Het feestden 15den dëzer te Ctrecht
te vierenbij gelegenheid van de plechtige
onthulling van het standbeeld van Graaf
Jan van Nassau, zal door HH. MM. den
Koning en de Koningin worden bijgewoond,
Uit het programma blijkt, dat als feestre
denaar zal optreden Dr A. R. Ruitenschild
en dat HH. MM. een kollation zullen
gebruiken ten huize van den Kommissaris
des Konings den heer 's Jacob. Voor eene
kommissie uit de Utrechtsche burgerij is
besloten aan HH. MM. den Koning en de
Koningin bij hunne komst te Utrecht op
15 dezer eene blijvende gedachtenis aan te
bieden.
Men beweert thans zeker te weten
dat HH. MM. de Koning en de Koningin
der Belgen de uitnoodiging hebben aange
nomen van HH. MM. den Koning en de
Koningin der Nederlandenom een bezoek
op liet Loo te komen brengen. De hooge
gasten zullen na den 151™ Oktober op
Het Loo aankomen. Onze Koning heeft het
Paleis te Amsterdam ter beschikking ge
steld van Hunne Majesteiten voor den tijd
van hun verblijf aldaar. De opperhofmaar
schalk, Baron Fagel, zal zich, naar men
verneemt, naar Brussel begeven om de
bevelen van Koning Leopold en Zijne Ge
malin te ontvangenbetreffende hun ver
blijf hier te lande.
Het geruchtdat Generaal Yerspyck
tot gezant te St. Petersburg zou worden
benoemd, is, naar het Vaderland verze
kert, van allen grond ontbloot.
De berichtendoor de jongste mail
overgebrachtdoen ziendat men zich
geen te vreeselijke voorstellingen gemaakt
heeft van de verwoestingen op Java en
Sumatra door de uitbarsting op Krakatau
aangericht. Men huivert als men het leest.
Duizenden bij duizenden zijn omgekomen
en een geheele landstreek is verwoest. De
schade is nog op verre na niet te berekenen
en blijkt met iederen dag grooter te zijn.
't Zal lang aanhouden eer Nederlandsch
Indië deze ramp weder te boven is. Maar
al het mogelijke wordt gedaan om de ellen
de te lenigen. De houding der Nederl.
Indiesche Regeering wordt zeer geroemd
en over gebrek aan deelneming valt niet
te klagen. En in Indië en in Europa laat
de menschenliefde zich niet onbetuigd.
Maar de aangerichte verwoesting is zoo
groot en de ellende zoo onbeschrijfelijk,
datook na de reeds betoonde liefdadigheid
het voortduren van de bede om hulp geen
verwondering mag baren.
Uit Parijs bericht mendat de heer
"Wilson, de schoonzoon van Prezident
Grévydie zooveel kwaad gebrouwd heeft
met zijne vrouw zich op reis begeven
heeft. In overleg met den Minister-prezi-
dent Ferry moet door Grévy bepaald zijn
dat niemand meer inzage mag nemen van
de akten op Grévy's schrijftafel, afschrif
ten van telegrammen nemen, of gebruik
maken van den Prezidialen stempel, die
vrijdom van briefport geeftvan alle welke
dingen genoemde Wilson een schandelijk
misbruik gemaakt moet hebben. We
derom bevat de Fransche Staats-Courant
eene reeks mutatieën bij de rechterlijke
macht. Niet minder dan 178 rechters
worden op pensioen gesteld en door andere
vervangen. Eene vijfde reeks zal spoedig
op deze volgen. Hoe zeer de handelwijze
van vele rechterlijke ambtenaren tot dezen
stap genoodzaakt hebbenblijft het toch
altijd gevaarlijk, als de Regeering de
macht in handen heeft om op despotiesche
wijze het ambtelijke leven van zoovelen
af te snijdente gevaarlijker, wanneer die
macht wordt toegepast op leden der rech
terlijke macht, wier onafzetbaarheid onder
gewone omstandigheden terecht als een
vereischte beschouwd wordt. De Spaan-
sche kwestie heeft de aandacht wat afge
trokken van de Chineesche kwestiemaar
er schijnt in deze nog weinig verbetering
gekomen te zijn. Men meldtdat Markies
Tsengde Chineesche gezantParijs weêr
verlaten en zich naar Engeland begeven
heeftwaar zijn gezin woonten waar hij
zich veiliger voelt. Zondagavond is in
de vestibule van het stadhuis te Lyon een
met kruitkogels en stukjens ijzer gevulde
kardoes ontploft. Groote schade werd aan
gericht maar niemand bekwam letsel. Naar
de daders is een onderzoek ingesteld.
't Was Zondag juist 25 jaren gele
den, dat de tegenwoordige Keizer van
Duitschland het bestunr van zijn broeder,
als Prins-Regent van Pruisen overnam.
