Stoutenbeek's Modehuis
I 1 Vl I I \Y I I I H LIS
DE OPLOSSING VAN ONZE PRIJSVRAAG
DE TERUGKEER
BLCUTET#
CHARMEUZE BLOUSES
„Als je maar niet
naar de rommel
kijkt!"
TWEEDE BLAD
FLORA TWEE
RONDOM DE GROENE
TAFEL
gg B O D E G A g R A P P
E
L
P|ÜS A M E N g| A L RA
s
s
A M g T I N T §g S PEL
11
O M
R A S g R E I S P E T H
M
E I
KL APgTE L E N g B
O
R D
E I V OLgKANgKL
O
O S
T EEKE N K L O U
I
S E
Hl D E E L §j| B O NT
OEKASEHZg|EYS
I
N K
P L A A T H R A P g| N E
D
E R
stal|haardHn
E
G O
LEK^BANDI E T g
M
E N
ANg§DONS|SPEK
R E
G HjB O RN E g| M O N E
Y
N
gj L E GAALLAT T E
S
T
f 0.75 - 1.10 - 1.25 - 1.35 - 1.45
PLEIN 10 - HAARLEM
RECEPTEN
No. 14. 5 APRIL 1935.
DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT
5
Flora Twee mag, er weer wezen
Wat een overdruk bezoek
Onze telers, onze kwekers
Komen prachtig uit de hoek.
Wat een kerngezonde struiken;
Wat een forse plantendeugd
Wat een kostschool voor de heesters;
Wat een prille bomen jeugd.
Uren mocht ik lopen dwalen
Door dat blocmen-paradijs
Ik vergat er haast mijn zorgen
Voor plezier was ik op reis.
Met de loupe mocht ik turen
In zo'n wonder bloemenhart
Duur zijn liedjes op te maken
Voor een goedgezinden bard.
Bloemen stemmen vaak weemoedig
In de lenta-zonneschijn;
Maar het is soms zo weldadig
Om eens zielig-klein te zijn.
Vele soorten van bezoekers
En bezoeksters trof ik aan
Die het plukken van dat schone
Bijna niet konden weerstaan.
Velen kwamen om te komen
Er geweest zijnwas het doel
En ze zegden bij het afscheid:
„Gunst, wat is hier toch een böel!"
Kenners, vaklui en geleerden
Liepen opgetogen rond
Anderen waren klaarblijkend
Kwekers van dekouwe grond.
Vele jonge, schone dames
Slaakten zuchten hier en daar
Want ze dachten bij die bloemen
Aan de bloem van hem.aan haar.
Kinderen bij hele scholen
Dwaalden moe langs het terrein
En ze aten veel kadetjes
Bij dit Boskoopse festijn.
Heemstee heeft het goed bekeken
Goed beraamd komt alles uit
En we zullen zien dat Flora
Met een batig saldo sluit.
SPEENHOEE.
De agenda bestond ditmaal vrijwel geheel uit
hamerpunten en de verwachting, dat het deze
keer in geen geval laat zou worden, werd dan
ook niet beschaamd, in tweeërlei opzicht was dit
wel goed. Ten eerste omdat de vergadering werd
opgeileurd door de aanwezigheid van Mevr.
Venhuizen, die wegens ongesteldheid enige
malen heeft moeten verzuimen en nu kalmpjes
aan weer kon beginnen. De voorzitter maakte
zich tot ons aller tolk, door op hoffelijke wijze
zijn vreugde over het herstel en de terugkeer
van ons raadssieraad te uiten. En ten tweede
was daar onze oude bekende, de heer Kwak, die
na de gebruikelijke beëdiging en toespraak door
den voorzitter de reeds zeer lang koude zetel
van zijn voorganger ging bezetten en zich nu
bedaard wederom kon inwerken. Aangezien hij
bij de a.s. verkiezingen niet in de gemeente
raad zal terugkeren, zal hij zich nog slechts een
korte spanne tijds aan het gemeentebelang kun
nen wijden, maar dat hij het met hart en ziel
zal doen, is buiten kijf!
Zo was dus het edelachtbaar gezelschap weer
aardig groeiende en als nu de heer Rijkes niet
wederom door ongesteldheid had moeten ab
senteren, was de vergadering weer geheel vol
tallig geweest.
In de vorige zitting hadden de stemmen ge
staakt over de door B. en W. voorgestelde ver
lichting van de wielerbaan op het Sportpark.
