HAARLEMSCH No. 2. Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86. Vierde Jaargang. van ZATERDAG 7 Januari 1882. Per drie maanden ,25. u fr. p. p,,40. Prijs per Advertentie van 1 tot 5 regels 25 cents, elke regel Op den avond der uitgave kosteloos verkrijgbaar. meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte. TE HUUR. Nieuwsberichten. Latijnsche Hans. Dienstregeling ran het Postkantoor. 15 October 1881. Openstelling van het kantoor: Dagelijks van 8 's morgens tot 9 uur 's avonds. Voor de storting en uitbetaling van postwissels en de invordering van gelden op kwitantiën alleen op werkdagenvan 9 uur 's morgens tot 3 uur 's avonds. Aanvang der bestellingen: Op werkdagen: 7.10.'smorgens, 1.30, 3.30, 6.30, 9.— 's avonds. Op Zon- en algemeene erkende Christelijke feestdagen: 7.'smorg., 1.30, 6.30 'sav Lichting der hulpbrievenbussen in de stad 7.—*, 10.—*, 'sm., 2.30, 6.—*, 8.30'sav. Hazepaterslaan6.15, 10.'smorgens, 3. 8. 's avonds. De met geteekende worden op Zon- en Feestdagen gelicht. Lichting aan het Station: Richting Amsterdam 8.55"11.35 's morgens, 2.35, 5.50, 7.30 's avonds. Richting Rotterdam 7.41, 9.— 's morgens, 12.10, 4.15, 5.25, 9.55 's avonds. Richting den Helder 6.45, 10.'s morgens, 4.55, 8.45 's avonds. ABONNEMENTSPRIJS VERSCHIJNT: Dinsdag- en Vrijdagavond. Noord- en Znidliollandsche Stoomtramweg- Maatschappij Haarlem—Leiden. 15 Oct. 1881. Haarlem, Hillegom en Leiden 9.15, 11.15 's morgens, 12.30, 3.15, 5.35 's avonds. Haarlem—Hillegom 4.15,7.55,9.10 's avonds Haarlemsclie Tramway-Maatscliappij. Eerste wagen 7.40 's morgens. Laatste 10.30 's avonds. Tertrekuren der spoortreinen van het Station Haarlem. 15 Oct. 1881. Naar Amsterdam: 6.55, 8.34, 9.1, 9,35*, 11.23, 11.41+, 12.1 's morgens, 1.16, 2.41+, 3.58, 4.14*, 4.44, 5.54, 6.40, 7.19, 7.36 9.32, 10.37*, 11.8+ 'savonds. Naar Rotterdam: 7.49+, 8.39*, 9.4, 10.17*, 's morgens, 12.15+ 12.39, 3.29*, 4.19, 5.29+, 5.39, 8.2, 10.1* 's avonds. Naar den Helder: 6.50, 10.7 'smorgens; 1.30 tot Alkm. 5.— 8.49 'savonds. Naar Zandvoort: (H. S.) 8.37, 10.18's morg. 12.37, 4.54, (tot Overveen), 5.53's avonds. Naar Zandvoort: (Bolwerk). 8.40, 10.21'sm. 12.40, 4.57, (tot Overveen), 5.56 'savonds. Van Zandvoort: 9.9, 11.35, 's morgens, 3.46, 5.6(van Overveen) 6.53 avonds. 'Sneltreinen Exprestremen le en2eKlas. Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst. Anogang No. 19. Gem. kam. m. alk./10p.m. t,erst. No. 34 Bovenh./400 p.j. of gem. kam, ƒ40 p.m. terst. No. 36. 1 ongem. voork. met alcoof 10 p.m. Bakenessergracht No. 54rood. 2 gem. kam. 12 p.m. terst. No. 57. Bovenh./200p.jterst. No. 100. Bovenh. /3 p.w. terst. Bakkarstraat Ne. 38. Huis/3 p.w. terst. Botermarkt No. 2. Bovenh. ƒ275 p.j. Febr. 1882. No. 21. Gem. voork. /12 p.m. terst. Burgwal No. 55boven. Gem. voork. met kost en bedien. ƒ6.50 p.w. terstond. No. 64. Pakhuis ƒ2.50 p.w. terst. No. 87. Gem. kam. m. alk./8p.m. terst. Brouwersvaart: No. 144rood. Bovenh. ƒ150 p.j. terst. Donkere Spaarne: No. 36. Zolder ƒ80 p.j. terstond. Florapark: No. 23. Huis met tuin /600 p.j. Mei. Frederikspark: No. 3. Bovenvilla/600p.j. terstond. Ged. Kraaienh. gracht: No. 27. Bovenh. ƒ250 p.j. Mei. Ged. Raamgracht: No. 41. Huis ƒ230 p.j. Mei. Gasthuissingel No. 8n. Vrij bovenh. ƒ375 p.j. terst. Ged. Oude Gracht: No. 42. Gem. of. ongem. voork, 18 of/ 12p.m. terstond. No. 42. Boven voor- en achterk. 