Daar deze overdracht wegens min gunstige
verhoudingen van den vorst plaats had,
wenschte Koning Wilhelm thans dezen
gedenkdag stil te laten voorbij gaan.
't Spreekt van zelf, dat de pers en het volk
evenwel de hulde niet onthoudt aan den
vorstonder wiens regeering Pruisen en
Duitschland zon zeer in aanzien zijn ge-
De Russiesche revolutionnaire partij
heeft weder een proklamatie het licht doen
zienwaarin verklaard wordtdat de partij
Czaar Alexander III ook ter dood veroor
deeld heeft.
De moordenaars van Graaf Majlath,
die voorzitter was van de Hongaarsche
Eerste KamerPetelySpan ga en Berecz
zijn ter dood veroordeeld. Zij hebben zich
in kassatie voorzien.
De tijding, dat de „Iersche verklik
kers" op weg naar Indië zijn, wordt
bevestigd door het plotseling verdwijnen
van een hunner, Smith, die te Suez de
stoomboot verliet, waarop hij zich als
passagier bevonddaar hij bespeurd had
dat hij herkend was. Er valt thans niet
aan te twijfelenof er bestaat in de „Ver-
eeniging der Onoverwinnelijken" een
„wraak-komitee," dat in last heeft den
verklikkers overal den voet dwars te zetten.
Dat komitee heeft een bespiedstelsel inge
voerd in al de havens der Engelsche
kolonieënvan de Vereenigde Staten en van
Zuid-Amerikaen zijn agenten, die door
de Feniansche broederschap betaald wor
den zijn gevestigd te Kalkutta Singapore
Honkong en overal elderswaar de ter dood
veroordeelde verklikkers vermoedelijk
kunnen ontschepen. Naar men zegt, zouden
twee dezer liedenKavauagh en Hanlon
dezer dagen te Marseille aangekomen zijn
en weldra naar China vertrekken.
Een van Winschoten's ingezetenen
zekere B., Zondagavond jl. met zijne vrouw
thuis zijnde, hoorde ruim 10 uur een schot
vallen. Eenigen tijd later kwam eene doch
ter thuis, doch niet de jongere zoon ruim
14 jaar ouddie zijne zuster te 9 uur was
gevolgdom evenals zij de kermis te kun
nen bezoeken. Eerstgenoemde verklaarde
haar broeder niet, te hebben gezien. De
vader over het uitblijven van den jongen
verontrust, verliet op nieuw zijne woning
ener om heen loopendestiet hij tegen
een op den grond liggend voorwerpwaar
in de man het lijk herkende van zijn
eenigen zoonmet eene gapende doodelijke
wonde in de linkerborst, in de richting
van het hartmet een pistooldat bij hem
werd gevonden, toegebracht. Uit een voor-
loopig onderzoek is geblekendat de jonge
B., weinig tijds voordat het schot werd
gehoordbij een op 15 minuten afstands
wonenden winkelier een pistool en daarbij
behoorende zaken had gekocht en in den
loop van den dag zijn ontevredenheid had
betuigd over de weigering zijns vaders,
die hem niet het aantal guldens tot ker
misgeld wilde gevenwelke het maar al
te zeer verwende ventjen brutaal genoeg
was te eischen.
Uit Hamburg schrijft mendat daar
dezer dagen een partij van 30.000 likeur
kruiken met een stempel eener beroemde
Hollandsche firmain beslag is genomen
die door minder nauwgezette konkurrenten
ledig verzonden zouden worden naar Bue
nos-Ayres om vandaar weêf met echte
Hollandsche likeur in Duitschland inge
voerd te worden.
Verschrikt door vijf elkander vol
gende rij wielen (velocipedes), sloeg ver
leden Zondagmiddag nabij Hoofddorp in
Haarlemmermeer een paard op holbespan
nen voor een boerenwagen, waarop een
landbouwer en twee vrouwen gezeten waren.
De wielrijders die elders thuis hoorden
zagenhoe het paard door de teugels
schoot, doch hebben zich daarom niet
bekommerd en zijn doorgeredenofschoon
na een ommezien het geheele gezelschap
benevens paard en wagenna twee buite
lingen met een geweldigen slag in de
Kruisvaart waren nêergetuimeldGelukkig
kwam van Hoofddorp spoedig denoodige
hulp en redding op dagen.
Naar het schijntheeft men een con
current gevonden van den diamant, een
steen althans, die even goed als de diamant
voor het snijden van glas en andere zeer
harde voorwerpen kan gebruikt worden.
