ze eigenlijk van
hem?
Was acht maanden geleden uit de stad naar
hier komen wonen, scheen gefortuneerd
hmm leefde teruggetrokken, deed zaken,
waarop niets te zeggen viel.
Landeth keerde een week geleden om kwarl
over elf van de „Gouden Hoorn" naar huis te
rug. Op zijn weg naar huis, moest hij altijd een
open plek weiland voorbijgaan. Op die plek
aangekomen, ontwaarde hij een geluid.
Het was alsof hij een worsteling hoorde en
tegelijkertijd hoorde hij roepen: „Hilfeü" Even
later kwam een man wankelend van het weiland
aflopen en viel een eindje verder neer! Toen
Landeth bij hem neerknielde herkende hij hem.
Het was iemand, dien hij dikwijls in de
„Gouden Hoorn" had gezien, üustav Lövenauer
geheten, Duitser van geboorte, zakenman, rijk,
en vrijgezel.
Landeth wist niet goed wat te doen en was
blij toen een auto kwam aanrijden, die stopte,
de jongeman, die erin zat vroeg wat er was.
Toen hij echter een blik op Lövenauer wierp,
slaakte hij een kreet: „Lövenauer!"
Toen vroeg hij:
„Wat scheelt hem? Wat is er gebeurd?"
„!k vrees," zei Landeth, „dat hij vermoord is."
De ander drong hem, snel naar den dokter
te gaan en dan tevens de politie te waarschu
wen. Hij zou wel intussen bij Lövenauer staan
blijven.
Landeth rende weg en kwam een kwartier
later terug met den dokter, terwijl ook een in
specteur en twee agenten verschenen.
Maar Lövenaur was dood! Een zware slag
op het hoofd had zijn schedel verbrijzeld. Vol
gens den dokter was het verwonderlijk, dat de
man, in zo'n toestand nog een paar stappen ge
daan kon hebben. Dat was hem eenvoudig een
raadsel.
Men zag geen spoor van den dader. Landeth
had niéts gezien, alleen gehóórd. Wat de jonge
man in de auto betreft, hij heette Qérald Hob-
son, stond bekend als nogal spilziek en licht
zinnig hij studeerde quasi en had Löve
nauer gekend, omdat ze beiden in een bridge
club waren. Er werd gespeeld aan huis bij een
vriend van Hobson en, naar men zeide, zeer
hoog. Hobson had die avond gebridged; op
deze avonden placht Lövenauer gewoonlijk te
komen, doch hij was niet verschenen en Hob
son had nogal verloren, terwijl hij mééstal ge
lukkig placht te zijn en bijzonder goed speelde.
Hij geraakte uit zijn humeur en verliet de bridge
club. Naar zijn zeggen reed hij een eindje rond,
omdat hij geen iust had zo vroeg te gaan
slapen, kwam omstreeks kwart over elf bij de
weide en zag iemand liggen, een ander erbij ge
knield. Tot zijn schrik herkende hij Lövenauer.
De commissaris overdacht dit alles en krab
belde weer achter zijn oor. Lövenauer was niet
gaan kaarten en toch had hij, toen hij het huis
verliet, tegen zijn huishoudster gezegd, dat hij
ging kaarten, zoals gewoonlijk.
Waar was hij heen gegaan, inplaats van naar
de speelclub? Hoé kwam hij op die weide?
De commissaris nam een potlood en schreef
op een stukje papier: Waarom waren er geen
andere voetstappen op het weiland, hoewel de
aarde nat ~was van dauw, dan die van Löve-.
De breitechniek blijft
zich handhaven
Nog steeds ziet men vlijtige handen onver
moeid bezig met het breien van jumpers, kinder
jurken, pull- en slipovers, dassen, shawls, mut
sen, manteltjes, enz. We zouden bijna durven
beweren, dat wij een eindeloze rij van gebreide
voorwerpen aan onze geestesblik kunnen laten
voorbijgaan.
De modellen der jumpers zijn bijna „geraffi
neerd" eenvoudig en we zien ze in allerlei vorm
en breisteken uitgevoerd.
In de regel zijn het min of meer aangesloten
modellen, veelal in donkere tinten, hoog aan
gesloten aan de hals.
Donkergroen, blauw, bruin en zwart wordt
vooral veel gedragen. Mocht het geheel wat te
somber lijken, welnu, ook hieraan is een fleurige
noot te geven, in de vorm van kleine doekjes,
die in een driehoek-vorm gevouwen en zó ge
dragen worden, dat het puntje voor komt en de
uiteinden achter in de hals in een knoop gelegd
worden.
