N ieu wsberichten. Mooie theorieën. De Heer O. van Rees, Voorzitter van de Tweede kamer, is heden bij Kon. beslnit benoemd tot Gouverneur-Generaal in Nederlandsch-Indië. Op de hoofdbureaus van den Indischen dienst heeft de Heer van Rees zijn loopbaan op jeugdigen leeftijd aangevangen. Als Inspectenr van Fin. is hij werkzaam ge weest, daarna als resident te Bagelen en Soerabaja, tot hy benoemd werd tot Raad van Indië. Met verlof in Nederland zijnde werd hij Kamerlid. Als viee-president van den Raad van Indië onder Loudon keerde hij terug naar Indiëdaarop andermaal ge repatrieerd werd hij weder lid der Tweede Kamer en hij herhaling tot haar voorzitter gekozen. In Indië werd hij meer dan eens als commissaris met hoogstbelangrijke zaken belast. Steeds is hij bekend en gewaardeerd wegens zijn buitengewone werkkracht, vasten doorzettenden wil, groote scherp zinnigheid en onverbiddelijke gestrengheid. Hij die meer dan iemand anders Indië per soonlijk leerde kennen, wiens naam als opperlandvoogd reeds voldoende zal wezen ter versterking van prestige en bevestiging van dicipline, heeft altijd krachtig saam- gewerkt met den nieuwen Minister van Koloniën. Beide buitengewone mannen leer den elkander waardeeren. Koningin Victoria schijnt de nage dachtenis van haar overleden dienaar John Brown maar niet genoeg te kunnen ver eeren. Zooals men weet, plaatste zij ver scheidene gedenkteekenen van hemwaar bij Tennyson een gedicht moest leveren en thans heeft zij bepaald dat, als een nieuwe hulde aan den overledene, de door hem gebruikte vertrekken onveranderd ge laten en gesloten zullen worden. In zijn zitkamer laat zij een koperen plaat aan brengen waarop zijn deugden vermeld wor den en zijn verlies wordt betreurd. -Te Neukirchen, in het Pruisische regeeringsdistrict Dusseldorf, was zekere Fuchs tot eene boete en tien dagen ge vangenisstraf veroordeeld, omdat hij den zoon van zijn buurman Lottner had mis handeld en met een revolver nagezeten. Tegen dit vonnis was hij in beroep gekomen. Eergisteren aanzegging ontvangende dat dit beroep was verworpengeraakte hij in woede, liep met een slachtmes en een ge laden revolver naar den buurman, stak diens vronw en negentienjarige dochter doodschoot den man neder, en gaf hem bovendien een steek door het harten loste op eene toesnellende buurvrouw drie schotenwaarvan er één haar in den arm trof. Daarop ging hij naar zijn huis terug en deed de deur op slot. De politie sloeg toen een raam in, drong naar binnen en vond op den zolder het lijk van den moorde naar. Hij had zich den hals afgesneden. In zijne zakken vond men nog achttien patronen. Over de epidemie van trichine te Emersleben, Deesdorf en Nienhagen, bij Halberstadtheeft dr. Th. Stammer, praktiserend geneeskundige te Emersleben thans een rapport bekend gemaakt. Van de 760 inwoners van Emersleben zijn er 257 door de ziekte aangetast en tot nu toe 50 gestorven. De sterft bedraagt dus reeds 20 pet. ongeveeren is buitengewoon hoog. De oudste der overledenen was 76 jaarde jongste 12. Van de kinderen werden er velen ziek; het jongste was 1^ jaar oud, doch slechts 1 (van 12 jaar) stierf. Van de 50 overledenen zijn 20 mannen en 30 vrouwen. In deze gevallen was het eten van rauw varkensvleesoh de aanleidende oorzaak der ziekte. Bij allendie -( pond of meer trichineus vleesch hadden gegetenhielp geen middel. Zij stierven allenop een enkele uitzon dering na. Drie woningen stierven geheel uit. Te Deesdorf waren van de 640 in woners 40 ziek, waarvan er 10 bezweken. Van de 350 inwoners van Nienhagen kregen ruim 80 de ziekte en stierf er slechts 1. Dit gelukkige rezultaat moet daaraan worden toegeschrevendat er van het vleesch van het zieke varken aldaar weinig is ingekomenomdat het vermengd was met vleesch van een gezond varken. (Van de 1760 menschen werden hier dus ziek 377 en stierven er 62 aan de trichi neziekte). Bij het omhakken van een boseh in de nabijheid van Kessel (Limburg) heeft men eenige geheel gave urnen ge vonden, waarbij er zijn van groote waarde. Men vermoedt daar eene Romeinsche be graafplaats ontdekt te hebben; er zullen verdere opgravingen geschieden. Iemand te Zaandam, die onlangs, bij publieken verkoop, voor een som van ƒ500 eigenaar werd van een pakhuis, en dit thans bezig is af te brekenont dekte deze week onder den vloer een ouden gemetselden oliebakinhoudendenaar gissing, ongeveer 500 KG. lijnolie. Een niet onaardig voorval hadnaar het Dbld. meldteenige dagen geleden te Etten (Nbr.) plaats. Een berenleider liet zijn »beer«tot groot genoegen van het omstaand publiek allerlei «kunsten» verrichten. De leider, die blijkbaar goede zaken deed, vond daarin aanleiding om nu en dan ook eens bezoek tp brengen aan een der vele huisjes waarop het woord »vergunning« staat te lezen. Toen dit zoo een poosje geduurd had en de beer, die, zoolang dit bezoek duurde, geketend en gemuilband op de stoep voor het huis moest blijven liggen, dit geweldig scheen te vervelenstoof het dier opeens verschrikkelijk brullende op greep de klink van de deurtrad binnen en vroeg, na zijn muilband opgelicht te hebben, op de meest menschelyke wijze: «Moeder, geef me ook een borrek. Dat de vrouw geweldig verschriktede leider leelijk keek en de straatjeugd uitstekend pret had zal wel niemand verwonderen. Het interessantste oogenblik was evenwel toen men na een paar uren den »leider« en zijn »beer« heel broederlijk gearmd en gesticuleerende met armen en pooten in »kennelijken staak den straatweg naar Roosendaal zag opgaannatuurlijk om hun »kunsten« elders te herhalen. Maandag heeft te Berlijn terechtge staan Johann Rudolf Sprengler,beschuldigd van het schrijven van schimpende brieven aan den Keizer en zes bedreigingen met moord aan den Pruisischen minister Putt- kamer. Al die brieven waren ingekomen in den tijd van September 1880 tot Juni 1883. Door eene toevallige omstandigheid was het uitgekomen dat hij de schrijver was. Eenigen tijd geleden was namelijk de Keizer uitgereden en had toen bij het instappen van het rijtuig een verzoekschrift aangenomen van een bejaard gebrekkig mandie er bij zeidedat het eene aan vraag om ondersteuning was. Dit adres kwam in handen van een beambte, die alle aan den Minister gerichte brieven gezien had en terstond bemerktedat het schrift volkomen met dat van die brievan overeenkwam. De adressant werd dus gear resteerd. Hij bekende dadelijk den schrijver van de brieven, ook van die aan den Keizerte zy nmaar voegde er bijtelken male, op 't oogenblik dat hij ze schreef eigentlyk niet te hebben geweten wat hij deed. Tien jaren geleden was hij zonder pensioen uit zij ne betrekking ontslagen; ver volgens had hij door bedrog zijn vermo gen verloren en wegens zijn lichamelijken toestand geen voldoend middel van bestaan kunnen vinden. Daardoor had hij dikwijls in eene opgewondenheid verkeerdwaarin hy zonder nadenken had gehandeld. Hij is veroordeeld tot drie jaren gevangenisstraf. - De minister van marine in Italië heeft dringend bevel gegeven om met den arbeid van het reuzenpantserschip Le- pantoaan welks bepantsering thans 500 personen te Spezzia bezig zijnmeer voort gang te maken, zoodat van nu af 1500 personen te werk gesteld worden. Er zyn nieuwe machines in gebruik gesteld en nieuwe werkplaatsen opgerichten er zal ook gedurende den nacht gewerkt worden. De bepantsering alleen zal 'i% millioen kosten. Men rekent dat er nog twee jaren zullen verloopen voordat het vaartuig ge heel voltooid is. Er is ook besloten tot het aanleggen van een nieuw dok te Spezzia van 250 meter lengte. Dit werk is op 4 mil lioen begroot. De heer R. op de Heerengracht te Amsterdam kreeg dezer dagen een bezoek van een „eerlijk man", iemand dien hij zich niet herinnerde ooit gezien te hebben maar die zich voorstelde als een dankbare oude bekende. De man kwam geld terug brengen. Hij hadzoo vertelde hijinder tijd 2 gulden