Stoutenbeek's Modehuis I 1 Vl I I \Y I I I H LIS DE OPLOSSING VAN ONZE PRIJSVRAAG DE TERUGKEER BLCUTET# CHARMEUZE BLOUSES „Als je maar niet naar de rommel kijkt!" TWEEDE BLAD FLORA TWEE RONDOM DE GROENE TAFEL gg B O D E G A g R A P P E L P|ÜS A M E N g| A L RA s s A M g T I N T §g S PEL 11 O M R A S g R E I S P E T H M E I KL APgTE L E N g B O R D E I V OLgKANgKL O O S T EEKE N K L O U I S E Hl D E E L §j| B O NT OEKASEHZg|EYS I N K P L A A T H R A P g| N E D E R stal|haardHn E G O LEK^BANDI E T g M E N ANg§DONS|SPEK R E G HjB O RN E g| M O N E Y N gj L E GAALLAT T E S T f 0.75 - 1.10 - 1.25 - 1.35 - 1.45 PLEIN 10 - HAARLEM RECEPTEN No. 14. 5 APRIL 1935. DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT 5 Flora Twee mag, er weer wezen Wat een overdruk bezoek Onze telers, onze kwekers Komen prachtig uit de hoek. Wat een kerngezonde struiken; Wat een forse plantendeugd Wat een kostschool voor de heesters; Wat een prille bomen jeugd. Uren mocht ik lopen dwalen Door dat blocmen-paradijs Ik vergat er haast mijn zorgen Voor plezier was ik op reis. Met de loupe mocht ik turen In zo'n wonder bloemenhart Duur zijn liedjes op te maken Voor een goedgezinden bard. Bloemen stemmen vaak weemoedig In de lenta-zonneschijn; Maar het is soms zo weldadig Om eens zielig-klein te zijn. Vele soorten van bezoekers En bezoeksters trof ik aan Die het plukken van dat schone Bijna niet konden weerstaan. Velen kwamen om te komen Er geweest zijnwas het doel En ze zegden bij het afscheid: „Gunst, wat is hier toch een böel!" Kenners, vaklui en geleerden Liepen opgetogen rond Anderen waren klaarblijkend Kwekers van dekouwe grond. Vele jonge, schone dames Slaakten zuchten hier en daar Want ze dachten bij die bloemen Aan de bloem van hem.aan haar. Kinderen bij hele scholen Dwaalden moe langs het terrein En ze aten veel kadetjes Bij dit Boskoopse festijn. Heemstee heeft het goed bekeken Goed beraamd komt alles uit En we zullen zien dat Flora Met een batig saldo sluit. SPEENHOEE. De agenda bestond ditmaal vrijwel geheel uit hamerpunten en de verwachting, dat het deze keer in geen geval laat zou worden, werd dan ook niet beschaamd, in tweeërlei opzicht was dit wel goed. Ten eerste omdat de vergadering werd opgeileurd door de aanwezigheid van Mevr. Venhuizen, die wegens ongesteldheid enige malen heeft moeten verzuimen en nu kalmpjes aan weer kon beginnen. De voorzitter maakte zich tot ons aller tolk, door op hoffelijke wijze zijn vreugde over het herstel en de terugkeer van ons raadssieraad te uiten. En ten tweede was daar onze oude bekende, de heer Kwak, die na de gebruikelijke beëdiging en toespraak door den voorzitter de reeds zeer lang koude zetel van zijn voorganger ging bezetten en zich nu bedaard wederom kon inwerken. Aangezien hij bij de a.s. verkiezingen niet in de gemeente raad zal terugkeren, zal hij zich nog slechts een korte spanne tijds aan het gemeentebelang kun nen wijden, maar dat hij het met hart en ziel zal doen, is buiten kijf! Zo was dus het edelachtbaar gezelschap weer aardig groeiende en als nu de heer Rijkes niet wederom door ongesteldheid had moeten ab senteren, was de vergadering weer geheel vol tallig geweest. In de vorige zitting hadden de stemmen ge staakt over de door B. en W. voorgestelde ver lichting van de wielerbaan op het Sportpark. Er zou dus nu herstemming moeten plaats heb ben, maar het bestuur van het N.V. Sportconcern te Aalsmeer, die de baan exploiteert, was blijk baar geschrokken door het resultaat van de eerste stemming en had het verzoek om verlich ting maar weer ingetrokken. Het gemeentelijke licht is dus nu definitief van de baan! Een ingekomen verzoek om bij de aanleg