Het eeuwfeest van ,,'t Hut".
"Van alles wat.
N ieu wsberichten.
Het honderdjarig bestaan van Jan
Hieuwenhuijzen's Stichting de Maatschap
pij tot Hut van 't Algemeen wordt deze
week te Amsterdam de zetel van het
Hoofdbestuur feestelijk herdacht. Maan
dag avond werden de afgevaardigden der
verschillende departementenvele heeren
met hunne dames in het Paviljoen van
't Vondelparkbij monde van den waarn.
voorzitterMr. W. H. K. Mouthaan
welkom geheeten. De spreker noemde
terecht de Maatschappij oud, doch niet
verouderd daar zij nimmer had opgehouden
met haar tijd mede te gaan. Als een
athleet stond zij daar nog te midden van
een dankbaar nageslacht. Het afgeba
kende terrein van het Vondelspark had
een feestelijk aanzien. Tegenover het rijk
met vlaggen, lauwerkransen en wimpels
versierde Paviljoen, verhief zich om den
vijver een smaakvolle tempel met het
levensgroot portret des Stichters der
Maatschappij en de jaartallen 1784 en
1884 aan den spits. Met veelkleurige
lampions was de fraaie tempel geïllumi
neerd terwijl het schoon effect nog ver
hoogd werd door het in allerlei kleuren
ontstoken Bengaalsch licht op een eilandje
daarachter. Men kon niet nalaten het prach
tig geheel te bewonderen en onder het
lommerrijk groen tevens te genieten van
de schoone muziek van Sonnemann's kapel,
die haar onden roem op dien heerlijken
avond schitterend wist te handhaven.
Tegen 11 uur nam dit aangenaam samen
zijn deze schoone inleiding tot de verdere
genietingenvoor de meer dan 3000 aan
wezigen langzamerhand een einde.
Den volgenden morgen (Dinsdag) ging
men in „Maison Stroucken" tegen 10 uur
tot het meer praktisch deel der werk
zaamheden over, tot de Algemeene ver
gadering de negen-en-negentigste van
dien naam en ditmaal met circa 500
afgevaardigden uit alle oorden van 't land
bijeengekomenvoor een groot deel tot
nut, voor een ander deel misschien ook
tot vermaak. Vermakelijk was trou
wens deze algemeene vergadering met de
tropische warmte en de min of meer droge
beraadslagingen geenzins. Gelijk reeds
in 't vorig jaar besloten was, wordt te
Utrecht als een waardige hulde van
't eeuwfeest een kweekschool voor
bewaarschool-onderwijzeressen opgericht.
Het terrein is daarvoor aangekocht. Het
volksblad de Zwaluw heeft opgehouden
te bestaan. Da volksalmanak blijft
voorloopig. Zes beurzenelk van 300
's jaars werden toegekend aan veelbelovende
jongeluidie zich aan de Rijksschool van
Kunstnijverheid te Amsterdam in eenig
kunstvak wenschen te bekwamenvier
gelijke beurzen zijn nog beschikbaar.
Verschillende toelagen werden vastgesteld
aan sommige scholen en bibliotheken.
Vij f duizend gulden zouden verder op het
Grootboek worden ingeschreven om jaar
lijks voorloopig tien jaar uit dat
fonds bij te dragen in de Adm. kosten
van het Nederl. werklieden-fonds Edam
mag rekenen op een voldoende som om
't huis te doen restaureerenwaarin de
Maatschappij indertijd werd opgericht
Monnikendam krijgt een som in eens voor
zijn bewaarschool, terwijl ten slotte de
gewenschte maatregelen werden genomen
om het schoolgaan der schipperskinderen
te bevorderen.