Merkwaardig mag het van de nieuwe mi
neraal genoemd wordendat men het tot
nog toe slechts op éen plaats in de wereld
gevonden heeft, namelijk in den Staat
Missouri der Vereenigde Staten vanNoord-
Amerika. Men heeft het daar den naam
gegeven van Adamascobietoverigens heeft
deze steen zeer merkwaardige en eigenaar
dige eigenschappen.
Te Algiers is een huisdat verbouwd
werd, ingestort en vijftien werklieden wer
den onder het puin bedolven. De menigte
toeschouwers was in het eerste oogenblik
van verwarring zoo grootdat het geruimen
tijd duurde vóór men tot pogingen om de
ongelukkige werklieden te redden kon
overgaan.
Eindelijk werd de plaats door soldaten
ontruimd. Dezen togen toen met burgers
aan het werk en acht mannen werdenmeer
of minder zwaar gewond, te voorschijn
gebracht. De overigenwaarschijnlijk ter
stond dood, konden om het gevaar voor
de levenden niet onmiddelijk uit de puin
gehaald worden. Eerst den volgenden dag
na genomen voorzorgsmaatregelenbracht
men hunne lijken te voorschijn.
De Willem Barents, met haren
wakkeren kommandant en koene beman
ning, ligt gelukkig weêr behouden en wel
in het Oosterdok te Amsterdam. Nadat
het schip Vrijdagavond half zeven van
IJmniden vertrokken wasliep het Zater
dagmorgen te ruim zes uren de Ooster-
dokssluis binnen. De schout bij nacht Ren-
selaer Bowier, de kolonel Steffens en de
officier van politie J. J. Stooker bevonden
zich daar om den binnenvarenden welkom
te heeten. Zoowel de kommandant als de
officierendokter en verdere manschappen r
zagen er frisch en gezond uit. Men had
over het algemeen een voorspoedige reis
gehaden de t'huisreis had zich door geen.
incident van eenig belang gekenmerkt.
-- Voor eenige dagen had een bezoe
ker van een koffiehuis op het Rembrant-
plein te Amsterdam de onvoorzichtigheid
zijn portefeuille, nadat hij daarin iets op
geschreven had, by zgn vertrek op de
tafel laten liggen.
Toen hp by zijn thuiskomst het verlies
bemerkte, begaf hg zich eerst naar het
koffiehuiswaar men hem geen inlichting
betreffende het verlorene kon geven, en
daarna naar het politiebureauwaar de
portefeuille reeds aanwezig was en van
waar een bericht aan zgn adres, dat in
het boekje genoteerd stond, was afgezonden.
De waarde, die hg er in geborgen had,
een bedrag van ongeveer f 1000 aan bank
papier, was evenwel verdwenen, op één
bankbiljet van 25 na, dat men er, zon
derling genoeg, in had achtergelaten.
De portefeulle was, als op de straat
»gevonden« aan een politie-agent ter hand
- Aangaande een moordaanslag, die
in de Haag heeft plaats gehaddeelt het
Dagblad het volgende mede: Mej. M.in
wonende bg Mevr. L.hare tanteop de
Prinsengracht, kwam met deze per rgtuig
van een familieparty tje thuis. Nadat Mevr.
L. vooruit naar binnen was gegaan om
licht aan te steken, trad de jonge dame
uit het rgtuig, toen eensklaps een revol
verschot op haar gelost werddat haar
aan het hoofd verwondde. Kort daarop
werd andermaal een schot gelostdat ech
ter misteen weinige sekonden later het
voorraam opengeschoven en luid om hulp
geschreeuwd. De dader, die het rgtuig en
de beide dames geruimen tgd had afge
wacht was inmiddels de gang ingeloopen
en had de deur achter zich dicht gewor
pen zoodat de dadelgk toegeschoten voor-
bggangers, die de gewonde dame in een
naburig huis hadden gebracht, de deur
niet konden openendan nadat de oude
damedie nog altijd aan het geopend ven
ster stond de sleutel op straat geworpen
had. Een bloedig tafreel vertoonde zich toen
aan de oogen der personendie het huiu
binnendrongen en waaronder zich zoowel
politie-beambten als militairen van de
wacht aan het gevangenhuis bevonden-
Eenige treden de trap op lag de dader,
badende in zgn bloeddat uit een wonde
van den hals vloeide. Mej. M. ziende val
len was de moordenaar in den waandat
hg in zgn boos opzet geslaagd was en had
toen zich zelf twee maal in den mond
geschoten. Beiden bleken nog te leven en
spoedig waren twee geneesheerendie in
de nabgheid woondenbezig de wonden te
verbinden, 't "Werd evenwel noodig geoor
deeld den dader naar het gasthuis te
Wedergevonden,
Naar het Hoogduitsch van M. Hartwig.)
5)
„Kent gij mijn naam?" vroeg hij ver
baasd.
