REISJASSEN
Peek Cloppenburg
I
HERMES
BUSY??
|Voor de Vrouw
De Dame,
die zicii Bancroft noemde
TWEEDE BLAD
Vervolg Plaatselijk Nieuws
Het einddoel nog steeds
Stadhuis
HANDWERKTAFELS
HEENK
RECEPTEN
elegante
en
prettige dracht
27 MEI 1938. No. 21.
DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT
w
VREDESGROET PER LUCHTBALLON
Antwoord uit binnen- en buitenland.
De commissie van M. en Opv. deelt mede, dat
er drie brieven zijn ontvangen in antwoord op
de uitgezonden vredesgroet, Zaterdag j.l. aan
de Vredesballonnen gebonden en opgelaten van
af het sportterrein aan de Kleverlaan. Zij her
innert er aan, dat onder elke ballon stond:
„Door Haarlem's Jeugd werd deez' Vredes
groet gezonden,
Schrijf ons door wien en waar deze werd
gevonden."
De antwoorden kwamen van den heer H.
Visser, Hantum-Uitburen (Friesland), van Jan
G. Roeper, Akenbuurt, nabij Den Burg (Texel),
zelfs één uit Denemarken, n.l. van Karl Roed
Petersen, Starup Norremark, per Gravens.
De Comm. van M. en O. verzoekt de kinderen,
die aan de Vredesmiddag deelnamen, vóór 28
dezer een kleine beschrijving van de middag
(in briefvorm) te willen inzenden aan Mevrouw
J. van Zwijndregt, Bloemendaalscheweg 157,
Bloemendaal. De commissie stuurt de drie beste
dan door aan de kinderen die briefjes zonden,
niét de foto, die op het sportterrein werd ge
nomen. Zij kunnen dan zien, wat een aardige
middag het geweest is.
De commissie zal aan de couranten de namen
berichten van de drie kinderen, wier opstelletjes
het beste werden bevonden.
LOTERIJ TEN BATE DER CHR.
PROTESTANTSE BEWAARSCHOOL.
De trekking der loterij, ten bate van de Chr.
Protestantse bewaarschool, georganiseerd ter
gelegenheid van het 25-jarig bestaan dezer
school, heeft Woensdag ten overstaan van
notaris Mr. J. A. de la Hayze plaats gehad.
De hoofdprijs viel op no. 2656. De overige
prijzen vielen op de nummers: 2283, 894, 1740,
1438, 3600, 686, 583, 3316, 266, 3685, 3020,
2175, 1570, 721, 2108, 67, 1802, 2306, 2196,
1778, 1142, 2061, 784, 666, 467, 216, 3710,
471, 1162, 145, 420, 320, 2529, 306, 1710,
2372, 1753, 1057, 310, 2457, 3668, 1341, 2984,
2266, 1650, 818, 2193, 1657, 463, 2598, 3581,
1032, 728, 580, 1582, 2731, 3462, 979, 959,
2354, 1046, 756, 1761, 1584.
De prijzen kunnen afgehaald worden aan de
school in de Lieven de Keijlaan.
GEVONDEN VOORWERPEN
Terug te bekomen bij: Polak, Cloosterweg 13,
autoped op luchtbanden; Bureau van Politie,
zonnepet; W. F. N. Caron, Wipperplein 16,
langharige hond; Loerakker, Bankastraat 68,
bruin wollen sjaal; J. v. Gelder, Zandvoortsche-
laan 121, rijwielbelastingmerk; Oskam, Camp-
laan 8, koper gewicht; L. Steinman, Balistraat
25, kindertasje.
Kent U de
I
nieuwste
De laatste ver
beteringen zijn
automatische
lintomschake
ling en dubbele kantlijn-opheffer PRIJS F 60.
Ziet onze speciale etalage!
ZIJLSTRAAT 90, Haarlem, Tel. II161
.Reparatie- en Copiëer-inrichting!
Een enquête onder 25 jonge meisjes, kersvers
van de H.B.S.
Wat willen zij worden?
„De toekomst van de jonge vrouw is tegen
woordig geheel anders dan vroeger", zo hoort
men algemeen beweren. Wat zeggen de jonge
meisjes van achttien, negentien jaar, die zojuist
de H.B.S. verlaten hebben, daar zelf van?
We hebben aan een 25-tal van haar gevraagd:
Vat wilt U worden? Wilt U verder studeren?
Wenst gij over het algemeen een beroep te
hebben?"
