0.50
0.50
LAMSVLEESCH
Lamsslagerij Boesmans Zn.
JUFFROUW CAJE STEEKT
DE OCEAAN OVER
NIC. GROENLAND
r,,..
Metselaar-Schoorsteenveger
J. M. SLIKKER
HET KORTE VERHAAL
DE DOKTER AAN
HET WOORD
is-M-:
iiiUril!
LOGICA VAN EEN MEISESHART
Er gebeurt iets bijzonders
in Bata's Pedicure Inrichting!
Binnenw. 74-76
HEEMSTEDE
Telefoon 29141
G RAN DIA'S
A. G. G. M. GIORGIS EN ZOON
m
gezichtsmassage
Voor Lamsvleesch één adres:
LOOSIES UW DRUKKERIJ!
DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT
3
Door ROLAND MARKUS.
In Antwerpen hadden wij ijzer geladen, in
Southampton nog drie dozijn Engelse passagiers
opgenomen en nu, tegen de avond, bemerkten
wij, dat het gemoedelijke passagieren in de
havensteden afgelopen was en dat het schip
zee had gekozen.
De laatste vuurtoren van de Franse kust
lichtte in de beginnende duisternis, maar het
was nog goed te zien, dat hij wit en zwart ge
streept was. Ja, daar staat hij, de laatste post
van dat deel van de reis, die vervloekt weinig
met een pleziertocht te maken heeft.
De wind brandde onze sigaretten op, het was
dan ook volkomen overbodig er een aan te
steken en zo wierp ook de kleine, tweede offi
cier zijn zoeven aangestoken sigaret over de
railing en zei, schijnbaar zonder enige samen
hang: „Wij zullen wel zwaar weer krijgen. Juf
frouw Caje is weer in Southampton aan boord
gekomen."
Wij wisten niet, wie deze juffrouw Caje was
en nog minder wat zij met de reis van onze
„Tanga" te doen had.
„Ach zoo....", lachte de tweede bijna verlegen
en hij verklaarde, dat hij vanzelfsprekend aan
zulke onzin ook geen geloof hechtte. Overigens
heette juffrouw Caje helemaal niet zo, dat was
een schertsnaam. Jaren geleden had de dikke
hofmeester haar die gegeven, want de zachte,
niet meer jonge Engelse, wier naam men op de
passagierslijst kon lezen, kwam tweemaal per
jaar in Southampton aan boord van een Hol
lands stoomschip, liet zich onmiddellijk naar
haar hut brengen en kwam eerst aan dek, als de
Golf van Biscaje aan het spoken was.
Het was dan ook de grap van den hofmeester
geweest, om uit de Golf van Biscaje haar de
naam van Mejuffrouw Caje te geven en het was
wel eigenaardig dat, als de oude dame aan
boord was, de reis tussen Quellant en Kaap
te bereiken. Maar juffrouw Caje was een dame
en geen idiote bakvis.
„Ik ken haar geschiedenis slechts van horen
zeggen, want toen het gebeurde, was ik nog
slechts leerling," zei de Tweede en hij nam onze
uitnodiging om ons de geschiedenis te vertellen,
aan. „In ieder geval kunnen jullie er verzekerd
van zijn, dat juffrouw Caje aan haar gouden
ketting een gouden knoop draagt. Niemand heeft
haar ooit zonder gezien, zij draagt hem nu meer
dan twintig jaar. Werkelijk, zij is nu nog een
mooie vrouw, in haar jeugd is zij echter een
bekende schoonheid geweest. Toen kwam de
oorlog. In de Golf van Biscaje kon het nog on
gemoedelijker zijn dan nu, want verschillende
onderzeeboten maakten de overtocht niet be
paald aantrekkelijk.