Dinsdag avond had de toegezegde zang
uitvoering voor een buitengewoon groot
auditorium in het Paleis van Volksvlijt
plaats. Die zanguitvoering begon met een
gelegenheids-cantatemuziek van Dan. de
lange, woorden van Jer. de Vries
zoowel de dichter als de componist lever
den hier een bij uitstek fraai en degelijk
werk en den laatste (waarom ook niet den
eerste?) werd door den heer Böhringer
met een korte en zinrijke rede een wel
verdienden lauwerkrans aangeboden.
Ha de feestcantate volgde Mendelssohn's
Lobgesangdat als altijd een diepen indruk
maakte, hoewel het koor blijkbaar niet
talrijk genoeg was voor het vrij sterke
orkest, nog gesteund door de geweldige
kracht van het orgel. De tuin van 't
Volkspaleis, waarin men zich na 'tge-
notene een tijdlang ging verpoozen, was
sierlijk verlicht en ook daar klonken
weldra de liefelijke toonen der muziek.
Woensdag middag tegen 2 uur had
eveneens voor een talrijk gehoor de feest
rede plaatsuitgesproken in de zaal aan
de Middelaan van het genootschapHatura
artis magistravan welke zaal het boven
einde prijkte met eene rijke decoratie van
frisch groen en bloemendraperiën, trofeën
en schilden met de namen der oprichters
van de Maatschappijterwijl het portret
van Hieuwenhuijzen, met lauweren omlijst,
het middelpunt vormde.
De Ministers van Justitie en Koloniën
woonden de plechtigheid bijdie tot drie
uur duurde.
De feestredenaar de heer J. A. Böh
ringer, sprak na de feestgenooten een wel
kom te hebben toegeroepen, ondermeer,
ook het volgende
»Zij wordt soms uit de hoogte beoordeeld
zij staat menigeen in den weghaar sterven
wordt hier en daar aangekondigd; maar
zij verneemt dit alles met onverstoorbare
kalmte en goeden luim, want zij lijdt
evenmin aan de kwalen des ouderdoms,
als aan de prikkelbaarheid die menigen
anderen leeftijd eigen is.
»Zij leeften werkt, hareafdeelingen zijn
over het geheele land verspreid, zij telt
17000 leden, haar werk is veelzijdig,
haar arm rijkt ver, haar oog is helder,
haar naam nog altijd eene leus van onbe-
driegelijken klank en hare tegenstanders
die met minachting van haar gewagen,
toonen door h un felle bestrijdingdat ieder
die de geestelijke belangen van ons volk
wil voorstaannog altoos met onze Maat
schappij moet rekenen. De Maatschappij
leere weder van haar stichters, wat een
later geslacht haar een poos bijna deed
vergeten, dat zij in den arbeid voor de
lagere volksklasse haar reden van bestaan
heeftDenkt eens aan hendie van den
vroegen morgen tot den avond zwoegen
voor het dagelijksch brood, en erkent,
dat het beschavend onderwijs hier geen
gunstigen bodem vindtGij beschermt de
kinderen reeds tegen den fabrieksarbeid,
die de zwellende knoppen doodtgij moet
verder gaan. Gij zijt reeds op den goeden
weggij wilt ook het uwe doen om de
toekomst van den zwakkenafgeleefden
werkmandie niet van milddadigheid wil
leven te verzekerengij tracht allen meer
uitspanning te versohaffen door opwek
kende geschriften, gij weet sinds lang,
hoe de woning den mensch vormt of mis
vormt, en tracht elk euvel weg te nemen
dat aan het welzijn van onze natie knaagt.
Een sterk volk wilt gij in 't leven roepen.
Al vergeet gij 'tdoel: de geestelijke ont
wikkeling der lagere volksklasse, niet,
gij begrijpt, dat de weg daarheen nu en
dan leidt door de verbetering van den
stoffelij ken toestand des volks. Ook dezen
weg moet onze Maatschappij betreden,
zonder vreesmaar ook zonder overijling.