De antwoorden geven ons een klare blik in
de wensen van de jongere generatie.
Slechts aarzelend antwoordden de meisjes
eerst.
Een arbeidsmarkt, zonder vraag naar nieuwe
krachten, in welk beroep dan ook, de hoge
collegegelden aan de Universiteiten, enz. be-'
moeilijken voor velen de keus.
Opmerkelijk is de hang naar het land.... Een
wilde op een buiten rentmeesteres worden, om
dat ze niet de gehele dag achter een bureau
behoefde te zitten, maar ook nog iets aan land
bouw kon doen. Een ander wilde op een buiten
een half jaar lang huishouden, naaien en tui
nieren leren, zich „algemeen ontwikkelen". Vier
wilden studeren voor de betrekking van lerares
in onze "Koloniën.
Een nieuw beroep schijnt dat van: Vrouwe
lijke Tolk te worden. Enigen wilden daarvoor
studeren, om zich talen-talent op deze manier
ten nutte te maken. Een voorliefde voor aard
rijkskunde ging daarmede over het algemeen
gepaard.
Een derde deel wilde aan een Universiteit
gaan studeren.
In elk geval voorlopig.
De een wilde lerares worden, een ander arts,
een derde advocate.
Een jonge dame wilde zich zelfs economisch
bekwamen, om later haar vader in zijn zaak
bij te staan.
Ook mode- reclame- en decoratietekenen had
den veler belangstelling.
Enkelen voelden veel voor het verpleegsters
diploma en voor de betrekking van ambtenares
bij liefdadige instellingen.
Verreweg de méésten wilden echter direct
een betrekking op een kantoor zien te krijgen.
Levendig werden de meisjes op de vraag, of
in het algemeen de neiging tot een voort
durende beroepsbezigheid bij hen voorhanden
was en of zij zich niet liever thuis in huishoude
lijke zaken bekwaamden. Dit werd met ver
ontwaardiging van de hand gewezen.
„Als-je-blieft niet thuis behoeven te zitten!
Dat is een echt bestaan voor een niets-doen-
ster!"
„Je kunt toch wellicht een dienstmeisje in
haar arbeid verlichten?" wierp een leerares
tegen. De meisjes protesteerden.
„Blijft U dan thuis, wanneer U wilt. Wij niet,
Voorlopig willen wij een betrekking.
Voorlopig, al gauw bleek wat daarmee be
doeld werd.
Slechts één vijfde wilde werkelijk het beroep
0111 des beroeps wille, en dat waren die meisjes,
die met een wetenschap of met een loopbaan
als kunstenares dwéépten, en bijvoorbeeld ar-
chitecte, violiste of leerares wilden worden. Alle
anderen beschouwden het beroep slechts als
I eêii overgangsstadium tot het huwelijk; voor de
innerlijke en uiterlijke zelfstandigheid van de
ouderlijke familie en tegenover den komenden
man, houden zij dit overgangsstadium voor on
ontbeerlijk.
Zeker, er zijn uitzonderingen.
Ook onder deze meisjes waren er die zeer
bedrukt waren over de veranderde positie op de
arbeidsmarkt; omdat het beroep, dat zij zich
wensten niet open stond.
Over het algemeen wordt echter de beroeps
keuze door de meisjes niet met die émst be
schouwd als door de jongens.
Natuurlijk verheugen ze er zich op, dat zij
in het vólle leven kunnen komen, hun krachten
daar sterken en beproeven kunnen; zij kiezen
graag een beroep, maar hun laatste doel is
bijna zonder uitzondering het huwelijk.
NIEUWSTE
in diverse practische modellen
GROOTE HOUTSTRAAT 99 HAARLEM
GULDEN REGELS DER GASTVRIJHEID.
Wanneer men gasten te eten heeft gevraagd,
moet men op die dag de kinderen apart laten
eten. Het is wel mogelijk, dat "de kinderen uit
stekend opgevoed zijn en zich naar alle waar
schijnlijkheid goed zullen gedragen, doch het
blijven kinderen en er kunnen zich door hun
aanwezigheid de onaangenaamste incidenten
voordoen. Wij moeten nooit vergeten, dat
kinderen onberekenbaar zijn.
Reeds bij het opstellen van het lijstje der
gasten en ook bij de tafel-schikking moet zorg
vuldig overwogen worden, of de genodigden wel
bij elkaar zouden passen. Wanneer twee mensen
niets met elkaar gemeen hebben, zullen zij op
de avond van hun eerste kennismaking allicht
koel gestemd blijven en het gevoel hebben, dat
hun avond door Uw onnadenkendheid is be
dorven.