300 p.j.terst. Gierstraat; No. 31. Gem. kam. ƒ18 p. m. Januari. No. 42. Bovenh. ƒ25 p.m. terst. No. 70. Gem. kam. ƒ14 p. m. terstond. Groote Houtstraat: No. 100. Gem. kamer ƒ16 p. m. terstond. No. 150. Gem. zit-en slaapkƒ40p.m. terst. No. 168. Twee gem. kam. met of zonder kost ƒ15 p.m. terstond. Hagestraat No. 31. Winkelhuis 4,50 p.w. terst. Kampervest: Een Pakhuis ƒ200 p. j. terstond. Kampersingel: No. 34. Huis en tuin ƒ450 p.j. Mei. Klein Heiligland: No. 72. Kelder ƒ0.75 p.w. terst. No. 77. Bovenachterk. ƒ1.10 p. w. terstond. Kleine Houtstraat: No. 121. Bovenw. ƒ1.60 p.w. terst. No. 112. Voor- en achterk. 200 p.j. terst. No. 132. Gem. kamers /15 p. m. terstond. Kleine Houtweg: Houtlommer. Huis m. tuin ƒ575 p.j. Mei. No. 15. Huis en tuin ƒ460 p .jMei. Korte Dijk No. 7. Huis 325 p.j. Mei. Korte Foelaan No. lrood. Kamer m. alk. ƒ8 p.m. terst. Lange Bagijnestraat No. lOrood. 2 Gem. kam. m. alk. ƒ30, ƒ40 of ƒ50 p.m. terst. L. Boogaardstraat Winkelh. ƒ3.25 p.w. terst. Lange Hofstraat No. 1. Bovenvoork. m. slaappl. 90et. p. w. terstond Lange Raamstraat: No. 11. Bovenw. ƒ1.50 p.w. terst. Parklaan No. 45. Huis en tuinƒ700 p.j. Mei. No. 96. Huis met tuin 500 p.j. terstond. Raamvest .- No, 19. Gem. zit-en slaapk. ƒ40 p.m. terst. Villa Marie, 650 pjMei Rustenburgerlaan No. 2. Bovenh. ƒ12 p.m. Jan. No. 4. Gem. kam. ƒ40 p.m. Oct. No. 13. Woonh. 225 p.j.terst. Schagelstraat: No. 17. Beneden en bovenkm. tuin f 250p.j. terstond. Smedestraat No. 12. Huis ƒ500 p.j. Febr. of Mei. No. 15. Gem. kam. ƒ12 p.m. terstond. No. 34. Bovenh. m. alk. ƒ2.50 p.w. terst. Sp aar nwouderstr aa t No. 41. Huis m. tuin ƒ400 p.jMei. No. 49. Bovenvoork. ƒ2 p.w. terst. No55Boven voor- en achterk160 pw half Januari. Warmoesstraat No. 21. Bovenh. /200 p.j. terst. Zuider Buiten-Spaarne; No. 8. Gem. Bovenvoork. /20p.m. terst. Zijlstraat No. 43. Gem. kam. m. alk. ƒ20 p.m. No. 44. Gem. voork. m. alk. 16 p.m. terst. No. 56. Woonh. ƒ800 p.j. Mei. Zijlweg No. 3. Huis en tuin ƒ450 per jaar. Bij de Nieuwjaarsreceptie moet Keizer Wilhelm, in gesprekken met verschillende personen, zijn vaste hoop op de onge stoorde handhaving van den Europeeschen vrede hebben uitgesproken. De Hemel geve, dat de geschiedenis van het pas aange vangen jaar 1882 deze gunstige verwach ting van den grijzen vorst bevestigeIn allen gevalle heeft zulk eene verzekering in zijn mond iets geruststellend^. De Pauselijke kwestie houdt de gemoe deren in beweging, en niet onwaarschijnlijk zal het Italiaansche ministerie daardoor aan het wankelen worden gebracht. Koning Humbert heeft bij de Nieuwjaarsreceptie aan de deputatie der Kamer gezegd, dat Italië geen inmenging van andere mogend heden in zijne hinnenlandsche aangele genheden mag dulden. Wellicht zal het daartoe niet komendaar men ook in het Ultramontaansohe kamp begint in te zien, dat er van een uitvoering van Bismarck's plan niet veel heil te wachten is, en dat wat men een protektoraat over den Paus gelieft te noemenwel eens eene lastige voogdij zou kunnen worden. Men