Van alles wat.
N ieu wsber ichten.
vertering van twee kinderen gelijkgesteld
aan die van één volwassenevandaar
2 -+■ 1.5 3.5 tot deeler), en die in het
gezin van R f 1700: 5 f 340, (de
vertering van zes kinderen gelijkgesteld
aan die van drie volwassenen geeft tot
deeler 2 -+- 3 5).
De aanslag van P worde nu berekend
naar een verteringsbedrag van f 550die
van Q, naar een bedrag van f 386 en
die van R naar een bedrag van ƒ340;
of welde getallen 550386 en 340
neme men als verhoudingsgetallen om de
aanslagen respectievelijk van P, Q, en
R te berekenenzoodat P bet hoogstR
bet laagst wordt aangeslagen.
Het komt mij voor, dat men op deze
wijze, d. w. z. door de vertering betrek
kelijk te nemen, eene znivere toepassing
van den grondslag zou verkrijgen.
Haarlem 31 Januari 1884.
AINSHUN.
Nu hebben wij eens duchtig van de
taart gehad. Wij zijn gegeeseld door 't
Openbaar Ministerie in zake de Otrechtsebe
ranselaarswij knechten van de koningin
der aardewij hare trouwe dienaren
hadden ons heel stil moeten houdenacht
maanden lang heel stil. En wat blijkt nu?
Dat de zaak toch zoo heel weinig bedui
dend niet is. 't Publiek, dat van „moor
denaars" spreekt, spreekt zeker veel te
kras. De jonge mijnheeren J. E. Boddaert,
J. A. P. L. Ram en W. Grenfell evenmin
als de jonge mijnheeren J. H. K. Tnrk
en A. J. V. van Rijckevorssel van Kessel
hebben geen moord op hun gewetenmaar
wel verregaande baldadigheid, die hoogst
waarschijnlijk een mensohenleven verkort
te zooals Dr. Brondgeest zei„ik geloof
dat als de vronwdie een ziek hart had,
niet die gebeurtenissen had beleefdzij op
dit oogenblik, zou leven." En al was dit
niet zoo en juffr. van Royen nog spring
levendwaar is de vrijheid van den neder-
landschen burgerzelfs in zijn eigen huis,
als studenten zoo mogen handelenomdat
zijstudenten zijn Wat nu de uit
spraak moge wezengaat ons minder ter
hartedie zal geschieden naar de weten
de wet geeft misschien recht tot vrij
spraak. laten zij vrijgesproken worden
Zij zijn, nu de zaak behandeld en voor
publieke beoordeeling vatbaar isvoor de
rechtbank der moraliteit veroordeeldwier
rechters wel wat jeugdige dartelheid door
de vingers willen zienmaar niet deze
alle perken te buitengaande, zich alles
veroorlovende, zich alles aanmatigende
baldadigheid van jongelui, die zich als
aanzienlijke heeren en vooral als studenten
verbeelden iets anders te zijn en iets meer
te mogen doen dan gewone menschen.
Onze Jaantje en vriend van Zutphen heb
ben bij den hoogen raad geen gelijk ge
kregen. Zij kan nu le mie prigioni gaan
schrijven, maar wij vreezen, dat zij er
niet zooveel eer meê zal inleggen als Silvio
Pellicowant hare voordrachten moeten
crimineel vervelend geweest zijn. Ook zal
zij wel niet veel meer dan eene zeer zwakke
navolging kunnen leveren van Eritz Ren
ter's beschrijving van den tijd, toen hij
zijne vrijheid miste. Wie vond in de mil-
lioenenjuffrouw ooit iets geestigs? De
voddenrapers te Parijs hebben recht op de
alom bekende Nederlandsche weldadigheid;
baronnes Rothschild ging voor met 4000
fes.elk volge naar zijn vermogen
De beste weg om dynamiet onschadelijk
te makenis voor een gewoon mensch zoo
omslachtig, dat het maar 't verstandigst
zal zijn vooreerst van 't Noordzee-strand
weg te blijvendaar er nog gedurig van
dit hoogst gevaarlijke artikel aanspoelt;
ten minste bij Scheveningen en wat waar
borgt n voor Zandvoort? Voorzichtigheid
is de moeder van de porceleinkast.
