N ieu wsberichten. Wedergevonden. aarden in druk, acht ik overbodig bij dit schrijven nader toetelichten. Ik haast mij de ontvangen opmerking ter algemeene kennis te brengen. Ik heb mij eenigzins, voor wat de plaatselijke belasting alhier aangaat op den voorgrond gesteld. Men moet weten met wien men te doen heeft, namelijk, met een normaal man of met een in een dommeligen toe stand verkeerenden. Haarlem, 8 Oct. 1883. A. J. DE LEEUW. De Min. van Binnenl. Zaken heeft bepaalddatter voorziening in de vaka- tnreontstaan door het ontslag nemen door Mr. Bichon van IJselmondede verkiezing voor een lid der Tweede Kamer van de Staten-Generaal in het hoofdkiesdistrikt Gouda zal plaats hebhen op Dinsdag 30 Oktober a.s. en de herstemmingzoo die noodig mocht zijnop Dinsdag 13 Novem ber a.s. Het Wetsontwerp tot wijziging van de artt. 240242 en 247 der Gemeente wet, noodzakelijk geworden door de be lasting-voorstellen der Regeering, luidt aldus I. In art. 240 der Gemeentewet werdt onder n° 1 inplaats van „vier vijfde gedeelten" gelezen: „drie vijfde gedeel ten." II. Art. 242 der Gemeentewet wordt gelezen als volgt: „Het getal der opcenten op de grondbelasting kan voor de gebouwde eigendommen tot zestigvoor de ongebouwde tot veertig gaan." - III. Art. 247 der Gemeentewet wordt gelezen als volgt: „Heffing van opcenten op de hoofdsom der personeele belasting is niet geoorloofdtenzij de opcenten op de hoofd som der grondbelasting op de gebouwde eigendommen tot veertigen die op de hoofdsom der grondbelasting op de onge bouwde eigendommen tot tien zijn opge voerd, en een hoofdelijken omslag of andere directe belasting worde geheven, welker opbrengst met het bedrag der te heffen op centen op de personeele belasting minstens gelijk staat." IV. Deze Wet treedt in werking op 1 Januari 1884. Niettemin wordt over het dienstjaar 18831884 vier vijfden van de opbrengst der Rijksbelasting op het personeel aan de gemeenten uitge keerd. De opcenten op de grondbe lasting tot heffing waarvan de raden der gemeenten in den loop van het jaar 1884 onder Onze goedkeuring besluiten, worden over dat jaar door 's Rijks ambtenaren krachtens suppletoire kohieren ingevor derd." Volgens de Memorie van Toe lichting wordt wegens het der personeele belasting omstreeks 9 miljoen uitgekeerd. Neemt het Rijk terugdan geniet het daardoor dns ruim 2 miljoen. Doch deze maatregelzegt de Regeering verdient al leen aanbevelingals het verlies voor de gemeenten behoorlijk wordt vergoed. In afwachting van eene definitieve regeling van de verhouding tusschen Rijks- en gemeentebelastingen kan dit geschieden door aan de gemeenten de bevoegdheid te verle enen om 60 in plaats van 40en 40 in plaats van 10 opcenten op de grond belasting op gebouwde en ongebouwde eigendommen te heffenwaaruit respectie velijk 851.900 f 1.651.300 is te trekken, 't Is er echter verre van daanbeweert de Reg. dat dit bedrag door de gezamentlijke ingezetenen zal worden opgebracht; vele gemeenten toch behoeven het genoten personeel niet geheel en zullen dus niet tot het nieuwe maximum gaan. De stedelijke gemeenten, waarin weinig ongebouwde eigendommen zijnzouden bij den ruil verlies lijden. Maar men houde in het oog, dat die gemeenten voordeel genoten van de 30 pet uit de Schoolwetwant meerendeels voldeden zij ook zonder de wet van 1878 aan de eischenin die wet gesteld. Verge lijkt men de jaren 1880 en 1883wat betreft de stijging der onderwijzers-jaar- wedden en de uitkeering der 30 pet., dan profiteerde Utrecht daarbij 5 jGroningen 7Arnhem 8-j-Leiden 20 duizend gulden ongerekend dat die jaarwedden toch zou den gestegen zijn. Voorts genoten die ge meenten belangrijke inkomsten van het vergunningsrecht. Intusschen blijven de gemeenten vrij niet tot de voorgedragen verhooging van opcenten haar toevlucht te nemenmaar het benoodigde te vinden nit verhooging van haar eigen belasting of, ten deeledoor opcenten op het personeel. De Reg. beschouwt overigens, haar voorstel ook als eene verbetering van het