behoeft ook niet zoo heel snugger te zijnom te begrijpen, dat de DuitscheRijkskanselier niet door teedere bezorgdheid voor den Heiligen Yader, maar door andere motieven gedreven wordt. Turkije schijnt nog steeds te hopen op eene triple-alliantie met Duitschland en Oostenrijk. De Porte zou dan geen be langrijke diplomatieke of internationale handeling ondernemen, zonder deze twee bondgenooten te raadplegen, die daartegen over de onschendbaarheid van Turkije zouden handhaven, en zich krachtig zouden verzetten tegen eiken aanval op de suzereine rechten des Sultans. Nu, het is nog zoover niet, maar 'tzou niet zoo vreemd wezen, als het er toe kwam. Uit Moskou wordt gemeld, dat men voor boerenopstanden begint te vreezen. Hoe treurig de toestand in het groote Moskoviesche Rijk isblijkt weder uit eene nu weer pas verschenen proklamatie van het zoogenaamde uitvoerend comité der Nihilisten, waarin o. a. de geruchten ongegrond verklaard wordenals zou het Vondelingshuis te Moskou tot een bedrag van 300.000 roebels door de Nihilisten bestolen zijn. „Neen", verzekert het comité „het in beslagnemen van regeeringsgel- den is volgens de beginselen der Nihilis- tiesche partij geoorloofd; maar zich te vergrijpen aan de gelden van partikulieren, laat staan aan die van liefdadige instel lingen, dat laat zij aan de regeeringsbe- ambten over. De Regeering moet nu vast besloten hebben een afzonderlijk ministerie van politie op te richten waren Rusland's kwalen met zulk een maatregel maar te genezenHet nadeelig slot op Rusland's begrooting van 1880 bedraagt ruim 116 miljoen. Roustan is door te Tunis gevestigde Franschen zeer hartelijk ontvangen. Zijn patroon Gambetta wordt van alle kanten bestookt. Verscheiden republikeinsche bla den zijn zeer op hem verstoord wegens de jongste benoemingen, waarin zij een bewijs zien van opzettelijke miskenning van de gemoedsbezwaren der demokratie, terwijl zij zijn handelwijze geheel in strijd noemen met de overleveringen van het republikeinsche Frankrijk. HAARLEM, 6 Januari 1882. Gedurende het afgeloopen jaar 1881 zijn door de politie alhier 110 honden op straat opgevangen zonder belasting penning waarvan de eigenaars onbekend zijn gebleven. Een 18 jarige jongeling heeft 11. Woensdagavonds na eenige twist in de Kleine Houtstraat een ander persoon eene belangrijke steek met een mes in de lin kerschouder toegebracht. Tegen den dader is proces-verbaal opgemaakt. De Spaarbank van hetNutsdepartement alhier begon het jaar 1881 met een kapitaal van 677.342.65%. Er werd ingebracht ƒ197,147.34% en terugbet. ƒ161,588.19%, dus meer ingebracht dan terugbetaald ƒ35,559.15. Aan rente werd, na aftrek van de onkostenzuiver ontvangen ƒ27,210.97%, zoodat het kapitaal op 31 December 1881 bedraagt 740,112.78. Dit kapitaal bestaat uit de volgende waardenbelegd op hypotheek 136,000, in beleening 24,000, in prolongatie 578,400, saldo in rekening-courant ƒ157.03, meubelen ƒ240, kasgeld/1315.75: totaal als hoven ƒ740,112.78. In de laatste vijf jaren werden ingebracht terugbetaald. in 1877 4799 posten 2039 posten 1878 5190 1963 1879 5715 2196 1880 6177 2442 1881 6921 2745 In die vijf jaren stegen de gezamenlijk: inlagen in de Spaarbank