Zoals wij reeds zeiden, zijn de modellen min
of meer aangesloten, hetgeen men verkrijgt
door op de taillehoogte een stuk van ongeveer
19 c.M. in geribd patroon (1 aver. 1 recht ver
draaid) te breien. Het cedeelte dat op de rok
valt, vormt dan als het ware een schootje. Een
bijzonder aardige, eenvoudige en toch geklede
jumper zagen wij van donkerbruine wol gebreid
aan de hals een klein omliggend boordje en aan
de rugzijde een sluiting met grote knopen. Om
het middel een dik koord van dezelfde wol ge
draaid.
Een aardige lange ketting van gekleurde
kralen werd hierop gedragen. Zeer practisch
en bovendien zelf gemakkelijk te maken, zijn de
winkelrokken, waarvoor een stevige stof ge
nomen wordt.
Rokken met gedeeltelijk opgestikte plooien
staan trouwens ook vlot.
Hoe aantrekkelijk het dragen van jumpers
ook moge zijn, het blijft toch een dracht, die
alleen geschikt is voor slanke figuren. Zij, die
bepaald gezet zijn, moeten géén jumfter dragen,
maar zich bepalen tot japonnen, liefst uit één
stuk, hetgeen het figuur ten goede komt.
Er blijft echter op het gebied van breien zóó
veel over, dat de laatste categorie van dames
niet stil behoeft te zitten en gerust haar breilust
kan botvieren.
nauer en de onbekende? Was Lövenauer, die bij
zonder grote voeten had, op het weiland?
Waarom waren zijn schoenen dan niet bemod-
derd? Als hij er niet was, beteekent dit dan, dat
Landeth liegt?
Is hij geen getuige van de moord, doch de
moordenaar? Waarom passen de schoenen niet
in de sporen buiten deze zaak?
Welk motief kan Lövenauer hebben gehad?
Waarom kwam Lövenauer dan bij hem?
Het waren een reeks van waarom, waarbij
zich steeds méér voegden en zoals het vaak
gaat met zulke zaken, was het een toeval, dat
den commissaris op weg naar de waarheid hielp.
Korte tijd later reed hij in zijn auto voorbij
een plaats, waar iets niet in orde scheen te zijn
Een dame was flauw gevallen. De commissaris
was uitgestapt, hij hoorde iemand zeggen: „Ik
zal naar een dokter lopen" en zei: „Ik zal er
een halen, ik heb een auto!" Daarop reed hij
weg en bracht even later een dokter bij de
dame. Toen viel hem plots iets in en hij ver
stond opeens, wat de fluisterende woorden hem
wilden zeggen. Twee weken later werd Hobson
en zijn vriend Green, de eigenaar van de speel
club, gearresteerd. Men had vastgesteld, dat
Hobson en Green vals speelden, dat Lövenauer
het ontdekt bad en daarom uit de weg werd ge
ruimd. De zaak had zich als volgt toegedragen.
Lövenauer ontmoette vlak bij het huis Hobson,
die toen nog niets vermoedde en hem uitnoodig-
de, mee te rijden. Lövenauer had misschien
slechts vermoedens tegen Green, hoe het zij, hij
liet zich onvoorzichtig dreigend uit en Hobson,
voorgevend dat er iets met de auto niet in de
haak was, stopte op een stille plek en sloeg
Lövenauer neer. Hij liet koelbloedig het lijk in
de auto en speelde in de club; bracht Green op
de hoogte, die het huis zelf verliet door een
achterdeur. Green was een uitstekend amateur-
acteur geweest en had in een koffer nog aller
hande pruiken, enz. Het opvallende type van
Lövenauer, die en baard had en lang grijs haar,
wist hij kunstig na te maken, rekenend op de
duisternis, die hen zou helpen. Hij trok de jas
van den dode aan, Hobson reed hem naar de
weide en daar wachtte Green tot Landeth aan
kwam, om voor vermoorde te spelen. Zoodra
Landeth naar den dokter was gegaan, verwissel
de hij den namaak-dode met den echte, die nog
in de wagen was en stopte pruik en verdere
vermommingen goed weg. Landeth zag in het
vage licht slechts flauw een gebaard gezicht en
de lange grijze haren en jas, die de gestalte
forser deden schijnen dan ze was. Toen de com
missaris had vastgesteld, dat Green na het ver
trek van Hobson óók niet meer gezien was en
dat Lövenauer veel had verloren, kwam hij stap
voor stap dichter tot de waarheid.
„Maar wat me op het idee bracht, dat Hobson
schuldig was of medeplichtig moest zijn, wat
dat gevalletje met de flauwgevallen dame. Toen
wist ik namelijk plotseling, wat er nog voor
vréémds aan de geschiedenis Lövenauer was.
