Kahmann op HET podium het geluk Koningin Wilhelmina en de vrede STEGER Effecten Assurantiën TELEX „Met alle grote mogendheden zoveel mogelijk in vriendschap leven, en met geen enkele mogend heid in te nauwe aansluiting." MEDISCH ALLERLEI Spinaüe kinderverlamming Zijlstraat 90 - Haarlem - Tel. II161 KOERSEN PER DE HEEMSTEEDSE SCHAAKCLUB DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT 9 Er zullen weinig vorsten in Europa en daarbuiten aan te wijzen zijn, die werkelijk met hart en ziel de vrede toegedaan zijn. Onze Vorstin, wier veertigjarig regerings-jubileum wij thans mogen herdenken, is ongetwijfeld een van hen. Wanneer zij als jonge, nog slechts achttienjarige, de regering aanvaardt, staat als een merkwaardig symbool aan het begin daarvan de eerste Haagse Vredes conferentie. Czaar Nicolaas II verraste in 1898 de gehele wereld, doordat hij alle volkeren op riep om te beraadslagen over een eeuwigduren de vrede. Ogenschijnlijk zag dit voorstel er zeer vredelievend uit, maar was in werkelijkheid slechts gebaseerd op geheel andere motieven, met name de angst voor te zware bewapening, die Rusland zelf niet zou kunnen betalen. Waarschijnlijk is dit ook de reden geweest, dat Denemarken, tot welk land de uitnodiging het eerste gericht was, dit verzoek met een zeer hoffelijk gebaar van de hand wees. Daarop werd Nederland uitgenodigd en het idealisme van de Koningin zal er niet weinig toe hebben bijgedragen, dat het verzoek van den Czaar hier een williger gehoor vond, en dat men over de vele moeilijkheden wilde heenstappen en de internationale hoffelijkheid betrachtende, de conferentie dienovereenkomstig ontving en be jegende. Voor Nederland heeft deze conferen tie, die weinig tot stand bracht, wel echter de grondslag voor het latere Permanente Hof van internationale Arbitrage legde, meer ongerief dan goeds meegebracht. Het Vredespaleis. In 1907 werd een tweede Haagse Vredescon ferentie gehouden, bij welke gelegenheid de eerste steen gelegd kon worden voor het toe komstige Vredespaleis. De Amerikaanse staal- koning en milliardair Andrew Carnegie had voor de bouw hiervan een groot bedrag uitge trokken. Reeds enige jaren van tevoren had deze aan de Koningin van zijn plannen blijk ge geven. Helaas woonde H. M. de Koningin de plechtige inwijding in 1913 niet bij. Bij de opening werden hooggestemde toe spraken gehouden, die voor hen, die wat dieper in de internationale toestand vermochten te schouwen, in enigszins los verband stonden met de realiteit. Op het moment van opening was het inderdaad even rustig in de politiek troebele atmosfeer van Europa. 1913 had de vrede van Boekarest opgeleverd, waardoor de kwesties in den heksenketel voor- loopig warén geregeld, maar de verhoudingen waren politiek zoo gespannen, dat vrijwel ieder ogenblik door een onvoorzichtige manoeuvre het uitbreken van de oorlog verwacht kon worden. Nog geen jaar later dreunde het kanon gebulder en ratelde het geschutvuur in het Westen van Europa. Aan de vooravond van dit drama sprak, bij de plechtige ingebruikneming van het Vredespaleis, de voorzitter van de Carnegiestichting het volgende ,,Het Vredespaleis zal niet alleen de werk plaats zijn, waarin men arbeidt aan het hand haven van de vrede door het recht, maar het zal ook tot de verbeelding spreken, en een merk teken zijn voor allen, die geloven aan het voor uitstreven van het mensdom naar dat ideaal der beschaving, waarin er geen oorlogen tussen de volkeren zulien zijn. Het zal bezoekers trekken, pelgrims, het