In C a I a b r I bestemd voor de bosschen van het konink lijk domein Het Loo, om aldaar in de vrije natuur te worden losgelaten; eveneens worden eerlang tamme herten van Z. M.'s domein Soestdijk naar 't Loo vervoerd om ook aldaar in de bosschen te worden losgelaten. Zekere E. te Amersfoort ontving dezer dagen bericht uit den Haag, dat daar het lijk van zijn zoon was opgevischt. In allerijl begaf hij zich er heen. Het lijk was reeds door het meisjen van den overledene en nog door drie andere personen herkendmen wachtte nog slechts op de getuigenis van den vader, om den dood van J. J. R. te konstateeren. Ook de vader herkende het lijk voor dat van zijn zoon, hoewel het hem wel wat vreemd voortkwamdat zijn zoon die in Duitsch- land werkzaam was, in den Haag was overgekomen. Ha afloop der begrafenis keer de de bedroefde vader huiswaarts. Eenige dagen later ontving hij een brief uit Duitsch- landwaarin zijn doodgewaande zoon hem mededeeldedat hij nog altijd levend en welvarend in Duitschland werkzaam is. Verleden week hebben twee gevan genen in het tuchthuis te Leeuwarden eene poging om te ontvluchten gewaagd. Toen des avonds de geheele bevolking van een der bovenste werkzalen naar de verblijfzaal zou worden geleid, zijn zij achter weten te blijvenen is het hun mogen gelukken, door een raampjen op het dak te komen, van waar zij zich met een touwdat zij op een of andere wijze hadden meester weten te worden, naar beneden lieten zak ken. Terwijl beiden aan het touw hingen, viel echter een naar beneden, waarhij hij het rechterbeen brakde ander kwam be houden op een der binnenplaatsten terecht. Zoo spoedig hadden zij echter niet weten te ontkomenof door de bewaarders was ontdekt, dat er twee gevangenen op de verblijfzaal ontbraken, en nu koBtte het weinig moeite, beiden op te sporen. Schier tegelijkertijd, dat zij heneden waren ge komen waren ook de bewakers daar, om zich van hen meester te maken, wat natuur lijk met den eerstgenoemde weinig moeite kostte. De direkteur van de Société Fran- Saise financière heeft zich langs den meer en meer gebruikelijken weg verwijderd. Met een kapitaal van 1% miljoen gingen, volgens het zeggen van den direkteur, de zaken zoo voorspoedigdat dit tot 25 miljoen werd uitgebreid, wat dan ook in groote gulden letters aan den top van den gevel den volke werd verkondigd. Maar op den dag van Gambetta's begrafenis kreeg het kantoorpersoneel verlof, en toen de heeren des Maandags terugkeerdeu, vonden zij de deur gesloten, en bij nader on derzoek bleek de kas ledig te zijn. Het aantal slachtoffers moet groot zijn. Te Milwaukee (Ver.-St.) is een groot hötel van zes verdiepingen afgebranddat 800 gasten kon bevatten en waar er nu ongeveer 400 verblijf hielden. De bedien den 86 in getaldie op de bovenste verdieping sliepen, zagen zich door de vlammen den weg afgesneden, sprongen bij dozijnen uit de vensters en kwamen dood of akelig gewond op de straat neder. Hoeveel menschenlevens verloren gingen, is nog niet met juistheid bekend, maar men weet zeker, dat er 60 gewondenen 30 zwaar gewonden zijn. De eigenaar is krankzinnig geworden. Te Schore werd in den nacht van 11 op 12 dezer een echtpaar uit den slaap gewekt met de boodschap dat hunne zieke moederop 15 minuten afstand woonach tig, zwaar ziek was en hunne oogenblik- kelijke komst noodig was. Op het verzoek om even te wachten antwoordde de bood schapper: „dat kan niet, want ik loop maar spoedig om den dokter". Ha het vertrek van het echtpaar had er in hunne woning inbraak plaats met vernieling van het kabinet en ontvreemding van goud, zilver, linnengoed, geld enz. De moeder lag gezond en wel te slapen, en bij terugkomst ontdekte de man het bedrog. De rechterlijke macht doet onder