Er zou dus nu herstemming moeten plaats heb
ben, maar het bestuur van het N.V. Sportconcern
te Aalsmeer, die de baan exploiteert, was blijk
baar geschrokken door het resultaat van de
eerste stemming en had het verzoek om verlich
ting maar weer ingetrokken. Het gemeentelijke
licht is dus nu definitief van de baan!
Een ingekomen verzoek om bij de aanleg van
het speelterrein de leeftijdsgrens van de aldaar
tewerkgestelden uit te breiden tot 25 jaar werd
door Dr. Droog in gunstige overweging ge
nomen. Inderdaad is de positie van ongehuwde
niet meer jeugdige werklieden weinig benijdens
waard, want volgens de werklozensteunrege
ling zijn zij te klein voor tafellaken en te groot
voor servet. Het gevolg is, dat ze overal nul op
het request krijgen. Maar ditmaal toch niet,
want de wethouder vond het verzoek niet on
billijk. Hij wilde er echter niet aan voldoen in
de zin als de aanvrager het wenste de wet-
houuer achtte het n.l. niet raadzaam volwas
senen met de jongens te laten samenwerken,
doch bleek genegen een regeling te ontwerpen
waarbij ongehuwde personen tot 25 jaar in de
werkverschaffing konden worden opgenomen,
hoewel hij dadelijk op het bezwaar wees, dat
iedere keer als een ongehuwde te werk wordt
gesteld een gehuwde zijn plaats aan hem moet
afstaan. Maar hoe dan ook, er zal nu ook eens
iets voor de ongehuwden worden gedaan.
Van de overige punten op de agenda maakte
alleen de St. Aloysiusschool de tongen los. Het
ging over de speelplaats, die niet bepaald ideaal
is geplaveid. Het bestuur had aan de gemeente
gevraagd om betegeling, die niet overbodig
schijnt te zijn, want als men de voorstanders
mag gelooven, is de speelplaats 's zomers een
zandwoestijn en 's winters een modderpoel. Er
was echter een kleine minderheid, die zich tegen
deze uitgave kantte. Duizend gulden is een hele
som en de oppositie, bestaande uit Vrijheids-
bond- en S.D.A.P.-fractie met Mevr. Venhuizen
voorop, poogde met keur van argumenten de
meerderheid van de Raad te overtuigen, dat
deze uitgave misschien wel wenselijk, maar
niet absoluut noodzakelijk was in het belang
van het onderwijs.Het was natuurlijk vechten
tegen de bierkaai, want de voorstanders van
bijzonder onderwijs, zowel R.K. als Protestants,
sloegen de handen ineen, terwijl de heer
Audretsch het getal voorstemmers op 10 af
rondde.
In de Meimaand van dit jaar zal er in de
üok thans gewerd ons een groot aantal in
zendingen, waaronder meerdere juiste oplos
singen.
Wij hebben de door ons beschikbaar gestelde
Waarde-Bon ad f5.ditmaal kunnen toe
kennen aan
DEN HEER H. MEIJER
Hendrik de Keijserlaan 3
die derhalve de Waarde-Bon zal kunnen in
ruilen bij de Heemsteedse Woninginrichting en
Behangselhuis
J. W. VERBEEK van EL
Binnenweg 93
Wij vestigen hier reeds de aandacht onzer
lezers er op, dat wij in ons volgend nummer,
ter gelegenheid van de „Flora-Week 1935" met
een zeer bijzondere prijsvraag komen, waarvoor
een grote prijs beschikbaar wordt gesteld.
Apollo-hal te Amsterdam een tentoonstelling
„Mooi Nederland" worden gehouden en ook
Heemstede zal daar zeer terecht vertegenwoor
digd zijn. Er zal o.a. een maquette van onze
gemeente worden opgesteld, die wellicht later
als het denkbeeld van den heer Disselkoen
uitvoerbaar blijkt in een van de wachthuisjes
aan de Heemsteedsche Dreef ondergebracht zal
worden. Zo krijgt de heer Jonckbloedt achteraf
toen nog zijn zin! Bij de rondvraag informeerde
de heer De Tello naar eventueel bestaande plan
nen om de gebouwen van de bloemententoon
stelling voor sloping te vrijwaren. Dat de be
woners van de villa's aan de Van Merlenlaan
handhaving van het bloemenpaleis niet gaarne
zouden zien en nu reeds hartelijk verlangen
naar het vrije uitzicht over de weide dat
hun slechts, naar zij meenden, tijdelijk is ont
nomen is alleszins begrijpelijk. Er zijn boven
dien nog tal van andere bezwaren, en voorlopig
ziet het er dan ook niet naar uit, dat de ten
toonstellingsgebouwen er zullen blijven staan.
