1
1
FELS
s
1
J IN
8
Onze Keuken
I
HEE
l U!
38 Ct.
HEE
ENT!
31
19
1 M
28538
HET GEHEIM VAN MON REVE
DE VECIJW DM DAAD KUIS
Kleine oorzaken
grote gevolgen
TWEEDE BLAD
MEI bij
Cent:
ZER
?VEN
21
PER!
BONT ALLERLEI
No. 18.
3 MEI 1985.
DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT
oot Blik
39 Cent
24
44
44
1 winkel:
ent
1»
ND
r 19 cent
■■1
IOMIE.
De Bruyn heeft
;re eigenaardige
landelt liefde als
de liefde een
ndien een privé-
inderlijk, is ver-
verkondigt: zelfs
van de daaraan
Zij is een kost-
dan zelfs de
oofdstad Brussel
00 banken deels
euwe vervangen
snijden hun ge
in en vergeten
hout zijn. Hout
3 veel harten en
leden. Jaarlijkse
agistraat is dus:
)00 francsl
crijk België jaar-
'oor het gerecht
1 van jalouzie of
)1 speelt. Kosten
:steed ongeveer
millioen) francs!
;evallen zijn een
erliefde manlijke
met hun „halve
gen besturen.
1 in Brussel een-
rd aan de finan-
nen ze toch niet
eens verbannen
zijn te vernemen,
liefde aan Prof.
HERTELLING
TH. ROTMAN
Door ELSA KAISER
„Moii Rève" was een'klein kasteel, dat ver-
scholti: lag in een park. Eeuwenoude eiken hie
ven hun kronen ten hemel en achter de dikke
stammen konden zich gemakkelijk twee mannen
naast elkaar verschuilen. Het kasteel zelf was
reeds eeuwen oud, maar de laatste eigenaar had
het, ongeveer tachtig jaar geleden, gekocht; hij
had er echter nimmer gewoond. Twee huisbe
waarders zorgden voor het inwendige. De prach
tige tuinen en het park, zowel als de kassen,
werden door een leger van tuinlieden onder
houden. Dze mensen dienden er van vader op
zoon en ontvingen hun salaris van een bank
instelling.
,,Mon Rève" lag ver buiten Parijs, dicht aan
de oevers van de Seine.
Nn en dan, wanneer vreemdelingen in,deze
bosrijke streken logeerden, kwamen ze om
„Mor, Rève" te zien en het verhaal van de huis
bewaarders te horeq.
Wet Mysterie van „Moir Rève1' was een géést,
het spook De huisbewaarders vertelden dat dit
spqök de geest was van een-vroegere chate
laine, die, door grote wroeging .gekweld, geen
rust kon vinden. Waarom deze lang gestorven
dame wroeging had, wisten ze niet, maar' vol
overtuiging vertelden ze, dat ze nooit rust zou
kunnen vinden, omdat er niémand geweest was
die haar rekenschap van deze daad gevraagd
had.
Op een goede morgen kwam er een jonge
Engelsman in het plaatsje logeren. Hij nam zijn
intrek in het kleine dorpshotel en praatte
's avonds een poosje met den eigenaar, zittend
op de bank voor het huis.
Kort nadat hij aangekomen was vroeg de
eigenaar hem op een avond of hij ,,Mon Rève"
al gezièn lia'd- Toen zijn gast' ontkennend ant-
wporddq, drong hij, gr op aan dat monsieur
Smith toch beslist eens „Mon Rève" zou gaan
bezoeken,
De andere dag, na het ontbijt, ging Charles
Smith dadelijk op weg naar het kasteel. Juist
stond een tuinman bij het monumentale hek van
„Mon Rève" en was bezig scharnieren te
smeren. Dit hek was een kunstwerk op smeed-
ijzergebied. De tuinman luidde een bel en be
duidde zijn bezoeker de oprijlaan in te lopen.
Langzaam wandelde Charles onder de zware
bladerdos der eeuwenoude eiken voort. Het mos
onder de bomen geurde vochtig en een vredige
stilte hing in het rond. Aan het einde van de
laan lag het kastel dat in middeleeuwse stijl
was opgetrokken, een diepe gracht omringde
het huis, maar de ophaalbrug was neergelaten
en Charles zag. een paar kippen op het oude
voorplein rondlopen.. Een concierge kwam op
zijn geroep naar buiten en toen hij hoorde wat
meneer verlangde, ging hij hem voor, de monu
mentale 'trap op die naar het inwendige van het
kasteel voerde. Prachtige tapijten en schilderijen
van beroemde meesters versierden de zalen.
