Weevej&tytK
Koning George van Engeland en
zijn voorrechten
Wij breien..».
MIJNHEER PIMPELMANS GAAT PAARDJE RIJDEN
TWEEDE BLAD.
BONT ALLERLEI
Onze Keuken.
NOOIT MEER LAST
ALS PRESTO WAST
No. 23. 7 JUNI 1935.
DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT
De Koning als „fakkeldrager" en „jachtmeester"
De walvisstaarten van de Koningin
Het „Opperhoofd van de Gouden Tand"
Door een bijzonderen medewerker te Londen.
Bij de feestelijkheden naar aanleiding van het
regeringsjubileum van Koning George V van
Engeland komt tevens de herinnering weer
boven, aan duizenden eigenaardigheden, die het
leven van den Engelsen monarch omgeven. In
de loop der eeuwen heeft zich een enorme voor
raad ballast, rechten, titels, orden, voorrechten
en schatten, om den persoon van den koning
van Groot-Brittanië verzameld, een ballast, die
iedere sterveling welhaast zou moeten verdruk
ken, als hij zich al te veel erom zou bekommeren.
Het Opperhoofd van de „Gouden Tand"...
Koning George V is niet alleen overste van
29 regimenten, maar tevens admiraal van de
Engelse, zowel als van de Deense en de Zweedse
vloot. Ontelbare doctorstitels heeft men hem
verleend! Ontelbare uniformen worden in zijn
garderobe bewaard en door een speciale be
ambte zorgvuldig geïnspecteerd, daar er zo nu
dan natuurlijk het een en ander aan gewijzigd
moet worden! De Koning zelf draagt zelden
andere uniformen, dan die van een admiraal der
Britse vloot of hoogstens die van de Grenadier
Guards. George V van Engeland staat nog in
geschreven bij de oude, eerbiedwaardige
artillerie-compagnie van Massachusetts en is
veldmaarschalk van het Japanse leger, alsmede
ere-generaal van het Siamese leger. Eens is hij
ook tot schatmeester van Lincoln Inn, het
grootste gerechtsgebouw van Londen gekozen;
ook het ambt van boswachter en jachtmeester
van het Windsor-wildpark behoort tot zijn
„plichten".
Zijn positie brengt mee, dat hij ingewijd is
geworden in tal van „geheime" orden en ge
meenschappen van de inboorlingenstammen in
Afrika, Australië en Indië. Hij is in tegen
stelling met zijn vader, Koning Edward Vil
geen vrijmetselaar, maarwerd wèl door
een West-Afrikaanse stam tot „Opperhoofd van
de Gouden Tand" en door een andere stam tot
„Drager van de Ivoren Fakkel" verkozen; zorg
vuldig worden de waardigheidstekenen van deze
twee hoge ambten bewaard!
Reusachtige schatten en tóch weinig geld!
In de gebruikelijke zin van het woord is Koning
George V niet rijk. Waarschijnlijk hebben tal
van zijn onderdanen hogere jaarinkomens en
bankrekeningen, dan Hij. Maar de inrichting der
Koninklijke paleizen, de talrijke kostbare ge
schenken vertegenwoordigden een waarde, die
in de milliarden loopt!
Op ruim een nrillioen Pond Sterling wordt
alleen al het zuiver gouden eetbestek geschat,
dat bij bijzonder feestelijke staatsbanketten ge
bruikt wordt. Voor de beide beroemde vazen in
het Windsor-Kasteel heeft een Amerikaans mil-
lioenair eens 2.000.000. Pond Sterling _geboden
een aanbod, dat met beleefde dank van de
hand gewezen werd. Windsor bewaart tussen
zijn muren een gouden kroonluchter, die twee
mannen niet kunnen optillen en waarvan de
waarde geschat wordt op anderhalf millioen
Pond Sterling.