van ƒ444,000 tot 707,000 en klom het reservefonds van 15,000 tot 33,000. Voorwerpen, gedeponeerd aan het Commissariaat van Politie, die dage lij ks, (uitgezonderd des Zondags) van 's middags 12 tot 2 ure voor de eigenaars ;terug te bekomen zijn. Eenige portemonnaie's met en zonder geld. Een zilveren oorknopje. Een zilveren schoengesp. Eenige kerkboe ken.Een sigarenkoker.Een zakdoek. Een pantoffel. Een handschoen. Twee ledige manden. Eenige losse sleutels. Alles op straat gevonden. BURGERLIJKE STAND. ONDERTROUWD. 4 Jan. J. van Daalen en P. Brinkman. B. Lennings en F. Biggelaar. P. J. Leis en A. G. Schrik. GETROUWD. 4 Juni. A. Spier en R. de Vries. GEBOORTEN. 29DeeMHDamen gebSteuten, d G. E. Hooning geb. Hofstee, d. 30 Dee. A. C. Westhof geb. Blijleeven, z. J M. Inpijn geb. Weijers, z. J van Bilderbeek geb. de Jong, z K. Menke geb. van Garsten, d. C. M. J. Janse geb. v. a. Klundert, z. H. L. Huijboom geb. Mossou, d. 31 Dec. W. M. Luijten geb. Huijser, d. A. M. v. d. Biggelaar gebvan Baar, zAMSpruit geb. Blom, d. 1 Jan. M. T. Smeetsgeb. Weerets, d. J. G. Kievit geb. Cliteur, z. C. v. Riemsdijk geb. van Zecgen,d. G. Freijer geb. Wernik, z. N. de Graaf geb. Klein, z. M. Bijster geb. Nienkemper, Een onecht kind van het mannelijk geslacht, N. Umansgeb. v. Duivenboden, dS. F. Pollégeb. Rooijers, zM. W. Schrijver gebKoehorst, zAHartoch gebHen driks, zEHarren gebSteenkist, d C. C. Versteeg gebBouwman, zW. de Jong geb. van Bak el, z. L. Hoogerwerf geb. Voortman,jz. J. M. Bannink geb. Wijk huizen, z4 JanJBotter geb van Eeken, z. F. v. d. Bergh geb. de Vries, z. OVERLEDEN. 29 DecDAkersloot 6 mzAnthonie- straat. A. J. v. d. Plas 22jHagestraat. Een levenl. aangeg. kind van het vrouwelijk geslacht van A. F. Horeman, Zijlstraat— A. M. H. Geerling 2 jd., Anthoniestraat31 Dee. A. C. Wijkhuisen 80 jWed. C. van Looij, de Witstraat. 1 Jan. W M. Beere 7 j., d.,'Begijnehof. J. v. Bree40j., Ï.Vla mingstraat. S. H. M. Groeneveld 5 jd I. HofstraatAMol 49 jEchtgenvan C. Vrij vogel, de HaasstraatJ. A. Kievit 1 dag z1. PoellaanH. W. C. v. d. Berg 36 jGed. Oudegraeht. T. Metsemakers 2 jdZoetestraat. T. J. B. Anten 4 jz., Kinderhuissingel. J. P. Kramer4j., z., 1. Raamstraat. Een levensbeeld uit onze dagen. i) „Dat is de sterfdag mijner moeder," hernam de herder. „Ik was een knaap van zes jaar. Mijn vader had ik nauw- lijks gekend. Hij moet een woest- aard geweest zijndie steeds tot lager peil afdaalde, en eindelijk als wild dief doodgeschoten werd. Zulk een uiteinde van den vader des gezins werpt eene donkere schaduw over de geheele achtergebleven familievoor al in zulk een kleinen kring. Boven dien was mijne moeder eene stede- linge, en de boeren hadden niet veel met haar op. Ach, het was zulk eene goede vrouw en zij had mij zoo innig lief! Zij waschte en spon en naaide, en zoo trachtte zij in ons ouderhoud te voorzien. Wij leefden geheel op ons zeiven. Ik bleef liever bij moeder thuisen hoorde haar geschiedenissen en sprookjens vertellendan me met de woeste en op hun geld trotsche boerenzoons af te geven, 't Is me, of ik thans hare lieve, zachte stem nog hoor! Wanneer zij ons vertelde van de groote steden en van al de heerlijkheid der wereld, dan