De edelste gedachten worden geboren in
het hart, maar zij trekken dan naar het
hoofd en de hand. Wat gij voor het volk
wenschtmoet ook bij u gevonden
worden. Het staat, zij 't ook met
andere woorden in de wet onzer Maat
schappij ons volk moet willenkennen
kunnen. Dat zij ook voor u de wet, die
uw geheele leven beheerscht! Tracht gij
de menigte, die in de schaduw terneerzit
te brengen tot het licht, verschaft haar
dan het onmisbare, maar leert haar niet
steunen op den sterken arm van anderen
Volgt de wetten van de ware huishoud
kunde in staat en gezinGeen ziekelijk
medelijden, geen onverstandige milddadig
heid maar opent alle wegen die het volk
naar de welvaart leiden, terwijl gij duidelijk
aantoont, dat het op eigen voeten moet
staan en gaan!
„Wij zien, waar ook de steenen des
aanstoots op onzen weg liggen, over al
die belemmeringen heen naar het beeld
der eerste kloeke mannen, vol geloof in
het volk, strijders die zich oprichtten na
elke nederlaag.
„Hun de hulde van een dankbaar na
geslacht
„Met meer vertrouwenmet grooter toe
wijding dan te voren willen wij werken
voor den bloei van ons vaderland, voor
het geluk van ons volk."
Onnoodig te zeggen dat de spreker met
geestdrift werd toegejuicht.
Kort na de feestrede had in de groote
zaal van Artis, insgelijks rijk en kwistig
met groen en bloemen getooid de toegezegde
kinder-zanguitvoering plaatsdie als uit
muntend geslaagd mag worden beschouwd.
Aan den directeur Brants Buys werd door
den algemeenen voorzitter met een warme
dank en onder het gejuich der kleinen
een lauwerkrans aangeboden. Hierop
volgde het feestdiner, waarop wij later
ten einde thans niet al te groote ruimte
te beslaan misschien zullen terug
komen.
't Blijft boos warmDe lucht doet
telkens alsof ze van plan ware ons eene
verfrisschende regenbui te zenden, maar
daar blijft het dan ook bij. Ik hoop
welwillende lezer; dat als ge ons
blaadje inziet daarin reeds eene verandering
ten gunste mag geconstateerd worden. In
dit puffende weer lazen we toevallig in
de „Spectator" eene verzuchting uit Japan
van 't vorig jaar - ook van Augustus
waarin de heer Schermbeek meldt dat de
temperatuur in de schaduw schommelt
tusschen de 85° en 92° Fahr. Voor
waar ook geen kleinigheid. Diezelfde
schrijver vertelt verder hoe de kleine
kindertjes worden opgekweekt en de me
thode heeft zooveel overeenkomst met die,
welke in onze O. I. bezittingen gevolgd
wordt, dat ik de lust niet kan weerstaan
ze hier even voor u af te schrijven: Vol
verbazing zegt de schrijver sloeg
ik daareven een schouwspel gade dat ik
u zal trachten te beschrijven:
De Japansche zuigelingen genieten de
buitenlucht (en tevens den felsten zonne
schijn op hun kaal geschoren knikkertjes),
vastgebonden op den rug hunner moeder
of hunner broertjes of zusjes. Men ziet
kinderen die zeiven nauwelijks loopen
kunnen, op die wijze de vrucht van het
laatste bezoek van den ooievaar aan de
ouderlijke woningronddragen niet alleen,
maar zelfs met die bepakking krijgertje
en andere spellen spelen. Begint de zui
geling te schreeuwendan wordt hij door
een soort van dansin eene voortdurende
beweging gehouden en aldus tot zwijgen
gebracht. Heden middag waren eenige
knapen van hoogstens zeven of acht jaren,
elk met een broertje of zusje bepakt, voor
het raam mijner kamer aan het spelen,
toen een hoop grint hen op de gedachte
scheen te brengen wie hunner een steen
het verst in het water zou kunnen werpen.