De totale waarde der stukken van waarde in
de Britse schatkamer (slot Windsor) zal onge
veer 200 millioen Pond Sterling zijn waarbij
niet gerekend worden de stukken met „lief
hebber-waarde", zoals de bijl, waarmede Anna
Boleyn werd terechtgesteld, enz. Het Schotse
kasteel Balmoral bevat nog een groot aantal
koninklijke schatten en merkwaardigheden.
De natie weet de rust van den Koning te
eerbiedigen
Het liefst houdt Koning George V zich niet
temidden van zijn schatten maar in een klein,
afgelegen kasteeltje, Sandringham. op waar
zijn geliefde en werkelijk enig-ter-wereld-zijnde
postzegelverzameling, zijn hengels, zijn jacht
geweren en de prijzen voor het op zijn land
goederen gefokte vee worden bewaard en ge-
exposeerd. Jaarlijks nemen deze persoonlijke
verzamelingen van den koning geweldig toe,
want iedere Brit beijvert zich, er het zijne toe
bij te dragen en de koning is in het bezit van
menige zeldzaamheid; iedere postzegelhandelaar
ter wereld weet maar al te goed, waar hij een
zeldzame, weinig-bekende postzegel allereersr
moet aanbieder..
Het is typisch, hoe weinig bewaking er over
deze zeer kostbare verzamelingen bestaat. Ter
wijl de kroonjuwelen in de Tower zeer scherp
bewaakt worden, is voor Sandringham een
nachtwaker en een politieronde voldoende.
Enkele pogingen tot inbraak zijn steeds ter
juister tijd verijdeld en in totaal hebben er ver
bazingwekkend weinig van dergelijke pogingen
plaats gevonden! Niet omdat de heren inbre
kers zulke volmaakte vrienden van Koning
George zijn maar omdat zij maar al te goed
weten, dat een geslaagde rooftocht door het
kasteeltje de heie natie in rep en roer zou
brengen en dat men niet zou rusten, voordat Je
buit weer teruggekregen was en de daders voor
beeldig zijn gestraft. Koning George V mag zich
inderdaad verheugen op een buitengewone popu
lariteit onder zijn onderdanen. Vooral de staats
rechtelijke moeilijkheden, die de laatste jaren
tusssen de Dominions en het Moederland gerezen
zijn, hebben er veel toe bijgedragen de Kroon
weer tot de kristallisatiekern voor heel het Brit-
sche Wereldrijk te maken. En de bewuste
Engelsman, de ware patriot, is niet karig met
woorden, als hij wil aantonen, dat Koning
George de hoogste waardigheden der verschil
lende delen van het Wereldrijk met veel waardig
heid en handigheid weet te dragen en weet te
geven, wat hun toekomt.
Typische voorrechten van het Koningspaar.
Ook in de kleinste kleinigheden komt de liefde
tot den koning tot uiting. Zo wordt er b.v'. ijverig
voor gewaakt, dat de oeroude rechten van den
koning angstvallig in ere gehouden worden!
Iedere schooljongen in Engeland weet, dat de
auto van den Koning de enige is, die zonder
nummerbord mag rijden; zelfs de Prins van
Wales heeft dit recht niet. Minder bekend is het,
dat de Koninklijke auto een rood lichtje boven
op de kap heeft, waardoor de voorrang boven
ieder ander verkeer verzekerd is!
Uit oude tijden is het koninklijke privilege
afkomstig, dat Hij in plaatsen, waar zich een
koninklijk paleis bevindt, de theater-censuur
persoonlijk in handen heeft. Daar ook Londen
tot die plaatsen behoort, is die taak lang niet
zonder betekenis. Nog heden ten dage moet
ieder toneelstuk vóór de première aan den
Koning worden gezonden, die de stukken natuur
lijk niet allemaal zélf kan doorlezen, riiaar een
specialen hofambtenaar, de „Koninklijke Censor
voor Toneelstukken" daarvoor heeft aangesteld.