In de eerste kamer heeft Heemskerk al
weer niet veel pleizier gehadniemand
in den lande wordt zoo weinig ontzien en
hoort zoo duidelijk, hoe men over hem
denkt; 't is altemet een voorrecht voor
hemals hij naar volmaking streeftmaar
hij schijnt daarin niet gelukkig, want,
hoe dikwijls hij ook als minister optreedt,
hij krijgt altijd maar weêr nu dit dan dat
lief compliment. Ondertusschener
komt onder zijne leiding nog wel eens wat
tot stand. Merkt 't opministers die 't
hevigst gehekeld worden, doen nog het
meest. In Rusland is een nieuwe Hollo-
way opgestaan, met name Kutsmitsch,
een boertje te Wielowatowic in het dis
trict Samara. Met éénen drank geneest
hij alle kwalende booze officiëele genees
kundige wereld zegt, dat het hooiwater
is, maar zooveel is zeker, dat eene spoor
wegmaatschappij aan Kutsmitsch hare
opkomst heeft te danken. Zoo'n boertje
was voor Canada South en Consorten goud j
waard; zij zouden ook wel een extra-
waggon voor genezing zoekende reizigers 1
willen afzonderen. Maar wie dat nooit
deed? De H. IJ. S. Dat heeft wat in,
als die nog een wagentje aanhaakt!
Nu is 'tal weêr onzeker, waar de nieuwe
beurs te Amsterdam zal staan, op Dam
of Damrak. Is 't wonderdat Mr.
Tienhoven wat tureluursch wordt? Zou
onze burgervader kalm gebleven zijn als
er ovpr de plaats van 't weêrhuisje op de
markt zooveel gezeurd was? Onze
reporter, naijvrig van zijne Engelsche
broeders, die zich als bedelaars, dieven
etc. etc. onder de bedelaars en dieven be
geven, ten einde uit eigen ervaring te
kunnen reporteeren, wenscht zich, mits
met verlof der policieals dienstmeisj e te
kleeden en te verhuren, om daarna de
geheimen der dienstboden wereld in ons blad
te beschrijven. Hij denkt den naam Cato
aan te nemen. Als blijk van profes
sorale afgetrokkenheid werd dezer dagen
vermeld, dat een hooggeleerde zijn pijp
uitklopte en „binnen" riep; nog sterker
is 't, dat iemand, niet gemerkt heeft,
dat het in de laatste helft van Januari
heeft gewaaid.
De Minister verheugde zich er over,
dat alle sprekers hulde gebracht hadden
aan de benoemde Min. van Kol. en Goever-
neur-Generaal. Over laatstgenoemde be
noeming was per telegram de nieuwe Min.
van Kol. geraadpleegd. De Regeering had
zich er vooraf van verzekerddat de heer
van Rees over hoofdzaken even zoo dacht
als de Reg. Die hoofdzaken waren1° dat
door krachtige bezuiniging en versterking
der middelen getracht moest wordenhet
evenwicht tusschen de Indiesche uitgaven
en middelen te bereiken 2° dat de Goever-
nements-Kofflekultuur moet worden be
houden 3° datwat de regeling van het
grondbezit betreft, aan de inlandschebe
volking geen dwang mag worden opgelegd.
