Sialans
Opruiming
Stoutenbeek's Modehuis
DE OUDE KAMERAAD
DE VE ©UW I HAAI fï Dl
HET VERHAAL VAN MIENTJE EN SAARTJE PEPERNEUT
mg
ct.
TWEEDE BLAD
VERVOLG PLAATSELIJK NIEUWS
goedkoper ir
een warme wintermantel of een
aardig japonnetje kosten nu zo
weinig dat iedereen zich de
weelde ervan kan veroorloven.
PLEIN 10 HAARLEM - TELEFOON I5S24
Behoren vrouwen tot het
„zwakke'' geslacht
\RI 1936.
N
5
T
3
9
5
t
3
3
>i
r
1
J
No. 1. 3 JANUARI 1936.
h
m het mis-
:n tegen te
oude zeden
breekt men
)e invoering
an ook niet
lie niet met
nen, dat het
der voeten
p te blijven,
1 zou gaan.
m doekje in
het gelaat
of viermaal
koud water,
;t wisselbad
want daar-
)on onaan-
gehele huis
de keuken-
uden en een
een uitweg
en melk of
it men zout
wijderd men
over de be-
voorkomen
geur ont-
net azijn in
t gasstel of
1, neemt de
litglijden op
i, moet de
met rauwe
gd inet een
uilste glazen
DE EERSTE HEEWSTEEDSCHE COURANT
DE BEKENTENIS VAN EEN FRONTSOLDAAT
Door RALPH URBAN.
Groot en rood stond de maan aan de sterren
hemel en weerkaatste in het meer.
Wij zaten aan het strand, mijn oude vriend
en ik, en keken over het meer.
vVe hadden een hele tijd gezwegen, toen mijn
vriend zei:
„Soms worden we gepakt door de herinne
ring. Dan wordt de „sluier der vergetelheid"
heet dat niet zo? weggenomen, en uit het
verleden duiken schaduwen op. De schuld
wreekt zich."
Ik wist niet, wat hij bedoelde, en zweeg.
„Schuld of geen schuld," ging hij door, „ik
had niet het recht om den man te doden en
daarom moest ik betalen.
Herinner je Otto Jager nog?"
ik dacht na. Een beeld uit het verleden kwam
dichterbij en werd scherper. Hij stond weer
vóór mij, de gespierde blonde onderofficier, een
moedig soldaat, iemand, die nooit zijn kalmte
verloor.
„Ja, ik herinner me hem," zei ik, „hij viel in
vijftien in Rusland."
„Hij viel in Rusland," herhaalde mijn vriend,
„maar hij stierf door mijn hand!"
Ik keek sprakeloos naar den man naast mij.
Bleek was zijn gelaat in het maanlicht.
„Wij frontsoldaten, we waren harde kerels,"
zei hij, „en we werden toen nog extra hard,
doordat we ons met de gedachte vertrouwd
maakten, dat we toch maar leefden om te
sterven. Alléén maar leefden om te sterven.
„Tjonge-tjonge," zei Otto Jager eens tegen
mij, toen we schouder aan schouder in de
modder lagen, en naast ons eentje brulde, die
we toch niet meer helpen konden. „Wanneer
het met mij zover is, moet jij me een kogel door
m'n kop schieten, ik zal het bij jou ook doen."
En eens was het zo ver.
Ik vond hem in een granaattrechter. Hij
lachte tegen mij met bleke lippen. „Ouë kerel,"
zei hij, „ze hebben me kapot geschoten, mijn
benen doen me zo'n allemachtige pijn. Zal ik
ooit met mijn heer zoon, die ik nog helemaal niet
gezien heb, om het hardst kunnen lopen?"
Het tragische was, dat Otto Jager geen
benen meer had. Maar dat wist hij niet, en hij
keek me aan met een hoopvolle blik, die geen
leugen verdroeg.
De dappere doodt met het zwaard. Ik gaf
hem het genadeschot. Het was uit."
„Het is lang geleden," ging hij eindelijk weer
door, „geen mens wist, dat ik uit medelijden
of uit lafheid moordenaar werd. Misschien zou
men Otto Jager hebben kunnen redden, zoals
er zovelen werden gered. Wie weet
Hij keek weer lange tijd zwijgend voor zich
uit, verdiept in het verleden.