Toentertijd ging juffrouw Caje naar Egypte,
of liever gezegd, dat was haar plan, doch op
zekere nacht werd de reis onderbroken. Toeval
lig lag de Golf van Biscaje zo rustig als een
tafellaken, ook dat komt voor, hoewel het niet
gemakkelijk is zich dat voor te stellen. Hoe het
schip heette, waarop de vrouw zich bevond,
weet men niet meer, doch plotseling kreeg de
stuurman bevel om te stoppen, en vlak voor de
boot dook opeens een onderzeeeër op, waardoor
een paniek aan boord uitbrak. Slechts de helft
van de passagiers ging behoorlijk in de red
dingsboten, de rest sprong in zee en moest wor
den opgepikt en drijfnat naast de andere ge
redde passagiers in de reddingsboten worden
opgenomen. Daarna werd het grote schip de
grond ingeboord. Men kon zich een torpedo be
sparen, want er was gebleken, dat op de dek
lading springstof aanwezig was. Er werd dus
een lange lont gemaakt, U kent dat allemaal,
vlug van het schip; af en wat er dan gebeurt,
kunnen jullie wel raden.
Men was nauwelijks vijftig meter van het
JATTT rpTTM TJT TTTTT1 verzilverd schepwerk van de koninklijke
1\ JLLlL 1 U 1\ L 1 LliLHi 1 zilverfabriek gerritsen en van kempen
alleen voorradig bij
gediplomeerd horloger - goudsmid
10 BINNENWEG 10 - TELEF. 2 8 4 2 9
Prijscourant wordt U bij aanvraag, gaarne en zonder verplichting toegezonden.
Finistère altijd bijzonder stormachtig was.
De kleine Tweede had gelijk gehad; de
„Tanga", die, dank zij het Belgische ijzer goed
'ag, dook gedurende uren achtereen met haar
neus diep in de schuimende golven, om deze
even later weer hoog boven het water uit te
steken, zodat de schroef evenveel onder als boven
water was. Geen wonder, dat de eetzaal bijna
geheel verlaten was en de stewards met acro
batische kunst de schotels binnen brachten en
ons trachtten te bedienen.
In de eetzaal, heel alleen aan een grote tafel,
zat Juffrouw Caje. Wij herkenden haar onmid
dellijk uit de beschrijving, die de kleine Tweede
ons gegeven had. Ja, daar zat zij, een vrouw,
waarvan men nog duidelijk kon zien, dat zij
vroeger een schoonheid geweest moest zijn met
een grote hoeveelheid goudblond haar, dat als
een kroon om haar hoofd glansde. Zij had
werkelijk geen ander sieraad nodig, dan dit
prachtige haar. Maar aan een kleine, dunne gou
den ketting droeg zij iets, dat op een klein
medaillon geleek; doch toen zij na tafel voorbij
ons liep, zagen wij.... neen, dat moest een ver
gissing zijn....
Kort voor het naar bed gaan gelukte het ons
den kleinen Tweede te pakken te krijgen.
„Luister eens," riepen wij hem toe, „wat draagt
juffrouw Caje om haar hals? Het is toch niet
mogelijk, dat het een knoop is?"
„Waarom zou dat niet mogelijk zijn?", vroeg
hij rustig. „Jullie weten toch, dat vele dames
er een eer in stellen uniformknopen te verzame
len, namelijk van alle officieren waarmede zij
gedanst hebben. Wij hebben er daarom dikwijls
ook verschillende in reserve en ik ken een
Amerikaanse, die extra naar Japan reisde om
een knoop te bemachtigen van een Japans offi
cier, omdat deze nog in haar verzameling
ontbrak."
Dat interesseerde ons niet. Natuurlijk wisten
wij dat wel. Er bestaan zelfs verzamelaarsters,
die uitsluitend kapiteinsknopen verzamelen en
voor geen middel terug schrikken om dit doel
schip af, toen er plotseling iemand aan de rai
ling verscheen, een jong meisje, wier haar in
het maanlicht als goud glansde.
Terug? De Luitenant-Kapitein, die de duik
boot commandeerde, kon zijn jongens niet in
gevaar brengen, neen, dat ging niet. Maar hij
kon zijn eigen leven wagen en dat heeft hij ook
gedaan. Hij is teruggezwommen, langs de touw
ladder naar boven geklommen en het is hem
gelukt. Met de jonge vrouw in zijn armen liet
hij zich weer van de touwladder afzakken, ter
wijl er op het schip een zware explosie plaats
vond, maar het geluk is met de geliefden,
nietwaar?"