De Min. eindigde met te verklarendat
hij ten opzichte van de Koloniale politiek
niet van meening veranderd was, maar
aan de door hem nootlottig geoordeelde
veranderingen viel nu niet meer te ver
anderen. In den loop zijner rede had de
Min. op de vraag van den Heer van de
Putte geantwoorddat de heer 's Jacob
geheel vrijwillig zijn ontslag gevraagd
had. - De Min. van Finacieën gaf zijn
hoop te kennendat zijne belastingplannen
spoedig in behandeling zouden komen. Het
verwijtdat hij een voorstander zou zijn
van het protektionnisme wierp hij verre
van zich. Vervolgens repliceerden de
heeren van Mogen en Fransen van de Putte
laatst genoemde beweerde dat de door den
Min. Heemskerk genoemde punten van
homogeniteit tusschen de Regeering en
den nienwbenoemden Goeverneur-Generaal
deden denken aan een pogram van eene
groote kiesvereeniging dat iedereen kan
onderteekenende gebleken beginselloos
heid bleef hij ten krachtigste laken. De
heer Muller zou op grond van zijne be
zwaren tegen de financieele politiek der
Regeering tegen de begrooting van Finan-
cieën stemmen. Den volgenden dag Donder
dag trok de heer Pij Is partij voor rechten
op granentabakkoffie enz. Hij wilde den
handel niet belemmerenmaar aan de belan-
genvan den handel mochten die der landbou
wende en industrieele provincieën niet wor
den opgeofferd. De heer de Bruijn verdedigde
de Rijksakcijnsen en achtte de afschaffing
der differentieele rechten noodlottig. De
heerenBhjdenstein en Stork verdedigden het
vrijhandèlstelsel. De Min. van Binnenl.
Zaken antwoordde op de gemaakte beden
kingen. Hij achtte het heffen van kon-
sumptieve belastingen niet in strijd met
het vrijhandelstelsel en vond het beden
kelijk verhooging van belastingen uitslui
tend in de richting der direkte belastingen
te zoeken. Wat betreft de keuze van den
Goeverneur-Generaalherinnerde de Min.
den heer van de Putte, dat deze als
minister den heer v. Sypesteineen po
litiek tegenstander, als Goeverneur van
Suriname had voorgedragen, waarop de
heer Fransen van de Putte antwoordde,
dat de benoeming van den heer van Sype
stein geheel buiten de politiek was omge
gaan wat met die van den heer van Rees
onmogelijk het geval had kunnen zijn.
De algemeene beraadslagingen werden nu
gesloten. In deze zitting werd vervolgens
aangenomen met algemeene stemmen
Hoofdst. II Hooge Kollegieën van Staat j
ens.) en werd een aanvang gemaakt met j
de beraadslaging over Hoofdst. IV( Justitie.)
Dit en de overige Hoofdstukken der Staats-
begrooting werden Vrijdag alle na korte
diskussie met groote meerderheid aange
nomen. Bij Hoofdst. Justitie verklaarde de
Minister, alleen praktiesche bezwaren te
gen de drankwet te willen wegnemen. Bij
Hoofdst. Binnenl. Zaken verzekerde de Min.,
dat afmaking van vee in het spoeling-dis-
trikt nooit vóór het einde van den winter
zou kunnen aanvangen. Bij Hoofdst. Bui-
tenl. Zaken gaf de Min. aangaande het
gebeurde met het waarborg-kapitaal van
den spoorweg Rotterdam- Munster inlich
tingen welke door de leden die ze hadden
uitgelokt, voldoende werden geacht. Bij
Hoofdst. Marine liet de Min. zich bewegen
de voorgenomen opheffing van het op
leidingschip te Amsterdam uit te stellen
totdat de Tweede Kamer gelegenheid zal
hebben gehaddaarover haar gevoelen uit
te spreken. Hoofdstuk Financieën beloofde
de Min. herziening der abonnementen in
verband met de nieuwe tarieven voor reis-
en verblijfkosten. Bij Hoofdst. Oorlog ver
zekerde natuurlijk de Min.dat hij een
voorstander is van bezuiniging binnen de
perken der mogelijkheid. De Minister van
Waterstaat gaf bij de Spoorieegl/egrooting
uitzicht, dat de lijn Zaandam-Hoorn nog
dezen zomer in exploitatie zal komen. De
Kamer is op reces uiteengegaan.
De liberale partij heeft tegenwoordig
stof tot blijdschap. Zijn de benoemingen
van de heeren Sprenger van Eyk en van
Rees voor haar een triunf, waarop zij
onder de tegenwoordige onstandigheden
nauwlijks had durven hopen, in Mr. W.
