Zaken, waarin deze vervanging van Staats
onderwijs door Bizonder onderwijs had
voorgesteld als het ideaaldat hem voor
oogen stond. De heer Fické beschouwde
het als een toekomstprogrammaen alzoo
niet ernstig gemeend. Het doel der verkla
ring was het geven van een wenk aan de
Regeeringen en aan de andere Kamer dat de
eerste Kamer Art. 194 zal handhaven, eene
geruststelling voor hen, die den binnenland-
sche vrede niet wenschen gestoord te zien
door den strijd van twee groote kerkgenoot
schappen. Rome en Genève hebben elkaar
steeds bestreden. Dien strijd op politiek ge
bied over te brengendat wil de Eerste Ka
mer voorkomen zien, en daarom staat zij pal
als eene rots voor de neutrale school. Eenige
leden betuigden hun instemming met het
gesprokene. O. a. verklaarde de heer van
Royendat hij met Prof. Opzoomer 't het
toppunt van politiek onverstand zou achten,
het onderwijs over te laten aan de kerke
lijke partijschappen. Verder werd nog aan
gedrongen op bezuiniging en op maatrege
len ter verbetering van het muntwezen,
en verzocht de heer Borsius overlegging
van het reglement voor den Ministerraad.
De heeren Ministers van Financieën en van
Binnenl. Zaken toonden in hun antwoord,
dat zij den wenk van den heer Pické be
grepen hadden. Beiden verklaarden, dat
zij niets kwaads in den zin hadden tegen
Art. 194wat velen in den lande gerust
gesteld anderen teleurgesteld zal hebben;
algemeen echter zal men moeten getuigen,
dat de Minister Pynacker Hordijk een
alles behalve schitterend figuur heeft gesla
gen. De heer Fransen van de Putte nam
akte van de verklaring der Regeeringdat
hare opvatting ten aanzien van het lager
onderwijs overeenstemde met die der Eer
ste Kamer. De heer Pické zeide o. a. „Het
doel is bereikt: Art. 194 der Grondwet
blijft ongeschonden, niet als wapen der
Kerk, maar in het belang der vrijheid,"
Betreffende de opmerkingen over het finan
cieel beleid der Regeering trachtte de
Min. van Fin. zich te verdedigen, maar
daarop gaf de heer Fransen van de Putte
ook een wenken zeidedatbij aldien
er geen verandering kwam in de financi-
eele politiek der Reg. de Eerste Kamer
niet weder de begrooting zou goedkeuren.
Overlegging van het reglement voor den
Ministerraad gevraagdom zekerheid te
hebben omtrent de opvatting der Reg. van
de kollektieve verantwoordelijkheid van
het ministerie wilde de Minister niet
beloven. Hoofdstuk Buitenl. Zaken is
na eenige diskussieHoofdst. Justitie zon
der diskussie met algemeene stemmen aan
genomen; Hoofdst. Binnenl. Zaken evenzeer,
na eenig debat over onderwijs zaken, ook
Hoofdst. Marinenadat de Min. beloofd
had eene kommissie te zullen benoemen
tot onderzoek van den toestand en de
inrichting van 's lands wervenHoofdst.
Financieën en de Vestingbegrooting zijn
goed gekeurd met 33 tegen 1 stemHoofd
stuk Oorlog, nadat verschillende sprekers
het hooge eindecijfer bestreden hadden,
on de Min. het had trachten te verdedigen,
is aangenomen met 24 tegen 10 stemmen.
In de zitting van Zaterdag heeft de Kamer
de spoorioegbegrooting met eenparige
stemmen aangenomen, daarna evenzoo
In C a I a b r i
Uit het Italiaanscl).
10)
Eenige minuten later kwamen er we
derom drie, die eveneens werden
behandeld, dit werkte uitstekend; om
zeven uur waren er al een en twintig
gekomen van de twee en dertig, die
er in de gemeente warenéén scheen
afwezig te zijn.
Terwijl de soldaten met de verlof
gangers bezig warenbeproefden vier
van de vijf roovers, die op het dorp
waren, om het huis uittekomen; zij
werden echter ontdekt en aangewezen
door een spion, die zich onder de
soldaten bevond; op een teeken van
den kapitein werden zij gearresteerd.
Er was nog een vijfde, een woeste,
bloeddorstige roover, die veroordeeld
was om gefusilleerd te wordendaar
hij schuldig was aan een driedubbelen
moorddien hij eenige dagen te voren
in koelen bloede bedreven had. Hij
werd gevangen genomen in 't huis
van een handlanger der rooverstege
lijk met zijn beschermer, en terstond
doodgeschoten.