Een ander voorrecht is afkomstig van de
vroegere grootgrondbezitters-rechtspraak. Een
strook land van 200 Meter breedte, rond het ge
bied van ieder Koninklijk paleis is rechtsgebied
van den Koning in Hoogsteigen persoon; daar
spreekt de Koning zélf recht. Dat geldt ook voor
het L.ondense stadspaleis, het Whitehall-palace.
Practise!) komt dit privilege slechts nog hierop
neer, dat in de 200-Meter-strook om de „Witte
Hall", dat de nachtlokalen niet, zoals de con
currenten in de aangrenzende straten, voor
alcoholgebruik na 10 uur verlof bij den Londen-
sen magistraat moeten halen waarmede niet
gezegd is, dat de Koning bij het toestaan van
dergelijke dingen weekhartiger is.
Het merkwaardigste voorrecht van de Konink
lijke familie bezit echter de Koningin; zij heeft
het recht en waar dit recht, of wanneer het
ontstaan is, weet niemand meer de staart
van iedere aan de kust van Groot-Brittannië
gevangen walvis te confisqueren.
DE JEUGD OP SLECHTE PADEN.
De politie te Chicago heeft onlangs een brand
stichter gevangen genomen, die men reeds weken
tevergeefs zocht. Hij had zegge en schrijve
25 branden doen ontstaan en ondanks intensieve
opsporingen gelukte het niet, den dader te grij
pen. Toen men hem tenslotte had, zag de politie
tot haar grote verbazing een 13-jarigen jongen
voor zich staan. Door een toeval had een brand
weerman op een dag op een jongen gelet, die
dicht bij een auto stond en met lucifers speelde.
De jongen kwam hem verdacht voor en hij lever
de hem over aan de politie. Men herkende hem
als den 13-jarigen Edward Maloy. Na een ver
hoor van uren gaf de jongen toe, dat hij alleen
uit sensatielust al de branden van de laafste tijd
had veroorzaakt.
De criminaliteit van jeugdige personen heeft
zich van vroeger af in Amerika het sterkst ont
wikkeld. Vooral in Chicago, waar avontuurlijke
jongens van jongs af de beruchte Amerikaanse
gangsters tot „goed" voorbeeld hebben, heeft
de politie steeds' weer te doen met misdadigers,
die nog zeer jeugdig zijn. Opvallend was daarbij
het feit, dat de jeugdige bandieten in zeer veel
gevallen zonen van gegoede burgerfamilies
waren, die door drang naar sensatie en avontuur
op slechte paden gaan. Deze vorm van crimi
naliteit van kinderen is niet op één lijn te stellen
met de horden verarmde Amerikaanse kinderen,
die uit honger en armoe samenscholen en op
zwerftochten uitgaan, waarbij vaak genoeg
roofovervallen worden ondernomen.
Een geval van een jeugdigen bandiet werd
overigens een tijd geleden ook uit Berlijn gemeld.
Sedert weken waren hier herhaaldelijk autodief
stallen voorgekomen, zonder dat het gelukte, de
dieven te vatten. Nu eindelijk slaagde men erin,
een jeugdige dievenbende gevangen te nemen,
waarvan de leden voor het grootste deel 14 tot
18 jaar oud waren. Verscheidene van hen wer
den gepakt, toen zij met een gestolen wagen ge
durende Pasen een plezierritje maakten in de
omgeving van Berlijn en daarbij panne kregen.
Men zette de jongens achter slot en kwam spoe
dig de gehele bende op het spoor. Nu kwam het
uit, dat in de eerste plaats het verlangen, om zelf
aan het stuur van een wagen te zitten, de jon
gens ertoe verleid had, auto's te stelen en daar
mee tochten te maken. Ook bij deze jeugdige
bandieten zijn er veel jongens uit gegoede krin
gen, die nu voor het jeugdgerecht verantwoor
ding voor hun daden moeten afleggen. Dit be
wijst nadrukkelijk, dat het toezicht der ouders
op het doen en laten van hun kinderen niet
zorgvuldig genoeg kan zijn, want de ouders
van deze tot misdadigers geworden kinderen
worden in alle gevallen voor de schade aan
sprakelijk gesteld.