zal de regeringen uitnodigen om hun geschillen aan arbritage te onderwerpen en zal in zijn bibliotheek en wellicht in zijn academie een plaats van geestelijke gemeen schap en samenwerking vormen voor hen, die door de studie van het internationale recht de toenadering der beschaafde volkeren beogen. In die zin zal dit paleis een tempel des vredes zijn, waarin zelfs als de golven van de oorlog aan de gezichteinder rijzen, de betere gevoelens een wijkplaats kunnen vinden, om evenals de duiven van de arke Noachs, na de storm hun vlucht te hervatten." De wereldoorlog. Natuurlijk gaan de gedachten terug naar de vier verschrikkelijke jaren van de Wereldoorlog, toen Nederlands Vorstin en zijn regering het vaste besluit hadden genomen, Nederland buiten de oorlog te houden en strikt neutraal te blijven. Dat is dank zij vele zorgen, inspanningen en opofferingen gelukt. Nederland bleef buiten de oorlog, die rond zijn grenzen de afschuwelijkste verwoestingen, materieel en moreel, aanrichtte. Het is juist in dit laatste opzicht, dat Koningin Wilhelmina in zware tijden ons een moreel sterkend voorbeeld is geweest. Zo zal men zich herinneren, dat zij op de oorlogslening voor een aanzienlijk bedrag van enige millioenen heeft ingetekend. Meer nog door het handhaven van strikte neutraliteit, was haar verlangen de vrede te bewaren. Zij voerde inderdaad een actieve vredespolitiek, hoewel uit de aard der zaak deze ten zeerste beperkt was door de dreigingen van de internationale toestand. Prof. Brugmans zeide het zo typerend in zijn onlangs verschenen boek: „Geschiedenis van Nederland onder de regering van Koningin Wilhelmina": „De regering van die veelbewogen tijd versaagde evenmin als de Koningin, die het voorbeeld gaf, niet alleen van kalme rust, maar ook van sterke zelfbeheersing en solide beradenheid." De Volkenbond. De wil tot eeuwigdurende vrede kwam even eens tot uitdrukking, toen Nederland tot de 1 Januari 1920 in werking getreden Volkenbond toetrad, zij het ook, dat deze stap na enige aarzeling en langdurig overleg der Kamers ge nomen werd; immers men vreesde, niet geheel zonder grond, dat met het lid worden van deze bond, de zo geprezen neutraliteit in gevaar zou worden gebracht. In datzelfde jaar ontving de Koningin ten paleize een juristencomité, dat de instelling van het Permanente Hof van Internationale Justitie voorbereidde. Twee jaar later werd dit instituut geopend, in tegenwoordigheid van de Koningin. De zetel van dit hoge rechtscollege bevindt zich in het Vredespaleis. „Afschuw voor de oorlog." Van dergelijke vredelievende gevoelens gaf zij blijk, toen zij aan de oproep van den Ameri- kaansen president Rooseveldt, gericht tot alle staatshoofden van de wereld, antwoordde: „Ons volk, uit naam waarvan ik spreek, .ver afschuwt de oorlog. Het zou natuurlijk een aanval weerstaan, maar het verafschuwt de oorlog. Evenzeer als het uittarting en aanval tussen burgers ver oordeelt, veroordeelt het uittarting en aanval tussen volkeren. Het meent, dat Voor de ge meenschap der volkeren de tijden zijn aan gebroken om door daden te tonen, dat zij vast besloten is te breken met het recht van'den sterkste als haar uiteindelijk hoogste vorm. Vreedzame regeling is de uitsluitende methode om nationale geschillen te regelen. Mij is geen reden bekend, waarom vreedzame regeling niet de uitsluitende methode zou zijn om internatio nale geschillen te vereffenen. Mijn volk is er diep van overtuigd dat, wil dit doel bereikt worden, vérgaande ontwapening