van den heer R. geleend, hier waren ze terug, en als meneer er niet door geaffronteerd wasdan bood hij mevrouw een mandje sinaasappelen aan, als blijk zijner erkentelijkheid. De heer R. echter bleef er eerst bij idat hij die 2 niet geleend had, maar de man wist zóó overtuigend te praten dat de heer B. eindelijk het geld aannam en ook de sinaasappelen. Den volgenden dag kwam de vreemde ling, nu eenigzins een goede bekende, terug. Hij wilde zoo gaarne aardappelen koopenmaar had daarvoor 14 noodig of meneer hem nu niet nog eens uit den brand wilde helpen. Meneer deed het, en later nog eens, ten einde den „eerlijken leener" in de gelegenheid te stellen eene kar te koopen oin de aardappelen te vervoeren. Toevallig kostte die kar ook 14. Zoo eerlijk mogelijk bracht de man op het afgesproken tijdstip de eerste 3 te rug. Er was dus geen twijfel meer aan zijne „oprechte trouw". Daarom aarzelde de procuratiehouder van den heer R. ook nietomtoen de leener een paar uur later, juist op een oogenblik dat de patroon uit wasterugkwamhem weer 2 van de 3 terug te geven. De man bleef nu dus nog ƒ27 schuldig en de heer R. heeft van eene andere zijde vernomen, dat hij op de betaling hiervan wel eens heel lang zou kunnen wachten. Dinsdag en Woensdag heeft op klaar lichten dag een allerbrutaalste diefstal plaats gehad in de Panaalsteeg by den- Korten Nieuwendijk te Amsterdam. Er is daar een onbewoond huis, waarvan- bij het afbreken van het belendend perceel een zijmuur is weggenomen. Nu kwamen er Maandag twee mannen oogenschy nly k werklieden, met eene kar om „eene karrewei te verrichten." Zij braken al het ijzer, zink en lood van het huis af en voerden het per handkar weg. De naaste buurman, in de onderstelling, dat alles in den haak wasvroeg hun heel beleefd T of zij toch vooral zijn dak niet zouden, beschadigenzij beloofden daarvoor te zullen zorgenals „meneer maar een kopje koffie gaf'. Uit een gevoel van dank baarheid hebben zij toen, op den koop toe, ook 's mans lood van het dak ver wijderd. Het is daarna geblekendat zij geheel op eigen gezag handelden niet alleen maar ook met minder eerlijke bedoelingen want zij hebben, na twee dagen werkt het lood enz., bij een uitdrager te gelde gemaakt. Men verneemt dat de politie hem reeds op 't spoor is. Woensdag nacht hebben er in de komr der gemeente Yeendam drie brutale dief stallen met inklimming plaats gehad in verschillende huizen bewoond doordehee- ren C. PolakH. v. Marlen en L. Frank. De dieven hebben een zijraam opgeschoven zijn daardoor in de kamers gekomen r hebben de linnenkast doorzocht en daaruit, weggenomen wat zij aan zilver of goud konden machtig worden. Zij schijnen zich al den tijd gegeven te hebben, want bij den heer Polak hebben ze een koek die op de tafel aanwezig was, opgepeuzeld,, en bij den heer Frank hebben ze er een glaasje portwijn bij gebruikt. De politie, van de zaak onderricht, doet ijverig nasporing. Naar men zegt, is zij reeds een der daders op het spoor. De brutaliteitwaarmede deze diefstallen bedreven zyn, heeft schrik in vele ge moederen gebrachtte meer omdat in jaren zoo iets aldaar niet is voorgekomen. Een uitgever te New-Yorkdie vóór alle anderen eene vertaling het licht wilde doen zien van het bekende Sara Barnum van Marie Colombier, trof eene overeenkomst met 59 vertalers, 's Middags te 1 ure begonnen deze hun werk 's avonds te elf uur was de eopie in handen der zetters den volgenden namiddag reeds werd het boek350 bladzijden grootkant en klaar verkocht. De stroom van landverhuizersdie in 1883 uit Engelsche havens vertrok is 354 pet. kleiner geweest dan in 1882; in dat laatste jaar was het getal 412,188, in het volgende 397.927. De vermindering spruit geheel voort uit den minderen toe vloed van het buitenland, vermoedelijk wegens de grootere concurrentie die Duitsehland, België en Nederland aan de Engelsche reederijen aandoen. Uit het Britsche Rijk en Europa zelf verhuisden in 1883 41.218 meer dan in 1882. Ruim de helft daarvan kwam uit Ierlanduit welk land de landverhuizing van 20,000 in 1876, tot 105,700 in 1883 is gestegen_ (Naar het Engelsch. 