Verstraten's Leesbibliotheek
Karei v. Manderstraat 61 - hoek Adr. de Jongestr.
WEKELIJKSCHE AANVULLING
VAN NIEUWE WERKEN
Wol en gebreide wollen kledingstukken,
zelfs in de zomer.
Ook de heren der schepping worden in deze
mode betrokken.
Door G. C. MEYERSCHWENCKE.
De gewoonte om zelf kledingstukken te breien
heeft zich zozeer ingeburgerd, dat het van ons,
vrouwen, een tweede gewoonte is geworden om
te zorgen, dat wij steeds een of ander klaar
leggen, dat in verloren ogenblikken ter hand
genomen kan worden. Nemen wij in de koudere
jaargetijden onze toevlucht tot de zwaardere
wolsoorten, dan zijn wij des zomers meer aan
gewezen op de mooie, luchtige variaties, die in
wol te krijgen zijn, waarbij de fijne pastel-tinten
zo medewerken om het geheel een fijn en ge
kleed aanzien te geven.
Het is een goede gewoonte geworden om voor
wollen gebreide en natuurlijk ook gehaakte
kledingstukken een grote plaats in te ruimen,
want met een dankbaar gevoel trekken we zelfs
op zomerse dagen nog dunne wollen jumpers
aan.
Wij, vrouwen, zijn in de laatste jaren wel ge
oefend in het vervaardigen van allerlei kleding
stukken, die we zelf breien en wij zouden bijna
durven beweren, dat vrijwel 90 pCt. haakt of
breit, zij het dan ook slechts, dat een deel zich
tot een eenvoudiger genre bepaalt. Veel, dat we
thans door vrouwenhanden gemaakt zien, be
hoort inderdaad, wat de techniek en coupe be
treft, tot het kunstnaaldwerk. Wij zien o.a. jum
pers, die ons inderdaad aan kant doen denken,
anderen weer, die een harmonische samenvoe
ging van brei- en haakwerk zijn en waarvan de
kunstig gehaakte bloemen en het gebreide kant
werk een combinatie vormen die de vervaar-
digster alle eer aandoen. Kunstgevoel en per
soonlijke smaak brengen producten voort, die er
zijn mogen en die tot voor enkele jaren in hoofd
zaak nog slechts door Weense vrouwen vervaar
digd werden, welke op dit gebied veelal ware
kunstenaressen bleken te zijn.
De mode der komende maanden legt ons in
dit opzicht ook thans niet aan banden en alle
mogelijke patronen worden gebruikt om vesten
en jumpers te maken, die goed passen bij de
complets en 'mantelcostnmes. Een overweldigen
de keuze in kleur, uitvoering, materiaal en coupe
maakt het mogelijk zelfs de meest veeleisende
vrouwen en meisjes bevrediging te schenken.
Eenvoudige en geklede jumpers, met en zonder
mouwen, bescheiden pofjes of grote ballon
mouwen, gebreide jabots, allerlei halsafwer
kingen, zien wij in grote verscheidenheid.
De gehele gebreide japonnen treden eveneens
weer op de voorgrond en de jersey weefsels
zullen moeite hebben zich te handhaven. Aange
zien de coupe dezer gebreide japonnen nu niet
zo ingewikkeld is, vereist het maken niet zo
enorm veel werk en de min of meer geoefende
breisters onder ons zullen zich vol lust en ijver
aan het weTk weten te zetten. We zien deze
japonnen ook met vestjes en garnituren van
iichte zijde of fijn piqué, terwijl aan sommige
modellen kleine elegante klokjes zijn ingebreid.
Ook wordt de garnering in een lichtere of donker
dere nuance dan de wol aangebracht, terwijl om
het middel een wildieren ceintuur met eenvoudige
gesp wordt gedragen.