plaatselijk belastingstelsel. De buiten de plattelandsgemeenten wonende grondeige naars dragen thans te weinig bij in de gemeentelastenofschoon de uitgaven dier gemeenten meerendeels in de eerste plaats aan hun eigendommen ten goede komen. De Reg. verwacht dan ook, dat eenige plattelandsgemeenten van de voorgedragen bevoegdheid mede zullen gebruik maken tot vermindering van de plaatselijke be lasting. Ten slotte merkt de Reg. op dat het wetsontwerp een voorloopige maat regel isdie haar niet ontheft van de taak om zoo spoedig mogelijk de door haar noodig geachte herziening van de perso neele belasting in verband met de plaatse lijke belastingen ter hand te nemen. Er moet ernstig sprake van wezen om Generaal Verspyck te benoemen tot gezant te Petersburg. De onvrienlijke bejegening van den Koning van Spanje te Parijs heeft in zoover gevolgen gehaddat de Fransche Minister van OorlogGeneraal Thibaudingedron gen is geworden zijn ontslag te nemendat dan ook door den President der Republiek is aangenomen. Deze Minister, op wiens naam een smet kleeft, omdat hij, gelijk- bekend istegenover Duitschland zijn eere woord geschonden heeftwas in het Ka binet het werktuig der intransigentenen spande samen met den schoonzoon van Prezident GrévyWilsonom het Kabi net-Ferry ten val te brengen. Zijn wegblij ven bij de ontvangst van Koning Alfonso in de Fransche hoofdstad heeft nu geleid tot zijn ontslag. Men mag het als een geluk voor Frankrijk beschouwen dat Thibaudin opgehouden heeft lid der Regeering te zijn het gaf tegenover Duitschland geen hou ding dat hij minister wasen hij kon nog vrij wat kwaad gebrouwd hebben. Koning Alfonsodie te Parijs eenige onaangename uren heeft doorgebracht, heeft zich bij slot van rekening niet te bekla gen. De betuigingen, die hij uit Frankrijk ontvangt, geven hem alle voldoeningen het gebeurde heeft geleid tot betuigingen van sympathie in zijn eigen land, die anders wellicht uitgebleven zouden zijn. De Pruisiesche Regeering verlangt van het Vatikaan, als bewijs van zijne werkelijke vredesgezindheid, de vervanging der reeds door den Staat afgezette aarts bisschoppen Melchers en Ledochowski. Beide prelaten hebben zichin tegenstelling met de overige Pruisiesche bisschoppen ook tegen het aanvragen der dispensatie verklaard. Sir Stafford Northcote, de leider der konzervatieven in het Engelsche Lager huis, heeft Woensdag 11. te Belfast eene toespraak gehoudenwaarin hij o. aver klaarde niet te kunnen voorspellenwan neer het tegenwoordig Kabinet zou wor den ontbonden. Maar niet onmogelijk acht te hij het, dat dit „geheel onverwacht" zou geschiedenen hij vertrouwdedat de konservatieven overal op deze mogelijk heid zouden zijn voorbereid. Oostenrijk heeft thans weder met nieuwe binnehlandsche moeilijkheden te kampen. De Ruthenen, die de helft der bevolking in Gallicië uitmaken, eischen eene reeks van privilegiesdie hoofdzake- lijk op het volgende neerkomen gelijk stelling van de Rutheensche taal met de Poolsche in Oost-Gallicië gelijkheid van het getal uitheemsche en het getal Pool sche gedelegeerden in het uitvoerend Ko- mitédat door den Landdag benoemd wordt bevoegdheid om met de Polen over 's Lands geldmiddelen te beschikkenrecht om elke inmenging van de Jezuieten in de aange legenheden der Grieksche Kerk te weige- Omtrent het huiselijk leven van den Keizer van het Hemelsche Rijk bevat de North Oliina Herald eenige mededeelingen. Z. M. is thans elf jaar oud en zal eerst over vijf jaar meerderjarig verklaard wor den. Thans heet men hem nogFoe-Yeh, den vader van Boeddhaen zij die hem mogen naderen, aanbidden hem als een God. Hij werd niet in purper geborenen dat was een geluk voor hemwant dan zou niemand hem durven aanraken. Toen hij nog een klein prinsjen waswerd hij ingeënt. Zijne moeder bezoekt hem eens in de maand en knielt dan voor hem neder maar om dadelijk weder op te staan. Zijn vader doet hetzelfde. Acht eunnken be dienen hem bij dag en bij nachtterwijl het aantal bedienden bij plechtige gelegen