Tegen elf uur was de troep met de
officieren te Gerzeto terugde roovers
Hoofdstuk Waterstaatmet 25 tegen
5 stemmen nadat eenige inlichtingen
gevraagd waren, en de Minister
geantwoord had. Bij Hoofdstuk Kolonieën
werd door de heereu Vos de Waal en
Fransen van de Putte aangedrongen op
beperking in Atjehin beginsel daarvoor
was ook de Ministerdie op eene tot hem
gerichte vraag betreffende het ontslag van
den Goeverneur Pruys van der Hoeven
antwoordde, dat hem de reden van dat
ontslag nog niet bekend was, maar dat
die heer vermoedelijk zijne betrekking
heeft nedergelegd wegens den tegenstand
dien zijn persoon in 't moederland onder
vond. Het Hoofdstuk werd met algemeene
stemmen aangenomen, nadat de heer Nobel
verklaard hadalleen voor te stemmen zon
der prejudice betrekkelijk het oordeel over
het Biliton-kontrakt. De Kamer is op reces
uiteengegaan.
De Tweede Kamer is bijeengeroepen
op Maandag 12 Februari, 's nam. 3 uur.
De in Frankrijk heerschende span
ning trekt zeer de aandachten velen
vreezen, dat deze ernstige gevolgen voor
de Republiek zal na zich slepenhoewel
door anderen daaromtrent geruststellende
verzekeringen worden gegeven. Het mani
fest van Prins Napoleon en diens arrestatie
heeft er den stoot aan gegeven, en nu
is 't maar de vraag, welke maatregelen
verder zullen genomen worden. Zooals de
lezer weet, zijn er zeer radikale maat
regelen voorgesteld, waarmede de Regeering
zich niet kon vereenigendaartegenover
staat een meer gematigd Regeerings-
voorstel, dat de pretendenten en hunne
families dan alleen uit Frankrijk wil
bannen, wanneer zij het er naar maken, j
De voor de pretendenten-wet benoemde
kommissie zweeft heen en weêr, en schijnt
nu eens meer, dan weêr wat minder radi-
kaal gestemd te zijn. Volgens de laatste
berichten was nu door de Kommissie een
transactie-voorstel van den heer Fabvre
aangenomen met 6 tegen 5 stemmen. De
Ministersdie eerst lang niet eenstemmig
dachten in deze aangelegenheidzoodat
zelfs sprake was van het aftreden van
den Ministers van Oorlog en Marine, I
willen dit voorstel wel overnemen naar
men zegt. Alleen de Admiraal Jaurégui-
berry, de Minister van Marine, heeft zijn
ontslag gevraagd, dat ook reeds is aan
genomen.
Engeland's cirkulaire over Egypte
is door de Porte beantwoord met eene
nota, waarin zij pretesteert tegen Enge
land's handelwijze, omdat deze de rechten
der Porte aanrandt.
Het groote proces, dat te Dublin tegen
het „moordenaarsbond" gevoerd wordt,
schijnt te zullen leiden tot ontdekking
van den daders van den moordop Lord
Cavendish en Sir Burke in het Phoeniks-
park gepleegd.
De voor een paar weken zoo druk
besproken briefwisseling tusschen den
Keizer en de Paus blijkt louter eene
wisseling van beleefdheden te hebben
behelsdzij het ookdat daarin een her
vatting der geschorsten onderhandelingen
ter sprake kwam.
en hun handlanger waren allen ge
boeid, de een en twintig verlofgan
gers liepen los voor de bersaglieri
uit. De afdeeling van den eenen ser-
ganl was naar Cevallerizze geweest,
en bracht van daar achttien verlofgan
gers mede. Tegen twee uur kwamen
ook zij, welke naar Mongrassano en
Cervicati waren gezonden, en brachten
er zeventien medeterwijl tegen vier
uur eenige liberalen kwamen met acht
verlofganger die zij aan de welwillend
heid van den kapitein wenschten aan-
tebevelen. De vangst was bizonder j
voordeelig geweest; veertien roovers
waren gevangen; van de acht en zestig
verlofgangers, stonden er vier en zestig
onder de nationale banier; de uitslag
was dus boven verwachting gunstig.
De schrik was de vrienden der roovers
om 't hart geslagende liberalen zege
vierden, en 's avonds lachte de syndi
cus vroolijk, toen hij de officieren
ontmoette, en begon te zingen:
Tralala schenk in het glas,
Eet of't vastenavond was
maar hij kwam niet verder, want twee
geweerschoten buiten het dorp, deden
hem plotseling verschrikt zwijgen.