Wij keken den Tweede verwonderd aan. „Met
de verliefden?"
„Jullie hebt goed gehoord, met de geliefden.
De onderzeeër sleepte de reddingsboot, waarin
zij terecht kwamen, den halven nacht voort tot
aan de Spaanse kust en gedurende deze tijd
zaten de kapitein en Juffrouw Caje naast el
kander. Zij kusten elkaar niet, zij spraken
nauwelijks een woord, maar zij moeten elkaai
liefgehad hebben. Op het eerste gezicht. Toei;
de rotsen aan de kust opdoken, moest de kapi
tein weer naar zijn post. Hij trok een knoop van
zijn uniform, een gouden knoop, en legde deze
in de smalle, koele meisjeshand. Het was het
enige, wat hij haar als pand kon geven. Hij
droeg geen ring."
„En....?" vroeg iemand na een lange stilte.
De Tweede keek op zijn horloge. Hij moest
naar de brug, doch in de deur keerde hij zich
nog eens om.
„Tweemaal per jaar maakt zij de reis. In het
voorjaar en in de herfst. Op de dag van haar
redding en op de dag, dat men haar meldde,
dat de kapitein omgekomen was."
De jonge officier trad aan dek en wij volgden
hem. Het was donker, en slechts de golven
wierpen lichtend schuim over de railing; maar
wij herkenden juffrouw Caje, die in de verte
staarde en somtijds bij het breken van de lich
tende schuimkoppen in het wit gehuld werd als
een bruid.
WAT TE DOEN BIJ BLOEDVERGIFTIGING?
Het werk van de witte bloedlichaampjes.
Vergiftigingsverschijnselen.
Als een wond verkeerd behandeld wordt,
zodat er door onzindelijkheid bacillen in kunnen
binnendringen, dan begint zij te etteren. Die
ettering is een bewijs, dat het lichaam de ziekte
tot de haard van besmetting tracht te beperken.
Niet ten onrechte noemt men de witte bloed
lichaampjes wel eens de politietroepen van het
lichaam. Zij snellen in groten getale naar de
plaats des onheils, werpen zich op de belager
en vormen tezamen met het afgestorven weefsel
de etter. Men spreekt dan van een abces, als de
etterhaard afgesloten is. De wond gaat tot ge
nezing over, als de etter een weg naar buiten
heeft gevonden, hetzij doordat het abces vanzelf
doorbreekt, hetzij dat het met een mes wordt
opengesneden. Men krijgt eerst met algemene
bloedvergiftiging (sepsis) te doen, als de etter
bacillen en hun vergiftige afvalproducten met
het bloed in het lichaam komen, zodat de be
kende vergiftigingsverschijnselen, die niet zelden
een gevaarlijke vorm aannemen, optreden.
Herhaaldelijk komt het voor, dat een op zich
zelf onbeduidend wondje door verwaarlozing
oorzaak wordt van een ernstige bloedvergifti
ging. Uitgangspunten voor sepsis kunnen zijn:
galsteenziekten, blindedarmontsteking, midden
oorontsteking en bij vrouwen ook aandoeningen
van de baarmoeder. Ook bij angina is steeds de
grootste voorzichtigheid geboden. Hoewel de
sepsis tot de acute infectieziekten wordt ge
rekend, is zij niet besmettelijk.
De eerste verschijnselen van bloedvergiftiging
zijn rillingen, koorts en hoofdpijn, waarbij dan
een algemeen gevoel van onwelzijn komt.
Bewusteloosheid, benauwdheid en verwardheid
van den patiënt zijn eveneens veel voorkomende
verschijnselen, zodat men bijna zou menen met
typhus te doen te hebben. Dikwijls treden ook
gewrichtzwellingen op, de tong is droog en
gebarsten. De koorts stijgt tot 40 a 41 graden,
doch daalt na enkele uren weer. Er vormen zich
kleine etterabcessen en aan de huid zijn bloe
dingen als stipjes zichtbaar, die soms ook tot
grotere bloeduitstortingen kunnen worden. Ook
het hart van den patiënt wordt hevig aangedaan
en niet zelden zijn ontstekingen van de hart
kleppen het gevolg van de grote spanning waar
aan dit orgaan heeft blootgestaan.