zoek. Uit Zandvoort wordt ons het vol gende geschreven Op het spoorwegstation alhier ziet men sinds eenige dagen een uurwerk, dat inde daad merkwaardig mag genoemd worden. Iemand die gelooven kan dat de droom beelden der oude dagen aangaande het Perpetuum Mobile verwezenlijkt zullen worden, zou hier in de nieuwe stationsklok zijne verwachting vervuld meenen te zien. Het is een uurwerk van Belgische vinding, Regulateur Perpétuel Dardenne genaamd, dat nimmer behoeft te worden opgewonden, daar dit automatisch geschiedt door een luchtstroomdie zoodanig op een speciaal mechanisme werktdat zonder de minste afwijking, zeker en regelmatig, steeds het juiste uur aangewezen wordt. Een ieder, die in de belangrijke en vernuftige uitvin dingen van onzen tijd belang stelt, zij aangeraden dezen regulateur in oogen- Bchouw te komen nemen. N.v.d.D Als curiositeit wordt uit Dinxperlo verhaald dat een schoorsteenveger, die bezig was een schoorsteen te vegen, be dwelmd werd door den rook. Genoemde schoorsteen heeft gemeenschap met een tweeden schoorsteen uit een daaraan gren zend huis, in welk huis de huisvrouw bezig was om pap te koken. Door het duizelig worden viel hij in de pappot tot grooten schrik van het huismoedertje dat van angst het huis verliet uitroepende: „de duivel is in huis." Een knaapje van 10 jaren werd sedert eenige dagen in den Haag gemist. De ouders kwamen alleen te weten, dat de jongen zich, tegen hun wil, met schaat sen op het brooze ijs had gewaagdzoo dat hun niets anders overbleef dan het vermoeden dat hun kind verdronken was. Groot was de verbazingtoen de jongen in het ouderlijk huis werd terug gebracht, laatstelijk komende uit Hilversum, waar hij zwervende door den veldwachter was opgenonen. Het raadsel van zijne verdwijning werd tevens opgelost. Uit vrees voor eene kas tijding niet huiswaarts durvende keeren, besloot de lOjarige dreumes de wijde wereld in te gaan. Het gebrek aan reis geld was voor hem geen beletsel. In de nabijheid van het Rijnspoorstation kroop hij in een goederenwagen en verborg zich daar in een klein hoekje, dat hem min stens een etmaal tot verblijf- en slaap plaats diende. Te Utrecht overnachtte hij in zijn verplaatsbaar logement, en toen hij den wagen had verlatenbevond hij zich te Hilversum van waar hij naar Den Haag werd teruggezonden. Hoe deze jeugdige gratis-reiziger het gedurende den zwerftocht met zijn maag gesteld heeft, kwam men niet te weten. Een vijftienjarig net gekleed jong- mensch, dat eergisteren per spoor te Ylissingen aankwammet plan 's avonds per mailboot over te stekentrok de aan dacht van een politieagent, doordien hij aan een sjouwerman de buitengewoon hoo- ge fooi gaf van 1. Den jeugdigen rei ziger werd verzocht mede te gaan naar het politiebureau, alwaar hij opgaf de zoon te zijn van zekeren K., kleermaker te Rotterdam, en in het bezit werd be vonden van een belangrijke som gelds. Spoedig echter bleek uit de gewisselde telegrammendat hij de zoon was van iemandwiens kas kortelings bestolen was, reden waarom men hem voorloopig logies in de gevangenis heeft verschaft. Voor eenige maanden constateerde een geneesheer in een van Londen's groot ste hospitalendat een zijner patiënten aangetast was door de gevreesde Poolsche haarziektewaaraan in Polen de landlie den, maar soms ook de rijken lijden, en die allen vreezen als de pest of de melaatsch- heid, omdat de gevolgen zoo vreeselijk zijndat de zieken geheel afgescheiden van de maatschappij moeten leven. Genezing voor deze afschuwelijke ziekte is er nog niet gevondenmaar tot nog toe is zij buiten Polen zeer weinig voorgekomen. De besmetting schijnt een enkele maal overgebracht door valsche haren. Zoo werd er vóór eenige jaren eene bekoorlij ke zangeres in Parijs door aangetast, en in plaats van de schitterende loopbaan, die zij voor zich zag, werd zij in een Duitsch gesticht opgenomen waar zij nog leeft. Ook het arme meisje in het hos pitaal te Londen had, zooals bij onder zoek bleekkort te voren eene valsche vlecht gekocht in een der gemeenste buur ten, bij een onaanzienlijk kappertje, die verscheidene zakken haar uit Polen ont vangen had. Uit het Italiaansch. 