van het speelterrein de leeftijdsgrens van de aldaar tewerkgestelden uit te breiden tot 25 jaar werd door Dr. Droog in gunstige overweging ge nomen. Inderdaad is de positie van ongehuwde niet meer jeugdige werklieden weinig benijdens waard, want volgens de werklozensteunrege ling zijn zij te klein voor tafellaken en te groot voor servet. Het gevolg is, dat ze overal nul op het request krijgen. Maar ditmaal toch niet, want de wethouder vond het verzoek niet on billijk. Hij wilde er echter niet aan voldoen in de zin als de aanvrager het wenste de wet- houuer achtte het n.l. niet raadzaam volwas senen met de jongens te laten samenwerken, doch bleek genegen een regeling te ontwerpen waarbij ongehuwde personen tot 25 jaar in de werkverschaffing konden worden opgenomen, hoewel hij dadelijk op het bezwaar wees, dat iedere keer als een ongehuwde te werk wordt gesteld een gehuwde zijn plaats aan hem moet afstaan. Maar hoe dan ook, er zal nu ook eens iets voor de ongehuwden worden gedaan. Van de overige punten op de agenda maakte alleen de St. Aloysiusschool de tongen los. Het ging over de speelplaats, die niet bepaald ideaal is geplaveid. Het bestuur had aan de gemeente gevraagd om betegeling, die niet overbodig schijnt te zijn, want als men de voorstanders mag gelooven, is de speelplaats 's zomers een zandwoestijn en 's winters een modderpoel. Er was echter een kleine minderheid, die zich tegen deze uitgave kantte. Duizend gulden is een hele som en de oppositie, bestaande uit Vrijheids- bond- en S.D.A.P.-fractie met Mevr. Venhuizen voorop, poogde met keur van argumenten de meerderheid van de Raad te overtuigen, dat deze uitgave misschien wel wenselijk, maar niet absoluut noodzakelijk was in het belang van het onderwijs.Het was natuurlijk vechten tegen de bierkaai, want de voorstanders van bijzonder onderwijs, zowel R.K. als Protestants, sloegen de handen ineen, terwijl de heer Audretsch het getal voorstemmers op 10 af rondde. In de Meimaand van dit jaar zal er in de üok thans gewerd ons een groot aantal in zendingen, waaronder meerdere juiste oplos singen. Wij hebben de door ons beschikbaar gestelde Waarde-Bon ad f5.ditmaal kunnen toe kennen aan DEN HEER H. MEIJER Hendrik de Keijserlaan 3 die derhalve de Waarde-Bon zal kunnen in ruilen bij de Heemsteedse Woninginrichting en Behangselhuis J. W. VERBEEK van EL Binnenweg 93 Wij vestigen hier reeds de aandacht onzer lezers er op, dat wij in ons volgend nummer, ter gelegenheid van de „Flora-Week 1935" met een zeer bijzondere prijsvraag komen, waarvoor een grote prijs beschikbaar wordt gesteld. Apollo-hal te Amsterdam een tentoonstelling „Mooi Nederland" worden gehouden en ook Heemstede zal daar zeer terecht vertegenwoor digd zijn. Er zal o.a. een maquette van onze gemeente worden opgesteld, die wellicht later als het denkbeeld van den heer Disselkoen uitvoerbaar blijkt in een van de wachthuisjes aan de Heemsteedsche Dreef ondergebracht zal worden. Zo krijgt de heer Jonckbloedt achteraf toen nog zijn zin! Bij de rondvraag informeerde de heer De Tello naar eventueel bestaande plan nen om de gebouwen van de bloemententoon stelling voor sloping te vrijwaren. Dat de be woners van de villa's aan de Van Merlenlaan handhaving van het bloemenpaleis niet gaarne zouden zien en nu reeds hartelijk verlangen naar het vrije uitzicht over de weide dat hun slechts, naar zij meenden, tijdelijk is ont nomen is alleszins begrijpelijk. Er zijn boven dien nog tal van andere bezwaren, en voorlopig ziet het er dan ook niet naar uit, dat de ten toonstellingsgebouwen er zullen blijven staan. Uit het antwoord van den voorzitter bleek, dat de zaak in onderzoek is, doch aangezien dit onderzoek nog slechts in een zeer pril begin stadium verkeerde, werden we er niet veel wijzer van. Nu, B. en W. hebben nog wel even de tijd, om het vraagstuk rustig van alle kanten te bezien! 