thans gebiedend noodzakelijk is. Immers voort gezette bewapening leidt tot wedloop in be wapening en, gelijk pijnlijke, doch al te spoedig vergeten ondervinding bewijst, tot onvermijde lijke oorlog." Klinkt het niet als de stem van een roepende in de woestijn, dit koninklijke telegram? Een dergelijke positieve uitspraak is bij overheids- kwesties van internationale aard zeer zeldzaam en daarom te waardevoller. DAMMEN. Simultaanseance van den Belgischen kampioen W. Bordon. Dinsdagavond gaf de Belgische kampioen dammen een simultaanseance bij de R.K. Dam club „St. Bavo" te Heemstede. Hiervoor waren 26 deelnemers. De heer Bordon won 17 partijen, speelde remise tegen P. Camphuijsen en P. Veen en verloor van J. v. d. Zwan, J. Draijer, A. Maste- ling, F. Broekman, L. Booms, S. Diependaal en R. Nieuwenhuizen. DAMMEN. Bekerwedstrijden bij de Dam- en Schaakclub „St. Bavo" te Heemstede. Door omstandigheden is er enige wijziging gekomen in het rooster van deze wedstrijden. Dit is nu als volgt: Vrijdag 16 September. Dammen 2e klas: St. Bavo IIO.D.S.; St. JozefAdolf Kolping. Dinsdag 20 September. Dammen le klas: St. Bavo ID.C.H. I; Gezellig Samenzijn I H.R.K.D. I. Schaken le klas: St. Bavo HeemstedeGe zellig Samenzijn; Het Witte PaardSt. Bavo Haarlem. De wedstrijden worden alle gespeeld in het R.K. Verenigingsgebouw te Heemstede. Belang stellenden zijn steeds welkom. De schrik der moeders. Het moeilijke genezingsproces, door Dr. A. VAN RIJN. Er gaat geen jaar voorbij, of de kranten heb ben weer melding gemaakt van het optreden van verscheidene gevallen van spinale kinder verlamming; soms hoort men dan van ver schillende kleinere of grotere epidemische haarden, waartussen merkwaardigerwijs veelal niet het minste of geringste verband schijnt te bestaan en die voor het merendeel op het platte land gelegen zijn. Daar de spinale kinder verlamming nooit geheel uitsterft en er wel altijd hier en daar enkele verspreide gevallen zullen blijven optreden, is de grootste waak zaamheid ten aanzien van deze zo gevreesde ziekte geboden, want zodra deze slechts even mocht verslappen, krijgt het gevaar voor uit breiding, dat steeds op de loer ligt, een goede kans, en dit zou des te ernstiger zijn, daar de ziekte bij epidemisch optreden heeft getoond een hardnekkiger en heviger verloop te hebben dan bij sporadisch voorkomen. Het percentage gevallen met dodelijke afloop stijgt in zulke tijden tot 10, soms zelfs tot 20 en zelfs vol wassenen lopen dan ernstig gevaar, door de ziekte te worden aangetast. De eerste verschijnselen. Bij kinderen gaan aan de eigenlijke verlam ming bijna steeds verschijnselen van algemeen onwelzijn vooraf: het kind heeft geen zin meer in spelen, is lusteloos, humeurig en nukkig, wil niet eten, verlangt naar bed en klaagt over hoofdpijn en pijn in de leden. Ook een eigen aardige overgevoeligheid van de huid, die maakt, dat de kinderen het bij de minste aan raking uitschreeuwen van de pijn, is in het be ginstadium dikwijls een karakteristiek symp toom van deze ziekte. In andere gevallen zet De grootste sorteering VULPENNEN en VUL- POTLOODEN van Haarlem vindt U bij den Vulpenspecialist: de ziekte met heftige verschijnselen als een acute infectieziekte in: met koorts, braken of diarrhee, benauwdheid of krampen. Zeer dikwijls doen zich ook catarrhale verschijnselen in hals en keel voor, zoals onsteking van de amandelen en opzetting van de schildklier. Als de ziekte geweken is.... Gedurende dit acute stadium, dat doorgaans slechts enkele