„Vele jaren zijn er voorbijgegaan. Wij, jonge
frontsoldaten streden vóórt, en er bleef ons geen
tijd om het geluk te zoeken. Maar toen kwam
het naar mij, het geluk. Ik ging voor een paar
weken naar een badplaats, en in het hotel waar
ik logeerde stapten twee dames af, een moeder
en haar dochter. We maakten kennis met elkaar.
De moeder zag glimlachend toe, hoe ik de
dochter het hof maakte. Inge was mooi, ze was
de jeugd, die ik eens verloren had. Ik hield
van haar, zoals iemand met een eenzaam hart
liefhebben kan. Het meisje duldde mijn hof
makerij en de moeder vond het niets erg dat
ik zoveel ouder was dan Inge. Ze gaf mij te
verstaan, dat een jonge man van Inge hield,
maar dat er van een huwelijk niets zou kunnen
komen. Hij had totaal geen vooruitzichten.
Zo verloofde ik me met Inge, en het werd mij
bijna bang te moede door het al te grote geluk.
Toen kwam de dag, waarop ik betalen moest.
Het was een mooie, zonnige dag, en Inge en
ik wandelden gearmd door het park, waarin het
hotel lag. Plotseling hoorden we achter ons
voetstappen en Inge keek om
„Otto!" riep zij, „wat doe jij hier?" en angstig
klemde zij zich aan mijn arm vast.
Vóór mij stond een blonde jonge man met
fonkelende ogen.
„U wilt mij mijn meisje afnemen?" riep hij
driftig. „Omdat U ouder bent dan ik, en veel
meer geld hebt. U steelt het recht van de
jeugd."
Otto Jager was het, die daar voor mij stond,
even jong als toen, even gespierd, even blond.
Even zag ik in een flits een beeld uit het
verleden. En niet één beeld, maar een heleboel.
Als een film gingen ze aan mijn ogen voorbij.
Tot het laatste beeld kwamEn ik zag
weer de granaattrechter, waarin hij lag en zijn
hoopvolle blik, die geen leugen verdroeg. En ik
hoorde het schot. Neen, ik wilde niet verder
zien
Daar vóór mij stond zijn zoon. Zijn even
beeld. Zijn „heer zoon", dien hij nooit had
mogen zien!
„Neen, mijn jongen," zei ik, „het meisje kan
ik je niet afnemen." En ik draaide me om en
ging de weg alleen terug. Achter mij hoorde
ik Inge's lach, toornig en spottend tegelijk.
En nü nog hoor ik dat lachen, dat mij hei
hart gebroken heeft
Het verhaal van mijn vriend was uit.
Langzaam wendde ik mijn gezicht naar hem
toe. Hij was opgestaan, en keek recht voor
zich uit, verder dan de bergen, verder dan de
horizon. Gebogen was zijn rug. Hij stond er,
als een oud man. En toen ik naast hem stond,
legde hij zijn hand op mijn schouder. Zo ston
den wij lange tijd.
Al zwaarder drukte zijn hand op mijn
schouder, tot ik merkte dat hij bezig was te
vallen. Voorzichtig legde ik hem op de grond.
Zijn lippen prevelden iets en ik legde mijn oor
aan zijn mond.
„Schuld wreekt zichOtto, kzijn
stem brak af.
Hij was niet meer.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Terug te bekomen aan het Postkantoor te
Heemstede, een portemonnaie met inhoud; G.
Tukker, Molenwerfslaan 56, een paar dames
handschoenen; Van Amerongen, Raadhuisstraat
28, een portemonnaie met inhoud; Mevr. Leffe-
laar, Ant. Mouvelaan 7, een portemonnaie met
inhoud; Van Tijn, P. de Hooghstr. 2, een
scheerapparaat; Politie Haarlem, een twee
persoons cano; P. Sleutel, Wilheiminaplein 12,
een dop van een auto (Chevrolet); A. Meijer,
Berkenlaan 23, een wollen handschoen; Mevr.
Breebaart, P. C. Hooftkade 2, een paar regen
pijpen; Wiersma, Schouwbroekerstraat 7, eèn
vulpen; J. Bosma, J. v. d. Bergstraat 32, een
paar handschoenen; Driessen, Molenwerfslaan
18, een rozenkrans; Vastenhoven, Sumatra-
straat 26, een kinderportemonnaie; H. de Graaf,
Borneostraat 12,. een jongensrijwiel; J. Nees-
kens, Zandvaartkade 4, een damesring; a. t.
