De brief voor
Sinterklaas
JANTJE WELGEMOED EN ZIJN VADER
oop de Vrouw ^1=
LEWENSTEIN
TWEEDE BLAD
Vervolg Plaatselijk Nieuws
INGEZONDEN
ReÈenclm aJUnq,
Willem Stuvé's
geschenken
H E E N K
2 DECEMBER 1937 No. 48
DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT
5
PAST TOCH OP UW RIJWIEL!
Iemand, die Zaterdagavond even in de R.K.
kerk aan het Valkenburgerplein was, ontdekte
toen hij buiten kwam, dat zijn rijwiel, dat on
beheerd had gestaan voor het kerkgebouw,
verdwenen was.
Zondagavond verdween eveneens een rijwiel
uit een voortuintje van een perceel aan de
Landzichtlaan.
BADHUIS HEEMSTEDE.
in het Badhuis aan de Postlaan werden in de
week van 22 tot en met 27 November genomen
656 douchebaden en 29 kuipbaden.
Aan 49 kinderen werd een gratis schoolbad
verstrekt op Woensdagmiddag van 2 tot 4 uur.
Van de gelegenheid tot kosteloos baden op
Woensdagavond tussen 5 en 8 uur werd door
74 volwassenen gebruik gemaakt.
(Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie.)
Geachte Redactie,
U vriendelijk dankend voor uw gastvrijheid,
willen wij nog eenmaal terugkomen op ons ver
weer betreffende het stukje „Lijkverbranding".
Velen uwer lezers zullen het op prijs stellen, als
wij in het kort reflecteren op de twee ingezon
den stukken, die in het vorige nummer van uw
blad aan ons adres waren gericht1
De brief van het bestuur der afd. Heemstede
van de Vereniging voor Facultatieve Lijkver
branding was een enkele uitval daargelaten
een zakelijk antwoord op ons verweer. Het
heeft weinig zin dit verweer nogmaals op alle
punten toe te spitsen, daar dit een eindeloze
voortzettng van het debat zou betekenen. Het
katholieke standpunt in deze is voldoende be
kend en de bezwaren, welke men tegen dit
standpunt inbrengt raken dan ook meer de on
verzettelijkheid, waarmee de katholieken dit
standpunt verdedigen dan het standpunt zelf.
De briefschrijvers hebben in zover gelijk, dat
noch zuiver godsdienstige gronden, uit de
Schrift geput, noch de verwijzing naar de
christelijke traditie voor de katholieken als
absoluut geldende argumenten tegen de lijk
verbranding kunnen gelden. Hoewel Schrift en
traditie inderdaad tegen de crematie pleiten,
berust de gedragslijn, welke de katholieken
volgen, wezenlijk op een zuiver positief verbod,
dat door iedereen in het Kerkelijk Wetboek ge
makkelijk kan worden nageslagen. (Canon
1203). Wie zich moeite geeft om de gronden
na te gaan, welke in de vorige eeuw tot deze
postieve verbodsbepaling hebben geleid, zal tot
de ontdekking komen, dat deze alleen berusten
op de sterk anti-godsdienstige tendenz, waar
mee de grote voorvechters voor de crematie
steeds weer hun twijfel omtrent het voort
bestaan na de dood bij hun propaganda hebben
betrokken. Het was allerminst onze bedoeling
deze bedoeling aan het bestuur van de Heem-
steedse vereniging in de schoenen te schuiven.
Omdat de kerkelijke wet, welke de lijk
verbranding verbiedt, louter positief is, blijft het
zeer goed mogelijk, dat in een speciaal geval, in
tijden van besmettelijke ziekte b.v., van kerke
lijke zijde verlof tot crematie wordt gegeven.