dagen, op z'n allerhoogst twee weken duurt, zweeft het kind tussen leven en dood. Later verdwijnen de hevige symptomen, de algemene toestand wordt beter; doch als dan de kleine patiënt zover is, dat hij zou mogen opstaan, komt men tot de ontstellende ontdek king, dat een of beide benen van het kind de dienst weigeren: ze zijn verlamd, omdat de bacteriën, die de ziekte verwekken, de zenuw cellen in de hals- en lendenstreek van het rugge- merg hebben verwoest. Meestal zet de verlam ming zich eerst nog verder voort, zodat na de benen veelal ook nog de armpjes slap en on beweeglijk worden. Zo erg als het in dit stadium lijkt, blijft het gelukkig niet; van de verschillende verlammin gen blijft er gewoonlijk slechts één bestaan. De anderen komen vanzelf weer in orde. Zelfs.kan in bijzonder gunstige gevallen de ziekte geheel I verdwijnen zonder enig spoor na te laten. Doch ook één zo'n enkele verlamming is al erg ge noeg, want daar ze het lichaam treft in een tijd dat dit nog midden in de groei is, blijft het ver lamde lid in ontwikkeling achter; de spieren ontwkkelen zich niet verder, het beenderstelsel wordt in zijn groei gestuit, de gewrichten zijn slap, kortom het kind wordt gebrekkig. Therapie en voorbehoedmaatregelen. Tegen verlammingen moet daarom, wanneer de koorts eenmaal geweken is, met alle midde len van de moderne geneeskunde te velde worden getrokken: met electriciteit, met baden, gymnastiek, massage en diathermie. Ook de orthopaedie kan, vooral bij blijvende verlam ming van een been, door steunapparaten zowel als door operatief ingrijpen dikwijls nog heel veel verbeteren. Duizendmaal beter echter dan al dergelijke maatregelen, waarvan het eindresultaat toch altijd onzeker is, is het, de ziekte geheel te voorkomen. En dit gebeurt 't best, door de kinderen zoveel mogelijk te beschermen tegen het gevaar voor besmetting, die naar alle waar schijnlijkheid via mond en neus plaats vindt. Kinderen, die door spinale kinderverlamming N. Gracht 57 Haarlem Tel. 12066 - 15750 - 17817 - 21221 HET TELEX-APPARAAT IS VRIJ TOEGANKELIJK VOOR INTERESSENTEN VAN 10.30 TOT 17 UUR zijn aangetast, moeten dan ook voor 6 weken geïsoleerd gehouden worden; de betreffende scholen moeten worden gesloten, terwijl broertjes en zusjes van het zieke kind ook niet op de school mogen worden toegelaten. Daar ook volwassenen als gezonde bacillendragers de ziekte kunnen overbrengen, zullen ouders van gezonde kinderen verstandig doen, alle be zoek aan huizen, streken of plaatsen, waar kinderverlamming heerst, te staken; en in tijden dat de ziekte mogelijk epidemisch zou optreden, zullen zij hun kinderen vooral verre houden van alle plaatsen, waar veel mensen bijeen zijn. Nog geen serum. Alle pogingen, een serum tegen deze ver schrikkelijke kinderziekte samen te stellen, zijn alle telkens weer opduikende berichten daar omtrent ten spijt nog steeds niet met succes bekroond. Maar juist in de strijd tegen de spinale kinderverlamming is de behandeling met serum van herstellende patiënten van grote waarde gebleken, vooral als het bijtijds wordt toegepast. Hoe eerder de ziekte dan ook ge constateerd wordt, hoe meer kans er bestaat op een succesvolle bestrijding. KNOFLOOK ALS GENEESMIDDEL. Een bijna reuk- en smaakloos preparaat. Knoflook is een uitstekend middel tegen ader verkalking. Een tamelijk groot aantal knoflook- kuren zijn met het beste succes doorgevoerd, nadat er eerst verscheidene waren opgegeven, omdat de patiënten er na 8 of 14 dagen een voudig niet meer