was het mij te moede, alsof me vleugels aan den rug groeiden, die me weg voerden uit de armoedige kleine hut. Maar ach, dat geschiedde slechts in den droom!.... Ik was, zooals ik reeds zeide, even over de zes jaar oud, toen zij stierf. Zij stierf onverwachts. Eens op een nacht liet zij op eens een luiden kreet hooren. Ik droomde. Ik hoorde wel wat van dien kreet, maar sliep er overheen. T°en het morgen was geworden, wilde zij niet ontwakenIk liep schreiend naar het dorp. De pastoor j>'ng met me mede, trad onze hut "innen, zag mijne moeder, en sprak: narme jongenIk begreep niet, wat hij bedoeldeen vroegwaarom m|jn moedertjen niet wakker wilde worden ^Zij zal wel ontwaken", antwoordde de oude man „doch niet op aardemaar boven bij onze lieven God!" Dat ging me door merg en beenik begreep nudat zij dood wasen ik zakte zelf als dood bij het lijk ineen. Wat er toen verder gebeurdeherinner ik me nauwlijks. Ik leefde als in een droom, en dag en nacht was ik radeloos van droef heid totdat ze kwamen om de over ledene ter aarde te bestellen. Ach, dat was een kleine lijkstaatsiebeste mijnheer! 't Was in den oogsttijd, evenals thans, en niemand had tijd, om zich om mijn lief moedertjen te bekommeren. Alleen de pastoor en de schoolmeester gingen mede naar het kerkhof, en ook Anna-Margarethe, de dochter van den schoolmeester." Innig ontroerd, zweeg hij thans; een groote traan rolde over zijne gerimpelde wangen. „En deed de heer van het kasteel deed het dorp niets voor den armen wees?" vroeg ik. „De heer van het kasteel was toen de oudere broeder van den tegen- woordigen Baron; 't was een hard vochtig en trotsch heer, die zich om ons, armen, niet bekommerde. Wat ze in het dorp voor me doen wilden, weet ik niet. Ik had noch den hulp des eenen, noch den bijstand der anderen noodig, doordat de zaak een vreemden loop nam. Ik lag op zekeren dag te schreien bij het graf mijner moeder, en Anna-Margarethe zat bij meen deed haar best om me te troosten. Dat goede schepsel! Daar kwamen uit de kerk 'tis of ik ze nog voor me zie een heer en eene dame, diep in den rouw, en de vader van Anna-Margarethe was bij hen. Toen zij ons daar bij het graf zagen zitten, werd de kleine vreemde dame met innig medelijden bewogen, en de koster moest haar inlichting geven. Toen zij deze ont vangen had, kwam zij naar me toe, en sprak op vriendelijken toon eenige woorden van troost tot meen de heer gaf mij een groot geldstuk. Ik kan niet uitdrukkenhoe het mij daarbij te moede was. Een aalmoes te ontvangen! Het geld brandde in mijn handik liet het vallen en begon luide te schreien. De vreemdelingen verwijderden zichen de goede school meester nam me meê, om bij hem te eten, zooals na den dood mijner moeder dagelijks geschiedde. We wa ren nauwlijks in huis, of daar kwam een knecht uit den „Rooden Os" het logement, waar de vreemdelingen hun intrek genomen hadden en verzocht den schoolmeester met hem mede te gaan. Eerst later kwam ik alles te weten. De vreemdelingen hadden, zonder het te willen, in het dorp moeten vertoevendaar er een as van hun rijtuig gebroken was. Om den tijd te korten hadden zij een bezoek aan de kerk gebracht, waarin zich een beroemd altaarstuk een