Uit het antwoord van den voorzitter bleek, dat
de zaak in onderzoek is, doch aangezien dit
onderzoek nog slechts in een zeer pril begin
stadium verkeerde, werden we er niet veel
wijzer van. Nu, B. en W. hebben nog wel even
de tijd, om het vraagstuk rustig van alle kanten
te bezien!
't Zwijgende.
Door FRED. ROBERTS.
Zes jaar geleden was Tom weggegaan uit de
kleine stad, waar hij geboren werd. En het
stadje vond het maar een matig verlies, want
Tom plachtte minstens één keer in de week
dronken door het stadje te zwieren en dan alles
op stelten te zetten.
Het was eigenlijk Mary, die hem wegdreef uit
zijn geboorteplaats. Zij kende hem sinds jaren
en een tedere vriendschap belette haar andere
jongemannen het jawoord te geven, hoewel
Tom haar nooit gevraagd had.
„Ik ben je niet waard," zei hij eens, nadat zij
hem de les gelezen had. „Mary, ik hou veel
van jeen ik zou niet graag willen dat je
met een ander trouwtmaar tochhet
zou veel beter zijn."
Mary keek hem lang aan. In haar lief ge
zichtje fonkelden haar ogen verontwaardigd.
„Schaam je je niet?" vroeg ze heftig.
„Ik vrees dat het toch niet lukken zal," zei
hij met typische zwakheid.
Maar de volgende dag was hij vertrokken.
Mary hoorde het met verwondering en schrik.
Ze ging des middags eens horen bij Toms
vader. De oude man haalde de schouders op.
„Hij wilde zijn geluk eens beproeven. Ik heb
hem wat geld gegeven en gezegd, dat dit het
laatste was. Hij zal wel binnenkort weer komen
opdagen."
Maar Tom daagde niet op en schreef ook niet.
Zijn broer Jan kwam het haar vertellen.
„Het is jammer van hem," zei Jan. „Hij heeft
een goed hartmaar jaals de drank je
eenmaal te pakken heeft
„Maar geloof je dan niet, dat hij werkelijk
eens goed zou aanpakken?"
Hij haalde de schouders op.
„Eerlijk gezegd, niet. AanpakkenOch
hij is niet lui. Misschien zal hij daar werk
vindenmaar, wie kan vooruit komen in de
wereld, als hij zich elk ogenblik bedrinkt?"
Mary gaf de hoop niet op!
Zij wist, dat Tom zich dikwijls door zijn
vrienden liet overhalen.
Misschien trof hij elders betere vrienden...
Jan kwam dikwijlshoewel hij nooit iets
nieuws wist, en zij waren nu goede vrienden.
Anders, o heel anders was het met Tom ge
weest. Maar hij bracht haar afleiding en troost.
Soms ging hij wel eens met haar uit.
Het was op een lente-avond, dat Jan voor
het eerst iets toonde van zijn gevoelens.
Ze sprak weer over Tom en "plots zei hij:
„Soms vraag ik me wel eens af, of je nu
werkelijk je hele mooie jeugd zoudt willen .laten
voorbijgaan. Hij is mijn broer, ik wil geen
kwaad van hem zeggen; je kent hem trouwens
door en door. Geloof je nu werkelijk, dat die
dromen nog eens werkelijkheid zullen worden?
En zul je later er geen spijt van hebben, als de
mooiste jaren voorbij zijn?"
Ze trilde.
Voor het eerst voelde ze haar eenzaamheid
en het verraderlijk voorbijglijden van de tijd.
Drie jaar was het al geleden dat Tom was weg
gegaan. Nóg was ze jongnóg kon ze
wachten... maar wat, als hij nooit terugkwam?
Als hij haar misschien al vergeten had?
Ze weerde zich tegen Jan, die de herinnering
aan den ander trachtte te verdrijven.
„Ik heb hem gezegd, beter je terwille van mij,
en zolang ik geen zekerheid heb, dat hij dit
niet doet
De ander zweeg! Weken gingen voorbij.
Maar zij hechtte zich steeds meer aan den jongen
man, die wist te wachten. Zijn toewijding en
geduld roerden haar. Ze wist dat ze een rustig
en tevreden huwelijksleven met hem tegemoet
zou gaan. Maar telkens rees in haar gedachten
dat andereandere gelaat.
Vier jaren waren om en haar hoop' verdween.