Overal stonden exquise kunstvoorwerpen. De
verfijnste luxueuze bibelots van Londen, Parijs
en Weenen waren hier verzameld. Toch had het
geheel niets van een museum want het ganse
kasteel zag er bewoond en gezellig uit. „Ja",
vertelde de concierge, „alle beambten zijn hier
aangesteld door een bankinsteling en ons werd
opgedragen het kasteel zodanig in orde te hou
den, dat de erfgenamen ieder ogenblik kunnen
komen en alles vinden wat er nodig is. Nu zal
ik u het boudoir en de slaapkamer laten zien
van de laatste eigenares. Zij ligt hier aan het
einde van het park begraven, ik zal u straks haflr
graf laten zien."
Intussen waren ze langs gebeeldhouwde, met
met zware Perzische kleden belegde trappen
geklommen, toen de concierge een hoge deur op
één der gaanderijen opende. Een zoet parfum,
dat aan half verwelkte bloemen deed denken,
vervulde de stille lucht van de kamer die zij
binnentraden. Voor de hoge boogvensters hingen
de sneeuwwitte gordijnen in dichte plooien neer.
Het vertrek was elegant en smaakvol ingericht
en in de prachtige kleine boekenkast stonden
rijen keurig gebonden delen dicht tegen elkaar
aan. Overal lagen op de parketvloer Oosterse
tapijten in warme kleuren, kostbare vazen en
bibelots stonden op de witmarmeren hoge
schoorsteenmantel en op de talloze kleine inge
legde tafeltjes. Aan de muur hing een levens
groot portret van een beeldschone jonge vrouw.
„Dit is de laatste chatelaine hier," zei de
concierge.
,,Eri ligt deze dame aan het einde van het
park begraven?", vroeg Charles Smith.
„Ja, monsieur, ik zal het u straks laten zien....
zij is van berouw gestorven/''
„Zo, zo!", antwoordde Smith en liep achter
den man naar de slaapkamer.
Door een groot rond boogvenster, dat zich
aan de tegenovergestelde zijde van het bed be
vond, viel het licht in talloze kleuren door het
gebrandschilderde glas. Het ledikant was
modern, van rozenhout gemaakt. Een sprei van
Brussels kant bedekte de satijnen dekens en
ook hier zweefde de fijne geur van half vergane
bloemen door het vertrek. Op de prachtige toilet
tafel stonden nog de kristallen flacons, gevuld
met parfum, de zilveren handspiegels en de met
monogrammen voorziene toiletbenoodigdheden
lagen keurig op de glazen plaat gerangschikt.
Over de stoel, naast het koninklijk bed, lag een
weelderig zijden morgenkleed, een niemen
dalletje van crêpe georgette en kostbaar bont.
Wonderlijk kleine, vergulde muiltjes stonden
voor de toilettafel.
In de aangrenzende badkamer zag het door
schijnend paarlemoerkleurige bad er uit alsof
het zo juist gebruikt was, maar het kostbare
badkleed was kurkdroog.
Een vreemd beklemmend gevoel kwam over
Charles Smith; het was hem alsof hij iets on
geoorloofds deed met het doordringen in de
intimiteit der vertrekken van de reeds lang
gestorven chatelaine.
„Hebt u de dame nog gekend?", vroeg hij aan
den concierge.
„Neen," antwoordde deze, „maar mijn groot
vader wel, die er vaak genoeg van aan mijn
vader verteld heeft, maar ik houd niet van die
oude verhalen, ik weet er dus weinig van. Als
u iets weten wilt kunt u beter met mijn vader
praten. Hij woont hier dichtbij."
Charles Smith nam dit voorstel dankbaar
aan en volgde den man door de zalen en kamers
van het verlaten kasteel, om eerst nog het graf
van de eenzaam gestorven chatelaine te zien.
In de grote broeikassen bloeiden de meest
exotische bloemen en wonderfijne varens ver
spreidden een eigenaardige geur. In de vrucht-,
kassen groeiden de perziken en er groeide zelfs
eèti bananenboom.
Geheel achter in' het park lag het eenzame
graf van de vrouw die hier zo vergeten was ge
storven. De tuinlieden onderhielden de plaats
uitstekend. Op het graf lagen vers gesneden
lelies uit de kassen en de treurroos, die haar
kroon boven den mitmarmeren steen verhief,
droeg een vracht van bloemen.
„Sylphi", las Charles Smith en hij zag tevens
aan de jaartallen, dat de vrouw slechts vijf en
twintig jaar' geworden was.
„Mijn vader kan u haar geschiedenis ver
tellen," zeide de concierge en bedankte voor de
grote fooi.