Veram, Burgwal 46rood, Haarlem, een dubbeltje;
Toupin, Santpoorterstraat 18, Haarlem, een
rijwielbelastingmerk; Driessen, Prinsenlaan 12,
een portemonnaie, inhoudende een belasting-
merk; J. Deelissen, Lombokstr. 1, een glacé
handschoen; B. v. Schie, Molenwerfslaan 16, een
handschoen; D. Keizer, Heerenweg 6, een
rechter handschoen; Spoor, Sumatrastraat 11,
een pop; Duindam, Res Novaplein 29, een paar
sleutels; L. v. d. Asdonk, Binnenweg 1, een paar
kinderhandschoenen; Broekman, Adr. Loosjesstr.
45, Haarlem, een nummerplaat motorrijwiel G.
Z.-22319; Havenstraat 4, een grijze poes; Nees-
kens, Zandvaartkade 2, gouden ring; Schipper,
Tal mast r. 11, een shawl; Neeskens, Zandvaart
kade 4, herenhandschoen; L. Timmers, Lieven
de Keylaan 3, een dameshandschoen; J. v. Pel,
Koediefslaan 57, portemonnaie, inh. rozenkrans;
A. Barends, Bosb. Toussaintlaan 12, gouden
oorbelletje; Kabel, Borneostraat 62, een lederen
handschoen; Van Nes, Lentelaan 3, een rijwiel
belastingmerk; C. Schoenmaker, Celebesstraat
13, een hockey-stick; J. v. Bakel, Heerenweg
25, een wollen muts; Akkermans, Zandvoort-
schelaan 161, een damesrijwiel; Oostenrijk,
Bosb. Toussaintlaan 54, een ceintuur; Politie
Bureau, een sigarenkoker, een sleutel van een
melkbus, actetas, wollen dameshandschoen,
een sleutel, hamer, nijptang, kinderhandschoen,
herenhandschoen, wollen das en een rozenkrans.
VOOR HET KIND.
Een oud feest: 6 Jan. is Driekoningen.
Charles Eyk's fijne kaart, die heel de
Kersttijd tot 6 Januari omspant, wordt
dezer dagen nog weer verzonden.
Driekoningen is een kinderfeest, het
blijve dit; speciaal voor de misdeelden.
Men gebruike daarom zoveel mogelijk
Weldadigheidspostzegels VOOR HET
KIND.
MAANSVERDUISTERING.
Op Woensdag 8 Januari a.s. zal een totale
maansverduistering plaats hebben, die in Neder
land bij gunstige bewolking goed zichtbaar is.
De verduistering vangt aan om 4.49 uur n.m.,
terwijl de maan om 6.18 uur n.m. geheel ver
duisterd is. Deze totale verduistering zal 24
minuten duren. Om 6.42 uur treedt de maan
weer uit de schaduw der aarde en om 8.11 uur
des avonds zal het verschijnsel geëindigd zijn.
BADHUIS HEEMSTEDE.
In het Badhuis aan de Postlaan werden in de
week van 23 tot en met 28 December genomen
562 douchebaaen en 20 kuipbaden.
GEVESTIGDE GEZINSHOOFDEN TE
HEEMSTEDE.
A. Baars, Zandvoortschelaan 168. J. van
Beek, Landzichtlaan 38. Wed. M. C. Oever-
hausDriessen, Timorstraat 25. Wed. G.
Scholte, J. M. Molenaerplein 13. J. Smits,
L. van Leijdenlaan 13.
DE KERSTGAVE AAN WERKLOZEN
Aan 180 R.K. georganiseerde werkloze ge
zinshoofden te Heemstede werd een Kerstgave
verstrekt, n.l. vlees, vet, worst en krentenbrood,
en aan 60 ongehuwden sigaren en tabak.
Een bijzondere vermelding verdient zeker een
gift van de firma Koning, sigarenhandel, die
aan elk der gehuwden een bon gaf voor 6 sigaren.
OPBRENGST COLLECTE.
Zondag werd alhier onder alle H.H. Missen
in de parochie van den H. Bavo een predikatie
gehouden door den Weleerw. Zeergel. heer J.
Lauwrier, leeraar aan het Seminarie Hageveld
ten bate van de armen dezer parochie.
De schaaleollecte bracht 635.op.