toe te krijgen waren, de door dringend ruikende en smakende knoflook nog langer te eten. Thans is men er echter in geslaagd om een medicament samen te stellen, dat voldoende (met koolstof vermengde) knoflook bevat, zon der dat de reuk en smaak al te zeer op den voorgrond treden. Dit middel wordt ook met veel succes toegepast bij darmstoringen. Bij een knoflookkuur krijgt de patiënt eerst 8 a 10 dagen lang 6 a 8 gram knoflook per dag. Daarna wordt de dosis tot de helft ver minderd. Het preparaat wordt zonder uitzonde ring goed verdragen. Bij een dagelijkse dosis van slechts 6 gram treden er trouwens nooit onaangename nevenverschijnselen door de knof looklucht en -smaak op. De kuur duurt ongeveer 4 weken en wordt meestal na een pauze van 4 weken nog eens herhaald. In ernstige gevallen volgt nog een tweede herhaling. De metingen van de bloeddruk, die tijdens het verloop van de kuur worden verricht, tonen bij de meeste patiënten een duidelijke afname aan, die gepaard gaat met een vermindering van de onaangename verschijnselen, die door te hoge bloeddruk worden veroorzaakt. Na afloop van de eerste kuur begint in vele gevallen de bloed druk weer te stijgen; na de zo nodig dubbele herhaling der kuur blijft een hernieuwde stijging echter uit. Deze successen worden niet alleen bij beginnende, doch ook bij ernstige aderverkalking bereikt bij patiënten van nog geen 40 jaar, evengoed als bij die van over de 70 en 80 jaren. Bij alle graden der verkalking en op alle leeftijden volgde een duidelijk waarneembaar succes. Een te snelle daling van de verhoogde bloed druk is intussen gevaarlijk, aangezien zij niet alleen met zeer onaangename verschijnselen gepaard gaat, doch bovendien niet duurzaam is. Een geleidelijke daling door de boven be schreven knoflookkuur geeft voor alle gevallen duurzamer resultaten, die zonder gevaar wor den verkregen. De knoflookkuren, die tot dus verre zulk een uitnemend hulpmiddel zijn ge bleken tegen aderverkalking, waar bijna alle mensen last van krijgen, zijn met name zo aan bevelenswaardig, omdat daarbij absoluut geen vergiften in het lichaam worden gebracht. Dit voordeel kan niet genoeg gewaardeerd worden in onze tijd, nu iedereen dagelijks een zekere hoeveelheid vergiften tot zich neemt in de vorm van koffie en thee, om van nicotine en alcohol nog niet eens te spreken. Wat in zeven jaren tot stand kwam W |ET was in de maand Augustus van het (f~jaar 1931, dat een paar Heemstedenaren bijeen kwamen in het vanouds bekende restaurant „De Oude Beuk" aan de Heerenweg en tot de conclusie kwamen, dat in een vooruit strevende plaats als Heemstede en daarbij een typisch forensen-woondorp, plaats kon wezen vooreen schaakclub. Want wonen in Heemstede en b.v. lid zijn van een schaakclub in Amsterdam had zijn be zwaren. Bij nacht en ontij thuis komen, het tijdverlies, kortom allerlei factoren tenslotte leidde tot de oprichting van de Heemsteedse Schaakclub op 16 September 1931. De verant woordelijkheid hiervoor namen vier mensen: G. A. Wesselink, F. C. Kuyken, T. Breebaart en W. A. de Tello. Heel voorzichtig werd het initiatief van de oprichters gevolgd door de druppelsgewijze aanmelding van leden tot in een totaal-generaal van 12! Onder de hanebalken van de Oude Beuk werd in alle gemoedelijkheid geschaakt en de kleine schakerskern was er vóór alles op bedacht een huiselijke gezellige clubsfeer te scheppen die tot vandaag de dag, nu de Heem- steedse Schaakclub 74 leden telt, het kenmerk van de club is. Maar reeds na één seizoen