heden ontelbaar is. De „goddelijke" knaap eet geheel alleenen de ènnuken komen terstond tusschen beidenwanneer hij wat te grooten eetlust aan den dag legt. Hij leert eiken dag chineesch en mandshoe, anderhalf nur daags. Twee uur brengt hij met paardrijden en boogschieten dooren des winters maakt hij sledevaarten. Zoo vaak zijn onderwijzers bij hem komen, vallen zij voor hem op de knieënmaar gaan daarna zitten. Wat het arme kind het overige van den dag doetwordt aan niemand medegedeeld. Hij bewoont de ver trekken van zijn voorganger en slaapt in het reusachtige beddat verscheiden Kei zers als divan hebben gebruikt. De minis ters maken dagelijks hun opwachting bij hem, het vierde, vijfde en zesde uur van den voormiddagdan zit hij in de groote raadzaal op den troon. Het vonnis van den krijgsraad te Arnhemwaarbij Wilhelm Schroderveld artillerist te Amersfoortwas veroordeeld tot vijf jaren tuchthuisstraf, wegens drie aanrandingen tegen de eerbaarheidalsmede diefstal op den openbaren weg en verkrach ting, is thans door het Hoog Militair Gerechtshof bevestigdmet veroordeeling van den beklaagde in de kosten der proce dure, ook in appèl. Door de ontploffing van een vat kruit in een kelder, zijn te Villenain de Spaan- Bche provincie Alicantedrie huizen in de lucht gesprongen. Vijftien menschen wer den gedood en zes andere gewond. In Californië is een kruitmagazijn in de lucht gevlogenen veertig Chineezen von den daarbij den dood. Bij den bekenden jaarlijkschen wed strijd der Engelsche schependie thee uit China aanvoeren wie de eerste lading thee te Londen aanbrengt ontvangt een premie is de Stirling Castleeen schip van 131 meter, overwinnaar geweest. Het vaartuig deed de reis van Hongkong naar Londen in 29 dagen, 22 uren, 15 minuten, waarvan bijna 28 dagen onder stoom. Het legde ongeveer 100 geographi- sche mijlen per dag af; dat is aanmerkelijk meer dan een goederentrein, maar deze, dit moet men in aanmerking nemenhoudt telkens stil. De ladingdie een waarde had van 12 millioen guldenwerd in den kor ten tijd van 30 uren gelost. De Indiaan Majoe Koerana, zijne vrouw Maja Roekanabenevens de bosch neger Kodja-a-Slengribehoorende tot het personeel der Surinaamsche inboorlingen op de tentoonstellingof liever hunne beel tenissen zullen binnenkort op het Panop ticum te zien zijn. Koerana, ongev. 45 jaar oud, is een roodhuid van Caraïbischen stam en woon achtig aan de boven-Surinamenabij de Joden-Savana. Zijne 35 jarige vrouw is- minder fraai gebouwd en de moeder van de drie jeugdige indiaantjes, die zich op de tentoonstelling bevinden. Slengri is een boschnegerbehoorende tot den stam der Aukaners, die meerendeels de oevers der Marowijne bewonen. Hij is mede een goed type en van forsche gestalte. Twee publieke vrouwen A. Buwalda en M. Schoen, en twee mannen J. A. Smit enK.deJong, zijn heden, overeenkomstig den eisch van het O. M., door het gerechts hof te Amsterdam tot een tuchthuisstraf van 5 jaren veroordeeldter zake van diefstal met geweldplegingbij nacht door meer dan éen persoon. Zij hadden namelijk een hier vertoevenden boerenarbeider ge lokt in het plantsoen op de Prins Hendrik kade bij de Nieuwebrug te Amsterdam. Terwij 1 hij daar met een der vrouwen sprak werd hij door allen aangegrepenop den grond geworpen en werd hem een porte feuille met een muntbiljet van f 10 ontno men hetwelk na inwisseling door het viertal gedeeld werd. Dinsdagmorgen omstreeks zes uur, ontdekte een nachtwacht te Dtrecht, bij zijne ronde, dat de geheele bemanning der hoofdwacht in verregaanden staat van dronkenschap verkeerde. Hij gaf daarvan oogenblikkelijk kennis aan den plaatselij ken commandant, die een nieuwe wacht liet aanrukken en de beschonkenen liet arresteeren. Uit Spa wordt een droevig spoorweg ongeluk bericht. Zeven wagens met steen- (Naar het Hoogduitsch van M. Hartwig.) 