6) Toen zij bij het donkere, geheimzinnige bosch gekomen waren, vertraagde de voorste zijne schreden, opdat de twee, die volgden, hem zouden kun nen inhalen; de vier, die achter hen waren, haastteu zich om bij hen te komenen toen zij nu met hun zeve nen bijeen warengingen zij moedig op 't bosch af, waarin zij eenige be weging meenden gezien te hebben. Toen zij op weinige schreden afstands warenlegden ze hunne geweren aan, en riepen: Werda 1" Plotseling hoorde zij eenige schoten. De bersaglieri snelden toe, de nationale gardes kwamen haastig aanloopen maar de roovers waren reeds verdwe nen drie man van de nationale garde echter lagen op den grondom nooit weer op te staan. De maan scheen helder, en had ook de voorhoede zoo duidelijk doen uitkomen, dat de roovers hen gemakkelijk onder schot hadden kunnen krijgen. Den ganschen nacht bleven zij het bosch heel onnoozel aankijken, en hielden alle toegangen bezet, terwijl de roovers het doortrokkenden Crati passeerden, en bij Besignano eene schuilplaats vonden. Den volgenden avond lagen vijftien bersaglieri te klap pertanden met de moeraskoorts, en weinig dagen later stierven er vier in het hospitaal van Cosenza. De derde expeditie was naar de bosschen van Fuscaldo, en duurde drie dagen en drie nachten. Sedert eenigen tijd had zich een hond bij de bersaglieri gevoegd, die hen vergezelde. Het was een kostelijk dier, daar hij altijd vooruit liepdoch nooit blafte, alsof hij begrip had van wat de soldaten in hun schild voerden, en, als er iets was, dat hem verdacht voorkwam, keerde hij zich om, als om hen te waarschuwen. Terwijl de soldaten des nachts, in den maneschijn naar de bosschen van Fuscaldo gingen, bleef de hond eenklaps stilstaan, liep terug, naar de voorste bersaglieri, en begon, tegen zijne gewoonte, dof en angstig te blaffen. De soldaat gaf hiervan ken nis aan den officier, deze ging vooruit met twee bersaglieri en den houd, en zag, van den weg, een zonderling schouwspel; een klein bosschje van groote doode berkendie er uitzagen, alsof zij allen door den zelfden blik semstraal waren getroffen. Die prach tige stammen, hadden slechts de zwaar ste takken behouden; door de maan beschenen zagen zij sneeuwwit, alsof het reusachtige schimmen warenwel ke, met uitgestrekte armen, de genade des hemels inriepen. Dit was het eenige voorval, dat dezen tocht kenmerkte. Die drie expedities waren niet ge schikt om het detachement te zuiveren van den blaam van nalatigheid in den dienst; de klachten hielden aan, en de roovers wisten zeer goed wat er gebeurd was, en dat de soldaten slechts onwillig gemanoeuvreerd hadden, vriend noch vijandniemand rekende meer op de soldaten. De syndicus en een paar van de aanzienlijkste inwo ners waagden nog eene laatste poging; zij waarschuwden den kapiteindat er eenige teekenen waren, dat de roovers iets in den zin hadden; zij gaven hem alle mogelijke aanwijzingen, en beklaagden zich vooral over de onbeschaamdheid der verlofgangers, die, ondanks de herhaalde oproepingen, en de tegenwoordigheid der gewapen de macht, het toch waagden om rustig thuis Ie blijven. „Dank u, heeren! ik weet echter niet wat ik er aan doen moet; de heeren moeten maar naar Cosenza schrijvenom een ander detachement. Ik ga eens naar het dansen van de soldaten kijken. De heeren waren