vloog het ledental omhoog. Van 12 op 24, van 24 op 38, naar 40, 50, 60 werd na vijf jaren bereikt. Geen wonder, want de club, waarvan drie oprichters met de leiding waren belast, toonde een prijzens waardige ijver op schaaktechnisch gebied. In 1933, toen de wereldkampioen schaken Dr. Aljechin nog onbetwistbaar in het bezit van zijn titel was, haalde de club hem naar Heemstede om een schitterende simultaanwedstrijd te spelen tegen veertig van de sterkste schakers. Met deze wedstrijd plaatste de club zich in organisatorisch opzicht in de eerste gelederen van het schaakleven in Nederland. Nadien zijn talrijke prominente schakers de gast van de Heemsteedse Schaakclub geweest. Namen als Dr. M. Euwe, de bekende Weense theoreticus Hans Kmoch, Landau en de Rotterdamse schaakmeester Mr. Oskam zeggen genoeg. De krachtmeting van de leden onderling leidde elk jaar tot het verspelen van het club kampioenschap, dat enige jaren in successie veroverd werd door F. Minnema. Doch mét het ledental groeide ook de speelkracht van de vereniging en daardoor werden in de verschil lende jaren na felle strijd met den oud-kam pioen, andere leden het kampioenschap deel achtig. Zo kregen M. Mantz en A. C. Thiirkow reeds de titel en dit jaar hebben zich voor de titelstrijd geklassificeerd: M. Mantz, W. A. de Tello en F. C. Kuyken, die respectievelijk kam pioen van de drie hoofdklassen werden. Een daad van grote betekenis was de aan sluiting in het tweede levensjaar bij de Noord hollandse Schaakbond. In de schaakcompetitie met de andere clubs weerden de Heemstede- naren zich met twee tientallen dapper. Zó dap per, dat tweemaal achtereen door het eerste tiental het kampioenschap veroverd werd. In alle afdelingen van de Noordholtandse Schaak bond had Heemstede tientallen en het laatste seizoen werd zelfs met vijf tientallen gespeeld. Uiteraard vereiste de organisatie van de club, zowel naar binnen als buiten, veel zorg en het bestuur werd dan ook onder leiding van den clubvoorzitter, W. A. de Tello, uitgebreid met leden die stuk voor stuk voor hun taak berekend waren. Voor de financiën zorgt de kalme en ijverige W. Smink, het schaakmateriaal -geen kleinigheidje in een grote club heeft in de materiaalcommissaris Van Dort een verzorger van de eerste rang, wien geen moeite te groot is om de talrijke wedstrijden die Heemstede thuis te spelen heeft, tot de best-verzorgde van heel Noordholland te maken. De heer A. C. Thiirkow heeft de wedstrijdleiding van de onderlinge wedstrijden op de club in handen, terwijl P. J. Klein de wedstrijdsecretaris is voor de vertegenwoordigende tientallen. De heer F. C. Kuyken is belast met het secretariaat van de vereniging en verzorger van het archief. Dat ook buiten Heemstede de club een goede naam in schaakkringen heeft, werd wel bewezen door het feit, dat de gedelegeerden vergadering van de Noordhollandse Schaakbond reeds na een jaar lidmaatschap den clubvoorzitter van Heemstede in het bestuur van de N.H. bond verkoos en waar hij actief als steeds het provin ciale schaakleven even gemakkelijk dient als zijn club. Elk jaar speelt Heemstede z.g. Bekerwed strijden om de Zilveren Crisis-Bokaal. Deze wedstrijden gaan naar afvalsysteem, waarbij alle clubleden, onverschillig speelsterkte, bij loting worden ingedeeld. Dit heeft het voordeel, dat nieuwe en sterke krachten plotseling naar voren kunnen komen en het tot de demi-finale of finale brengen, terwijl zij anders enkele jaren kwijt zouden wezen om kampioen te worden van de drie