Peinzend liep Charles door het park over de
ophaalbrug en verliet langzaam deze stille
plaats.
Toen hij zijn mgaltijd in het hotel gebruikt
had, besloot hij echter toch dten ouden Frans
man op te zoeken om S.ylphi's geschiedenis te
horen.
De oude man zat buiten op een bank voor-zijn
klein huisjq. Charles Smith maakte ëeu praatje
met hem en vertelde hem dat hij des middags
zijn zoon; feesproken had.
zeljef op „Mon Rève", vroeg de oude en
ging zonder antwoord af te wachten voort: „Een
mooi kasteel, mijnheer, een prachtige bezitting.
Je zou zeggen, dat mensen die zo iets bewoon
den, gelukkig moesten zijn."
„Dat zou men tenminste wel mogen veronder
stellen," mêende Charles Smith. „Toch was het
niet zo, mijnheer; mevrouw Sylphi is van ver
driet gestorven. De Engelsen zijn onverzettelijk,
mijnheer, als ze eenmaal „neen" zeggen, blijft,
het „neen".
„Wat bedoelt u?", vroeg Smith geïnteresseerd.
^Precies vrat ik zeg, mijnheer," antwoordde
de oude man. „Sylphi was eens een beroemde
revuester in Parijs. Ze was buitengewoon mooi
en had een koninklijke houding, men zeide, dat
zij van Egyptische vorsten afstamde. Enfin, dat
weet ik niet. Ik weet alleen, dat op een. goede
dag de jonge lord Harthings uit Engeland kwam
en haar zag. Hij werd zó verliefd op haar, dat
hij haar ten huwelijk vroeg. Vanaf dat ogenblik
mocht niemand haar meer zien, want hij was
verschrikkelijk- jaloers. Hij kon zich alles per
mitteren, want hij was schatrijk en had in het
geheel geen familie meer. Eerst wilde hij haar
medenemen naar Engeland, maar zij zeide, dat
zij het Engelse klimaat niet kon verdragen, dus
kocht hij het oude kasteel „Mon Rève" voor
haar en liet het geheel restaureren. Hij wilde
haar Je bezitting op hun huwelijksdag cadeau
geven, Zij trouwden de 5de Augustus, dat is nu
80 jaar geleden, ik was toen precies twee jaar
oud, mijn vader was tuinman op „Mon Rève".
Rève".
Zij trouwden met grote pracht en praal in
Parijs, de gehele Madeleine was vol met het
deftigste publiek. Na de bruiloft bracht hij haar
hier op „Mon Rève". Zij wilde er niet blijven,
ze zeide, dat ze er sterven zou van eenzaamheid
en verveling; u moet niet vergeten, dat zij een
beroemde actrice was, naar wie de gehele wereld
was komen kijken. Enfin, hoe het zij, zij vluchtte
's nachts in alle stilte weg, terug naar Parijs,
en de andere avond stond ze weer op de
plankenLord Harthings kocht een landhuis
niet ver hier vandaan, waar hij elk jaar op de
vijfde Augustus kwam; hij liet dan „Mon Rève"
versieren en vierde eenzaam zijn bruiloftsdag."
„Waarom woonde hij niet op het kasteel?",
vroeg Charles Smith.
„Omdat zij gezegd had, dat zij daar nooit
met hem wonen wilde. Of hij haar niet goed
begrepen heeft, dat weet ik niet, maar mijn
vader vertelde, dat hij altijd dacht, dat zij nog
wel eens terug zou komen. Het kasteel moest
altijd gereed voor haar zijn, met personeel en
alles ir. de puntjes. Zij was negentien jaar toen
zij lady Harthings werd ep toen zij twintig werd
gebeurde er iets met haar, wat vyeet ik niet
precies, maar zij kon niet meer optreden. Toen
kwam zij hier en heeft nog vijf jaar eenzaam'op'
„Mon Rève" gewoond. Zij hoopte altijd nog,
dat hij komen zou, maar hij kwam niet, want zij
had gezegd, dat zij nooit op „Mon Rève" niet
hem wilde wonen!"
Toen zij dood was stuurde .men een telegram
naar Londen met de vraag waar zij begraven
moest worden. Ook toen kwam hij niet, maar
seinde terug:
„In het park van „Mon Rève". Het was alles
een begraven droom van hein. Elk jaar op vijt
Augustus, zolang hij leefde, kwam hij naar haar
graf en legde er witte lelies op. Hij is nooit van
haar gescheiden, hij was haar trouw tot in de
dood,'maar hij hield zich onverzettelijk aan de
woorden, die zij eens tot hem gezegd had, dat
zij nooit samen met hem op „Mon Rève" kon
leven....
een verstandige
werd een week
dien stak meneer
er wou uitrijden,
„Maar nou ook
ij, „anders wordt
ONRUST IN LAPLAND.