geschenk van den overgroot vader van mijnheer den baron bevond. Bij die gelegenheid hadden zij mij aangetroffenen daar zij zeiven geen kind haddenen beiden al lang verlangd hadden er een te bezitten, terwijl de vervulling van dezen wensch tengevolge van een onverwachte erfe nis binnen hun bereik was gekomen besloten deze goede menschen, mij als hun kind aan le nemen. Daarom werd de schoolmeester bij hen ont boden, en deze zal er toen ook het zijne toe bijgedragen hebben, om te maken, dat het zoo spoedig opgevatte plan ook ten uitvoer gebracht werd. [lij kwam terug, vergezeld van de vreemdelingen, en riep mij in de voor kamer. Toen sprak de heer tot mij allerlei lieve en vriendelijke woorden, en de goede kleine dame kuste mij op het voorhoofd. Ik verstond hen wel niet volkomen, maar eindelijk begreep ik tochwelke hunne bedoe lingen waren. Maar het viel me zwaar afscheid le nemen van het graf mijnér moeder, en ook van Anna-Mar garethe Doch ook daarover zette ik me heen, omdat het niet anders kon, en de pastoor mij toesprak en zeide, dat het „eene vingerwijzing van Gods genade'wasMijne pleeg ouders waren allerliefste menschen; anders had ik me ook onmogelijk gelukkig bij hen kunnen gevoelen want ik dacht nog gedurig aan mijn moedertjenen wanneer ik des avonds mij in mijn ledikantjen nedervlijde o, wat was dat alles rijk en mooi in mijne nieuwe ouderlijke woning dan bad ik God: „dat Hij mij weg zou nemenen mij bij mijn moeder tjen brengen!" Eerst langzamerhand maakte de kinderlijke ziel zich los van het verledene, en begon zij zich thuis gevoelen in het schoone heden. Wal een heerlijke nieuwe wereld daag de er voor mij opEn wat een leven had ikMijne goede pleegouders God loone er hen voor in hun graf! deden al het mogelijke, om te maken, dat ik in de stad, met hare mij yreemde levenswijze, aan hunne tafel en hun haard, me op mijn gemak mocht gevoelen. Het leven, dat ik vroeger geleid had, was zoo geheel anders geweest. 'tWas me le moede als iemanddie uit eene bede laars-herberg geroepen, en aan de tafel des konings genoodigd was. Wat mijn moedertjen mij vroeger wel verteld had van groote steden en rijke men schen en wat ik toen haast voor een sprookjen gehouden had, het was thans werkelijkheid, eene met de handen te tasten werkelijkheid gewordenIk groeide flink op en werd op zijn tijd naar de school gezonden. Er was daar een geheel ander soort van jongens, dan die ik vroeger in ons dorp had leeren kennen, en in den beginne gevoelde ik me onder hen alles behalve op mijn gemak. Maar ook dat werd beter, en ik legde me met lijf en ziel op mijn werk toe, maar nam ook van harte deel aan het spel der jongens, en ik geloof, dat mijne pleegouders veel genoegen aan me beleefden. 0ik weet niet wat ik wel had kunnen doenom aan die goede menschen te toonen, hoe dankbaar ik hun was. Hoe ouder ik werddes te beter beviel het mij in de stad en op school. Leeren ging boven allesen moest in alles nommer één zijn. Eene kleine wolk slechts wierp destijds eene schaduw over den horizon mijns levens; doch'twas maar eene voorbij gaande schaduw. Het waren de bezoekendie een neef mijner stiefouders, die te Lubeck woonde, nu en dan bij hen kwam afleggen. Hij zal wel ééns zoo oud geweest zijn als ik. 