Deze gebreide japonnen zijn er op berekend
ook zonder mantel gedragen te worden en heb
ben meermalen een elegant afknoopbaar cape-je.
We zien niet alleen zuiver wollen materiaal,
doch ook gemengde wol met zijde, indanthren
geverfd katoen en zijde, zowel in de mooie
pastel- als in donkerder en zwarte tinten, ja,
wij zagen zelfs een jumper, die in een Schotse
ruit gebreid was en toen wij deze op eenige af
stand zagen hangen, was onze eerste gedachte:
„Wat een aardige jumper en wat een levendige
kleuren," doch toen wij hem van naderbij be
schouwden en zagen, dat het inderdaad een
hand-gebreide jumper was, waren wij gaarne in
de gelegenheid geweest de draagster een wel
gemeend compliment te maken.
Dames en kinderen zullen dus ook de komende
zomermaanden in allerlei smaakvol gebreide
voorwerpen gekleed kunnen gaan en zelfs de
heer des huizes zal zich niet achteruit gezet be
hoeven te voelen, want liefdevolle vrouwen
handen zullen ook voor hem zorgen en pull- en
slipovers te kust en te keur voor hem breien.
Voor jongens zijn eveneens aardige slipovers in
wit, afgewisseld door gekleurde strepen en half
lange mouwen, evenals sportieve vesten, shawls.
Zelfs zagen wij een zeer modieuze uitvoering van
allerlei heren-, dames- en kinderbadpakken in
speciaal voor dat doel gefabriceerde wol.
We kunnen dus aan het werk gaan. ook in de
lange avonden, die ons wachten en zullen steeds
ons breimandje bij de hand hebben, om in alle
vrijkomende ogenblikken naar 't breiwerk te
kunnen grijpen. Er wacht ons nog een berg van
werk, dat wij echter gaarne aanvaarden, omdat
wij weten van hoeveel practisch nut de eigen-
gebreide voorwerpen zijn.
RIJST MET TUTTI FRUTT1.
125 gr. rijst, 6 d.L. melk, 25 gr. boter, ruim
Zï kopje suiker, paneermeel, klontjes boter, 2
eieren, 250 gr. tutti frutti, 50 gr. suiker, citroen
schilletje, maizena.
De tutti frutti wordt gewassen en minstens
24 uur geweekt; voor de rijst brengen wij de
melk aan de kook met de boter en suiker,
strooien er de gewassen rijst in, brengen ze aan
de kook, plaatsen een asbestplaatje onder de
pan en laten de rijst heel langzaam gaar smoren.
We kloppen eerst de eierdooiers, roeren ze door
de rijst en kloppen daarna het eitwit zeer stijf
en voegen er dit eveneens bij; daarna vetten
wij een rijstrand in, doen er de rijst in en
storten deze daarna op een schotel. De ge
weekte tutti frutti wordt slechts even opgeweld
met suiker en citroenschilletje, daarna met een
schuimspaan uitgeschept en om de rijst gelegd,
de sap wordt gebonden met een weinig maizena,
daarna over de rijst gegoten.
PARIJSE SAUS.
Voor koude gekookte en rauwe groentensla.
1 theelepel zout, 1 theelepel suiker, 1 thee
lepel mosterpoeder, 1 theelepel paprika, 2 eet
lepels tomatenketchup, theelepel peper, 2 d.L.
slaolie, y2 d.L. azijn of citroensap.
De opgegeven hoeveelheid saus is voor
meerdere porties en kan, indien voor het gebruik
weer opgeklopt, in een afgesloten jampot be
waard worden gedurende enige dagen.
Kruiden en ketchup worden met een houten
lepel goed dooreen gemengd, daarna wordt
telkens 1 eetlepel slaolie bijgevoegd en met de
garde met de kruiden vermengd. Als wij zes
eetlepels olie op deze wijze hebben geklopt,
wordt 'de rest bijgegoten en gedurende enige
minuten flink geklopt, daarna mengen wij de
azijn of citroensap erdoor.