Buiten deze zeer bijzondere gevallen, waarvoor
altijd een bijzondere reden aanwezig moet zijn
luut moeV'zij'iï Qrrgescfialcéraj'köm'f het nimmer
voor, dat een katholieke priester bij een crematie
kerkelijke plechtigheden zou verrichten. Ook in
het buitenland weet iedere overtuigde katholiek
zeer goed, dat hij op zeer ernstige wijze de
kerkelijke wet overtreedt, als hij zou verlangen,
dat zijn stoffelijk overschot gecremeerd zou
worden. Dat „ook in landen buiten Nederland
het aantal crematies van katholieken zeer groot
zou zijn", is ons dan ook niet bekend. Het
bestuur der Heemsteedse Vereniging zou ons
zeer verplichten, als het ons enkele bewijzen
zou willen leveren, dat overtuigde katholieken
waar dan ook - op eigen verlangen ge
cremeerd zouden zijn. (De gevraagde inlich
tingen a.u.b. per particuliere correspondentie
Red. E.H.C.)
Mevr. B. B. van B. geeft in haar schrijven
blijk beter van het katholieke standpunt op de
hoogte te zijn, dan de briefschrijfster wil doen
voorkomen. Het meest zakelijke in haar verweer
is het verwijt, dat de Actie „Voor God" partij
zou trekken voor de „onmenselijke Italiaanse
terreur". Daar ons ook dit verwijt niet duidelijk
is, moeten wij het schrijven van Mevr. B. B. v.
B. onbeantwoord laten.
U vriendelijk dankend voor de verleende
plaatsruimte,
Katholiek Comité van Actie „Voor God",
Postbus 2, Heemstede.
U Wij kunnen ons dit inderdaad voorstellen,
en dit is dan ook de reden, waarom wij hoe
wel de discussie reeds was gesloten aan de
Kath. Actie „Voor God" nog eenmaal de ge
legenheid geven op de ingezonden stukken te
reageren. Wij hopen echter, dat zowel vóór- als
tegenstanders van lijkverbranding het nutteloze
van verdere polemiek in ons blad zullen willen
inzien. RED. E.H.C.
„Mams, mag ik alstublieft een velletje papier
en een.... een enflop?"
Karen legt de vulpenhouder, die, door haar
rappe hand bestuurd, over het papier vliegt,
even neer. Haar linkerhand strijkt over Eric's
blonde krullebol.
„Waarvoor moet je dat hebben, jongske?"
„Je zei toch, dat ik een verlanglijstje voor
Sinterklaas mocht maken en dat moet toch in
een enflop gestuurd worden? Dat doe jij toch
ook met je brieven, mams? En weet jij ook,
waar Sint woont, als hij in Holland is?"
„Ik zal straks voor je in het adresboek kijken,
vent", belooft Karen, terwijl ze in de chaos op
haar bureautje naar een velletje papier zoekt,
„alsjeblieft Eric, netjes schrijven hoor en hier
heb je een grote enveloppe van mams."
Tevreden gaat Eric terug naar zijn plaatsje
aan de tafel bij het raam. Karen neemt haar
pen weer op. De brief is haast klaar. Als zij
met een forse haal haar handtekening zet, zucht
ze even. Ziezo, dat is de derde al. Nu nog even
die grote advertentie opzoeken, die haar zo ge
schikt leek. Soms gaan er dagen voorbij, dat je
niets in de krant vindt en dan zie je opeens ver
schillende advertenties om op te schrijven. Als
ze nu maar eens antwoord kreeg, dan was ze
tenminste een klein stapje in de goede richting.
Haar ogen gaan naar Eric, die ijverig zit te
schrijven, het puntje van zijn tong tussen zijn
tanden geklemd, een kleur van inspanning op
zijn gezichtje.
Arme EriJ Met kracht duwt Karen de op
komende tranen terug. Neen, ze wil flink zijn,
ze mag zich niet overgeven aan haar gedachten,
ze moet hier immers doorheen, het móet
om Eric.
