de universiteit was ook de Duitsche Kroon prins tegenwoordig. In den Schouwburg werd een gelegen heidsstuk van Willem Jordan opgevoerd er was een gratis volksconcert enz. De volgende zeker zeer zonderlinge handeling wordt ons van geloofwaardige zijde bericht: Zekere deurwaarder te A. heeft een tijdelijk onbewoond huis te S. openge broken, zich de daarin bevindende goe deren toegeëigend, ze verkocht en het geld ten eigen bate gebruik, niettegen staande de verkoop bij vonnis van het Katongerecht was verboden als ook door de Rechtbank, en dat verbod 26 Maart 1884 door het Hof te A. was bevestigd. Deze zaak is dan ook ter kennis van de justitie gebracht. Het Utr. Dgbld. behelst het on derstaande gedicht, dat wij, als Haar lemmers, gaarne overnemen. Aan mijn Volk. Mijn Volk, mijn eigen dierbaar Volk, Goed Volk der Nederlanden! Tot aan mijn jongsten ademtocht Blijft u mijn hart en ziel verknocht Met sterke liefdebanden. Al waart gij koud voor mij geweest, Nog zou die liefde gloren; Voor haar is 't Hollandsch hart gemaakt, Ze is met mijn leven zelf ontwaakt, Haar kiem mij aangeboren. Maar nuhoe hebt ge ook mij bemind, Die in uw midden woonde Uw liefde diepst gevoelde ik haar, Toen zij mijn tienmaal zeven jaar Met al haar goedheên kroonde. De gunst des Konings schoot een straal Van luistrijk welgevallen: Geen zweem van afgunst oveel meer, Een liefdrijk ijvren voor mijn eer, Vreugde en geluk gij allen! Neen'k Stond op dien Septemberdag Niet „tusschen dorre blaren" 't Was bloem en loover wat ik zag; De Schoonheid had haar liefsten lach De Ernst liet zijn rimpels varen De Wijsheid schonk haar vriendlijkst woord De Kunst haar zoetste tonen De Dichter bracht zijn hartlijkst dicht, De Jeugd haar stralend aangezicht Meer waard dan lauwerkronen. Waar waren, o mijn Volk dien dag Uw twisten en krakeelen Miskenning, argwaan, nijd en spijt? Waar iets, dat in dees droeven tijd De harten moet verdeelen? Den hoogen God zij eer en lof! Die dag was zonder wolken; Hij toonde uw hart en waren aard, Mijn hoogsten dank en liefde waard En 'd eerbied aller volken. 3 Jan. 1885. Nicolaas Beets. Het debat, te Zaandam gevoerd tusschen den heer Lindeboomvroeger predikant der chr. geref. gem. te Zaan dam, thans leeraar aan de theol. school te Kampenen den heer F. Domela Nieuwenhuis over den scheurkalender der socialisten, heeft, zooals gewoonlijk met zulke debatten het geval is, tot geen resultaat geleid. Ieder der heeren heeft zijn standpunt gehandhaafd; de heer Lindeboom verdedigde het geloof en de heer Domela Nieuwenhuis brak een lans voor zijn niet-gelooven. - De „Huisvrouw" wijst op de afkomst van het woord Blauwkous en op het op merkelijk feit dat de eerste, die dezen naam droeg, niet eene vrouw was, maar een man, en dat dezen die naam niet gegeven werd omdat hij een man van studie was, maar alleen wegens zijn voor keur voor lichtblauwe zijden kousen, welke lij de toenmalige kleederdrachten (de naam kwam het eerst in gebrnik in het jaar 1757) zeer in het oog liepen. Eene dame van de Engelsche aristocra tie, mevr. Montaguehad hare salons tot een verzamelplaats gemaakt van al wat onder de Londensche samenleving geest en aangename gaven van conversatie bezat. Een der trouwste bezoekers dezer salons was Mr. Stillingfleeteen geleerde; en deze was het die het eerst den naam blue stocking kreeg, omdat hij bij voorkeur blauwe kousen droeg. Slechts kort bleef hij met zijn blauwe kousen alleen, want het duurde niet lang, of hij vond navol gers, en spoedig kwam men ertoe, deze kousen aan te nemen als een zichtbaar teeken, dat men tot de habitués van de salons Montague behoorde. Het duurde niet lang, of men sprak te Londen van de „club der blauwkousen", en de naam ging vervolgens over op de bezoekers van al die LondenBche salons, waar men zich voornamelijk met letterkundige en geleerde onderwerpen bezig hield. In den mond van hendie geen toegang tot deze salons konden krijgen, werd de naam een spot- of scheldnaam, en daar dit