VLEES- OF VISSAUS.
1 theelepel droge mosterd, 1 eetlepel water,
l/2 theelepeltje zout, 1 theelepel Worcester saus,
I theelepel suiker, y2 theelepel paprika, 2 d.L.
slaolie, y2 d.L. azijn.
Water en mosterdpoeder tot een papje mengen,
daarna telkens 1 eetlepel slaolie bijvoegen en
met een garde kloppen, totdat de helft van d
olie verwerkt is. Vervolgens worden de azijn en
de overige ingrediënten met de saus vermengd
en tenslotte de resterende slaolie, telkens twee
eetlepels tegelijk. Naarmate we langer kloppen
zal de saus smakelijker worden.
Modelboerderij
HILLEGOM Telefoon 5107
voor hoogfijne ZUIVELPRODUCTEN
AARDAPPELKOEKJES.
250 gr. geschilde aardappelen, 40 gr. brood
kruim, 1 ei, 1 dessertlepel geraspte ui, zout,
peper, boter of delfrite.
De aardappelen worden (rauw) geraspt en
in een kom gedaan met broodkruim en geraspte
ui, daarna vermengd met het geklopte ei, zout
en peper. De boter of delfrite wordt in een
koekepan gesmolten. Voordat de koekjes in de
pan gedaan worden, moet de boter of delfrite
goed héét zijn. Het vuur mag niet te fel zijn,
daar het baksel anders niet gaar wordt. We
rekenen b.v. 5 min. bakken voor iedere zijde en
men moet de koekjes liefst met een breed mes
omkeren, om het breken te voorkomen. Deze
hoeveelheid is voldoende voor 4 koekjes.
NASI GORENG.
500 gr. rijst, 300 gr. vletsresten, 50 gr. ham,
2 eieren, 1 flinke ui, zout, delfrite, sambal
oelek, kroepoek.
We zorgen voor een flinke hoeveelheid rijst,
b.v. een pond en koken, deze zoo droog moge
lijk, liefst 's morgens al, omdat de rijst geheel
en al koud moet zijn.
De rijst wordt herhaaldelijk gewassen, zo
dat het aanhangende meel geheel verwijderd is
en daarna opgezet met tweemaal zoveel kokend
water en wat zout. Gedurende een uur op een
heel klein pitje in goed gesloten pan gaar
stoomen en koud laten worden.
In een platte ijzeren pan wordt delfrite ver
warmd en hierin de zeer fijn gesnipperde ui
licht geel gefruit, een mespunt sambal oelek
bijvoegen en het fijn gehakte vleesch, daarna
een gedeelte van de rijst. Is de rijst verwarmd,
dan doen we er weer wat bij, totdat al de rijst
in de pan is, en wij de massa nog wat laten
bakken, steeds om en om scheppen met een
ijzeren spatel of pannekoekmes, daarna wordt
de rijst in een verwarmde schaal gedaan en be
dekt met plakjes ham en de aan reepjes ge
sneden omelet, die wij gebakken hebben van
de los geklopte eieren en een paar lepels water.
We geven hierbij kroepoek, die we in goed
warme delfrite bakken, daarna bestrooien met
fijn zout.
WAT DRAGEN WE ALS HET REGENT
Net als al onze andere kleeren, doen*'ook de
legenmantels met de mode mee. Ze worden
tegenwoordig van allerlei waterdicht gemaakte
wollen en zijden stoffen vervaardigd en zien et
vaak heelemaal niet meer als regenmantel uit
zooals bijv. het model rechts op ons plaatje Het
is gemaakt van waterdichte tweed en heeft een
heel grooten kraag, waarop tw-e groote houten
knoopen genaaid zijn. Ook op de breede man
chetten een knoop.