Karen's ogen staren weg, de tuin in, waai
de wind onmeedogend de kale takken van de
bomen heen en weer schudt. Hier heeft ze nu
zo naar verlangd, toen ze in Indië was, naar
zo'n echt Hollands najaar om lange wandelin
gen te kunnen maken met Rein. Maar Rein
is er niet meer. Die ligt begraven op een klein
kerkhof, ergens op Java
Het is zo wreed, zo onnoemelijk wreed en
zo zwaar om alleen achter te blijven met het
kind. En als dit alles niet erg genoeg is, komen
de financiële, zorgen er nog bij. Ze woont hier
in huis bij een oude tante, die haar een paar
kamers heeft afgestaan; ze kan het nog een
poosje uitzingen, maar dan... daarna? Haar
ouders zullen haar helpen, zeker, maar ze heb
ben zelf net genoeg voor een rustige oude dag,
van hen wil ze niet profiteren. Neen, als
Rein's vader...
Een cynisch glimlachje krult Karen's lippen.
Rein's vader! Als die wilde helpen... niet eens
haar, maar het kind, het kind van zijn zoon
toch! Haar ouders vinden, dat zij hem om hulp
vragen móet, terwille van Eric, maar neen, dat
nooit, dat kan ze niet.
Haar gedachten gaan terug naar de tijd, ja
ren geleden, toen zij werkte op het grote kan
toor van Rein's vader, waar ook Rein een plaats
innam. Zij kregen elkaar lief en dit had een
storm van protest ontketend bij den ouden heer.
Wat! Wilde Reindert trouwen met een een
voudig, onbemiddeld meisje? Nooit! De vader
had een andere vrouw voor zijn zoon bestemd,
/tap,fflSDi&,mgtuW' ffitJé vcfer "Se-oudè zaak,
Rein's zaak toch ook!
Doch Rein was zijn liefde trouw gebleven.
De oude heer was buiten zichzelf van woede
geweest.
„Als je bij je voornemen blijft en die Karen
Amulsen trouwt, dan ga je eruit, begrijp je!
Dan wil ik niets meer met je te maken hebben.
Dan zoek je je eigen weg maar!"
En Rein had zijn eigen weg gezocht. Hij was
er spoedig in geslaagd een betrekking te vin
den en zij gingen naar Indië. Zij hadden er
goede en mooie jaren gekend. En Eric was er
om hun geluk volkomen te maken.
Eens had Rein vanuit het verre land een po-
ging gedaan, zich met zijn vader te verzoenen.
De brief was echter ongeopend teruggekomen,
de oude heer scheen voet bij stuk te houden.
Hoe was het mogelijk? had Karen zich ontel
bare malen afgevraagd. Het was toch zijn zoon,
die alleen een gelukkig huwelijk boven mate
riële belangen had gekozen.
Toen was Rein plotseling gestorven. Een
ernstige malaria-aanval maakte binnen drie
dagen een einde aan zijn leven. En Karen bleef
alleen met Eric.
De maatschappij, bij wie Rein in dienst ge
weest was, toonde zich coulant. Zij betaalde de
terugreis voor vrouw en kind en zette boven
dien een bedrag, toereikend voor een jaar, op
Karen's naam vast.
Zo kwam ze terug in Holland.
Ze is heel zuinig, maar binnen afzienbare tijd
zal het geld verbruikt zijn. Daarom moet zij
een betrekking vinden. Het zal niet meevallen
weer op kantoor te zitten, maar daar komt ze
wel overheen. En ze kan immers werken, ze
heeft er de capaciteiten voor, ze was corres
pondente in de moderne talen, ze kan dat nog
en ze is al bezig haar steno op te halen.
Haar blik gaat weer naar Eric, die nog steeds
schrijft en een lachje komt op het jonge, moede
gezicht. Eric weet van haar solliciteren.
„Wat schrijf je veel, mams, waarom toch?"
heeft hij gisteren gevraagd.
„Mams moet een baan hebben, jongen," heeft
ze wat afwezig geantwoord.
„Wat is dat, mams, een baan?"