Religieuze fanatici onder de ban van een
oplichter.
De „vliegende ark", die door de Finse profeet
Korpela was aangekondigd en die 666 „ware
Christenen" naar Palestina zou brengen, maar
die niet op de vastgestelde tijd op het toneel
verscheen, heeft heel Noord-Zweeds Lapland in
buitengewone opwinding gebracht. De leden der
Korpelasecte hebben nu gedreigd, dat zij de
kerken zouden verwoesten en de geestelijken
vermoorden. Schreeuwende en zingende mensen
trekken door de plaatsen en overal spelen zich
de ongelooflijkste tonelen af. De politie moest
er bij te pas komen, om een eind te maken aan
de ongerechtigdheden.
In Kareshando vreest men voor ernstige on
lusten, daar de vreemde profeet Korpela daar
weer wil optreden. Een telefonische verbinding
met deze stad is, volgens de Zweedse kranten,
nauwelijks meer mogelijk, daar de directeur van
het telefoonkantoor en vele zijner ondergeschik
ten zich bij de Korpela-beweging hebben aan
gesloten en de arbeid hebben gestaakt. De be
woners, die niet mee willen doen, worden ernstig
bedreigd en laten zich slechts gewapend op
straat zien. Dagenlang werden grote bijeen
komsten van boeren gehouden, en vele boeren
hebben hun hoeven verlaten, om de leer van
Korpela te verspreiden. Een zijner laatste stel
lingen is die, dat het onbekende vliegtuig, dat
enige tijd geleden in Noord-Zweden werd ge
signaleerd, door niemand anders dan Jezus zelf
was bestuurd.
Het is merkwaardig, dat de „korpela-bewe
ging" zich steeds verder verbreidt, hoewel ook
de meest fanatieke aanhangers van Korpela
moeten hebben gemerkt, dat zij met een heel
gewonen oplichter te doen hebben.
ZELFMOORDEPIDEMIE DOOR EEN FILM!
Ongeveer' een half jaar geleden liep in een
Japans stadje een film, die zeer tragisch eindig
de. De heldin van het stuk namelijk vond geen
uitweg meer uit de dwalingen van haar leven en
beging zelfmoord Uit het oogpunt van film
techniek was het bijzonder goed, dat de onge
lukkige daarbij juist de weg nam, om in de
krater van een vulkaan te springen. Het baarde
groot opzien in Japan, toen zich niet lang na
dé opvoering van deze film verscheidene ge
vallen-van zelfmoord voordeden in de krater van
een vtifkaan op-het eiland Qshima bij Tokio en
die korte; tijd, ge.lc.dcn. weer in werking was ge-.
Hoevele ongevallen geschieden er jaarlijks uit
onnadenkendheid, die voorkomen hadden kun
nen worden en waarvan met recht gezegd kan
worden: „kleine oorzaken - grote gevolgen".
We horen een gekletter in de keuken, terwijl
wij rustig bezig zijn met ons wekelijks verstel
werk, een schrille uitroep volgt en we snellen
rerstond naar de plaats des onheils, omdat we
aanvoelen, dat er iets gebeurd is. Wat toch is
het geval? Mina, het meisje, heeft gemakshalve
een keukenstoel gebruikt, inplaats van, zoals
'haar herhaaldelijk gezegd was, de trap te
nemen bij het werken. Op de stoel stond de
emmer niet warm zeepsop, waarmede de plank
moest worden afgenomen en zij zelf benutte de
k'ant om pp te staan. Op een gegeven ogenblik
kiept de stoel om, Mina valt en het warme
water stroomt over haar benen. De gevolgen
van dit! ondoordacht handelen waren zowel voor
de werkgeefster als voor het meisje hoogst on
aangenaam en het geval had voorkomen kunnen
worden,.
De'. statistieken bewijzen, hoe onnoemelijk
veel ongevallen aan eigen schuld te wijten zijn
en wij kunnen er de huisvrouwen zowel als haar
personeel niet genoeg op wijzen om toch bij
het schijnbaar eenvoudige, dat gedaan wordt,
eerst te denken.
De getallen spreken boekdelen en hoeveel ge
vallen van branden, verwonden, vallen, ver
giftigingen en infecties zijn aan te wijzen, welke
voorkomen hadden kunnen worden!