vooral onder de vrouwenwereld gebruikt werd en ook inzonderheid vrouwen er mede werden aangeduidwist men ten slotte niet beter, of het schimpwoord was in het algemeen toepasselijk op alle vrouwen, die letteren en wetenschappen beoefenen. Er is weer een nieuwe mammouth ontdekt en wel een van énorme grootte, 5.5 M. lang, aan den mond der rivier de Lena (Siberie). Met uitzondering van den voorpoot is hij ongeschonden. Men beproeft het antedi- luviaansche monster uit te graven, wat met veel moeite gepaard gaat, daar de ijskorst, welke hem omgeeft, hard als steen is en bovendien de inlanders den arbeid bemoeilijken. Bijgeloovig als zij zijnvreezen zij den mammouth weer uit het ijs te zien ver dwijnen zij beschouwen het als een zonde aan de aarde te ontnemen wat zij niet vrijwillig geeft. Sardou begeeft zich naar Nizza, waar hij als gewoonlijk de wintermaanden zal doorbrengen. Hier zal hij zijn tijd nuttig besteden om zijn beloften na te komen en 1° schrijven een stuk, dat hij beloofd heeft aan den directeur van het Theatre du Vaudeville en waarvan hij de hoofdrol heeft opgedragen aan mademoiselle Tissandiern° 2 een stuk dat hij den heer Perrin beloofde den dag na het succes der Pattes de mouclie en n° 3 een nieuw werk, waartoe hij zich verbonden heeft tegen over M. Dnquesnel en welk stuk opge voerd zal worden in de Porte-Saint-Martin. Zondag zijn drie meisjes te Opijnen door het ijs gevallen. Twee werden gered. De derde, de 17-jarige dochter van de weduwe Schaaijverdronk. Een 12jarige jongen is te Groningen door het ijs gezakt en verdronken. Omtrent den moord te Assen, ge meente Ruinenworden de volgende nadere bij zonderheden medegedeeld Een verschrikkelijk voorval heeft hier plaats gehad in den nacht van den laten op den 2den Januari. De landbouwer J. L. Mulder is met twee revolverschoten om het leven gebracht. De moordenaars zijn gevat. De een, zekere Hendrik W., boerenknecht bij den landbouwer J. P. F. stond reeds lang bekend als een woestaard van de ergste soort. Reeds meermalen is hij in handen van de justitie geweest, wegens mishandeling, gewoonlijk met mes sen, en ook reeds herhaaldelijk deswege veroordeeld. De ander, een orden tl ijk maar lichtzinnig jongeling, Jans Br. ge- heetenschijnt door bedreigingen van W. te zijn meegesleept. In den loop van den nieuwjaarsdag had W. in het huis van den verslagene den gebruikelijken nieuwjaarsgroet gebracht en werd bij die gelegenheid onthaald. Daar hij reeds meer dan genoeg drank gebruikt had, zocht hij, naar zijn gewoonte, ruzie. De zoon en de schoonzoon van Mulder trachtten hem te verwijderen, waarop hij tafel en stoelen verbrijzelde en onder vreeselijke bedreigingen van moord het huis verliet. Het huisgezin van Mulder begaf zich rustig te bed, doch werd, niet lang na middernachtgewekt door rumoer op het erf, waarop weldra een schot volgdedat eene glasruit boven de deur verbrijzelde. Mulder stond opbegaf zieh naar de deur, doch had die nauwelijks geopendof hij werd getroffen door twee revolverschoten, waarvan het eerste hem trof even bene den de linkerborst en het andere in den rechter bovenarm. De man overleed den volgenden nacht onder de vreeselijkste pijnen. Heden arriveerden hier de heeren rechtercommissarisde officier van justitie, de griflier, allen van de rechtbank te Assen, met eenige justitie-en politiebe ambten. W. was reeds gisteren gearres teerd en naar Assen getransporteerd. Br. word heden morgen in verzekerde bewaring genomen. De geneesheeren De Koe en Meijeringh, beiden van Hoogeveen, ver richtten het visum repertum. De deelneming in het ongeluk, dat de familie Mulder heeft getroffen, is algemeen. Van alles is weêr de grootste schuld aan den drankduivel te wijten. Op een dag, waarop ieder a»n ieder heil en zegen toe- wenscht, moest zulk een onheil eene on schuldige familie treffen! De verslagene was 60 jaren oud. Bij hen waren inwo nende de zuster zijner overleden vrouw, zijn zoon en de gehuwde dochter met haren man. Nog