„Ja, joggie, als je dat eens wist", heeft ze
er zich toen afgemaakt, „daar hoef jij je de
eerste jaren nog geen zorgen over te maken,
hoor!"
Eric, heb je zo'n lange verlanglijst voor Sint?
Laat mams eens zien!"
Verschrikt kijkt de jongen op en legt zijn
beide handjes op het papier. „Neen, mams, dat
mag je niet."
Glimlachend buigt Karen zich over de ad
vertentie, waarop ze nog wil schrijven: Particu
lier secretaresse gevraagd, volkomen bekend
met de moderne talen, kennis van Spaans strekt
tot aanbeveling.... Haar pen glijdt alweer over
het papier. Als ze klaar is en de brief in een
enveloppe doet, komt Eric naast haar staan.
„Alsjeblieft, mams." Hij heeft het couvert al
dicht gemaakt. „Wil jij er heel netjes het adres
van Sint op schrijven?" Er is een grote ernst
in zijn diepblauwe ogen.
„Kerel, Eric....", zegt Karen en ze trekt den
jongen naar zich toe. Groot wordt hij al en zo
flink en stevig.... zeven jaai; ook reeds!
„Kom boy, trek je jas aan, we moeten de
Zondag niet in huis doorbrengen, we gaan nog
een fijne wandeling maken voor de koffie en
dan vanmidag naar Oma hè?"
Eric knikt wat afwezig. Zijn gedachten zijn
nog bij de brief.
„Dat is alles voor vanmorgen, juffrouw, als
ik U nodig heb, bel ik U wel."
Als de deur onhoorbaar achter het jonge
meisje gesloten is, blijft de oude heer Remkens
alleen in zijn privé-kantoor. Alleen met de acht
en vijftig sollicitatiebrieven, die hij aan een per
soonlijk onderzoek wil "onderwerpen. Acht en
vijftig van de hondeidzevenenveertig epistels,
die hij maar liefst heeft ontvangen op zijn ad
vertentie voor een particulier secretaresse! Hoe
veel uren van zijn kostbare tijd zullen hiermee
gemoeid zijn? Zoiets dien je toch zelf te. be
handelen. Een diepe frons, die zijn gezicht nog
norser doet lijken, komt in zijn voorhoofd.
wereldberoemde chocolade letters,
gevuld met zeer fijiïe zachte nougat,
in zeer sierlijke-Js&igakking a f I
iuKshoeven
en hartmodëllen
Groote Houtstraat 50 - Haarlem
Telefoon 10992
Hofleverancier
Waarom gaat die juffrouw Reus ook in vredes
naam trouwen?
Hij neemt een der reeds geopende enveloppen
op. Het nummer en adres, van de krant zijn er
met een duidelijke, forse hand op geschreven.
De oude heer Remkens heeft zich nooit toe
gelegd op graphologie, maar hij vindt, dat dit
schrift getuigt van een flink, evenwichtig
en energiek karakter.
Hij haalt de brief uit het couvert.... een trek
van uiterste verbazing komt op zijn gezicht. In
zijn hand houdt hij een velletje papier, waarop
met een grote, onregelmatige kinderhand een
brief is geschreven. Het opschrift luidt: „Lie-ve
Sin-ter-klaas".
De uitdrukking op het stroeve gezicht wordt
iets milder. Een verkeerde brief in de enveloppe
gedaan natuurlijk. Hij wil het papier al in
elkaar frommelen, als zijn oog plotseling op de
ondertekening valt: Eric ;Remkens.
Het bloed stijgt hem naar ^jet hoofd en een
vreemde blik komt in zijn ogen. Eric Remkens!
Maar dat is.... dat moet.:., dat is.... het kind
van Reindert! Zijn kleinzoon dus! Of zou er
nóg een.... zijn ogen vliegen over de brief. Hij
leest: „onze paps is dood" en „toen we nog in
Indië woonden".... geen twijfel mogelijk, dit is
zijn kleinzoon!