Het is ook goed bij de samenstelling van het
menu rekening te houden met de personen, die
men verwacht. Omgeke^d zullen wij een vriend,
die vegetariër is, niet uitnodigen, wanneer wij
een groot gezelschap verwachten en een menu
hebben, dat hij vrijwel geheel moet laten pas
seren. Wij vragen hem dan eens in klein ge
zelschap en zorgen voor enige vegetarische
schotels; wij kunnen ook, als wij meerdere
vegetariërs kénnen, hen gezamenlijk uitnodigen
op een vegetarisch dinertje. Zulk een attentie
zal ongetwijfeld zeer op prijs worden gesteld.
Het behoort verder tot de taak van de gast
vrouw om haar gasten bezig te houden. Zij
mag zich niet geheel verdiepen in een gesprek,
dat haar persoonlijk interesseert, terwijl zij
niet bemerkt, dat enige van haar gasten zich
vervelen. Zij moet althans proberen om voort
durend in de verschillende groepjes het gesprek
aan de gang te houden.
Persoonlijke, intieme aangelegenheden be
horen niet bij een feestje besproken te worden.
Het gesprek moet zodanig blijven, dat alle
gasten eraan kunnen deelnemen. Ook vak
praatjes en verhalen over zaken maken op de
buitenstaanders een onaangename indruk;
anders is het natuurlijk, wanneer iemand bijv.
een grappig geval vertelt, dat hij op kantooi
heeft beleefd.
EEN COMPLIMENT UIT DOLLARLAND.
Hollandse tulpen en Amerikaanse kaas.
Een der grootste kaasfabrikanten uit de
Verenigde Staten heeft een zeer bijzondere
stimulans voor de verkoop van kaascrêmes be
dacht. Zulke crèmes zijn in Amerika zeer popu
lair, zij dienen voor sandwiches, crackers en alle
mogelijke „snacks", waarbij het voorkomt, dat
de gastvrouw, die niet te veel tijd van voor
bereiding heeft, een aantal soorten klaar zet
met een schaal vol stukjes toast, waarna de
gasten zelf hun hapjes naar eigen smaak ge
reedmaken.
De belegging bestaat als regel uit zachte,
romige kaas'van velerlei soort; deze is op ver
schillende wijze vermengd met speciale kruiden
of zelfs vruchten; zo lezen wij van kaas met
olijven en pimento's, pickles en ananas.
Om de verkoop te stimuleren worden deze
crèmes in aantrekkelijke verpakkingen verkocht
en op grond van een prijsvraag, uitgeschreven
voor 2000 huisvrouwen, worden deze kaas
crêmes thans verkocht in glazen tumblers met
Hollandse tulpen als decoratiemotief.
Het ontwerp bleek n.l. zeer in de smaak te
vallen en het wordt uitgevoerd in rood, groen,
blauw en zwart. Aan deze „tulpenkaas" wordt
door publiciteit met kleurenfoto's van bollen
velden, een molen en een Hollandse boerin, grote
bekendheid gegeven. Met welk resultaat? Dat
deze Amerikaanse crèmes kunnen profiteren van
de goodwill, die de combinatie Hollandse bloem
bollen en kaas in Amerika heeft. Zo is deze
keuze een staaltje van Amerikaanse smaak,
maar in wezen ook een compliment voor het
uitnemende Nederlandse zuivelproduct.
BITTERKOEKJESPUDDING.
1 L. melk, 150 gram rijst, 100 gram bitter
koekjes, 75 gram suiker, 2 eieren, 1 pakje
vanillesuiker.
De melk wordt aan de kook gebracht, we voe
gen er dé goed gewassen rijst bij en laten ze
heel langzaam op een kleine pit gaar worden.
Is de rijst gaar en stijf, dan roeren we er de
suiker, de geklopte dooiers en de fijngestampte
bitterkoekjes en tenslotte het stijfgeklopte eiwit
door, waarna wij de pudding in een met koud
water omgespoelde vorm koud laten worden. We
presenteren er een koude vanillesaus bij, die we
maken van '/2 L. melk, 50 gram suiker, 25 gr.
custardpoeder.
BLOUSE EN ROK.
Succespatroon 3070.
Prijs ::i) cent en 5 cent voor adm. er ver
zendkosten.