Moderne voeding eischt voor groot en klein
Modelmelk en Yoghurt van
y%
Modelboerderij „WEERESTEYN"
Hillegom - Telefoon 5107
Alle melkproducten - Prijzen vallen mee
DE betere confectie thans nog
tiOMT U EENS KIJKEN
TIEN TEGEN EEN DAT U IETS
VAN UWGADING VINDT
Vrouwen hebben langere levensduur.
Meer weduwen dan weduwnaars.
„Gij hebt U flink gehouden, mevrouwtje",
zei een tandarts tot een ;onge vrouw, „ik be
handel over het algemeen liever vrouwen dan
mannen
„Maar men noemt ons toch het zwakke ge
slacht?" gaf zij lachen ten antwoord.
„Zeer zeker", was het antwoord van den
tandarts, „doch van medisch standpunt gezien
is dit ten onrechte het geval. Er zijn beduidend
veel meer weduwen d; n weduwnaars en ook
veel meer grootmoeders dan grootvaders. De
vrouw heeft een gemiddelde leeftijd van 58
jaar, de man daarentegen slechts van 56 jaar.
„Is het waar, dat er neer jongens dan meis-
jes geboren worden?" r
„Het sterftecijfer van jongens is groter dan
van meisjes en de statistiek staaft dit met
cijfers. In Amerika hetft een bekende dokter,
leider van een kliniek m Rochester, een onder
zoek ingesteld naar de leeftijd van de mannen
en vrouwen van 80.000 families. Deze statistiek
heeft bewezen, dat de vrouwen tot het „sterke
geslacht" behoren en allerlei ziekten veel beter
weten te doorstaan da:: mannen. Deze Ameri
kaanse arts meent, da» alcohol-gebruik en het
roken het lichaam der mannen minder weer
stand doet bieden.
Dat vele vrouwen hun mannen overleven ligt
misschien ook aan het feit, dat de strijd om het
bestaan veel van hun rachten vereist. In vele
beroepen moeten zij waar lichamelijk werk
verrichten, hetgeen nk het geval is met vrou
wen, noemen wij slech; mijnwerkers, transport
arbeiders, brandweerlieden e. d. Het aantal be
roepsongevallen bij m. men is groter dan bij
vrouwenterwijl veel mepr jongens dan meisjes
door ongevallen omkomen, alhoewel men be
weert dat vrouwen en meisjes minder voor
zichtig zijn.
De statistiek geeft aan. dat tussen de 2030
jaar meer vrouwen da: mannen sterven, tussen
de 3060 jaar heeft juist het tegenovergestelde
plaats.
Enige tijd geleden heeft men een onderzoek
ingesteld naar de oudsie mens van de wereld
en is tot de ontdekking gekomen, dat dit een
vrouw is, die 123 jaar oud is Het was een
Ierse, die echter kort geleden overleden is, en
gedurende haar ganse leven nimmer in een
trein gezeten had, omdat zij niets op had met
zo'n „modern" vervoermiddel. Tot op haar 109e
jaar heeft zij zelf voor haar huishouding ge
zorgd, daarna nam zij haar dochter in huis, die
„pas" 84 jaar was en tot haar laatste levens
dagen heeft zij steeds lange wandelingen ge
maakt.
Is het eigenlijk niet dwaas, dat men de
vrouwen nog steeds be ihouwd als behorende
tot het zwakke geslachlf
STAKENDE „GIRLS".
Glans en ondergang.
In New-York heeft men thans een staking, die
zelfs in deze grote Amerikaanse stad min of
meer uit de toon valt en wel de z.g. Girls of
danseresjes staken. Zij willen niet meer voor
hongerlonen werken gedurende 8 a 10 uren per
dag, zonder de minste sociale bescherming te
genieten.
De openbare mening is aan haar kant, de
verenigingskassen voor steun zijn goed gevuld,
zodat de Revue-Directeuren wel reden hebben
zich bezorgd te maken.
De geschiedenis van deze girls is er een van
glans en ondergang, want' in de dagen der
hoog-conjunctuur was een loon van honderd
dollars per week zeer normaal te no;emen,
terwijl er zelfs gezelschappen waren, waarbij de
eerste krachten het dubbele verdienden en meer.