Ontelbare gedachten verdringen zich plotse-
Goede verlichting van het
grootste belang
Goed licht maakt het werken gemakkelijker en
spaart de ogen. Zuinigheid brengt vele huis
vrouwen ertoe, om bij onvoldoende licht te
werken. De ervaring leert, dat de arbeids
prestatie veel minder is en dat de inspanning
der ogen vaak leidt tot nerveuze hoofdpijn.
Nodig is om door goede en doelmatig aange
brachte lampen te voorkomen, dat zijzelf en haar
huisgenoten de dupe van deze zuinigheid wor
den, die ook hier de wijsheid weer bedriegt.
Wellicht zullen verschillende huisvrouwen bij
zichzelf denken, dat wij gemakkelijk dergelijke
raadgevingen kunnen schrijven en dat zij gaarne
bereid zulen zijn keuken, woon- en andere ka
mers in een zee van licht te doen baden, doch
dat zulks meer verbruik van electrisch licht met
zich brengt. Deze opvatting is echter verkeerd,
want als zij door een deskundige haar verlich
tingsapparaten Iaat onderzoeken, dan zullen zij
tot de conclusie komen, dat zij met geringer
stroomverbruik beter licht zullen verkrijgen.
In vele woonkamers ziet men zeer verouderde
Huishoudelijke- en luxe
artikelen geschikt als
zie etalages
GR. HOUTSTRAAT] 99
lampen, soms nog wel omgebouwde gaslampen,
die niet aan de nieuwste eisen voldoen. Meer
malen hangt een lamp veel te hoog boven de
tafel, zodat allen, die 's avonds zitten te werken,
zich moeten inspannen om te zien. Laat men zo'n
lamp zakken en boven het gloeilampje een blik
ken reflector plaatsen, dan zal het licht, dat
naar beneden valt, aanmerkelijk sterker zijn.
Vele vrouwen, die vooral in de avonduren nog
op de machine moeten naaien, ontvangen onvol
doende licht -van de lamp boven de tafel. Prac-
tische kleine lampjes, die speciaal op de machine
worden aangebracht en zo goed als geen stroom
verbruiken, heffen dit euvel niet alleen op, doch
maken, dat dubbel zoveel afgedaan kan worden.
Hetzelfde geldt voor hen, die geestelijk werk
moeten verrichten, zowel voor volwassenen als
voor kinderen. De ogen zijn fijn bewerkte instru
menten en moeten zoveel mogelijk ontzien wor
den, hetgeen mogelijk is door de steeds voort
schrijdende moderne belichtingstechniek.
Tenslotte willen wij niet eindigen zonder even
de bijzondere aandacht gevestigd te hebben op
de werkruimte der huisvrouw, waar zij een groot
gedeelte van de dag doorbrengt, n.l. de keuken.
Meestal vindt men" hier zeer onvoldoende ver
lichting, die schaduwen om zich heen werpt.
Wanneer men dan een moderne lamp laat
hangen, b.v. een ronde bol tegen het plafond,
dan ondervangt men dit euvel zonder dat men
een grotere gloeilamp nodig heeft en het werk
zal veel vlotter en aangenamer verlopen.
INDISCHE TOESPIJS.
Kwee-talam.
Voor de onderlaag, die donker gekleurd is:
500 gram Javaanse suiker (goela Djawa), een
klein kopje heet water, 1 Liter melk, 150 gram
maizena.
Voor de witte bovenlaag: 3 d.L. melk, 2 d.L.
room, 75 gram maizena, tikje zout.
We beginnen de goela djawa op te lossen in
het hete water en daarna zeven we het door een
Als U soms een Vulpen wilt geven,
Een goede die duurt voor het leven,
Dan zeg ik UHeusch,
Er blijft (J geen keus,
Bij DANTUMA, daar moet U wezen!