Meent men met een geval van bloedvergifti
ging te doen te hebben, dan moet onverwijld
geneeskundige hulp worden ingeroepen. Is de
plaats, waarlangs de ziektekiemen het lichaam
zijn binnengedrongen, vast te stellen, dan kan
door operatief ingrijpen allereerst de etter
worden verwijderd en de wond worden ge
reinigd. Koude omslagen/ kunnen de koorts
binnen de perken houden^CVïöch dit aiies moer
uitsluitend op raad van den dokter gedaan
worden. Alle voorschriften van den arts moeten
met de grootste nauwgezetheid worden op
gevolgd, opdat het genezingsproces niet wordt
vertraagd, of zelfs onmogelijk gemaakt.
Eigen waarnemingen.
leder weet uit eigen ervaring, dat het hart
een hevig gevoel van schrik, angst, verwach
ting, enz., met versnelde werkzaamheid be
antwoordt, die als hartklopping in allerlei varia
ties subjectief is waar te nemen. Als men bij
zulke gelegenheden de pols opneemt, kan men
reeds opmerken, dat deze storing en afwijking
van de normale hartwerkzaamheid, niet in een
eenvoudige, gelijkmatige versnelling bestaat.
Vertragingen en versnellingen wisselen elkander
met meer of minder uitgesproken rhythmische
onregelmatigheden af.
S
Hoe tijdens een plasregen de acrobatische
jongleur de komst van den loodgieter afwachtte.
De vrouw van den hardloper: Toe Jan, loop eens even een mijl; de klok staat stil en ik
moet eieren koken."
Door CHARLOTTE TIEL
Ze ademde verlicht op; dat had ze in orde
gebracht. Vanmiddag zou hij de brief in han
den hebben. Zoals altijd, was ze op lichtgroen
papier geschreven. En Jochem zou niet op het
idee komen, dat deze brief, die er uitzag als
alle brieven, die hij in de loop van de tijd van
haar gekregen had, een afscheid betekende.
Zeer zeker niet. Hij zou haar glimlachend
openmaken, zoals hij altijd haar kleine brieven
openmaakte en dan zou hij heel verbaasd
zijn.
Maar dat ging nu niet anders. Natuurlijk
had ze gehuild, toen ze hem schreef, want zij
hield van Jochem ondanks alles. En ze had
er lang over nagedacht, of en hoe men het
doet; maar wat men wil, kan men, en zo was
ook deze afscheidsbrief tot stand gekomen;
zonder verwijten, slechts met het vaste besluit,
het moet uit zijn tussen ons; je bekommert je
helemaal niet meer om mij in de laatste weken,
nooit heb je tijd, altijd zijn vergaderingen be
langrijker, altijd zijn zakenvrienden of iets
anders van meer gewicht dan een avond met
mij, zelfs aan de telefoon kom je nauwelijks
dat houd ik niet meer uit: en dus uit is het!
's Middags kreeg hij zijn post op kantoor.
's Morgens bereikte ze hem niet meer bij zijn
hospita, daarom had ze het zo geschikt. Ze was
die ochtend niet thuis gebleven. Hij zou hebben
kunnen telefoneren, en ze wilde zijn stem niet
horen, ze wilde sterk blijven. „Mijn waardig
heid", zei ze, „mijn trots", en kwam pas laat
thuis. Zo Iaat, dat ze reeds haar kleine kachel
kon aansteken, en nu kroop ze er dicht bij
en huilde zachtjes voor zich uit. Wanneer men
echte vrouw is, huilt men over een afscheids
brief. Bovendien was dit haar eerste grote ver
driet, en ze was er hulpeloos aan overgeleverd.
Ze was veel te gesloten, om met iemand anders
erover te spreken.
Misschien was alles anders geworden, dacht
ze, als ze hem alles gezegd had. Wanneer ze
hem gezegd had, dat een vrouw door liefde wil
worden omringd, dat ze niet genoeg horen kan,
hoeveel men van haar houdt -en dat ze
nachten lang gehuild had, omdat hij sedert vier
weken nauwelijks te zien geweest was en
als, en alsMaar ze had alles uitgemaakt.