Bijna op hetzelfde oogenblik ver
toonde zich een meisje.
De tweede luitenant, die op een
Aan de vriendelijke ontvangst van
den Russisohen Minister von Giers door
den Keizer van Oostenrijk wordt nog
al gewicht gehechtomdat men de be
doeling verondersteltop deze wijze tegen
te spreken de geruchtendie er in omloop
zijn aangaande de gespannen verhouding
tusschen Rusland eenerzijdsen Oostenrijk
en Duitschland anderzijds.
De Belgiesche Kamer heeft met 94
tegen 2 stemmen het Regeeringsontwerp
tot regeling van het gebruik der Vlaam-
sehe taal bij het middelbaar onderwijs
aangenomen. Vooraf was met 58 tegen
43 stemmen goedgekeurd een voorstel van
den heer de la Vignehiertoe strekkende
dat aan de voorbereidende afdeelingen der
middelbare Staatsscholen in Vlaamsche
gewesten de lessen in het Vlaamsch zullen
gegeven worden.
"Dit Brussel wordt bericht, dat de
Peltzers niets meer van hun hooger be
roep te wachten hebben. Twee hunner
gewezen vrienden moeten Armand te Brus
sel gezien en zelfs gesproken hebben op
den dagwaarop de moord in de Rue de
la Loi is gepleegd. Ook zou de persoon
gevonden zijndie aan de gebroeders
Peltzer het geld had verstrekt, dat zij
voor den moord noodig haddenzonder
dat hij eenig vermoeden had omtrent de
plannen, die beraamd werden. Eindelijk
zou men den beruchten koffer gevonden
hebben, waarin Armand's vermomming
geborgen was, zoodat het nu bewezen
kan wordendat deze laatste zelf de
moord zooal niet gepleegd heeftdan toch
er bij tegenwoordig geweest is.
De kroniekschrijver van een Weener
blad, die vroeger met zijne vrouw in
Amerika gereisd heeft, verhaaltdat zij
op den eerste dag van hun aankomst te
New-York in een der voornaamste straten
twee tot de tanden gewapende soldaten
zagen, die twee galeiboeven, die met
een zwaren ketting aan elkander verbonden
waren en met moeite een kogel voort
sleepten, op ruwe wijze voortdreven.
„Mijne vrouw'', voegt de schrijver er bij,
was bij het zien van zoo groote wreed
heid op het punt van zich onwel te voelen,
toen zij een blik wierp op de ruggen dezer
ongelukkigen, en daarop de met groote
gouden letters geborduurde woorden las
Heden avond, in den Schouwburg „De
onschuldige Galeislaafgroot beroemd
drama in twaalf tafreelen".
Op een der dagen van de voorgaan
de week was een groote menigte te Enk
huizen naar het havenhoofd geloopenom
te zienhoe een paar Harlinger stoomboo-
ten zich door het ijs een weg naar Am
sterdam trachtten te banen. Plotseling
ontdekten de geoefende oogen van een paar
visBchers twee mannen, die op de ijsschot-
sen aan den horizon ronddreven en van tijd
tot tijd in doodsangst met hun uitgetrok
ken jassen wuifden om de aandacht te
trekken. Haastig werden de kijkers voor
den dag gehaald, en ja, daar verkeerden
blijkbaar twee menschen in levensgevaar,
en dadelijk werd beslotendat zij tot eiken
prijs van een wissen dood moesten gered
worden. Terstond werd de vlag geheschen,
steen zat, sprong op, alsof hij door
een adder gestoken werd; het was het
schoone Albaneesche meisje, met een
brief voor den kapitein!
,,Wie heeft u dien brief gegeven?"
vroeg deze.
„Wel Saurohij is in 't bosch bij
mij gekomen, en heeft mij gedreigd
het huis in brand te steken, als ik
den brief niet dadelijk wegbracht.
De kapitein brak den brief open,
die met gekauwd brood was dicht
geplakt, en las.
V.
Ziehier wat de brief bevatte.
„Capteijn."
„Jij hebt een mooie jacht gehadt,
maar als je den deze ontvangt, dan
zullen een paar saluitschoten uit mijn
dubbel jachtroer, je zeggen, dat je
ze niet allemaal geknipt hebt, dat ik
nog vrij en vrank op de bergen rond
dwaal en dat ik niks nieraendaal om
je geef.
Sauro,
Capteijn nel als jij.