Zijlstraat 90 HAARLEM Tel. II 161
fijn zeefje of een neteldoeks lapje, voegen er
het grootste gedeelte van de melk bij en bren
gen die aan de kook. Met de resterende melk
maken we de 150 gram maizena aan en voegen
deze bij de kokende melk, laten alles doorkoken
totdat we een dikke vla hebben, die we over
gieten in een vrij ondiepe schaal, liefst rond.
Voor de witte bovenlaag koken we de melk
en room met het tikje zout (geen suiker),
houden er echter iets af om de 75 gram maizena
aan te maken, die wij bijvoegen, zodra de melk
kookt, daarna blijven roeren tot de maizenavla
dik is, die daarna over de bruine onderlaag
wordt gegoten en geheel en al koud wordt op
gediend.
Een blijvend geschenk is altijd fijn,
Geef daarom een naaimachine van
N.V. AMSTERDAMSCHE NAAIMACHINE-HANDEL
v.h. A. Lewenstein.
Kruisstraat 42 - Haarlem - Telefoon 12472.
WAT VROUWEN INTERESSEERT.
Een Amerikaanse professor heeft uitgerekend,
dat een vrouw voor het verrichten van haar
dagelijkse bezigheden ongeveer 5 K.M. per dag
in huis aflegt. Zulks beteekent reeds een grote
vooruitgang in vergelijking met vroeger, schrijft
hij, toen de technische hulpmiddelen nog weinig
of niet in gebruik waren en de af te leggen af
stand minstens het dubbele bedroeg.
ling in zijn hoofd. Reindert is dood. Gestorven
in Indië. Maar Rein was voor hem al vele jaren
dood. Het bericht van zijn overlijden heeft hem
niet erg getroffen. Aan zijn vrouw en kind
hij wist, dat er een zoon was, die Eric heette
heeft hij ternauwernood gedacht. En nu houdt
hij een brief van den jongen in zijn bevende
hand.... een brief, geadresseerd aan Sinter
klaas....
Een vreemd, kort. lachje schiet omhoog uit
zijn keel. Hoeveel jaren is het geleden, dat de
naam Sint Nicolaas voor hem een betekenis in
hield? Hoe lang leeft hij al eenzaam in het grote
huis? Zijn vrouw tien jaar dood.... zijn twee
dochters getrouwd, de ene in Amerika, de
andere in Australië.... en zijn jongste zoon, dien
hij sinds diens huwelijk uit zijn leven en uit zijn
gedachten verbannen heeft.
Het is hem gemakkelijk afgegaan! Hij leeft
immers alleen nog voor zijn zaken! Voor iets
anders is bij hem geen plaats. Neen, hij koester
de de laatste jaren geen wrok meer tegen Rein
dert, maar hij heeft er evenmin ooit behoefte
toe gevoeld, hem dit te schrijven en het weer
goed te maken.
Maar dat hij bij Reindert's dood niet aan zijn
vrouw en kind heeft gedacht, die misschien on
verzorgd zijn achtergebleven! Zijn kleinkind!
Wat betekende voor hem tot nu toe een klein
kind? Niets dan een enkel kiekje af en toe van
zijn dochter uit Australië, die twee kinderen
heeft. Meer niet. Het zegt zo weinig.... Maar
hier is een ander kleinkind, van wiens bestaan
hij nauwelijks wist en dat kind schrijft een
brief, die door een speling van het lot in zijn
I)
(Nadruk verboden)
81. Klap! daar gaat de deur weer dicht.
Pa begint te koken!
Zulk een aanslag op zijn eer
Dient terstond gewroken!
Hij trapt zonder ba of boe
Heel 't paneel naar binnen toe,
Zo maar met zijn benen
Door de voordeur henen!
82.
Na dit dapper heldenfeit
Nemen zij de kuiten,
Want je snapt het wel, de boer
Komt terstond naar buiten;
Snel als hazen rennen zij
Naar de sloot aan 't eind der wei,
Wonder boven wonder
Ligt daar juist een vlonder!
83. Maar de boer, dat zien ze wel,
Kan véél harder lopen!
Vader zal zijn vege lijf
Echter duur verkopen!