Mannen moeten toch vanzelf weten, voelen,
vond ze, en ze kroop nog verder in haar ver
driet weg. En toen viel het haar in, dat hij
haar misschien helemaal niet liefhad, en hoe
verlaten zij nu was, daar hij op deze brief niet
eens getelefoneerd had. In het diepst van haar
ziel had ze gehoopt, dat hij alles in de steek
zou laten, opbellen, komen haar in zijn
armen nemen en dan zou ze weer hebben
geweten, waarvoor ze op de wereld was. Ze
troostte zich ermee, dat hij zeker aan de tele
foon zou hebben gehangen; tenslotte was ze
niet thuis geweest, hoe kon ze weten, hoe vaak
hij tevergeefs had getelefoneerd. Maar gekomen
was hij toch niet; anders had hij een berichtje
onder de deur door geschoven, zoals hij zo
vaak deed.
„Daar zit ik nu met mijn hele wijsheid,"
dacht ze, staarde in de gloed en wist geen raad
meer. „Liefde is eigenlijk een dom iets. Eerst
schrijft men een brief, om alles uit te maken,
men wil Jochem niet meer zien en dan wacht
men op wat, weet men zelf niet. Want zo'n
brief, daarna kan men niet weer van voren af
aan beginnen, alsof er niets gebeurd was. Dat
is nu uit." En hiermee raapte ze al haar moed
bijeen, ging aan de tafel zitten en trachtte aan
een tekening te beginnen, die reeds een week
geleden was besteld; maar ze was veel te veel
met zichzelf bezig geweest, om nu te kunnen
werken.
Spoedig stond ze op, om water voor thee op
te zetten. Op de kleine corridor was haar kook-
toestel geplaatst. Plotseling hoorde ze schreden
voor de deur, die haar deden verstijven: Jochem,
onmiskenbaar was dat Jochems stap. Hij belde
en riep, op de deur trommelend: „Hallo, Loes,
je licht is aan, maak je thee voor ons? Hoe
staat het ermee?"
Loes hield haar hoofd vast. Hoe was dat
mogelijk? Wat was er gebeurd? En toen ze
opendeed, viel jochem, stralend, haar om de
hals. In het eerste moment zag hij noch haar
behuild gezichtje, noch dat ze hem radeloos en
verwilderd aankeek: „Loes, liefste", ging het
over haar heen: „Vandaag is eindelijk de grote
dag gekomen! Alles is mij gelukt, ik heb die
mooie betrekking gekregen, ik kan nu zelfstandig
werken en wij kunnen trouwen. Weet je,
toen ik vanmiddag het contract tekende, is mij
plotseling ingevallen, dat ik mij louter door de
zorg voor ons geluk in de laatste weken hele
maal niet meer om je bekommerd heb. -
Wat moet je van mij hebben gedacht! Ik ben
werkelijk afschuwelijk geweest er geen
woord van te zeggen, en de laatste dagen heb
ik je niet eens opgebeld. Maar zo gaat het, je
weet nieten toen ging het zonder op
houden verder: precies, hoe en waar en wat, en
vooral: wat nu zou worden ingehaald.
Loes hoorde allang niets meer van wat
Jochem vertelde. Ze dacht maar steeds: „De
brief, in 's hemelsnaam, de brief was Jochem
niet op kantoor geweest, heeft hij hem dan niet
gelezen? De brief...." Alles draaide om haar
heen, ze werd duizelig, en ze viel bijna tegen
de stoel, waarop Jochem bij het vuur zat.
Nu ontdekte hij pas, hoe behuild ze er uit
zag; hoe bleek bovendien en hoe lusteloos. Hij
nam haar in zijn armen, precies zo, als Loes
het zich van tevoren gewenst had en toen
haalde hij haar brief uit zijn jaszak. Onge
opend.... „Loes", zei hij teder, „je hebt veel
ergernis ondervonden van je chefs hoe kan
je over zulke mensen huilen nu wordt toch
alles goed. En vandaag doe ik nu eens, wat ik
al altijd had willen doen en waartoe ik nog
nooit de kracht heb gehad; ik wilde allang eens
een van je brieven hier bij jou lezen, zo met
jou samen, je daarbij vasthouden en eindelijk
eens kunnen zeggen, hoeveel het voor mij be
tekend heeft, wanneer ik die lichtgroene brieven
van je kreeg, hoe heerlijk het was, jouw liefde
temidden van het gejacht en de liefloosheid van
mijn beroepsleven kan je dat begrijpen?"