Men is een japon aan het passen, neemt
spelden in de mond, wellicht zonder zich bewust
te zijn vafi de ernstige gevolgen die dit kan
veroorzaken. Niet alleen dat het inslikken van
een speld dodelijke gevoigen kan hebben, door
verwonding van de inwendige organen, doch
heeft men tevens wel 'eens aan de mogelijkheid
gedacht, dat een speld een infectie aan de lippen
kan geven, indien zich daar zelfs een voor het
oog onzichtbaar wondje bevindt? Een ander
geval, doodeenvoudig schijnbaar. Op het laatste
ogenblik vraagt een van de kinderen voor zij
naar school gaat een punt aan haar potlood te
slijpen.
Moeder staat dadelijk voor haar klaar, houdt
het potlood niet ver genoeg van zich af en
scherpt de punt naar zich toe, waardoor een
sc'nilvertje graphiet in haar oog komt, hetgeen
niet alleen veel pijn geeft, maar tevens een be
handeling van den oogarts vraagt.
Nog maar al te vaak lezen wij, dat huis
vrouwen of gedienstigen ,bij het zemen van de
.ramen aan de -buitenkant'van' een bovenverdie
ping naar beneden zijn gestort. Men zegt of
denkt: „O, ik heb geen last van duizeligheid",
doch vergeet, dat het ongeluk door andere oor
zaken kan geschieden, zelfs als men maar even
te ver reikt en Tiet evenwicht verliest.
Werkgeefsters mogen dit gevaarlijke werk
niet van haar personeel eisen. Zelfs al bieden
deze het zelf aan, is de verantwoordelijkheid
die de eersten op zich laden veel te groot.
Hoeveel brandschade wordt er niet veelal
door onvoorzichtigheid aangericht, hoe vaak
vergeten huisvrouwen niet om de snoer uit het
stopcontact te halen als zij geroepen worden?
Veel te weinig wordt er in badkamers op
gelet, dat stopcontacten en schakelaars vak
kundig gecontroleerd worden. Is er een of ander
defect aan en komt men er met de natte vingers
mede in aanraking, dan heeft dit meermalen de
dood tot gevolg gehad.
Ontelbare ongelukken zijn toe te schrijven aan
lichtvaardige roekeloosheid bij het gébruiken
van wasbenzine om kledingsstukken te wassen
of te reinigen of het "haar te 'ontvetten. De
kleinste vlam, zelfs die van een brandend thee
lichtje kan een explosie veroorzaken.
Hoeveel huisvrouwen zijn er te vinden, die
zich nimmer aan een dezer genoemde feiteii
schuldig gemaakt hebben? Wij zouden de lijst
ervan nog met een onnoemelijk aantal andere
kunnen aanvullen, doch wij menen met deze te
kunnen volstaan. Onze bedoeling is slechts erbij
de huisvrouw op aan te dringen alle mogelijke
voorzorgsmaatregelen te nemen om ongevallen
te voorkomen. De bekende spreuk: „Een ogen
blik van onbedachtzaamheid, kan maken, dat
men uren schreit!" is helaas maar al te vaak
bewaarheid en tenslotte hebben wij toch de
plicht bij alles eerst te denken en daarna te
handelen.
Wat eten we deze week?
Zondag: Kop bouillon. Biefstuk, Brussels' lof,
Aardappelen, Rode Appelpudding.
Maandag: Gepocheerde eieren met Bechamel-
saus, Spinazie, Aardappelen, Sinaasappel.
Dinsdag: Fikante kalfslapjes, Prinsessebonen
(blik), Aardappelen, Havermoutcrême.
Woensdag: Runder ribstuk, Knolraap, Aard
appelen, Rijstommelet met appelmoes.
Donderdag: Koud vlees, Raapstelen, Aard
appelen, Beschuitschotel.
Vrijdag: Selderijsoep, Filets van tong, Kropsla,
Aardappelen.
Zaterdag: Gebakken spek, Capucijners,, Aard
appelen, Tutti fnitti, (Garnalen broodjes).
RODE APPELPUDDING.
500 gr. tafelappelen, Vs L. water, '/2 wijnglas
rum, sap van 1 citroen, 100 gr. suiker, 50 gr.
geconfijte kersjes, 10 blaadjes rode gelatine,
1 d.L. room.
De gelatine wordt in een ruime hoeveelheid
koud water geweekt en de appelen dun ge
schild, in vieren gesneden, klokhuizen verwij
derd en met L. water gaar gekookt, met een
dun afgesneden citroenschil, daarna wordt alles
door een paardeharen zeef gewreven, nadat de
citroenschil verwijderd is en het gezeefde
citroensap toegevoegd evenals de rum. De
massa wordt weer aan de kook gebracht en eerst
de suiker er in opgelost, daarna de goed uit
geknepen gelatine, ue pudding moet geheel en
al koud worden en om te voorkomen, dat de
gelatine zakt, roeren we er van tijd tot tijd in.