't Zwijgende. Door FRED. ROBERTS. Zes jaar geleden was Tom weggegaan uit de kleine stad, waar hij geboren werd. En het stadje vond het maar een matig verlies, want Tom plachtte minstens één keer in de week dronken door het stadje te zwieren en dan alles op stelten te zetten. Het was eigenlijk Mary, die hem wegdreef uit zijn geboorteplaats. Zij kende hem sinds jaren en een tedere vriendschap belette haar andere jongemannen het jawoord te geven, hoewel Tom haar nooit gevraagd had. „Ik ben je niet waard," zei hij eens, nadat zij hem de les gelezen had. „Mary, ik hou veel van jeen ik zou niet graag willen dat je met een ander trouwtmaar tochhet zou veel beter zijn." Mary keek hem lang aan. In haar lief ge zichtje fonkelden haar ogen verontwaardigd. „Schaam je je niet?" vroeg ze heftig. „Ik vrees dat het toch niet lukken zal," zei hij met typische zwakheid. Maar de volgende dag was hij vertrokken. Mary hoorde het met verwondering en schrik. Ze ging des middags eens horen bij Toms vader. De oude man haalde de schouders op. „Hij wilde zijn geluk eens beproeven. Ik heb hem wat geld gegeven en gezegd, dat dit het laatste was. Hij zal wel binnenkort weer komen opdagen." Maar Tom daagde niet op en schreef ook niet. Zijn broer Jan kwam het haar vertellen. „Het is jammer van hem," zei Jan. „Hij heeft een goed hartmaar jaals de drank je eenmaal te pakken heeft „Maar geloof je dan niet, dat hij werkelijk eens goed zou aanpakken?" Hij haalde de schouders op. „Eerlijk gezegd, niet. AanpakkenOch hij is niet lui. Misschien zal hij daar werk vindenmaar, wie kan vooruit komen in de wereld, als hij zich elk ogenblik bedrinkt?" Mary gaf de hoop niet op! Zij wist, dat Tom zich dikwijls door zijn vrienden liet overhalen. Misschien trof hij elders betere vrienden... Jan kwam dikwijlshoewel hij nooit iets nieuws wist, en zij waren nu goede vrienden. Anders, o heel anders was het met Tom ge weest. Maar hij bracht haar afleiding en troost. Soms ging hij wel eens met haar uit. Het was op een lente-avond, dat Jan voor het eerst iets toonde van zijn gevoelens. Ze sprak weer over Tom en "plots zei hij: „Soms vraag ik me wel eens af, of je nu werkelijk je hele mooie jeugd zoudt willen .laten voorbijgaan. Hij is mijn broer, ik wil geen kwaad van hem zeggen; je kent hem trouwens door en door. Geloof je nu werkelijk, dat die dromen nog eens werkelijkheid zullen worden? En zul je later er geen spijt van hebben, als de mooiste jaren voorbij zijn?" Ze trilde. Voor het eerst voelde ze haar eenzaamheid en het verraderlijk voorbijglijden van de tijd. Drie jaar was het al geleden dat Tom was weg gegaan. Nóg was ze jongnóg kon ze wachten... maar wat, als hij nooit terugkwam? Als hij haar misschien al vergeten had? Ze weerde zich tegen Jan, die de herinnering aan den ander trachtte te verdrijven. „Ik heb hem gezegd, beter je terwille van mij, en zolang ik geen zekerheid heb, dat hij dit niet doet De ander zweeg! Weken gingen voorbij. Maar zij hechtte zich steeds meer aan den jongen man, die wist te wachten. Zijn toewijding en geduld roerden haar. Ze wist dat ze een rustig en tevreden huwelijksleven met hem tegemoet zou gaan. Maar telkens rees in haar gedachten dat andereandere gelaat. Vier jaren waren om en haar hoop' verdween. Op een zomeravond, toen ze met Jan wan delde, gaf ze hem haar jawoord. Haar ouders vonden het prettig en iedereen vond dat ze verstandig deed. Een half jaar later stapte een jongeman uit de trein en