4) Het zeldzame talent van den jeugdigen huisschilderssknecht trok bizonder haar aandacht, en zij stelde hem in staat, voor zijn vorming, eerst de akademie te bezoeken, en daarna eene reis naar Italië te doen. Zij verlangde geen an deren dank dan dezen, dat hij den fa milienaam haars overleden echtgenoots aannemen zou. De jeugdige schilder verbond zich daartoe en vertaalde nu ook zijn voornaam in het Italiaansch." „Woont hij te Napels?" vroeg de Gravin. „Ja; doch niet geregeld. Wanneer ik mij niet vergis, dan is hij al weêr op reis." Een uitdrukking van teleurstelling vertoonde zich op het gelaat der jonge vrouw." En weet gij niet, waar hij heen gereisd is?" „Neen, genadige Gravin; naar't mij voorkwam, ondernam liij deze reis niet met bedoelingen, die met zijne kunst in verband staan, maar om eene persoon lijke aangelegenheid." „Lieve Elizabeth," liet nu Graaf Eberhardt zich hooren, „willen we niet thans gebruik maken van het schoone weder en ons plan om naar Capri te varen ten uitvoer brengen? Misschien wil de Conté zich wel bij ons aansluiten." De Conté verklaarde zich gaarne daar toe bereid. Aan het strand bood een klein bloemmeisjen aan de jonge vrouw bloemen aan: „Fiori, Signori fiori!" Graaf Eberhardt koos een boeketjen geurige viooltjens uit en bood ze aan de jonge vrouw aan met de woorden „ik heb 't genoegen u uwe zusters te overhandigen Zij was zoo dikwijls een klein viool- tjen genoemd. Mijmerend staarde zij op de bloemen, die zij in de hand had, en ademde zij den heerlijken geur in. Daar verrezen plotseling de bergen van Thü- ringen voor haar geest. Zij zag een smallen boschwegwaarop zich een knaap met donker hair en fonkelende bruine oogen langzaam voortbewoog, hand in hand met een schreiend meis- jen. Daar bleef de knaap stilstaan; hij maakte een ruiker heerlijk geurende viooltjens van zijn hoed los en stelde dien ter hand aan zijne met betraande oogen naar hem opziende gezellin„Ver geet mij niet, Lisel: blijf me getrouw!" sprak hij. Zulk een overweldigenden indruk maakten de herinneringen aan het ver leden op hare ziel, dat zij treurig ge stemd werd, en verlangde alleen te zijn. Zij zette zich neder op eene bank, die daar in de schaduw der pijnboomen stond, en verzocht de beide heeren, haar eenige oogenblikken aan haar zelve over te laten, en zonder haar een bezoek te gaan brengen aan de „blauwe grot." Spoedig was zij nu alleen met hare gedachten, en verdiepte zij zich geheel in het verleden. Zij drukte zich de trillende hand tegen het hart: „ik heb u niet vergeten, Johannes, nooit nooitfluisterde zij met trillende lippen bij zich zelve. Op het eiland der blauwe grot zag zij plotseling een jongen man in een zwart fluweelen pak, met een teeken portefeuille onder den arm, met haastige schreden den weg afkomen. Toen hij op geringen afstand haar voorbijgaan wilde, trof zijn blik onwillekeurig den hare. Als door eene onzichtbare macht gedwongen, bleef hij staan en zag hij haar staroogend aan. Terstond daarop echter was het aan de uitdrukking van zijn schoon gebruind gelaat merkbaar, dat hij haar herkende, en in een luid gejubel uitbarstend riep hij„Lisel De jonge vrouw was van de bank op gestaan, en de beide handen naar den jubelenden jonkman uitstrekkend, sprak zij zacht en innig: „Johannes, lieve Jo hannes En de portefeuille op den grond werpend, greep hij de hem toegestoken handen en bedekte ze met kussen. „O, Lisel, 't komt me-als een won der voor, dat ik weder in uw lief ge zicht staren, uwe kleine handen weder in de mijne houden maghoe einde loos lang heb ik daarnaar gesmacht!" Langzaam liet hij zijn blik over hare slanke gestalte gaan, en toen vervolgde hij„maar wat zie ik Toen ik u ver liet waart ge een eenvoudig klein meisken, en nu zijt ge eene groote elegante dame gewordenZeg me hoe is dat geschied? Hoe komt het dat ik u hier wederzie, terwijl ik meende, dat gij u op zoo verren afstand van mij bevondt?" De jonge vrouw sloeg haar oogen neder voor zijne vurige blikken en sprak fluisterend: „dat deel ik u later mede. Gij zijt een groot schilder geworden die Picciardo heet." (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1883 | | pagina 2