Wordt het geheel stijf, dan brengen wij de pud
ding over in een glazen vorm en garneren de
bovenkant met roosjes van stijfgeklopte room
en gehalveerde geconfijte kersjes.
GEPOCHEERDE EIEREN MET
BECHAMELSAUS.
Voor gepocheerde eieren worden zeer verse
gebruikt-en men brengt ze in een niet te diep
pannetje water aan de kook met een scheutje
azijn. Men breekt een ei in een kopje en laat
liet in het water glijden, zó, dat het wit om de
dooier gehuld is. Als het wit gestold is, schept
men de eieren er met een schuimspaan uit en legt
ze "op een verwarmde schotel, waarna men ze
bedekt met Bechamelsaus, Té L. melk, 40 gr.
bloem, 50 gr. boter, 1 uitje, zout, peper, 1 kruid
nagel, 1 laurierblad en een takje sgjderij. We
brengen de melk zachtjes aan de kook met de
kruidnagel, laurierblad en selderij en laten ze
een kwartiertje trekken; daarna zeven -wij. dif;
melk.
Het 'uiije wordt schoongemaakt en zeer fijn
gesnipperd, daarna in de boter gaar gesmoord,
peper en zout bijgevoegd en de bloem, •daarna
roerende scheutje voor scheutje de hete 'melk,
■waarna wij de saus nog 5 of 8 min. heel
zachtjes laten doorkoken
OVERAL POMPONS.
De beide jeugdige japonnen zijn beiden opzij
gesloten. Links zien we een grijze, japon mei
ïelroode pompons opzij, en op de mouwen, van
de elleboog tot aan de pols. Er behoort een
roode ceintuur bij.
De jonge spinazie wordt na gewassen te zijn
goed uitgelekt en daarna 10 min. gekookt, uit j
het water geschept en heel fijn gehakt, daarna
gestoofd in melk, waarin een sneetje brood fijn
gekookt is, boter en noot. Het water, dat even
tueel nog over mocht zijn, wordt met bloem en
boter en desnoods aangelengd met wat water
tot soep verwerkt en aangezien het slechts
weinig is, in een kop geserveerd, liefst de
volgende dag.
PIKANTE KALFSLAPJES.
5 ons kalfslapjes, 100 gr. boter, 1 uitje, 1 eet
lepel Worcester saus, stukje Spaanse peper,
citroensap, 3 kopjes heet water, waarin 1 bouil
lonblokje is opgelost, peper en zout, paneermeel.
De lapjesworden gewassen en inet een doek
afgewreven, dan bestrooid met peper en zout
en weggezet, bedruppeld met citroensap en
Worcester saus.
De helft van de boter wordt warm gemaakt
en hierin laten wij het fijn gesnipperde uitje en
de Spaanse peper gaar smoren, terwijl wij in
de rest van de boter de lapjes, die met paneer
meel bestrooid zijn, aan beide kanten licht
bruin laten bakken, daarna doen wij er eerst
een scheut van de aangemaakte bouillon bij,
laten het flink opbruisen en voegen er de rest
hij, evenals de gesmoorde uitjes en peper en
laten de lapjes nog een goed half uur stoven.
RIJSTOMMELET MET APPELMOES.
I kopje rijst, 3 kopjes water, zout, 3 eieren,
bijna 1 ons suiker, 75 gr. boter, 1 theelepel
kaneel, appélmoès, 60 gr. bloem, poedersuiker.
We kunnen de ommelet maken van over
gebleven rijst en hebben dan ongeveer 300 gr.
rijst nodig, doch kunnen ook 1 kópje rijst koken
met wat zout en 3 kopjes vfrater. We roeren de
eierdooiers met de suiker en kaneel tot een ge
lijke massa, waarbij wij lepel voor lepel de ge
zeefde bloem doen, daarna de rijst en tenslotte
het stijfgeklopte eiwit.
In een koekepan smelten wij 1/3 van de
boter, laten ze warm worden en doen hierin
1/3 van de rijst, die wij evefials een pannekoek
aaii twee kanten bruin bakken, daarna op een
schotel laten glijden, die op een patUimet \Vater
Wordt warm gehouden en bedekt wordt met
een laag appelmoes. De beide andere omine-
letten worden op dezelfde wijze gebakkeu, zodat
we krijgen drie ommeletten met twee lagen
appelmoes, terwijl de laatste ommelet dik be
strooid wordt met poedersuiker. We doen deze
het best in een zeef en strooien ze zo gelijk
matig over het gebak; mochten er klontjes in
de poedersuiker zijn, dan wordt deze eerst in
een amandel-molentje gemalen.