Mindere krachten maakten zelfs weeklonen van
5075 dollars. In deze goede tijd waren er naar
schatting een tienduizend dezer danseresjes en
werkloosheid kwam bij goede krachten niet
voor. Vijftig grote revue-theaters en een paar
honderd gezelschappen hadden zeer vefe girls
nodig. Vooral de voornaamste danseressen
moeten aan hoge eisen voldoen en deze moeten
een zeer rustig en kalm leven leiden om niet
aan haar prestaties op het toneel te kort te
doen. Meer dan vijf of zes jaren houdt een girl
haar beroep niet vol, daarom is het 'nodig, dat
zij in de jaren, dat zij physiek krachtig zijn om
te dansen, sparen voor haar toekomst, hetgeen
de meesten harer inderdaad deden. Wie niet
meer als eerste danseres aan de gestelde eisen
voldeed, werd terug gebracht naar een lagere
klasse en gevoegd bij gezelschappen, die in de
kleinere steden optraden.
Door de veranderde tijdsomstandigheden
kwam de hoogconjunctuur tot een noodlottig
einde en de lonen werden steeds kleiner, meer
en meer theaters moesten sluiten. Men kreeg
een teveel van goede krachten en de girls
moesten zich tevreden stellen met lonen van
dertig'tot veertig dollars en .een aanmerkelijk
langere werktijd. Men kreeg z.g. morgen-revue's
in alle mogelijke theaters en het gevolg was,
dat de meisjes zes tot acht maal moesten op
treden per dag, hetgeen een buitensporige „aus-
nutzung" van werkkrachten beteekent, zoals
slechts in Amerika mogelijk is.
Zelfs de gezondste en sterkste meisjes kunnen
dit leven slechts enkele maanden uithouden.
Het salaris, dat zij ontvangen is allerminst vol
doende, want men bedenke, dat een groot deel
hiervan moet worden besteed aan massage e.d.
De girls hebben de strijd aangebonden en
staken, hetgeen voor de New Yorkse theater
directeuren een geweldige slag betekent, aan
gezien de pachten hoog zijn.
In verschillende landen zijn wettelijke regelin
gen, waardoor voorkomen wordt, dat ook
artisten op onmenselijke wijze worden uitgebuit
en wellicht bereiken de stakende girls, dat de
Amerikaanse overheid deze misstanden tegen
gaat en een wettelijke regeling der arbeidsuren
voorschrijft.
FLUWEELEN JASJE.
VKK 1758.
Koude herfstda
gen doen ons
naar een warm
jasje grijpen, toch
zien wij er tevens
gaarne goed mee
uit Fluweel vol
doet voor dit doel
altijd buitenge
woon en bijgaand
iiodel is zeker ge
slaagd.
Het jasje heeft
een aangezette,
even klokkende
volant, terwijl de
naad door een
smalle ceintuur
aan het oog wordt
uittrokken. Aan te bevelen is het jasje
net effen kunstzijde te voeren. De mouwen
ijïi naar onderen toe iets ruimer.
Patronen verkijgbaar in de maten 46 en
'S voor 45 cent
Patronen in de maten 46 en 48 kunnen per
brief aangevraagd worden met bijsluiting van
0.58 in postzegels aan de Moderedactrice van
dit blad. Roelofsstraat 109 te 's-Gravenhage.
WAARAAN MOETEN SCHOENEN VOLDOEN?
Kwaliteit en pasvorm.
Goedkope. schoenen zijn slechts zelden van
bijzonder goede kwaliteit en in verband met
het feit, dat zij zo'n belangrijk onderdeel der
kleding vormen, waar hoge eisen wat soliditeit
betreft aan gesteld worden, is het noodzakelijk,
dat zij goede weerstand bieden.
Waaraan moet een goede schoen voldoen?
De pasvorm moet onberispelijk, de werkwijze
soliede en sterk, de zolen houdbaar en het
bovenleer goed zijn.
Iedere pasvorm is niet voor alle voeten ge
schikt en het is zeer verkeerd, indien dames
haar zinnen op een bepaald model zetten,
indien de verkoopster haar deze ontraadt om
een of andere reden, in het belang der koopster.
Schoenen, die niet goed zitten, houden niet
lang stand; het model loopt uit, het bovenleer
vertoont plooien en de schoen voldoet niet,
hetgeen echter niet aan het model, doch veeleer
aan een verkeerde maat is toe te schrijven.
De mening, dat een nieuwe schoen mag druk
ken, en dat dit onder het dragen beter wordt,
is verkeerd. De voet moet geen strijd met het
bovenleer hebben te voeren. Een alleszins goed
passende schoen moet gemakkelijk zitten, zon
der echter ook weer te ruim te zijn.