Op een zomeravond, toen ze met Jan wan
delde, gaf ze hem haar jawoord.
Haar ouders vonden het prettig en iedereen
vond dat ze verstandig deed.
Een half jaar later stapte een jongeman uit
de trein en sloeg den stationschef op de
schouder.
Deze staarde hem aan en grinnikte.
„Hébent U het?"
Het was Ton! Hij stapte vrolijk door de be
kende straten, totdat hij bijna tegen een van
zijn vroegere vrienden aanliep.
„Hé, Peter!"
„Wellieve hemelben jij het?"
„In levende lijve!"
„Daar moeten we er eentje op nemen."
Even later zaten ze in hun oude stamcafé.
Peter zat zijn vriend aan te staren.
„Wel, wel, dat je nog terug gekomen bent.
en juist vandaag."
„Hoezo juist vandaag?"
„Weet je het niet? Mary trouwt vandaag."
Tom zette zijn glas neer en keek den ander
aan.
„Mary trouwt? Met wien?"
„Met je broer."
Er volgde een stilte. Dan dronk Tom zijn glas
in één teug leeg en bestelde een ander. „Nou,
daar moeten we eens op drinken, vind je ook
niet?"
En een poosje later zaten al zijn oude vrien
den om hem heen, hij dronk op ieders gezondheid
en was even dwaas als vroeger.
„Hij moet maar niet naar huis gaan," zeiden de
vrienden onder elkaar,het zou dan waar
schijnlijk een hoogst pijnlijke geschiedenis
wordenwe moesten hem maar wegbrengen
naar de laatste trein."
En de vrienden waren dolblij, toen ze hem
eindelijk, stom en stomdronken in een coupé
hadden gestopt en de trein wegreed.
Natuurlijk lekte deze geschiedenis uit en voor
dat Mary op haar huwelijksreis vertrok, kreeg
ze ook iets te horen door een babbelachtige
vriendin. Ze verbleekte en luisterde zwijgend.
„Was hij dronken," vroeg ze bevend.
„Hij moet straaldronken geweest zijn."
Intussen reed Tom naar de stad terug. Hij
leunde in de hoek van de coupé en lachte grim
mig in zichzelf. Hij leek nu helemaal niet meer
op den jongeman, die van beschonkenheid niet
meer wis't, wat hij doen moest. Hij had heel
goed geweten, wat hij deed, al die tijd dat men
hem voor zó dronken hield. Dat was alles ter-
wille van het meisje, waaraan hij dacht. Mary...
ze mocht eens diep in haar hart zijn beeld heb
ben bewaard, zij mocht eens hebben gewankeld
en getwijfeldWat zou er dan gebeurd zijn
als hij voor de dag was gekomen? Neen... het
was beter zodat zou haar laatste twijfel
doen eindigen.
En hij dacht, starend in de donkere coupé, dat
hij zijn rol in elk geval goed gespeeld had. En
dat hij nog altijd buitengewoon tegen alcohol
kon. In aanmerking genomen, dat hij sinds zijn
vertrek geen druppel meer geproefd had
WIJ ONTVINGEN EEN NIEUWE ZENDING
Leuke vlotte modellen en vele nieuwe kleuren
BETERE CONFECTIE TEGEN VOORDELIGE PRIJZEN
Het visite-kaartje van de huisvrouw.
Sta bekend als een elegante vrouw.
Door TRUCE MOLL1SENCE.
Wie heeft het nog nooit meegemaakt: Men
loopt eens even bij een goede vriendin aan,
zo..', onaangemeld, voor een vluchtig bezoekje.
De vrouw des huizes doet zelf open, maar
nauwelijks heeft zij haar herkend, of zij roept
verschrikt uit: „Kijk maar niet, hoe ik eruit zie.
Ik zit midden in het werk. Maar natuurlijk vind
ik het ontzaglijk aardig, dat je eens aankomt.
Maar je moet niet naar de rommel kijken,
hoor?
Overbodig verzoek, want de visite heeft
natuurlijk met één oogopslag gezien, dat de
vrouw des huizes er meer dan slordig uitziet.