H. de Beaufort, die door de Prov. Staten
van Zuid-Hollandin de plaats van den
zeer betreurden Mr. de Raadt naar de eerste
Kamer werd afgevaardigd, ziet zij een
uitstekend bekwaam man tot hare gelederen
in de Volksvertegenwoordiging terugkee-
ren wiens niet-herkiezing voor de Tweede
Kamer door haar zeer betreurd was.
Uithoofde nog voortdurende na de
stranding van het dynamiet- en kruitschip
Echote Scheveningenop onze kust der
Noordzee tonnetjes, kiBtjes en zakken
aanspoelen, wier inhoud men niet kent,
deelt de commissaris van politie te Sche
veningen het volgende omtrent «herken
ning® en »onschadelijkmaking« mede
Het buskruit, uit dat schip afkomstig
is verpakt in metalen cylinders en in
houten tonnetjes, het »sas« in kleine
tonnetjes (iets grooter dan haringtonnetjes)
en is lichgeel van kleur; het dynamiet
in rolletjes ter grootte van 50 a 100
aaneengerolde centen, is oranje van kleur,
terwijl elke patroon in een olieachtig papier
is gerold, waarop gedrukt is met zwarte
verf een leeuw, en daaronder «Ithenan
Dynamit Pabrik®.
Overigens zijn de patronen gepakt in
papieren doozendezer weder in een caout
chouc omhulsel en eindelijk in kistendie
er uitzien als sinaasappelkisten en ook zoo
groot zijn.
Wanneer het buskruit en sas door zeewa
ter nat zijn geworden, is het onbrandbaar.
De beste weg om kleine hoeveelheden
dynamiet onschadelijk te makenis de
volgende
Men neme een houten bak of emmer,
doe daarin een weinig koud waterdoch
zóódat de dynamietpatronen onder liggen
voege daarbij een of meerdere pijpjes
»kali caustica«zette den bak in huis en
late het daarna eenige dagen stilstaan.
Het dynamiet is daarna een oranje
kleurige brei gewordenmen roere die met
een houten stokje goed door en verdunne
het daarna met koud water. Vervolgens
kan het worden weggedaan. Het »kali
caustica« is vergift.
Een twaalftal schatrijke Amerikanen
moeten het plan hebben ongevat om ge
zamenlijk den tempel van Jeruzalem te
herbouwen. Twee hunner vertrokken reeds
naar Palestinaom de plaats op te nemen.
De Parijsche voddenrapers hielden
weer een drukbezochte en woelige ver
gadering waarin besloten werd op intrek
king van de gewraakte politie-verordening
te blijven aandringen.
Vader La Place, een zeventig-jarig
voddenraperdie op een vorige vergadering
overleed volgens sommigen tengevolge
van geleden ontberingen is Zaterdag
door zijn vakgenooten zeer plechtig ter
aarde besteld. Aan zijn graf werden ver
scheidene toespraken gehouden. De deel
neming aan de plechtigheid was echter,
om het slechte wederveel minder dan men
verwacht had.
Een noodlottige aanvaring had Zater
dag plaats in het kanaal tusschen twee
Engelsche schepende City of Lucknoio
en de Simla. Laatstgenoemd vaartuig zonk t
waarschijnlijk met 20 menschen die er op
waren. De overigen van bemanning en
passagiers werden door het eerstgenoemde
en nog een ander schip gered. Verdere
hulp was echter, door het stormachtige
weder, onmogelijk.
Dinsdagnacht te vier uren is brand
uitgebroken in de Stearine-kaarsenfabriek
te Goudaopgevuld met vetteer en andere
brandbare stoffen. Een groot gedeelte is ge
heel uitgebrandte zeven uur hedenmorgen
duurde de brand nog voort. De fabriek
was grootendeels verzekerd bij de Maagden
burger Brandwaarborgmaatschappij.