Een felle, langdurige wedstrijd ont
brandde; elke kampioen die aan de beurt
wasnam een Hinken aanloop en slingerde
zijn steen met alle kracht weg, terwijl
het achterover hangende hoofdje van 't
kleine broertje of zusje bij den worp zulk
een schok kreegdat ik telkens vreesde
het van den romp te zien losscheuren.
Dit aangename spelletje duurde ruim een
half uur. Zelfs ik, kinderloos ongevoelig
schepsel, werd er akelig van, en bracht
onwillekeurig mijn hand aan mijn nek-
wervels.
Hoe die kaal geschoren weeke kinder
hoofdjes uren lang den feilen zonneschijn
v^^ragentegen welken wij ons hier door
'een helmhoed en een parasol moeten be
schutten is mij een raadselIk vernam
bovendien dat, indien de jeugd het te
bont maakt, kastijdingen altijd bovenop
het hoofd worden toegediend; eene wel
licht physiologisch juiste methode, omdat
de wortel van het kwaad vermoedelijk
onder de hersenpan zeteltdoch tegenover
een kinderhoofd wel eenigzins „griezelig".
Heen dan honderdmaal liever dat minder
teere lichaamsdeel gekastijd, hetwelk zekere
candidaat voor de Balije van Utrecht, die
slechts een-en-dertig kwartieren kon over
leggen, als twee-en-dertigste wilde doen
geldenwaarin hij „van achteren ge
zien" gelijk had.
Toen onlangs te Riemslotbij Melle
een veetentoonstelling met bal zou
plaats hebbenwerd den Zondag te voren
na het eindigen der godsdienstoefening,
toen de pastoor zich nog in de sacristy
bevonddoor den koster van uit het
midden der kerk de volgende uitnoodi-
ging gedaan: »Op Woensdag den 9den
Juli zal hier een tentoonstelling van vee
gehouden worden. De Heeren huislieden
worden verzocht hunne dienstmeisjes des
avonds naar het daar te geven bal te
willen zendenwaar zij onder goed toe
zicht staan.» Voorzitter van de landbouw-
vereeniging aldaar is de landbouwer M.
te R. In elk geval zal de goede man een
moeilijken dag gehad hebben, toen hij op
de aldus onder zijne hoede gestelde dienst
meisjes passen moest.
De cholera heeft zich vrij hevig
geopenbaard te Gigeaneen plaatsje van
1400 inwoners op 18 kilometer van Mont-
pellier. Er waren van Dinsdag avond tien
ure tot het middaguur van den volgenden
dag zes personen aan de cholera overleden
en twintig lijders bleven in behandeling.
Ook te Genéve was een gerucht ver
spreid dat de cholera was uitgebroken,
doch aldaar officieel bekend gemaakt, dat
het gerucht onwaar en vermoedelijk ont
staan is door het gebeurde met een dame
uit Marseille. Deze dame was den 28 Juli
in ziekelijken toestand op eene villa te
Versoix, op zes kilometers afstand van
Genèveaangekomen. Weldra openbaarden
zich bij haar duidelijke kenteekenen van
cholera en den daarop volgenden dag is
zij overleden. Er waren echter terstond
strenge maatregelen genomenen na dien
tijd heeft er zich verder niets van dien
aard voorgedaan.
Vrijdag is in de Gothische zaal te
Gravenhage een openbare verkooping ge
houden van de rijtuigenpaarden tuigen
enz., uitmakende de equipage van wijlen
Z. K. H. den Prins van Oranje, en heeft
ruim 10.000 opgebracht. De paarden,
9 stuks, hebben daarbij gezamenlijk opge-
gebracht ƒ2770.
Z. M. de Koning heeft goedge
vonden te bepalen, dat het geheele per
soneel in dienst van wijlen Z. K. H.
den Prins van Oranjegedurende zes
maandente rekenen van den sterfdag des
Prinsen af, in het genot zal blijven van
het volle traktementtot dusver genoten
en verder levenslang een pensioen zal ont
vangen naar gelang van het aantal dienst
jaren door ieder vervulden naar den
maatstaf van één twintigste van het trak
tement voor elk dienstjaar.