N.I., dat Hobson niet vlug even met de auto een
dokter haalde, doch Landeth er om stuurde.
Eerst verdacht ik ook Landeth, doch die bleek
er buiten te staan; hij had op dat moment niet
gedacht aan de auto, wat logischer was dan dat
Hobson er zelf niet aan zou denken.
Toen ik éénmaal vermoedde, dat Hobson
alleen wilde blijven met den dode, heb ik zolang
gepeinsd, tot ik begreep waarom. Op deze wijze
verschoof hij het tijdstip van de moord èn had
een getuige, die kon verklaren, dat hij onschul
dig was. Heel gera'ffinèerd! Tè geraffineerd!"
SCHOONHEIDSVERZORGING EN
HEIDSWENKEN!
SCHOON-
De ogen.
Niettegenstaande wij alle zorg besteden aan
gezicht, handen en haar, worden de ogen in de
regel stiefmoederlijk bedeeld. Men yergt daaren
tegen van deze delicate lichaamsdelen veelal
zelfs het meest.
Hoevelen zijn zich wel bewust, dat de ogen
altijd werkzaam zijn, van de vroege morgen
tot de late avond, in huis, op straat, bij liet
werk, bij ontspanning, en hoe weinigen denken
eraan bij dit kostelijke bezit, dat ook de ogen
eisen stellen aan een goede verzorging. Onze
ogen bewijzen ons niet alleen diensten bij dag-,
doch ook bij kunstlicht. Hoevelen werken of
lezen niet bij onvoldoende verlichting en span
nen de ogen onnodig in.
De verzorging van de ogen is noch kostbaar,
noch tijdrovend, alleen heeft men een oogbadje
aan te schaffen bij apotheker of drogist, d.i.
een glazen bakje, dat overeenkomt met de vorm
van de oogen.
Men trekt wat venkelthee in lauw water, vult
hiermede het oogbadje, en houdt het tegen het
oog, dat men enige malen achtereen opent en
sluit in het water, daarna behandelt men het
andere oög op dezelfde wijze.
In den beginne doet het even vreemd aan, doch
de weldadige werking van het badje op de ogen,
maakt, dat men er geregeld mee doorgaat, als
men zich eraan gewend heeft, ja, dan kan men
er zelfs niet meer buiten.
Na het bad komt de gymnastiek, die bestaat
uit het zogenaamde ogenrollen. Men kijkt eerst
van links naar rechts en omgekeerd, daarna
van boven naar beneden en omgekeerd, terwijl
men tenslotte van links, naar beneden, naar
rechts en naar boven kijkt, zodat een gehele
rondte gemaakt wordt, hetgeen niet langer dan
één minuut behoeft te duren.
De ogen blijven door deze behandeling sterk
en gezond en zullen eveneens winnen aan
uiterlijk schoon.
BEVORDERT HET DRAGEN VAN SHAWLS
VERKOUDHEID?
Naarmate het weer kouder wordt ziet men de
mensen min of meer met dikke shawls lopen.
Velen verkeren in de mening, dat zij daardoor
minder kans lopen, kou te vatten en inderdaad
bereiken zij veeleer het tegendeel.
Evenals men de huid tegen de verschillende
weersgesteldheden systematisch minder gevoelig
kan maken, is dit ook het geval met de hals.
Deze moet zich gewennen aan temperatuurs
wisselingen, hetgeen men niet in de hand werkt
door het dragen van dassen, doeken en shawls.
Matrozen, wier hals nimmer bedekt is, hebben
in de regel gezonde ademhalingsorganen.
Het is dan ook zeer aan te bevelen niet alleen
het gelaat, de hals en de handen, doch ook de
borst dagelijks met koud water te wassen. Van
belang is het, dat men hiermede reeds vroeg
bij kinderen begint, in de aanvang gebruike men
lauw water om langzaam tot koudere afwassin
gen over te gaan. Kinderen moeten steeds door
de neus en niet door de mond ademen en zien
ouders, dat hun kind niet op de juiste wijze
kan ademhalen, dan raadpleege men zijn
huisarts.
WINTERMISèRES.
Een rode neus, wintervoeten, rode handen,
gesprongen huid, dat zijn zowat de voorstel
lingen, die iedere vrouw zich vormt als er over
winter of koude gesproken wordt. De winter
vermaken vallen zeer in de smaak, maar, ja
wat er bij komt!