WARME BESCHUITSCHOTEL.
1 rol grote ronde beschuit, 3 eieren, 100 gr.
krenten en rozijnen, 50 gr. sucade, 1 flinke
theelepel kaneel, 100 gr. suiker, 5 kleine kopjes
melk, Té glas rum, 50 gr. boter.
We beginnen de eieren met de suiker schuimig
te kloppen, voegen er de rum en de 5 kleine
kopjes melk bij en laten in dit mengsel de
beschuit weken. De krenten en rozijnen worden
in warm water gewassen en daarna een paar
minuten opgeweld, het water afgègoten en de
krenten en rozijnen op een vergiet flink uit
geschud om het water te verwijderen. De Sucade
wordt fijn gesnipperd, daarna vermengd mei de
krenten en rozijnen.
Een vuurvaste schotel wordt ingevet met
boter, daarna belegd met een paar beschuiten,
De japon rechts bestaat uit twee deelen, een
gladde rok,.en een Russische blouse. Men maakt
deze iapon van donkergroene of bruine wollen
stol. de pompons zïjn afwisselend van dezelfde
kleur als de japon en van een bijpassende tint
Garnituur boven rechts muts en shawl van
een wollen stof met pompons in dezelfde kleur
Daaronder een kleine officierskraag gesloten
door twee pompons In een afstekende kleur.
GOEDE KNIPPATRONEN.
atronen unr.eD oei ortei 3angevraago worden
■net bijsluiting van f C.5Ï in oostzegels iao ie
Moderedactrice vac dit blad Roelofsstraat IU9
te s-Gravenhage
die met een schuimspaan uit de vloeistof wor
den geschept, hierop komt de helft van de
melange, weer volgt geweekte beschuit en de
rest der melange. Daarna de rest van de ge
weekte beschuit. De boter wordt verdeeld over
de bovenste laag, terwijl de rest van de melk
over de beschuit wordt gegoten en het schoteltje
gedurende 25 min. in de oven geplaatst.
FILET VAN TONG.
2 kooktongen, 2 kopjes visbouillon, 1 glas
witte wijn (voor de bouillon 2 takjes selderij, 1
wortel, 1 laurierblad, 1 uitje, 2 kruidnagels, 'n
paar peperkorrels, zout), 30 gr. bloem, 40 gr.
boter, citroensap, peper, blikje champignons.
We maken de tongen schoon, wassen ze en
geven aan beide kanten een diepe snede over
de ruggraat en langs de vinnen, waarna wij de
filets als het ware van de graten afsnijden met
een scherp puntig mes. We krijgen nu 8 filets,
die met een draadje omwonden en in een dek
schaal weggezet worden. We zetten de graten
met water op, b.v. 1 L., met de voor de vis
bouillon genoemde kruiden en laten dit te zaïnen
ongeveer drie kwartier trekken, koken er daarna
de filets in gaar, ongeveer 4 a 5 min. en ge
bruiken een deel van het viswater voor de saus.
We smelten de boter in een pannetje, ver
mengen deze met de bloem en doen hierbij twee
kopjes visbouillon, die vooraf gezeefd is, en
voegen er daarna de wijn bij, zodat we een fijne
geurige saus verkrijgen, waarbij tenslotte nog
de champignons en het vocht hiervan gevoegd
wordt. We laten het sausje nog een minuut of
10 doorkoken, doen er naar verkiezing even
voor het opdoen nog een geklopte eierdooier bij
en wat citroensap, leggen de filets op een ver
warmde schotel en gieten de saus er overheen.
De rand kan gegarneerd worden met stukjes
in boter gebakken brood, b.v. driehoekjes of
nette rechthoekige reepjes, afgewisseld door.de
champignons, die we uit de saus hebben ge
nomen.
GARNALENBROODJES.
6 geraspte broodjes of hardepuntbroodjes, 250
gr. garnalen, 60 gr. boter.
Voor het sausje: 1 eierdooier, 30 gr. bloëm,
40 gr. boter, 2% kopje melk, peper en zout.
Van de geraspte broodjes wordt een hapje
afgesneden, daarna worden ze uitgehold en met
.eeil deel van de geweekte 60 gr. boter besmeerd.