Toen Vrijdag morgen de sneltrein
van Duitschland in volle vaart Zutfen
binnen stoomderaakte de Westinghhouse-
rem onklaar. Door tegenwoordigheid van
geest van machinist en stoker werd van
den gewonen rem gebruik gemaakt en
ontkwam men aan een groot gevaar. Op-
een voet afstand stonden twee treinen
tegenover elkaar.
Uit Roosendaal wordt aan de N. li. Ct„
gemeld
Door de hier gestationeerde brigade der-
Kon. maréchaussee is een belangrijke
aanhouding gedaan. Bij haar was bericht
ontvangendat iemanddie zich te Go-
rinchem aan diefstal van 100 had schul
dig gemaaktwaarschijnlijk de vlucht had
genomen naar België, en het dus licht
kon zijn, dat hij zich eenigen tijd te
Roosendaal zou ophouden. Hiernaar onder
zoek doende, trof men dien persoon wel
niet aan, maar kwam men eene zeer ge
wichtige zaak op het spoor. Zondag 1.1.
namelijk trof men in een logement twee
personen aan, waarvan men vermoedde
dat éen de Gorinchemsche dief kon zijn.
Men stelde zich daarom met dezen in
betrekking en toen is na een ernstig
verhoor aan het licht gekomendat beide
personen niet meer of minder waren dan
de hoofddaders der bende, die verleden
week bij den Heer Briard, advocaat en
senator te Antwerpen, een belangrijken
diefstal pleegde, waarvan ƒ3000 aanju-
weelen en andere voorwerpen in hun bezit
werden gevonden. Bij het uitvoeren van
dien diefstal was zij gewapend met revol
vers, en had zij eene lijst achtergelaten
met de namen van hen, wie zij verder
voornemens was met hetzelfde doel een
bezoek te brengen. Ook is door haar, onder
dat gedeelte van het huis van den Heer
Briardwaar zij wist dat eene brandkast
met een inhoud van fr. 300.000 aanwezig
iseene mijn aangelegd. Door surveil
lance der gezegde brigade moet ook de
plaats zijn ontdektwaar deze bendedie
hare vertakkingen in Brussel en andere
hoofdsteden heeft, de door haar gestolen
goederen en gelden veilig waande.
Hoe de muizen in de Tielerwaard
huis hielden in sommige tarwe-akkers
daarvan kan men zich een voorstelling
vormen, wanneer men weet, dat hier een
landbouwer van 3/7 hectare slechts 27
garven oogstte, ginds een ander van 1
hectare nog geen 50 garven. Tegenover zul
ke perceelen zijn er ook weder andere,
waar bijna niets weg is en die nog 20
hectol. per hectare opbrengen. De tarwe
schiet zeer goed. Iemand dorschte van een
vin (108 garven) l'/10 hectoliter.
"Voor eenigen tijd vestigde zich te
Winschoten een huisgezinvroeger woon
achtig te Heede prov. Gelderland. Het hoofd
des gezins kwam daar in betrekking als
bediende bij een uurwerkmaker. Verander
lijk als de man schijnt te zijn bekwam
hij spoedig ontslag uit die betrekkingen
was sedert eenige weken werkzaam aan
de klokgieterij te Heiligerlee. De man
heeft nu ongeveer vijf weken geleden hei
melijk zijne woonplaats verlaten met zijne
schoonzuster en met achterlating van
vrouw en kroost. Het groote Duitsche
vaderland zou hun tweede vaderland wor
den, maar zij hadden buiten den waard
gerekendwant bij gebrek aan de noodige
legimitatie-stukken werden zij door de
Duitsche politie over de grenzen gebracht
en kwamen Maandag terug. Groot was de