„Maar is die Sauro niet onder de
gevangenen
„Het is een neef van hem, een
andere Sauro," zeide de syndicus.
om den ongelukkigen een teeken te geven,
dat zij opgemerkt waren, en in allerijl
stak een sloep in zeebemand met eenige
stoere zeelui, en voorzien van brood en
worst. Wie toch kon wetenhoe lang die
arme schipbreukelingen reeds hadden rond
gezworven zonder voedsel Angstige blik
ken volgden de sloep, die een harden strijd
had te voeren tegen het opstuwende ijs.
De spanning, waarin men verkeerde,
duurde gelukkig niet langwant nog was
de boot geen half uur in zeeof een vreemd
schouwspel werd waargenomen door de
met kijkers gewapende toeschouwers. Im
mers, de ongelukkigen begonnen nu zoo
geweldig met hunne mantels te wuiven,
dat zij zich van de brooze ijskorst ophie
ven en, al hooger en hooger stijgende,
eindelijk als bovenaardsche wezens in het
luchtrnim verdwenen. Maar een vreug
degejuich ging op de uit de menigte op
het havenhoofd, en lachend schudde men
het hoofd tegen elkaar, nu het bleek, dat
men zich had laten beetnemen door een
paar reigers
Blijkens eene mededeeling in het
N. v. d. D. is de klok te Zandvoort, die
door den luchtstroom wordt opgewonden,
niet eene nieuwe uitvinding. In 1824
werd reeds zulk een uurwerk hier te lande
vervaardigd door den heer Christiaan van
Essen. Koning Willem I. schonk hem
daarvoor eene gratificatie van ƒ1000. Na
zijn dood kwam het uurwerk in bezit van
zijn zoon. Een Duitsche knechtwien deze
weigerde het geheim te openbaren, liet
uit wraakzucht de klok in stukken vallen.
De heer van Essen, horlogemaker in de
Roomolensteeg te Amsterdamis echter
met de samenstelling bekend.
Te Charlois is eene vrouw vreese-
lijk gebrand door een ongeluk met een
petroleumlamp. Zij was gillende de straat
op gevlogen en werd toen bijgestaan door
een agent van politie en een paar buren,
die door hunne jassen de brandende klee
deren der vrouw doofden. Zij is niet bui
ten gevaar. Er was in het huis van den
heer R.waar de vrouw het ongeluk kreeg,
een begin van brand ontstaan. Nadat er
bij de vrouw geneeskundige hulp was
gekomenkon die brand spoedig gebluscht
worden door de nu vrij komende handen.
Niet minder dan vier branden heb
ben er in de vorige week te Halfweg
Haarlem of in de nabijheid plaats gehad:
als in den veestal van J. Scharrighuizen,
in de woning van A. v. d. Bergin die
van H. Boot aan den IJweg en in die
van F. Egman te Spieringhorn. Yan de
drie eerste branden zijn de oorzaken onbe
kend; bij de vierde is, naar men zegt,
de oorzaak het omvallen der petroleum
lamp. Alle vier de genoemde panden waren
verzekerd.
Cristine Nilson heeft met haar kunst
reis in Amerika een deel van het geld
terng gewonnendat door de speculatiën
van haar man verloren ging. De bruto
ontvangst van 24 concerten die zij er gaf
bedroeg, 119,982 dollars (ca. f 299,955)
en de helft daarvan werd aan de kunste
nares uitgekeerd.
„Wel zoonuals ge hem zietlief
meisjezeg hem dandat we al 't
mogelijke zullen doen, om hem te
krijgen. Maar gij, waar woont gij?"
„In dat huisje waar gij van nacht
dien ouden man hebt gevondendat
is mijn vader; hij Iaat u groeten, en
bedanken voor den piaster, dien ge
hem gegeven hebt."
„Welken piaster? dat zal zeker mijn
luitenant gedaan hebben, die meneer
daar."
Het meisje keerde zich om, en
herkende den luitenant, die haar te
Cosenza reeds met zooveel bewonde
ring had aangestaardook nu las zij
bewondering, zelfs liefde in zijne blik
ken; zij bloosde, en dankte hem met
neergeslagen oogen.
De officier antwoordde verlegen:
„Kom, dat heeft niets te beteekenen."
Het was laat, en 't werd reeds don
ker; het schoone meisje wenschte
hun goeden avond, en ging heen,
nadat zij den jongen man nog eens
had aangezien. Ik heb nog vergeten
te zeggen dat Asprini een bizonder
knap man was, blond, met leven
dige, vurige en toch zachte oogen,
en eene slanke, sierlijke geslaltc.
Wordt vervólgd.)