sloeg den stationschef op de schouder. Deze staarde hem aan en grinnikte. „Hébent U het?" Het was Ton! Hij stapte vrolijk door de be kende straten, totdat hij bijna tegen een van zijn vroegere vrienden aanliep. „Hé, Peter!" „Wellieve hemelben jij het?" „In levende lijve!" „Daar moeten we er eentje op nemen." Even later zaten ze in hun oude stamcafé. Peter zat zijn vriend aan te staren. „Wel, wel, dat je nog terug gekomen bent. en juist vandaag." „Hoezo juist vandaag?" „Weet je het niet? Mary trouwt vandaag." Tom zette zijn glas neer en keek den ander aan. „Mary trouwt? Met wien?" „Met je broer." Er volgde een stilte. Dan dronk Tom zijn glas in één teug leeg en bestelde een ander. „Nou, daar moeten we eens op drinken, vind je ook niet?" En een poosje later zaten al zijn oude vrien den om hem heen, hij dronk op ieders gezondheid en was even dwaas als vroeger. „Hij moet maar niet naar huis gaan," zeiden de vrienden onder elkaar,het zou dan waar schijnlijk een hoogst pijnlijke geschiedenis wordenwe moesten hem maar wegbrengen naar de laatste trein." En de vrienden waren dolblij, toen ze hem eindelijk, stom en stomdronken in een coupé hadden gestopt en de trein wegreed. Natuurlijk lekte deze geschiedenis uit en voor dat Mary op haar huwelijksreis vertrok, kreeg ze ook iets te horen door een babbelachtige vriendin. Ze verbleekte en luisterde zwijgend. „Was hij dronken," vroeg ze bevend. „Hij moet straaldronken geweest zijn." Intussen reed Tom naar de stad terug. Hij leunde in de hoek van de coupé en lachte grim mig in zichzelf. Hij leek nu helemaal niet meer op den jongeman, die van beschonkenheid niet meer wis't, wat hij doen moest. Hij had heel goed geweten, wat hij deed, al die tijd dat men hem voor zó dronken hield. Dat was alles ter- wille van het meisje, waaraan hij dacht. Mary... ze mocht eens diep in haar hart zijn beeld heb ben bewaard, zij mocht eens hebben gewankeld en getwijfeldWat zou er dan gebeurd zijn als hij voor de dag was gekomen? Neen... het was beter zodat zou haar laatste twijfel doen eindigen. En hij dacht, starend in de donkere coupé, dat hij zijn rol in elk geval goed gespeeld had. En dat hij nog altijd buitengewoon tegen alcohol kon. In aanmerking genomen, dat hij sinds zijn vertrek geen druppel meer geproefd had WIJ ONTVINGEN EEN NIEUWE ZENDING Leuke vlotte modellen en vele nieuwe kleuren BETERE CONFECTIE TEGEN VOORDELIGE PRIJZEN Het visite-kaartje van de huisvrouw. Sta bekend als een elegante vrouw. Door TRUCE MOLL1SENCE. Wie heeft het nog nooit meegemaakt: Men loopt eens even bij een goede vriendin aan, zo..', onaangemeld, voor een vluchtig bezoekje. De vrouw des huizes doet zelf open, maar nauwelijks heeft zij haar herkend, of zij roept verschrikt uit: „Kijk maar niet, hoe ik eruit zie. Ik zit midden in het werk. Maar natuurlijk vind ik het ontzaglijk aardig, dat je eens aankomt. Maar je moet niet naar de rommel kijken, hoor? Overbodig verzoek, want de visite heeft natuurlijk met één oogopslag gezien, dat de vrouw des huizes er meer dan slordig uitziet. Een oude, afgedragen japon, zonder kraagje, een paar knopen, die er aan een draad bij hangen, een groot gat in de mouw. En wanneer de visite een vrouw is, dan ziet zij, ook zonder precies om zich heen te kijken, dat de kamer, waarin zij binnengelaten wordt, er als een rommelzolder uitziet. Het ontbijtstel staat, hoe wel het reeds bijna middag is, nog op de tafel, het tafellaken ziet er vlekkig en verfomfaaid uit en op de sofa ligt de vuile was en op de piano ligt de stof zo dik, dat men er de mooiste schil derijen in zou kunnen tekenenEn de ge dachte dringt zich op, dat deze kamer geheel in overeenstemming is