6) ïO, de duivel hale die arme be woners van Noord-Karolina!" bromde Mr. Morley. slloe is 'l je mogelijk te yerwachten, dat ik eiken dag naar de stad gaan en weer terugkomen kan als ik geen ander voedsel krijg? Eer we een jaar verder zijnzal ik al mijn kracht verloren hebben, als ik zoo van afval moet blijven leven." Zie eens op dien os, George, die daar zulk een kolossale vracht voort trekt. Dat beest heeft toch kracht en dat komt altemaal van hetgeen gij afval gelieft te noemen." nik ben geen osbrulde Mr. Morley. »Niet? Me dunkt iedereen moet zeggen, dat ge een stier van Basan zijt." »Mrs. Morley, zoudt ge niet een weinig rede kunnen verstaan »Niets er van. Thans in geen geval. Ge weet, hoe dit een onderwerp is, waarover ik niet wensch te spreken in tegenwoordigheid van Louise," antwoordde zij, terwijl het genoemde juffertjen om haar havergort vroeg, en met verbaasde oogen nu haar vader en dan weêr hare moeder aankeek. »Ik wil niet, dat zij ooit het nut van haar dieet hoore betwijfelen." Ik geen honger meer heb," zeide Miss Louise, die wellicht wel iets be greep van 't geen er omging. sfiat is meer dan ik aangaande mezelve kan getuigen," mompelde haar vader. nNeem dan wat van Louise's haver gort. Zij houdt er veel van, niet waar, mijn schatjen?" sMet bessennat," antwoordde de kleine Louise op grappigen toon, en zij schoof haar vader het schoteltjen toe, met een flauw vermoeden, dal hare moeder hem mishandelde. sik kan me waarachtig niet voor stellen, wat verschil er bestaat tus- schen het eten van deze havergort en het eten van het dier, dal met haver grootgebracht is." tPaardenvleesch, bij voorbeeld. Maar dat zoudt ge toch niet willen eten,; al werd het je ook voorgezet." »Ik weet niet, of ik dat niet doen zouzeide Mr. Morley op wreveligen toon. dMenschen, die bijna van honger sterven, eten alles. Schipbreukelingen op een vlot, als zij niets meer krijgen kunnen, eten elkander op," vervolgde hij, en hij wierp een blik op zijne vrouw, waaruit zij moest kunnen opmaken, hoe het niet onmogelijk was, dat hij haar zou opeten jSomtijds", zeide Mr. Morley, sgevoel ik gevaar lijke neigingen bij me opkomen." »Dat is de openbaring eener ver dorven natuur," sprak Mrs. Morley. »Zie zelf nu, wat het vleesch-eten van je gemaakt heeft!" en ondertusschen wierp hij een blik op Louise, die eene zwakkere vrouw een huivering over de leden zou hebben gejaagd. Zij is vet, is 't niet?" hernam Air. Morleydie nu werkelijk ziekelijke gedachten scheen te voeden, met het gezicht van iemanddie zich zelf de lippen aflikt. sAls een antpropolaag haar onder zijn bereik kreeghij zou een sappig beeljen krijgen;" entoen hij daarop het dikke handtjen van het kind greep en hel aan zijne lippen bracht, kon Mrs. Morley niet nalaten: hem met ingehouden adem onafge broken gade te slaan want de ge dachte kwam werkelijk bij haar op,, dat Mrs. Pearmain wel eens gelijk kon hebbenen dat Mr. Morley niet recht wel bij 't hoofd was totdat hij een kus op het mollige knuisljen had gedrukt en het weêr had losge laten. !>Wat mij betreft," zeide hij, sals men een bord gebraden kalfs— vleesch voor me neêrzette (en ik placht er niet rneê op te hebben) gebraden kalfsvleesch, goed bruin, en zwem mende in vleeschnat zwemmende in vleeschnat," herhaalde hij op zal- venden toon nik geloof niet, dat ik het dan als een beschaafd wezen zou opeten ik heb opgehouden een beschaafd wezen te zijn, door het eten van aardnoten en pruimen en allerlei andere dingen, die geen be schaving vereischen, daar een wilde nooit verstand van koken behoefde te hebbenom ze te kunnen eten maar ik zou mijn gezicht in den schotel dompelen en op de wijze der honden het vleesch opeten."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1884 | | pagina 2