Een flatteuze blouse met rok met opge
stikte zakjes. Voor de rok kan zoowel een
zwarte stof als een wollen fantasiestof wor
den gebruikt.
Patronen in de maten 40, 42, 44, 46.
GOEDE KNIPPATRONEN.
Patronen kunnen per brief aangevraagd wor
den met bijsluiting van ƒ0.35 in postzegels aan
de Moderedactrice, Muzenstraat 56, Den Haag.
WENK.
Kurken van flessen bewaart men in een blik
ken doos en drenkt ze later in petroleum. Men
gebruikt er telkens een bij het aanmaken van
kachels en legt hem te midden van het aanmaak-
materiaal, dat in minder dan geen tijd na het
aansteken van de kurk zal gaan branden of
gloeien.
HAARLEM: GROOTE HOUTSTRAAT 38-40
Roman van NORBERT GARAI.
(Nadruk verboden.)
10)
„Waar wilt u met me naar toe?" vroeg ze
angstig. „Ik kan me zó toch nergens vertonen
en ik bezit waarlijk niets anders dan de vodden,
die ik aan heb." Én in een plotselinge opwelling
van verbittering trok zij zich de hoed van het
hoofd zonder zi:t om de nog steeds staag neer
vallende regen te bekommeren. „Hier, kijkt u
eens! Een pracht hoedje, vindt u niet? Die
schitterende bloemengarnering hier heeft tot
taak het gat in het stroo te verbergen, dat de
muizen in de vestiaire van dat paleis erin ge
geten hebben." Zij wierp de hoed midden op de
rijweg. „Stelt u nu nog steeds prijs op mijn
gezelschap?"
In plaats van te antwoorden wenkte de
vreemdeling den chauffeur van zijn auto. Lang
zaam stak de wagen de weg over, driftig waar
schuwde de schelle Boshoorn een voorbijganger,
die haastig terzijde sprong en daarbij in een
plas terechtkwam, waaruit de modder hoog op
spatte. De wielen gingen dwars over Nicole's
zomerhoedje en met twee felle schijnwerpers
ogen kwam de wagen nu op haar toe. Hij
scheen een sluw, vals gezicht te hebben, dat
haar aan den Officier van Justitie herinnerde,
aan Mr. John MerryditDe verdachte, mijne
heren gezworenen, is er in geslaagd op geraffi
neerde wijzede verdachte is schuldig
Zij heeft bedrog gepleegd en ondanks haar
jeugd is zij ean handige, sluwe misdadigster,
die voor niets terugdeinstIk heb daarom
de eer te requireren, dat verdachte zal worden
schuldig verklaard aan het haar ten laste ge
legde misdrijf en zal worden veroordeeld tot
een gevangenisstraf.
Gewekjjg groot stond een ogenblik haar
schaduw naast die van den vreemdeling op de
gevangenismuur. Toen wendde John Merrydit
de blik van haar af en stopte de wagen geruis
loos aan het trottoir. De chauffeur sprong van
zijn zitplaats, opende het portier en salueerde!
Waarlijk, hij salueerde, niettegenstaande zij
toch zeven maanden
En alsof het noodlot dit ogenblik tot een
triomfscène voor haar wilde maken, ging nu
ook de zware poort van de gevangenis open
en kwam de portier naar buiten.
Nieuwsgierig keek hij naar No. 646, den
vreemden heer en de grote limousine. Met de
bewegingen van een grote dame trad Miss 646
op de auto toe. Reeds wilde zij instappen, toen
zij zich haar koffertje herinnerde, dat nog bij
de gevangenismuur stond en, behalve een paar
waardeloze dingen, haar gehele vermogen, be
staande uit 15 sh., bevatte. Snel keerde zij
zich om, liep naar de muur, nam het koffertje
op en zag, hoe de portier haar verbaasd aan
staarde.
Haastig zette zij de koffer weer neer en
wenkte den chauffeur. Eerst daarna besteeg
Nr. 646 de auto, terwijl de vreemdeling naast
haar plaats nam. De chauffeur sloot het portier
en zette zich achter het stuur. De koplampen
floepten aan en wierpen schelle, verblindende
;lichtbunoels op de brede rijweg met het nat
glimmende asphalt.
.Een laatste stoot op de hoorn en Miss 646
reed de wereld in!