met de vrouw des huizes en de beide uitroepen: „Als je maar niet naar mij kijkt!" en „Ais je maar niet naar de rommel ziet!" harmoniëren geheel Zoiets doet niet prettig aan. En het werpt geen goed licht op de huisvrouw. Het heeft geen nut meer, dat ze zich bij haar vrienden en be kenden op gezellige avondjes als de elegante vrouw voordoet, want wie haar nader kent, zal altijd de sfeer van slordigheid en onverzorgd heid bespeuren. In haar eigen uiterlijk en in dat van haar huis toont iedere vrouw haar visitekaartje. En deze visitekaartjes moeten er steeds zó uitzien, dat ieder mens, op welke tijd hij de woning ook betreedt, de indruk krijgt dat hier een vrouw de staf zwaait, die een sfeer van beschaving om zich heen weet te scheppen. De cultuur van de eigen persoonlijkheid begint bij een verzorgd uiterlijk, bij de kleding dus. Een ieder weet, dat vele huisvrouwen hard moeten werken. Maar men kan een werk, welk dan ook, evengoed verrichten in een eenvoudige, wasbare, maar goed zittende huisjapon, waarover ter bescher ming een schort wordt gebonden, als zoals men zo dikwijls ziet gebeuren in een afge dragen namiddagtoilet, dat er verscheurd en slordig bijhangt. Het is merkwaardig hoe weinig ij delheid vele vrouwen bij deze gelegenheid aan de dag leggen. Het is haar, zodra zij weten dat andere mensen hen toch niet zien, geheel het zelfde hoé zij er uitzien. En de catastrophe volgt dan eerst zodra een visite onaangemeld ver schijnt. Een vrouw, die op beschaving prijs stelt, en dat moet een ieder doen, zal van de vroege morgen tot de late avond steeds zó gekleed zijn, dat zij bezoekers kan ontvangen, zonder als begroeting te moeten zeggen: „Als je alsjeblieft maar niet naar de rommel kijkt." Het eenvoudigste huisjaponnetje uit half-wollen of een andere wasbare stof kan het, indien het er tenminste zindelijk en netjes uitziet, alle critiek verdragen. Het schort, dat men daarover aan getrokken heeft, is spoedig uitgetrokken en zo kan de vrouw des huizes iedere gast onbekom merd tegemoet treden. .Nu, om zijn woning zó in orde te houden, dat bezoekers vrij om zich heen mogen zien, daartoe behoort werkelijk niet veel meer dan een beetje inzicht, wat verdeling van werk en tijd betreft. Het is niet te veel verlangd, dat de woonkamer, waarin men de gasten moet ontvangen, 's mor gens voor alles in orde wordt gebracht. Aan de huisvrouw blijft dan nog genoeg tijd over, om zich aan de andere kamers te wijden. Het werkt beschamend voor een vrouw, wanneer vreem den, die haar huis betreden, dadelijk de indruk van slordigheid en onverzorgdheid krijgen. Het huis is het domein van de vrouw en het is haar eerste plicht, hier beschaving in de ruimste zin van het woord te verbreiden. De uiterlijke indruk, het visitekaartje van de huisvrouw ontvangt slechts de buitenstaander, die korte tijd in de woning vertoeft. Veel dieper is de indruk van een onverzorgd huis en een slordige huisvrouw op de eigen familie. Iedere vrouw moet het duidelijk zijn, dat haar man des morgens, wanneer hij haar zijn werk gaat, een zekere indruk met zich mede neemt. En het is niet bevorderlijk voor de lieve vrede, dat deze indruk 'een slechte is. Heeft hij zojuist de aan blik van een in een slechtzittende morgenjapon geklede en op versleten pantoffels rondlopende wederhelft gehad, dan zal hij onwillekeurig ver gelijkingen gaan maken, wanneer hij, de „wer kende" jonge meisjes en vrouwen ziet, die van de vroege morgen, tot de late avond correct gekleed en gekapt zijn. Zulke vergelijkingen zijn niet altijd voordelig leder is de smid van zijn eigen geluk! Eu menige vrouw is er zélf de schuld van wanneer door haar nalatigheid in haar naaste