vreeselijk veront waardigd, maar dat verhinderde den kapitein niet om naar het dorpsplein te gaan, en de pret, tot bijna tien uur aan den gang te houden. Maar twee uren later, toen het nauwelijks middernacht was, werden de bersaglieri gewekt door desergeants, die hun een teeken gaven om dood stil te zijn. De drie officieren van de kompagnie waren reeds tegenwoordig, zonder sabels, alleen met een revolver gewapend. In een oogenblik en zon der de minste beweging, waren alle soldaten gereed. Acht van de zwaksten moesten achter blijventoen klom de kapitien in een venster, dat in den tuin uitkwam, sprong er uit, en werd in de grootste stilte door de anderen gevolgd; zij gingen naar een eiken- boschje, dat eenige schreden verder lag, waar de divisie in drie troepjes werd verdeeld, één van dertig, en twee elk van twintig mande laatste onder bevel van de beide sergeants, het eerste onder dat van de beide offi cieren, terwijl de tweede luitenant den weg wees. Toen alles afgesproken was, gingen allen op weg, en baan den zich voorzichtig een pad door de struiken, zij liepen zoo onhoorbaar als schimmen, en lieten het dorp in diepen slaap gedompeld achter zich. De nacht was donker, en de zwarte ge daanten vermengden zich met de schaduwen van het bosch. III. Het plan van den luitenant was uitstekend geslaagd. De beide sergeants badden buitengewone scherpzinnig heid aan den dag gelegd, en door de soldaten de beste inlichtingen ge kregen. De berichten die de eene of andere syndicus, of aanzienlijke uit den omtrek hun had doen toekomen, of die zij ontvangen hadden van den prefekt van Cosenza, en de vertrou welijke mededeelingen van de roovers of verlofgangers aan de soldatenhad den langzamerhand de officieren de middelen aan de hand gedaanom een beslissenden slag te slaan. Op dien eigen dag tegen drie uur in den morgen zouden vijftien roovers te San Marlino bijeenkomen, en van daar op een strooptocht uitgaan. Het plan was nu hen te overvallen, terwijl de sergeants de tegenovergestelde richting zouden inslaande eene zou zich dan eerst naar Cavallerizze en vervolgens dadelijk naar Cerzeto begevende andere naar Mongrassano en verder naar Cervicati om de verlofgangers, wier namen en verblijfplaatsen be hoorlijk op de lijst waren opgeteekend, in hunne woningen op te zoeken, en mee te voeren. De soldatendie maar niet hadden kunnen begrijpenwaarom men hen toch al de weelde van Capua had laten genietenen 't gedrag van hun kapitein minstens zeer zonderling had den gevondenwaren nauwelijks in 't boschje bijeen, of ze begrepen wat het doel van dat alles geweest was, en zij waren dadelijk bereid om hunne superieuren te gehoorzamen, en hunne plannen met alle macht te ondersteu nen. De afdeeling van den kapitein daalde af in een hollen weg, dien zij aan de tegenoverliggende zijde terstond weer verlieten, verborgen onder het dichtste gebladerte der reusachtige kastanje- boomen. De tweede luitenant, die de topographische kaartwelke hij getee- kend had, goed bestudeerd had, wees hun den weg. Zoo trokken zij snel in twee groepen voort, over hoogten en heuvelsdoor struiken en heggen, soms door de droge bedding eener beek, en altijd zoover mogelijk van het gebaande padzonder voorhoede of flankeurs. Plotseling bleef de luitenant staan en met hem de gansche troep. Zij hadden omtrent een derde van eene mijl afgelegd bijna geheel verborgen tusschen dichte varens, die wel een paar meter hoog waren; de luite nant echter, had, en door de dui sternis, en door de ineengegroeide struikenelk spoor verloren waar- nèar hij zich zou hebben kunnen richten; toen kwamen zij aan eene opene plekdie de luitenant niet ver wachtte. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1883 | | pagina 2