Om te beginnen met de grootste ergernis: de
rode neus. Vooral dames, die de drie of vier
kruisjes reeds achter de rug hebben, beklagen
zich veelal over die „akelige" rode neus. Men
kan dit euvel verhelpen door de neus 's morgens
en 's avonds met goed warm boorwater te
betten en in de neusgaten menthol-vaseline te
smeren, met de pink of met een watje.
Men moet echter zoveel mogelijk de sterke
temperatuurswisselingen voorkomen.
DE DRIEKWART-MODE
Bij de driekwartmodc die zoowel bij mantels
en rrantelcostuums als hij japonnen toepassing
vindr, onderscheiden we :wce "ormen namelijk
de casaque- of tunicamcdellen en de capes. Ons
plaatje geeft eenige toepassingen van deze mode
No. 1 is een complet met driek.vartmantei
met ceintuur, een prettige dracht voor koude
voor- en najaarsdagen. De mouwen zijn modern
ngezet, de wü a in de pols wordt door smalle
bontmanchetten bijeengehouden. iJoor de lange
bontgarneering. die van den hals tot aan den
bontzoom doorloopt, blijft oe slanke lijn bewaard
No. 2 is een typisch voorbeeld van een cape-
model. De sluiting aan de voorzijde bestaat uit
drie groote lederen knoopen, die uitstekend passen
bij de ruige, genopte stof van de cape. Het tunica-
model van No. 3 heeft ee. halsgarneerinn die op
den rug gedrapeerd wordt en met lichtgekleurde
zijde is „evoerd. No. 4 ten s.otte is een middan
japon van fluweel of kunstzijde met een smalle
bontrand als halsgarneering. De japon heeft aan
geknipte mouwen en is op de schouders sterk
;ngerimpeld.
GOEDE KNIRFA TRONEN. M
t atronen Kunnen pet Driel aangevraagd wordei
met bijsluiting van f 0.5S id oostzegels iar de
Moderedactrice vat: dit blad Roelofsstraat IOS
te s-Gravenhage.
Modelboerderij
HILLEGOM Telefoon 5107
voor hoog fijne ZUIVELPRODUCTEN
Wintervoeten.
Heeft men wintervoeten, dan kan men het
best zalf bij den apotheker halen, die speciaal
hiervoor gemaakt wordt. Minstens tweemaal per
week moet men een heet voetbad nemen, waar
aan men een aftreksel van eikenbladeren heeft
toegevoegd. Ruim schoeisel is een eerste ver
eiste, terwijl men reeds vroeg in het najaar
moet beginnen de voeten met kamferspiritus te
behandelen. Geen kruik bij het naar bed gaan,
indien men koude voeten heeft, doch liever
wollen nachtsokken.
Rode handen.
moet men zoveel mogelijk in heet water
wassen, waarbij men een scheut alcohol of eau
de cologne heeft gedaan. Na het wassen goed
afdrogen en inwrijven met goede crème. Warme
handschoenen dragen, die vooral niet te veel
mogen sluiten.
Gesprongen huid.
Ook hier geldt het, dat men de huid met warm
water moet wassen en goed nadrogen, daarna
inwrijven met een mengsel van 5 gram Peru
balsem, 10 gram glycerine en 50 gram amandel
melk.
Gesprongen lippen behandelt men met cacao
boter, nat men in ronde plakjes bij apotheker en
drogist kan krijgen.
DE PRACTISCHE HUISVROUW MOET
WETEN DAT
zij stroop gemakkelijk kan uitscheppen,
Indien zij de lepel vooraf aan beide zijden vet
maakt; de stroop blijft dan niet aan de lepel
hangen;
zij het maken van knoopsgaten ver
gemakkelijkt, indien zij eerst de buitenomtrek
aangeeft met een gekleurd draadje, deze met
de machine nastikt, daarna inknipt en vervol
gens festonneert over de machinesteken;
zij sieraden kan schoonmaken, door ze
enige minuten te weken in gelijke delen ammonia
en water, daarna met een schone doek na-
wrijven;
zij jodiumvlekken kan verwijderen uit
huishoudliiinen, als zij de plekken eerst weekt
in spiritus en daarna in warm zeepwater uit
wast;
geplisseerde kraagjes heel goed aan huis
gewassen en gestreken kunnen worden, indien
men bij smalle plissé's twee en bij brede drie
rijen rijgsteken werkt voor het wassen. Na het
strijken verwijdert men de draden en strijkt de
plissé's nogmaals;
vuil koper schoongemaakt moet worden
met een doekje met petroleum, gewerkt koperen
voorwerpen met een borsteltje;
men Braziliaanse noten gemakkelijker
kraakt, als men ze vijf minuten in kokend water
laat liggen en onmiddellijk, nog warm, kraakt;