En toen wilde hij de enveloppe open scheuren.
Loes herkreeg haar zelfbeheersing. Als een
slaapwandelaarster, die altijd juist dat doet,
wat nodig is, nam ze hem lachend met goed
gespeelde rust, de brief uit de hand. „Laat eens
kijken, hoe ziet ze eruit, wanneer ze bij je
komt; juist, gisterenavond, tussen elf en twaalf
afgestempeld, toen was ik nog bij de laatste
lichting; en vandaag afgestempeld met het stem
pel van je firma zo zagen ze er dus uit, wan
neer ze bij je kwamen en als toevallig kwam
ze dichter bij het vuur, boog zich toen voorover,
als of beter te kunnen lezen - totdat ze dicht
bij de vlam was en de brief snel in de brandende
houtsplinters liet glijden: „Jochem, Iaat maar,"
snikte ze „ik wil je liever zeggen, wat erin
staat: dat ik van je hou, dat ik weet, dat je het
ver zult brengen, dat ik aan je geloof, dat ik
zonder jou niet leven kan alles. En dat ik
mij ook nooit meer over „die mensen" zal
ergeren, en dat ik nu de tafel heel mooi voor
ons ga dekken en dat...."
Toen was de brief verkoold. Ze was nu nog
een klein zwart hoopje papier en een jonge,
tegelijk lachende en wenende, vrouw lag in de
armen van een man, die haar liefhad; en de
wereld stond het duizendste deel van een
seconde stil: zoals altijd, wanneer twee mensen,
die bij elkaar horen .elkaar voor altijd gevonden
hebben, of wanneer een ongeluk verhinderd is.
En allebei was hier gebeurd.
iiiiimimimii
Vanaf Maandag 22 t/m Zaterdag 27 Februari pedicuren wij voor slechts f 0.50, ter ge
legenheid van de heropening onzer geheellgemoderniseerde pedicure salon. - Onze behan
deling bestaat uit: 1e. Een verkwikkend voetbad,
2e. Een volkomen pijnlooze voetbehandeling (OOK ELECTRISCH
3e. Een weldadige voetmassage.
MODERNSTE INRICHTING VAN H'STEDE, GEHEEL GESCHEIDEN VAN DEN WINKEL
Elke I5e bezoeker ontvangt ter kennismaking een vrije behandeling. Elke 30e be
zoeker een abonnement ter waarde van f3.75. - Wij verzoeken U met het oog op
de te verwachten drukte, spoedigst dag en uur te bespreken, ook telefonisch.
Behangsel papierhandel
is hét adres voor vakkun
dig behangwerk - En levert
u moderne papieren tegen
concurreerende prijzen -
De nieuwe staalcollecties
worden U gaarne op zicht
gezonden zonder eenige
verplichting IT
Leidschevaart 448, Halte
Kwakel, Tel. 10863, Haarlem
ADVERTEREN
DOET
VERKOPEN
Ridderstraat 18
HAARLEM
TELEFOON 13310
Gediplomeerd Coiffeuse
Heerenw. 23c. H'stede, tel. 28097
Permanent Wavef 3.
Wasschen, Watergolff 0.85
Wasschen, knippen en onduleeren f 1.
Zeer billijke prijzen Manicure Pedicure
Lamsslagerij Boesmans Zn. levert U het geheele
jaar door uitsluitend jong Lamsvleesch, tegen scherp
concurreerende prijzen. Betrekt Uw Lamsvleesch van
de speciaal zaak Boesmans Zn., sedert jaren de
meest bekende zaak op dit gebied
Alléén gevestigd GED. OUDE GRACHT 44, hoek
Zuiderstraat, Haarlem - Telefoon 12171
Bezorgen door den geheelen omtrek zonder priisverhooging
Lamsvleesch van BOESMANS, beter is er niet!!!