In verschillende schoenzaken kan men de
schoen, die men denkt te kopen aan de voeten
laten belichten, zodat men zich overtuigen kan,
dat zij goed zitten en ook de tenen genoeg
ruimte hebben.
Goede zaken hebben schoenwerk in ver
schillende maten en breedten, zodat het ver
krijgen van een goed passende schoen een
kwestie van geduldig passen is.
Boxcalfsleer geeft stevige schoenen die wel-
licht-, minder elegant doch duurzaam zijn. Voor
gevoelige voeten is Chroom en glacéleer evenals
peau de suède echter meer aan te bevelen. Om
de levensduur van schoenen te bevorderen is
het nodig dat zij steeds na het uittrekken op
strekkers worden weggezet terwijl het onder
houd eveneens van groot belang is. Goedkope
scliuenvrême is uit cien boze; steeds kteze men
deze van bekende fabrikaten, daar in dit opzicht
de zuinigheid de wijsheid bedriegt.
Verschillende leersoorten als cheneau, boxcalf,
slangenleer, chroom, glacé vragen crèmes van
een bijzondere chemische samenstelling en het
beste is, deze in dezelfde zaak te kopen als de
schoenen.
Nieuwe schoenen moet men bij voorkeur
reeds enige malen vóór het dragen met crème
inwrijven, vooral als men ze voor het eerst met
regenachtig weer moet dragen, werkt een vet-
laagje beschermend.
RECEPTEN.
BISCUITS MET GEVULDE APPELEN.
5 appels (zure en niet te groot), 1 d.L. water,
>/2 kopje suiker, 10 ronde biscuits, b.v.
„Maria's", enige Iepels jam, 1 d.L. slagroom, 10
kersjes of rose schuimpjes, 1 eetlepel suiker.
De appels worden gewassen, door midden
gesneden en daarna wordt het klokhuis ver
wijderd.
Met een half kopje water worden de appels
in een platte pan gaar gesmoord, doch zij
moeten niet stuk gaan; voorzichtigheidshalve
hebben wij ze dan ook niet geschild.
De tien biscuits worden op een schaal gelegd
en op ieder komt een halve appel, waarvan het
uitgeholde midden (van het klokhuis) wordt
gevuld met een of andere soort jam. De slag
room wordt met een tikje zout en suiker fijn
geklopt en over de bovenkant der appels ver
deeld, in het midden komt een geconfijte kers
of een rose schuimpje.
WENKEN.
De eenvoudigste manier om goud en zilver
schoon te maken is, om het enkele minuten In
een kopje heet water te laten liggen, waarbij
1 theelepel ammoniak is gevoegd.
uu iHung;
DOOR G. TH. ROTMAN
(NADRUK VERBODEN)
45. We gingen naar binnen, maar op ons
geroep kwam niemand opdagen. Zonder te be
denken, dat dit toch eigenlijk geen pas gaf,
besloten we toen zélf alvast maar naar de pot
te gaan zoeken, We liepen van beneden naar
boven en van voor naar achteren door het huis,
alle kasten doorsnuffelend; maar van de pot
was nergens 'n spoor te bekennen.
46. Tot we opeens de huisdeur hoorden
opengaan en stemmen in de gang hoorden.
Verschrikt gooide ik het kastje dicht, waar ik
juist in zocht, en rende naar de achterdeur,
terwijl Saar in haar verbouwereerdheid regel
recht tegen een stoel opliep en er mee op de
grond viel„Halt!" bulderde 'n stem
achter ons.
47. Het was de veldwachter, die ons zeker
had zien binnengaan, er, die/nu, met „de vrouw
des huizes" achter zich aan, de kamer binnen
stapteSaar kon nog gauw overeind
krabbelen, beiden holden we de achterdeur uit
en sprongen, hup in 'n roeibootje,, dat daar lag.
Want het huis lag óók aan de plas, en alle
mensen, die daar woonden, hadden een roeiboot
48. Terwijl Saar de boot afduwde, greep ik
de riemen. Net op het ogenblik bereikte ook ue
veldwachter de waterkant. „Kip, ik heb je!"
riep hij, en bukte zich snel, om de boot nog
te grijpen. In zijn haast deed hij het echter zo
pnhandig, dat hij, in plaats van de boot te
pakken, met zijn halve bovenlijf in het watei
terechtkwam. O foei, wat 'n schrik!