't Was een leelijk, schraalolijfkleurig jonkmanmet oogendie altijd sluiperig en schuw naar den grond gericht warenboven dien was hij trotsch en verwaand. Ik merkte al spoedig, dat ik met hem bezwaarlijk goede kameraden zou kunnen blijven. Gelukkig wisten mijne pleegouders zeiven heel goed, wal een boosaardig karakter er in dien jonkman woondezoodat zij dan ook hoegenaamd geen geloof hechtten aan 't geen deze geslepen knaap goed vond hun te vertellen, om mij bij hen verdacht te maken. Toen hij eindelijk merktedat hem al zijn.intri- gues toch niets baatten, begon hij op eens heel lief en vriendelijk jegens mij te wezen, en toen kon ik hem nog minder uitstaan, want door elk zijner honigzoete woorden blonk zijne valschheid en innerlijke boosaardig heid heenIk was nu negentien jaar geworden, en zat in de eerste klasse. Ik zou in de letteren sludeeren. Ik werkte reeds voor mijn eind examen Toen kwam de vreeselijke slag, die de bloesems mijns levens in één nacht deed verwelken Eene kwaadaardige ziekte, die men vroeger in Europa niet gekend had, stak uit Azië over, en daalde als een vergiftige honigdauw neder over stad en land. De epidemie brak in onze woonplaats met de vreeselijkste hevig heid uiten nam beide mijne pleeg ouders in denzelfden nacht weg. Deze slag trof rnij even onverwachts en was voor mij even ijselijk, als vroeger het overlijden mijner moeder in de kleine hut't Was mij te moede, of ik van de wereld losge rukt was, en ik wist ook niet, waar ik eene toevlucht moest zoeken. De neef kwam overhij was de eenige erfgenaam, en wees me spottend en glimlachend de deur, nadat gebleken was, dat mijne goede pleegouders zonder testament gestorven waren, zoodat hij van rechtswege heer en meester van alles werd. Mij bleef niets over dan mijne boeken en kleede ren, een kleine spaarpot en de her innering aan het geluk, dat als een droom gekomen was, en nu weder als een droom wegvloodEen schitterend schoone dag was langs mijne ziel heen getrokken, en nu kwam de koude nachtWal stond me thans te doen Daar een ongeluk nooit alleen komtwerd mij spoedig door een ongelukkig toeval voor den eerstvolgenden tijd het doen van deze vraag bespaard. Ten gevolge van een val van de trappen brak ik mijn been en verstuikte ik mijn arm in zulk eene mate, dal hij tot op den huidigen dag onbruikbaar geble ven is. Men bracht mij naar een hospitaal. Ik herstelde langzaam en moeilijk. Toen ik er weêr bovenop kwam, was de epidemie andermaal teruggekeerd, en heerschte zij met vernieuwde woede. Wie kon me raad geven? Wie zou zich mij aantrekken In elke woning stond een lijk boven aardeWaarheen Waarheen? zoo vroeg ik Gode. Toen ik voor de eerste maal het graf mijner dier bare pleegouders bezochttoen klonk daar eene stem in mijn bin nenste, die zeide: ga naar uwe ge boorteplaats! Keer terug in de duister nis! Ge zijt niet geschapen voor hoogheid en licht gij moet in de laagte blijvenGa naar uwe geboorte plaats arme verminkte de droom is voorbijEn ik ging er heen Hij haalde diepe adem Ik vatte zijn hand en sprak, wat het hart me ingaf. 'Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1882 | | pagina 1