Woedend blijft hij staan; hij bukt,
Pakt de loopplank beet, en rukt
Met zijn beide handen,
Bijtend op zijn tanden
84.
Doch de boer heeft, als hij 't ziet,
Gauw een sprong genomen;
„Dan kan ik er," denkt hij vast,
„Net nog over komen!"
Bom! daar staat hij midden-op;
Ach, de stakker heeft een strop!
Plons, o wee, daar gaat-ie,
In de modder staat-ie!
handen komt, een brief met grote kinderlijke
letters en taalfouten, geadresseerd aan Sinter
klaas.... En wat schrijft de jongen eigenlijk
allemaal?
Een klop op de deur doet hem opschrikken.
„Binnen!" Hij snauwt tegen den jongsten be
diende.... Vijf minuten later zit hij in een taxi,
die hem naar huis brengt.
En in de eenzaamheid van zijn grote, rustige
kamer thuis, waar niemand hem zal storen,
leest hij de brief:
„lieve Sin-ter-klaas,
Mams zeg dat ik u mag zeg-gen wat ik
graag wil heb-be. Sint mag ik dan een
me-ka-no-doos heb-be? een fluit vin ik ook
fijn of een pi-stool maar dat vin mams niet
goet. en Sint mams wil zo graag een baan
heb-be. Mams schrijf al-Ie-maal brie-ve om
daar-om te vra-gen. ik weet niet wat het is
maar wil u het aan mams ge-ven. Sint?
On-ze paps is dood ziet-u an-ders gaf die
liet wel aan mams, het is toch niet te duur
hè? Me-ka-no is ook 'duur zeg mams. ik heb
van paps toen nog in in-die-en woonde een
groo-te doos gehad. Als die baan erg duur
is Sint, hoef ik mijn me-ka-no niet te heb-be.
dag Sin-ter-klaas, veel groe-te van
Eric Remkens."
Een eigenaardig geluid klinkt door de stille
kamer. De oude heer Remkens steunt zijn hoofd
in zijn handen. Hoe heeft hij dit kind kunnen
vergeten? Zo'n jongen.... Herinneringen komen
aangerend, een niet te stuiten aantal.... herinne
ringen uit de tijd, toen Rein nog een kleine
jongen was. Hoe lang is dat geleden en waarom
heeft hij nooit eerder aan dit alles teruggedacht.
Zaken, succes.... dat was immers alles in zijn
leven! Voor het goede en mooie, dat waarde
geeft aan iemands bestaan, was bij hem geen
plaats. Daarom had hij ook Reindert in een
huwelijk uit berekening willen jagen.... daarom
is hij zijn zoon kwijtgeraakt.
Hij ziet nu ook zijn schoondochter voor zich,
Karen Amulsen, een aardig meisje, een goede
kracht voor zijn zaak, maar een meisje zonder
ka-pitaal. Kapitaal! Geld! Wat een macht heeft
het over hem gehad! Het is onbegrijpelijk, onge
lofelijk, mensonwaardig, dat hij zo gehandeld
heeft, dat hij zelfs indertijd Reindert's brief on
geopend terug heeft gestuurd naar Indië....
Het velletje papier glijdt uit zijn hand op de
grond.... de brief van zijn kleinzoon, zijn stam
houder!
Dan opeens schiet de gedachte door hem
heen: Het is nog niet te laat.... ik kan nog veel
goedmaken! Karen hoeft niet langer te sollici
teren, zij zal niet behoeven te werken, zij moet
thuis blijven bij den jongen. Die gedachte is
als balsum op de knagende pijn.
Op de avond van de vijfde December wordt
er een groot pak aan het adres van Eric Rem
kens bezorgd. Een pak met een prachtige doos
Meccano-onderdelen en zijn naam voluit in
chocoladeletters. Er is een briefje bij voor
Karen. Een heel kort briefje, waarin de oude
heer Remkens zijn bezoek de volgende mid
dag om drie uur aankondigt.