„Ik ken hem en uwe geheele levens
geschiedenis ik was bij den Conté Mon-
dallo en heb daar uw schilderij gezien
OJohanneswaarom hebt ge zoo lang
zoo eindeloos lang niets van u laten
hooren
„Dat zal ik u met weinige woorden
ophelderenLiselIk heb getrouw ge
schreven, totdat ik bij de SignoraPic-
ciardo op het kasteel kwam. Daar heb
ik dag en nacht gearbeid, en toen ik
daar mijne taak volbracht had, heeft
zij mij naar Italië gestuurd, om daar
mijne studie voort te zetten. O Lisel,
kunt gij 't niet begrijpenwaarom ik
toen niet schreef? Zieik wilde u niet
eer bericht sturen,van het geluk, dat
mij ten deele gevallen wasvooi'dat ik
zeggen konik heb me dat geluk waar
dig betoond en héb getoonddat ik een
man van beteekenis ben! Want kon ik
vooraf met zekerheid wetenof ik wel
het talent bezatdat mijne weldoenster
in mij vermoedde En toen ik nu wer
kelijk een schilder geworden was, toen
schreef ik aan uaan mijn vader, doch
beide brieven kwamen weder terug: mijn
vader was overledenen gij waart ver
trokken; waarheen? Dat kon niemand
mij zeggen; men schreef mij slechts,
dat een heer op leeftijd u vier jaar ge
leden naar eene groote stad gebracht
hadom u daar nog het een en ander
te laten leeren. OLiselwat er in mij
omging, toen ik u zoo uit het oog ver
loren had, ben ik niet in staat u te
beschrijven! Ik wilde dadelijk op reis
gaande geheele wereld doortrekken
eenmaal moest ik u toch vindenMaar
ik kon niet vertrekken, voordat ik de
schilderijdie ik voor den Conté begon
nen wasvoltooid had. Eindelijk was
het stuk gereedik maakte mij voor de
reis gereeden morgen reeds 'wilde ik
mijn zwerftocht aanvangen, om mgn
geluk te zoeken. Allerminst vermoedde
iktoen ik uitgingom nog eene schets
af te maken, dat dat geluk zoo in mijne
nabijheid was!"
De jonge vrouw had hemzonder een
woord te sprekenmet neergeslagen
oogen aangehoord; haar schoon gelaat
was doodsbleek geworden.
„Lisel", hernam de jonge manen hij
vatte haar hand„weet ge nogwelke
mijne laatste woorden waren, toen wij
samen in het bosch onzer geboorteplaats
stonden
Zij trok haar hand uit de zijne weg,
bedekte daarmede haar oogen en steunde
luide.
Verwonderd zag Johannes haar aan
zijn blik viel op haar hand, welke zij
van den handschoen ontdaan had. Hij
staarde daarop, als zag hij iets ijselijks;
een uitdrukking van onbeschrijfelijke
ontsteltenis vertoonde zich op zijn gelaat:
een breede zware gouden ring fonkelde
aan haar vierden vinger. Een kreet,
als door doodangst hem ontperstweer
klonk daar in de stille lucht. De jonge
vrouw liet haar hand zakken en staarde
ontsteld om zich heen. De man naast
haar was blijkbaar tot radeloosheid ver
vallen hij had zijn armen op de leuning
der bank gelegd en zijn gezicht daarin
verborgenterwijl zijn geheele gestalte
trilde. Zij raakte schuchter zijn
schouders aan, maar hij bewoog zich
niet.
„JohannesJohanneswat scheelt u
vroeg zij angstig.
Hij wees slechts zonder te spreken op-
den gouden ring aan haar vinger. Eene
rilling liep haar over de ledenen met
bevende lippen zeide zij„moet ik u
alles mededeelen? Ach, het heeft mij
strijd en smart genoeg gekost, dezen
kleinen ring aan mijn vinger te schui
ven!"
Hij hief het hoofd op en lachte bitter.
„Wilt gij mij aanhooren?" vroeg zij
nog eenmaal, en hare blauwe oogen
zagen smeelcend naar hem op.
Aan dezen blik kon hij geen weer
stand bieden: „spreek kind!" zeide hij
met doffe stem.
„AchJohannesik heb je nooit ver
geten dag en nacht heb ik aan je ge
dacht. Geen minuut is er voorbijgegaan,
dat ge niet in mijn gedachten leefdet!
En wanneer er een brief van je kwam,
dan was dat een zonnestraal in mijn
zonder u zoo somber leven. - Van mijne
moeder moest ik menige berisping hoo
ren over mijne droomerigheid. Maar ik
kon het niet helpen ik moestaltijd
denkenwaar zou hij zich thans ophou
den En zou hij nog aan mij denken En
eindelijk kwam de tijddat ik met narne-
looze smart begon te vermoedendat gij
mij vergeten hadt
Wordt vervolgd.)