De garnalen worden in warm water gewas
sen, op een vergiet gedaan om goed uit te
lekken, daarna maken we een sausje door de
boter te smelten en te vermengen met de bloem
en hierbij roerende 2Té kopje melk te voegen,
steeds kleine hoeveelheden tegelijk, peper en
zout naar smaak en als de pan van het vuur
is, doen we een weinig saus bij de geklopte
eierdooier en gieten dit weer in de pan terug
en doen er tenslotte de garnalen bij.
komen. In die tijd gingen scharen boeddhistische
priesters bergopwaarts naar de gevaarlijke
vulkaantop, al te dikwijls keerden daarbij enigen
niet terug. Het aantal zelfmoorden steeg zo
schrikbarend, dat tenslotte in één enkele maand
80120 gevallen vermeld werden. De overheid
probeeide op alle mogelijke manieren, de gruwe
lijke zelfmoord-epidemie te doen ophouden. Om
te beginnen werd een stevige schutting gebouwd
op-de kraterrand, doch deze maatregel had geen
succes. Men lichtte toen een politiepost op, die
de voornaamste zeifmoordplaatsen voortdurend
in het oog hield. Tevergeefs, steeds weer gelukte
het den ongelukkigen hier de dood te vinden. Een
piloot moest toen van boven af opnamen maken
van het binnenste van de krater, die als afschrik
wekkend voorbeeld in alle bladen verschenen. In
de bioscopen werden zij in het voorprogramma
afgedraaid. Toen ook deze maatregel niet hielp,
bemoeide eindelijk de boeddhistische priesters
zich ermee. Zij organiseerden een grote officiële
pelgrimstocht naar de kraters, brachten er offers
en verkondigden tenslotte, dat de berg geen
mensenoffers meer aannam. Inderdaad had dit
vot gevolg, dat het aantal zelfmoorden wat ver
minderde, doch dit verschijnsel was voorbij
gaand; op een andere plaats, eveneens beroemd
om zijn zelfmoorden, beginnen de gevallen weer
te vermeerderen. Er is bewezen, dat de Japan
ners, lie zich in de borrelende krater wierpen,
allen nog jong waren. De epidemie zou wellicht
terug te brengen zijn tot de sentimentele en ro
mantische dweepzucht der Japanners, evenals
tot die in het Boeddhisme ingeworteld, van de
wereld afkerige, vergankelijkheidsgèdachten, die
langzamerhand deze zelfmoordpsychose te voor
schijn heeft geroepen.
DE VENUS VAN MILO SEPARAAT.
De met Baedeker's gewapende nieuwsgierigen
en kunstvrienden zullen op het ogenblik tever
geefs door het Louvre dwalen om de beroemde
Venus van Milo te vinden. De dame was n.l.
niet te spreken, resp. niet te bezichtigen. Ze is
namelijk aan het verhuizen. Zoals bekend, stond
zij tot nu toe temidden van andere oude kunst
werken opgesteld. Maar de Venus van Milo is
klaarblijkelijk hoogmoedig geworden. Zij wil
een kamer voor zichzelf hebben. En deze krijgt
ze nu.
„Vernis en séparée" hebben de spotvogels in
Parijs gezegd. Nu zal het spoedig zover zijn...
EEN VESTING VALT IN ZEE.
Langzaam maar zeker valt de Morro-vesting in
de zee. Zij beschermde eens "en ook op het
ogenblik nog symbolisch de toegang tot de
haven van San Juan. Zij Weerstond twee aan
vallen van kapitein Drake in het jaar 1595.
Nu is alles verloren. Zoals men beweert, ten
gevolge van de vrachtauto's die op de nabij
gelegen weg voorbijrijden. Wat Drake en de
eeuwen niet konden spelen een paar benzine
koetsjes klaar.
EEN BERG VERDWIJNT
Het merkwaardigste verschijnsel, dat een berg
mettertijd steeds kleiner wordt, doet zich sedert
enige jaren voor bij de Vossenberg bij Wijier,
dicht aan de DuitsNederlandse grens. Onlangs
is vastgesteld, dat de berg binnen weinige dagen
zowat 34 meter is gezonken. Als dit ver
schijnsel voortgaat, zal de berg eens letterlijk
door de aardbodem „ingeslikt" zijn. Geologen
hebben vastgesteld, dat zich onder de berg
holten bevinden, die voortdurend groter schijnen
te worden. Tamelijk hoog op de berg staat een
huis, dat in afzienbare tijd door instorting be
dreigd wordt. De bodem-daling van de berg
gaat voort en zal binnenkort ook het huis heb
ben bereikt.
WAAROM DAN DIE OPWINDING.
In een proces te New York werd de grote
Amerikaanse zwendefaar insull weer vrij
gesproken. Heeft men hem toentertijd gezocht
en gearresteerd na een avontuurlijke jacht, die
de hele wereld opgewonden gevolgd heeft,
om hem vrij te spreken?