sterkte-klassen die Heemsteede bezit. In de club geldt het systeem van auto matische promotie- en degradatie, waardoor een afdelingskampioen het volgend seizoen meteen een speelklasse hoger speelt. Bovendien speelt de hele club één keer per jaar een monsterontmoeting tegen het bekende Haarlemse Schaakgezelschap, eveneens om een fraaie wisselbeker. Tot dusver bleken de Haar lemmers nog te sterk en kregen de beker twee maal in bezit. Al dit schaakleven maakte het noodzakelijk dat ook naar een ander clublokaal moest worden omgezien en de grote bovenzaal van „Boekenrode" aan de Zandvoortschelaan biedt nu des Dinsdags van 812 uur de Heem steedse schakers onderdak. En ook dit onderdak met zijn keurig verzorgd interieur wordt aan gemerkt als het beste en fraaiste clublokaal van de vele verenigingen die de Noordhollandse Schaakbond telt. Het Korte Verhaal. Door FRITS VAN MEESTEREN. Er stond een lange rij voor het loket, een Zondagsrij. Iedereen maakte dan ook vlug voort, vroeg zijn kaartje, betaalde en verdween. Maar plotseling stokte het regelmatige vra gen, betalen en verdwijnen. Het duurde maar heel kort, maar was toch duidelijk merkbaar in de lange rij, die in die minuut van oponthoud weer aanmerkelijk langer geworden was. En dat kwam nu alleen, omdat er iemand voor het loket stond, die met zijn gedachten overal was, alleen niet bij het kaartjesloket van het station. Achteraan begon men al te mopperen, maar voor1 bleef het rustig, want de jongeman, die zolang aarzelde, voor hij zijn wensen te kennen gaf, zag er niet erg vrolijk uit en bovendien, de mensen vooraan kregen toch wel gauw een beurt. De beambte achter het loket keek den man eens vragend aan, maar dat hielp niets. Hij moest eerst zijn hoofd vlak voor het raampje steken en dringend, maar beleefd vragen: „Wat wilt u?" voor de jongeman tot de werkelijkheid terug kwam en het doel van zijn reis meedeelde. Het speet hem, dat hij zo had staan, suffen. Hij kleurde ervan, maar vergat te zeggen of hij een retour wilde hebben. Daarom moest de man achter het loket het weer eerst vragen. „Een retour, ja," zei de jongeman en nu haastte hij zich zo om weg te komen, dat hij bijna het geld en het kaartje bij het loket liet liggen. Hoofdschuddend keek de beambte hem na. Met dien jongen was iets niet in orde! Maar meteen werd zijn aandacht voor een nieuwe passagier opgeëist. Er was ook werkelijk iets niet in orde bij den jongen man. Hij liep langs de trein en vond eindelijk een hoekje, waar hij ongestoord zou kunnen zitten, zonder al te veel gepraat om zich heen te moeten aanhoren. Toen de trein wegreed, haalde hij een brief uit zijn zak en begon te lezen. Zijn gezicht werd nog een paar graden somberder. Waarom las hij de brief eigenlijk nog eens? Hij wist heus wel zo langzamerhand wat erin stond. Degene, die deze brief geschreven had, vertelde hem duidelijk, dat ze verder niet met hem om wenste te gaan. Ze had zich vergist en hij moest maar proberen niet meer aan haar te denken en haar zo gauw mogelijk te vergeten. En dat was het nu juist! Je kunt maar niet zo ineens uit iemand binnenste verdwijnen, zonder dien ander daarbij erge pijn te doen en een grote lege plaats achter te laten. De hemel was blauw en de zon scheen warm, maar dat alles merkte hij niet. Hij vond, dat de hemel wel iets blauwer kon zijn en de zon een beetje warmer kon schijnen. De stad lag nu al ver achter hem. In die stad woonde dat éne meisje, net precies dat éne meisje uit zoveel anderen, dat nu niet meer van hem wilde