Een oude, afgedragen japon, zonder kraagje,
een paar knopen, die er aan een draad bij
hangen, een groot gat in de mouw. En wanneer
de visite een vrouw is, dan ziet zij, ook zonder
precies om zich heen te kijken, dat de kamer,
waarin zij binnengelaten wordt, er als een
rommelzolder uitziet. Het ontbijtstel staat, hoe
wel het reeds bijna middag is, nog op de tafel,
het tafellaken ziet er vlekkig en verfomfaaid uit
en op de sofa ligt de vuile was en op de piano
ligt de stof zo dik, dat men er de mooiste schil
derijen in zou kunnen tekenenEn de ge
dachte dringt zich op, dat deze kamer geheel
in overeenstemming is met de vrouw des huizes
en de beide uitroepen: „Als je maar niet naar
mij kijkt!" en „Ais je maar niet naar de rommel
ziet!" harmoniëren geheel
Zoiets doet niet prettig aan. En het werpt
geen goed licht op de huisvrouw. Het heeft geen
nut meer, dat ze zich bij haar vrienden en be
kenden op gezellige avondjes als de elegante
vrouw voordoet, want wie haar nader kent, zal
altijd de sfeer van slordigheid en onverzorgd
heid bespeuren.
In haar eigen uiterlijk en in dat van haar huis
toont iedere vrouw haar visitekaartje. En deze
visitekaartjes moeten er steeds zó uitzien, dat
ieder mens, op welke tijd hij de woning ook
betreedt, de indruk krijgt dat hier een vrouw
de staf zwaait, die een sfeer van beschaving
om zich heen weet te scheppen. De cultuur van
de eigen persoonlijkheid begint bij een verzorgd
uiterlijk, bij de kleding dus. Een ieder weet, dat
vele huisvrouwen hard moeten werken. Maar
men kan een werk, welk dan ook, evengoed
verrichten in een eenvoudige, wasbare, maar
goed zittende huisjapon, waarover ter bescher
ming een schort wordt gebonden, als zoals
men zo dikwijls ziet gebeuren in een afge
dragen namiddagtoilet, dat er verscheurd en
slordig bijhangt. Het is merkwaardig hoe weinig
ij delheid vele vrouwen bij deze gelegenheid aan
de dag leggen. Het is haar, zodra zij weten dat
andere mensen hen toch niet zien, geheel het
zelfde hoé zij er uitzien. En de catastrophe volgt
dan eerst zodra een visite onaangemeld ver
schijnt.
Een vrouw, die op beschaving prijs stelt, en
dat moet een ieder doen, zal van de vroege
morgen tot de late avond steeds zó gekleed
zijn, dat zij bezoekers kan ontvangen, zonder
als begroeting te moeten zeggen: „Als je
alsjeblieft maar niet naar de rommel kijkt." Het
eenvoudigste huisjaponnetje uit half-wollen of
een andere wasbare stof kan het, indien het er
tenminste zindelijk en netjes uitziet, alle critiek
verdragen. Het schort, dat men daarover aan
getrokken heeft, is spoedig uitgetrokken en zo
kan de vrouw des huizes iedere gast onbekom
merd tegemoet treden.
.Nu, om zijn woning zó in orde te houden, dat
bezoekers vrij om zich heen mogen zien, daartoe
behoort werkelijk niet veel meer dan een beetje
inzicht, wat verdeling van werk en tijd betreft.
Het is niet te veel verlangd, dat de woonkamer,
waarin men de gasten moet ontvangen, 's mor
gens voor alles in orde wordt gebracht. Aan de
huisvrouw blijft dan nog genoeg tijd over, om
zich aan de andere kamers te wijden. Het werkt
beschamend voor een vrouw, wanneer vreem
den, die haar huis betreden, dadelijk de indruk
van slordigheid en onverzorgdheid krijgen. Het
huis is het domein van de vrouw en het is haar
eerste plicht, hier beschaving in de ruimste zin
van het woord te verbreiden.