De andere mantel 'reeft het gewone regenjassen
model. Als materiaal is hiervoor waterdichte
soepele zijde gekozen. De breede revers zijn ge
voerd met dezelfde stof, maar in een contrastee
rende kleur wat bijzonder aardig staat. De grooU
gesp aan de ceintuur en de knoopen hebben, even
als het mutsje, de kleur van de revers. Practisch
zijn de schuine, diepe zakken, die met een knoo;
dichtgemaakt kunnen worden.
GOEDE KNIPPATRONEN.
Patronen kunnen per Oriei aangevraagd wordei
met bijsluiting van f 0-58 is postzegel» aan dt
Moderedactrice van Üt blad, Roelofsstraat 105
te 's-Gravenhage.
ROEREIEREN MET HAM.
8 eieren, 8 lepels melk, peper, zout, 125 gr.
gekookte ham (of schouderham), 40 gr. boter.
We hakken de ham fijn en kloppen de eieren
met peper en zout, tot geel en wit zich goed met
elkaar verbonden hebben, doen er daarna de
melk bij en kloppen deze door de eieren.
We nemen liefst een steelpan, smelten hierin
de boter, voegen de eiermassa erbij, waardoor de
ham is geroerd en plaatsen de pan op een niet
te fel vuur, steeds kloppende, totdat een brij
achtige massa ontstaat, die echter niet tè droog
mag worden, nemen de pan van het vuur en
dienen de eieren op een verwarmde schotel op.
WENTELTEEFJES MET TOFFEESAUS.
10 sneetjes oud (casino) brood, '/2 L. melk,
1 ei, kaneel, boter voor de saus, ruim twee ons
donkere kandijsuiker, ruim twee ons lichte huis-
houdstroop, d.i. ongeveer 1 kopje, 100 gr. boter
of margarine.
We kloppen de melk met het ei en de fijne
kaneel en snijden het casinobrood in 10 of meer
sneetjes, die we één voor één in de melk dom
pelen. daarna op elkander stapelen en een half
uurtje wegzetten, om de vloeistof goed in te
laten trekken. We smelten boter in de koekepan
en bakken het brood aan beide kanten goud
bruin, leggen de wentelteefjes naast elkaar op
een platte schaal en bedekken ze met een saus,
waarvoor we de boter smelten, hierbij de stroop
voegen en in dit mengsel de donkere kandij
suiker oplossen.
Goed warm opdienen.
KINDERVERTELLING
m
DOOR G. TH. ROTMAN
41. Gelukkig kwam er gauw hulp opdagen.
Een winkelier van de overkant van de straat
kwam met 'n ladder aandragen, die hij tegen
'n boom aanzette. Mijnheer Pimpelmans zwaaide
met z'n benen, maar kon er niet bij. Toen
kwam meneer Bonemeijer er bij. „Dat moet je
anders aanleggen!" zei hij, „laat het maar eens
aan mij over!"
42. Op aanwijzing van meneer Bonemeijer
werd de ladder nu vlak onder meneer Pimpel-
mans' voeten gezet. De winkelier strekte z'n
armen omhoog en ondersteunde de ladder,
terwijl meneer Bonemeijer op de onderste sport
ging staan bij wijze van tegenwicht, als mijn
heer Pimpelmans er z'n voeten op zou zetten...
43. Meneer Bonemeijer had er evenwel niet
aan gedacht, dat meneer Pimpelmans veel
zwaarder was dan hij. Niet zodra liet de heer
Pimpelmans zich dan ook op de ladder neer,
of deze klapte om als 'n wipplank, en wat daar
van het gevolg was, kun je hierboven zien!
44. De arme Bonemeijer, door de opklap
pende ladder weggeslingerd, vloog als 'n bal
door de lucht en kwam met 'n geweldige plons
in de stadsgracht terecht, zodat het water bijna
tot aan de wolken omhoog spatte. Dat had de
goeie man nu van z'n hulpvaardigheid.