Volgens nadere berichtenis de schade
gelukkig gebleken minder groot te zijn
dan men in het eerst dacht. Het vnur
heeft zich bepaald tot de distillatie-kamer
en het ketelhuis. Van de acht distilleer
ketels met vetzuur is er een gesprongen
en het gloeiende vet is daaruit gestroomd
alles, waarmede het in aanraking kwam
in vlam zettende. De brandmuren en ijzeren
deuren benevens de hulp der brandweer
die zorgde voor het nathouden van de
overige gebouwen, hebben belet dat de
ramp een grooteren omvang kreeg dan
reeds het geval is. Gelukkig was er weinig
wind en licht de fabriek eenigzins afgezon
derd. De angst was aanvankelijk zeergroot.
Zelfs op de Oost- en Westhaven vlogen
massa's vonken over de huizen en tuinen.
De juiste schade is nog niet op te geven.
Voortdurend stroomt eene groote menigte
naar het terrein van het onheil.
Vele honderden werklieren zijn door deze
ramp plotseling zonder werk.
Met den storm van 12 December was
te Harlingen een lichtschip vanTerschelling
aangebracht, dat door visschers in zee
was gevonden. In den laatsten storm is
datzelfde vaartuig, door een particulier
gehouden om aan de visschers hun veilige
ligplaats onder Terschelling aan te wijzen
weêr van de ankers geslagen en onder
Baradeel, ten noorden van Harlingen,
hoog op de steenen geslagen. Door den
daarop gevolgden hevigen wind is het ge
heel vernield.
De storm van Zaterdagdie ook te
Parijs geweldig woeddeschoorsteenen
schuttingen en rijtuigen omver en menschen
van de been en in het water woeiloeide
met zooveel kracht door de staddat in de
schouwburgen de tooneelspelers zich slechts
met moeite verstaanbaar konden maken.
Porte St. Martin b. v.dat zeer veel te
lijden had van den windmoest Sarah
Bernhardt, als de stervende Dame aun
Camelias haar minnaar hare antwoorden
zoo luid zij kon toeschreeuwen, zeer ten
nadeele der uitwerking van het aandoenlijk
tooneel.
Dezer dagen overleed te Whitstahle
(Engeland) een 35 jarige vrouwdie twin
tig jaren geveinsd had ziek en hulpeloos
te zijn. Haar aangezicht was langzamer
hand zwart geworden en het gebruik van
hare ledematen op één arm na had ver
loren. Zij werd door verscheidene wel
dadige personen en genootschappen onder
steund en algemeen als een toonbeeld van.
geduld en vrome berusting geprezen. Maar
een paar dagen vóór haar doodbekende
zij, dat alles bedrog was geweestdat zij
volstrekt niet verlamd wasen haar aan-
aangezicht met gebrande kurk had zwart
Er is te Kopenhagen een echtpaar
in hechtenis genomendat sedert jaren
stelselmatigen kindermoord pleegde. Man
en vrouw hadden zich door trouw kerk
bezoek en uiterlijk vertoon een naam van
vroomheid weten te verwerven. Zij plaat
sten advertentiën in de dagbladenwaarbij
een Christelijk gezinde familie aanbood
een paar armeverlaten kinderen tot zich
te nementegen een betaling van een som.
in eens, welke som later, met interest
op interest, aan de kinderen uitgekeerd
zou worden. Zij lieten zich doorgaans tus
schen de 200 en 400 kronen betalenen.
de ongelukkige kinderen werden dan lang
zaam doodgemarteld.
Hoeveel slachtoifers de beide monsters
gemaakt hebben is nog niet bekend. Zij
verhuisden telkens, om hun manier van
handelen niet te doen uitkomen. Maar ein
delijk wekten zij toch achterdocht, daar
in drie maanden van de vijf door hen
aangenomen kinderen vier stierven. De
politie stelde een onderzoek te hunne huize
inen daar vond men ook het vijfde kind
reeds halfdooduitgeteerd van den honger
en met vuil overdekt.
Een landbouwer uit Deurseneene
waarzegster raadplegende, vernam van