Wie ongeveer een uur later de eetkamer van
Jules Savages' woning in de city was binnen
getreden, zou zich ongetwijfeld verbaasd hebben
daar den groot-industrieel aan te treffen in
gezelschap van Nicole Irvine, die, ontdaan van
haar afgedragen regenmantel, er nu althans
minder ontoonbaar uitzag dan op het ogenblik,
waarop de vreemde heer, die niemand anders
bleek te zijn geweest dan de man, die nu tegen
over haar zat, zich over haar had ontfermd.
De tafel was op smaakvolle wijze gedeco
reerd; aan de ingang stond als een Cerberus
de zwijgzame butler en een knappend houtvuur
in de open haard verspreidde zo'n weldadige
warmte, dat Nicole moeite had zich tegen een
haar langzaam bekruipend gevoel van loomheid
te verzetten.
„Het is lang geleden," zei ze weemoedig,
„sinds mij voor het laatst een dergelijk souper
geserveerd werd. Zeven maanden Wakefield!
O, wat was dat voor een leven! Een kleine cel
met een tralie-venster. Manden vlechten, dag
aan dag!" Ze zette het glas neer, dat zij juist
aan de lippen had gebracht. „En dat alles heb
ik verdragen voor een man, wien ik zo on
verschillig ben, dat hij het in die zeven lange
maanden niet nodig geoordeeld heeft ook maar
een enkele maal naar mij te informeren
Zij zweeg plotseling, toen zij bemerkte, dat
Savages haar nauwkeurig opnam. Een gevoel
van beklemming bekroop haar en daarnaast
voelde zij wantrouwen opkomen jegens den
man, die zich nog steeds in een raadselachtig
stilzwijgen hulde. Met geen enkel woord had
hij haar medegedeeld, wat de reden was, dat
hij haar van de gevangenis had afgehaald.
Heimelijk be'spiedde ze zijn gelaat. Het stond
ernstig, gesloten en naar het haar voorkwam,
lag er om zijn mond een bittere trek.
De stilte, welke na haar woorden was in
getreden, maakte haar verlegen en nerveus. Zij
sprong van haar stoel op, liep naar de haard
en begon met een pook de houtblokken vaneen
te schuiven.
„Hebt u Lord Berry Davis nog steeds lief?"
hoorde zij-hem plotseling vragen.
Peinzende staarde zij in de vlammen. „Ja,"
zei ze zacht, „ik heb hem nog steeds lief."
„U moet zich daartegen verzetten, Miss Irvine,
u moet trachten die liefde te overwinnen! Ik heb
uw hulp nodig. Gezamenlijk moeten wij Berry
Davis bestrijden."
Met een ruk keerde zij zich om. „U haat Lord
Berry Davis? Waarom? Wat wilt u van hem?"
Hij hoorde de angst, die in haar vraag lag
opgesloten. Langzaam trad hij op haar toe.
„Miss Irvine," zeide hij, medelijdend haar
hand vattende, „die man is niet waard, dat u
hem lief hebt".
Driftig trok zij haar hand terug. „Dat is mijn
zaak! Ik weet niet, wie u bent en waarom u
hem haat, maar ik zal nooit dulden, dat u Lord
Davis op de een of andere manier kwaad doet."
Ze nam haar regenmantel, die bij het vuur te
drogen hing en liep naar de deur, doch Savages
hield haar terug.
„Dom kind," zei hij, „je begrijpt me geheel
verkeerd. Ik wil je beschermen, ik wil een dame
van je maken, ik wil je zover helpen, dat Lord
Berry Davis, die je nu veracht, het als een eer
zal beschouwen je naar je auto te mogen
geleiden!"
Langzaam legde ze haar mantel weer neer.
Met grote, verbaasde ogen staarde zij Mr.
Savages aan. „Wat zei u daar?", vroeg zij aar
zelend. „Lord Berry Davis zou het als een eer
beschouwen
„Ja, Miss Irvine! U zult er zich over ver
wonderen hoe snel deze sympathieke jongeman
vergeet, dat u met de strafwet in conflict bent
gekomen. Wat ik beloof, pleeg ik ook ten uit
voer te brengen. En ik beloof u, dat Lord Berry
Davis het binnen niet te lange tijd als een eer
zal beschouwen u naar uw auto te mogen
geleiden."
Met de bewegingen van iemand, die met open
ogen droomt, liep Nicole naar de dichtstbij
staande fauteuil, waarin zij voorzichtig plaats
nam. En als kind, dat belooft in het vervolg
gehoorzaam te zullen zijn, zei ze deemoedig:
„Ik zal alles doen, wat u goed dunkt, meneer."