De uiterlijke indruk, het visitekaartje van de
huisvrouw ontvangt slechts de buitenstaander,
die korte tijd in de woning vertoeft. Veel dieper
is de indruk van een onverzorgd huis en een
slordige huisvrouw op de eigen familie. Iedere
vrouw moet het duidelijk zijn, dat haar man
des morgens, wanneer hij haar zijn werk gaat,
een zekere indruk met zich mede neemt. En het
is niet bevorderlijk voor de lieve vrede, dat deze
indruk 'een slechte is. Heeft hij zojuist de aan
blik van een in een slechtzittende morgenjapon
geklede en op versleten pantoffels rondlopende
wederhelft gehad, dan zal hij onwillekeurig ver
gelijkingen gaan maken, wanneer hij, de „wer
kende" jonge meisjes en vrouwen ziet, die van
de vroege morgen, tot de late avond correct
gekleed en gekapt zijn. Zulke vergelijkingen
zijn niet altijd voordelig
leder is de smid van zijn eigen geluk! Eu
menige vrouw is er zélf de schuld van wanneer
door haar nalatigheid in haar naaste familie
een gevoel van onbehagen bestaat, dat maar
altijd gemakkelijk tot de verstoorder van het
familie-leven kan worden
Over wintersporrkleeding is reeds genoeg ge
schreven. Trouwens niet iedereen kan aan dt
genoegens van het winterparadijs zelf deelnemui
Ock de toeschouwers mogen niet vergeten woi -
den. Hierbij een paar modellen voor wie op een
meer passieve manier, van de wintersport willen
genieten. Links een wintermante! van genopte
wollen stof met bontvoering uit een afgedragen
bontjas. Hieronder wordt een wijde plooirok oi
moderne broekrok gedragen, waarop een pull-
ever met rolkraag Rechts een driekwartjasje van
duvetine of wildleder, waaronder een geruite rok
met nauwsluitend bontjakje..
GOEDE KNIPPATRONEN.
f atronen Kunnen per Driel aangevraagd worde:
met Dijsluiting van 10.5Ü tD oostzegels aan ot
Moderedactrice var dit olad Roelofsstraat i0s
te s Gravenhage
RUNDERLAPPEN
500 gr. runderlappen, 100 gr. gesmolten vet,
1 grote ui, peper, zout, 1 opgehoopte lepel
bloem, y2 liter water.
Runderlappen geven altijd heerlijke jus en
daarbij kunnen we er een grote hoeveelheid van
maken. Het is dan niets geen bezwaar, om,
wanneer we smakelijke jus hebben, geen vlees
te nemen.
We maken het vet goed heet, bestrooien de
runderlappen met peper en zout, doen ze in de
pan en laten ze aan één kant bruin worden,
keren ze om, voegen de ui erbij en laten deze
nreebakken. Is ook de onderkant van het vlees
donker, dan strooien we een volle lepel bloent
in het vet, laten het mee „bruinen" en gieten
daarna ruim een /2 L. water bij het vlees, dat
we weer aan de kook laten komen en nog op
een zéér lage pit l>/2 a 2 uur laten smoren.
We nemen bij voorkeur lappen, die niet te
mager zijn, deze worden in de regel erg droog.
Doch z.g. doorregen lappen of riblappen zijn
het smakelijkst. De laatste behoeven niet langer
dan een goed uur te smoren.
KLEINE CAKES.
3 eieren, gewicht hiervan aan bloem en
basterdsuiker, geraspte citroenschil, 1 theelepel
bakpoeder, zout, geconfijte kersjes en papieren
vormpjes.
De bloem wordt met de bakpoeder en een
tikje fijn zout gezeefd en de suiker er door
heen geroerd. De eierdooiers worden goed ge-
klopt en met de bloem vermengd, zoo noodig
worden nog een paar lepels bloem bijgevoegd,
de citroensap en tenslotte het zeer stijfgeklopte
eiwit, waarna de papieren vormpjes half gevuld
en op een bakblik in een niet te heeten oven ge
plaatst worden, gedurende ongeveer 15 a 20
minuten. De kersjes, die gehalveerd of in vieren
gesneden zijn, worden als versiering in het nog
warme gebak gestoken.
ZINDELIJKHEID ZONDER OVERLAST
Er mag nooit meer dan één kamer tegelijk aan
een grondige reiniging worden onderworpen; de
andere blijven zoolang in geordenden toestand.
Is een slaapkamer aan de beurt, dan worden
matrassen en dekens in de zon gelegd. Het zoi
trouwens aan te bevelen zijn, wanneer geheel
buiten „de groote beurt" om de matrassen op
eiken zonnigen dag buiten worden gelegd, in
den zomer zoo noodig dagelijks.
De dagen, waarop er kamers een groote
beurt krijgen, moeten nooit direct op elkaar
volgen, omdat de huisvrouw dan te gejaagd is.
Het eten voor zulk een schoonmaakdag wordt
zooveel mogelijk een dag van tevoren klaar
gemaakt, want ons streven naar zindelijkheid
mag niet ten gevolge hebben, dat de maaltijden
voor het gezin minder goed verzorgd zijn. Het
schoonmaken moet afgeloopén zijn, wanneer de
man van zijn werk thuiskomt.
Voor deze dagen moet de huisvrouw eenige
practische, maar toch aardige en waschbare
schorten hebben, die de japon geheel bedekken.
Ook in haar werk moet zij er netjes en aardig
uitzien