zijn. Hij stak de brief in zijn zak en haalde hem er even later weer uit. En zo ging de reis voorbij. Op een klein stationnetje stapte hij uit. Hij liep een eind langs een lichte, stoffige straat en boog toen af op een weg, die naar een klein dorpje leidde. Het dorpje lag keurig netjes, zoals dat op Zondag hoort, om het kerkje heen. Vruchtenbomen met witgekalkte stammen ston den in de tuinen. Nu pas zag hij, dat de hemel werkelijk blauw was. Het kerkje was maar klein, het hele dorp was klein. Er waren niet veel straten, de weg liep direct tussen de wei landen door en boog willekeurig naar links en dan weer naar rechts. Plotseling had hij schijn baar genoeg van al dat groene gras en draaide met een klein boogje naar het bos. Het was eigenlijk niets bijzonders, maar hij moest er toch naar kijken. Zo vrolijk en eigenwijs als dat weggetje door de weilanden kronkelde. Het bos was groot en machtig. Als je erin liep, moest je diep adem halen om alle geuren van de kruiden en bomen op te snuiven. De lucht deed hem goed, hij lette nergens meer op en heel stilletjes kwam er iets van levens vreugde op zijn gezicht. De stad was ver weg, daarin waren veel huizen en veel straten en veel meisjes. Maar dat deed er allemaal niet meer zoveel toe, dat was allemaal in een andere wereld. Urenlang liep de jongeman door het bos. Plotseling maakte de weg een bocht en lag het hele wijde, vlakke land voor hem. Er stond een bank, de mensen hadden zeker wel begrepen, dat dit wel een heel mooi plekje was. Eerst waren er weiden met kleine zilveren en blauwe Iinter er doorheen. Dan stond er een plukje bomen en daar stak een grijs kerk torentje uit op en een paar rode daken. Maar het was een heel klein plekje. Daar woonden ook mensen, op dat kleine plekje grond midden tussen al die kleuren. Vlak ernaast en erachter waren weer weiden en bossen. De bomen staken donker af tegen de blauwe lucht. En dan was er ineens een groot meer. Dat glinsterde en fon kelde in de zon. Midden op dat blauw-zilveren water gleed een wit zeil. Daar was een boot. Je kon onmogelijk mensen op de boot her kennen, maar de jongeman, die op het bankje naar al dit mooie, blijde keek, wist heel zeker, dat het geluk op die boot zeilde. Ook in de groene weiden was geluk en bij de donkere bomen. Het moest een heel eenvoudig, rustig en helder geluk zijn. Je kon het niet vastpakken, maar het was er. Het was er! Boven in het andere blauw, in het blauw van de lucht, snorde een zilver-glanzende vlieg machine. Wonderlijk, maar ook daarin moest dat geluk zitten. Hij wist het absoluut zeker. Eigenlijkals je de dingen onbevoor oordeeld en vanaf een bank in het bos bekijkt, eigenlijk is het geluk dan overal. Het lacht van alle kanten naar je en brengt een groot, licht gevoel in je. Het maakt je sterk. Met een snelle beweging trok hij een brief uit zijn zak en versnipperde het papier. Talloze kleine snipp.ertjes werden door het zachte windje meegevoerd en dansten vrolijk de ruimte in. Zelfs dat zag er grappig uit. De brief had hem gemaakt tot een ouden man, voor wie geen zeilschepen over een blauw meer zeilden en geen zilveren vliegmachine in de lucht zoemde. Maar de snippertjes papier maakten zijn hart nog groter en blijder. Na een heel lange tijd liep de jongeman weer naar het kleine dorpje toe met de witgekalkte vruchtbomen. Maar niemand herkende hem, niemand wist wie die man was, die met zo'n blij, helder gezicht om zich heen keek

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1938 | | pagina 5