Mrs. Elis Savages zat in de kring van haar
naaste familieleden bij de thee. Zij had de
winter in Biarritz doorgebracht en was eerst voor
enige dagen op het buiten aan de Theems terug
gekeerd.
Lord George Druusmond,. de burgemeester
van Devonshire en zijn vrouw Isidora waren
gekomen om haar bij haar terugkomst te be
groeten. Zij hadden hun dochter, een 18-jarige
enigszins bleekzuchtige jongedame, die door Elis
in de society zou worden geïntroduceerd, mee
gebracht.
Sinds Savages zich hier niet meer liet zien,
had Elis zich voorlopig voor goed op het buiten
geïnstalleerd.
Lord Berry Davis, haar neef, die zich alle
moeite gaf haar over het wegblijven van haar
echtgenoot te troosten, behoorde eveneens tot
het gezelschap.
„Het spijt me, lieve Elis," zei Lord Druus
mond, „dat ik je man niet heb kunnen be
groeten". Hij sprak op luide, militaire toon.
Tijdens de oorlog had hij als overste bij de
artillerie gediend en hij was er steeds op uit
zijn omgeving aan zijn roemrucht verleden te
herinneren. „Werkelijk, het spijt me, dat ik hem
niet kan spreken. Zou ik hem misschien in
Londen kunnen bereiken? Ik loop n.l. rond met
een plan, een zeer voordelige onderneming."
Berry lachte. „Als een lid van onze familie
Jules Savages wenst te spreken, betreft het altijd
een voorstel voor een voordelige onderneming.
Wij bezitten allen de zeldzame gave van het
grote woord. Wanneer we van Savages geld
willen lenen, plegen we dat het plan voor een
zeer voordelige onderneming te noemen."
Druusmond wierp hem een woedende blik toe.
„Ik vind, dat het je aan het nodige respect ont
breekt", zei hij. „Het is niet m'n gewoonte geld
te lenenEn min of meer onzeker liet hij
er op volgen: „En wanneer ik al eens een keer
wat leen, koester ik steeds het voornemen het
ook terug te geven, wat bij jou niet altijd het
geval is."
Berry lachte spottend. „Ook ik ben steeds van
de beste voornemens bezield, als ik van deze of
gene wat leen," antwoordde hij. „Helaas hebben
mij echter tot dusver allerlei onvoorziene om
standigheden verhinderd aan dat voornemen
gevolg te geven."
Dat was inderdaad zeer oprecht gesproken,
want de handtekening van Lord Davis was den
Londensen geldschieters even goed bekend als
die van hemzelf. Hij behoorde tot die categorie
mensen, die steeds meer geld plegen uit te
geven dan hun omstandigheden eigenlijk ver
oorloven. De chronische geldverlegenheid, waar
in hij verkeerde, had zijn familie, die hem meer
malen moest bijspringen, al heel wat hoofd
brekens gekost, maar zijn eigen goede stemming
had er nooit onder geleden.
Lady Ellinor Davis, Elis' moeder, koos de
partij van Druusmond. „Je zult toch bezwaarlijk
kunnen ontkennen, dat je ons al heel wat geld
gekost hebt, Berry," meende ze spits.
Verbaasd keek hij haar aan. „Jullie? U bedoelt
zeker Jules Savages! Hij heeft al meer dan eens
bij moeten springen, ja, maar wie van jullie
durft te beweren, dat hij van Savages' vrij
gevigheid niet heeft geprofiteerd?"
„Die ontactische opmerking had je beter voor
je kunnen houden," kwam nu Isidora Druus
mond, Berry's tante, de anderen te hulp. „Je
schijnt te vergeten, dat Savages door zijn
huwelijk met Elis opgenomen is in een familie,
die tot de beste kringen van Engeland behoort.
Zijn maatschappelijke positie heeft hij alleen aan
ons te danken en ik vind het daarom heus niet
zo erg, dat hij ons uit waardering voor hetgeen
wij voor hem hebben gedaan, van tijd tot tijd
eens uit de verlegenheid helpt."
Elis, die tot dusver niet aan het gesprek had
deelgenomen, scheen plotseling scherp naar iets
te luisteren en liep naar het raam.
Savages' auto was voorgereden. Zij zag hem
uit de wagen stappen en het huis binnengaan.
(Wordt vervolgd.)
r