familie een gevoel van onbehagen bestaat, dat maar altijd gemakkelijk tot de verstoorder van het familie-leven kan worden Over wintersporrkleeding is reeds genoeg ge schreven. Trouwens niet iedereen kan aan dt genoegens van het winterparadijs zelf deelnemui Ock de toeschouwers mogen niet vergeten woi - den. Hierbij een paar modellen voor wie op een meer passieve manier, van de wintersport willen genieten. Links een wintermante! van genopte wollen stof met bontvoering uit een afgedragen bontjas. Hieronder wordt een wijde plooirok oi moderne broekrok gedragen, waarop een pull- ever met rolkraag Rechts een driekwartjasje van duvetine of wildleder, waaronder een geruite rok met nauwsluitend bontjakje.. GOEDE KNIPPATRONEN. f atronen Kunnen per Driel aangevraagd worde: met Dijsluiting van 10.5Ü tD oostzegels aan ot Moderedactrice var dit olad Roelofsstraat i0s te s Gravenhage RUNDERLAPPEN 500 gr. runderlappen, 100 gr. gesmolten vet, 1 grote ui, peper, zout, 1 opgehoopte lepel bloem, y2 liter water. Runderlappen geven altijd heerlijke jus en daarbij kunnen we er een grote hoeveelheid van maken. Het is dan niets geen bezwaar, om, wanneer we smakelijke jus hebben, geen vlees te nemen. We maken het vet goed heet, bestrooien de runderlappen met peper en zout, doen ze in de pan en laten ze aan één kant bruin worden, keren ze om, voegen de ui erbij en laten deze nreebakken. Is ook de onderkant van het vlees donker, dan strooien we een volle lepel bloent in het vet, laten het mee „bruinen" en gieten daarna ruim een /2 L. water bij het vlees, dat we weer aan de kook laten komen en nog op een zéér lage pit l>/2 a 2 uur laten smoren. We nemen bij voorkeur lappen, die niet te mager zijn, deze worden in de regel erg droog. Doch z.g. doorregen lappen of riblappen zijn het smakelijkst. De laatste behoeven niet langer dan een goed uur te smoren. KLEINE CAKES. 3 eieren, gewicht hiervan aan bloem en basterdsuiker, geraspte citroenschil, 1 theelepel bakpoeder, zout, geconfijte kersjes en papieren vormpjes. De bloem wordt met de bakpoeder en een tikje fijn zout gezeefd en de suiker er door heen geroerd. De eierdooiers worden goed ge- klopt en met de bloem vermengd, zoo noodig worden nog een paar lepels bloem bijgevoegd, de citroensap en tenslotte het zeer stijfgeklopte eiwit, waarna de papieren vormpjes half gevuld en op een bakblik in een niet te heeten oven ge plaatst worden, gedurende ongeveer 15 a 20 minuten. De kersjes, die gehalveerd of in vieren gesneden zijn, worden als versiering in het nog warme gebak gestoken. ZINDELIJKHEID ZONDER OVERLAST Er mag nooit meer dan één kamer tegelijk aan een grondige reiniging worden onderworpen; de andere blijven zoolang in geordenden toestand. Is een slaapkamer aan de beurt, dan worden matrassen en dekens in de zon gelegd. Het zoi trouwens aan te bevelen zijn, wanneer geheel buiten „de groote beurt" om de matrassen op eiken zonnigen dag buiten worden gelegd, in den zomer zoo noodig dagelijks. De dagen, waarop er kamers een groote beurt krijgen, moeten nooit direct op elkaar volgen, omdat de huisvrouw dan te gejaagd is. Het eten voor zulk een schoonmaakdag wordt zooveel mogelijk een dag van tevoren klaar gemaakt, want ons streven naar zindelijkheid mag niet ten gevolge hebben, dat de maaltijden voor het gezin minder goed verzorgd zijn. Het schoonmaken moet afgeloopén zijn, wanneer de man van zijn werk thuiskomt. Voor deze dagen moet de huisvrouw eenige practische, maar toch aardige en waschbare schorten hebben, die de japon geheel bedekken. Ook in haar werk moet zij er netjes en aardig uitzien

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1935 | | pagina 3