verneemt men dat de officier van justitie geen termen heeft gevondende in hechtenishouding van Wever aan te vragen, zoodat deze gisteren middag is vrijgelaten. Bruins echter is gevankelijk hier binnengebracht. Vermoedelijk is deze dus de of hoofd- of alleen schuldige. Uit het N. v. d. Dag ontleenen wij het volgende. Een van onze correspondenten te Utrecht zendt ons het volgende bijzonder ijselijke verhaal „In den Nieuwejaarsnacht te ongeveer 12 nur waren een drietal heeren te Utrecht getuigen van een gruwzame mishandeling van eene vrouw door haren man. Achter het Vleeschhuis zagen zij den woesteling bezig de vrouw met geweld tegen de straatsteenen te werpen en haar daarna met de zware laars op het hoofd en op de borst trappenZij bleef voor dood liggen, en de wreedaard hield eerst op met zijn mishandelingen toen de heeren er op toe schoten. Toen verwijderde hij zichmaar na weinige oogenblikken kwam hij vloe kend en razend terug en viel weer op de inmiddels opgerichte geheel bewustelooze vrouw aan. De heerendie hem aangrepen wierp hij met reuzenkracht over de straat steenen, greep de vrouw bij de voeten, nam die op zijne schouders en sleurde haar met het hoofd over de steenen voort. Dat geschieddeterwijl de drie getuigen, die machteloos tegenover dezen reus ston den, luidkeels om de politie riepen die zich echter op dit drukste gedeelte der stad niet liet zien. „Eindelijk deden zij nog eene poging om de vrouw te redden. Zij overreedden hem haar gezamenlijk naar huis te brengen, waartoe hij vloekend en dreigend zijne toestemming gaf. Daar gekomen vonden zij de deur met den grendel gesloten, die er door de luid schreiende kinderen uit angst voorgeschoven was. Eerst na de afschuwelijkste bedreigingen van den vader opende een kind van vijf of zes jaar, slechts in een hemdje gekleed, de deuren toen sleurde hij zijne sprakelooze vrouw naar binnen. Hij schopte en sloeg zijne geleiders, sloot de denr en buiten konden zij het hooren hoe de ellendeling het bewustelooze lichaam door de kamer sleurde en wierp onder het gejammer der kinderen. „Toen kwam er eindelijk een nacht wacht, die beweerde er niets aan te kunnen doen." Zaterdagavond hadden te Goes twee jonge dochters ieder eene stoof, waarin een glimmende briquet-kool wasnaar hare slaapkamer medegenomenen bij het naar bed gaan de onvoorzichtigheid gehad de deur der kamer dicht te doen, met het gevolg dat zij Zondagmorgen bijna gestikt op haar bed werd gevonden. De zelfde machinist die de vorige week het ongeluk had te Zutfen den lampenist van het Oosterspoor te overrijden, overreed Maandag met den trein die 11.45 van Zutfen vertrekt nabij het station Diereu een heer uit Doesburg, die zich vrijwillig op de rails had gelegd. Naar men zegt moet het zijn de heer R.han delaar in effecten aldaar. Uit een door de heeren Blooker ingestelde onderzoek is gebleken dat de brand in hun chocoladefabriek is ontstaan doordien de boonenuitzoeksters tegen het streng bevel in, gebruik maakten van een stoof met eene gloeiende briquette, die zij ter voorkoming van ontdekkingge durende den schafttijd onder een zak hadden verborgenwelke na verloop van een half unr in brand geraakte. Te Zaandam is eene 17-jarige dienst bode in een regenwaterbak, die gelijkvloers was en waarvan zij verzuimd had het luik te sluiten, gevallen en verdronken. Een inderdaad recht praetisch denk beeld wordt geopperd door den militairen dokter Schaffer, in Oostenrijk. Bij het gevaar van het verbreiden van besmette lijke ziekten door vuil linnengoed (wat vooral bij cholera en typhoïdea het geval is), raadt hij nl. aanvoor infectieus-zieken lijf- en beddelinnen nit papier te laten maken, hetwelk, wegens zijn geringe waardena eenmaal gebrnikt te zijn kan worden verbrand, 't Ligt nu op den weg der nijverheid om de zaak uit tevoeron,zoo dat bij behoorlijke bruikbaarheid van de stof, de prijs niet te hoog zij voor het doel. (In China en Japan o. a. zou de zaak in 't geheel geen moeielijkheid geven, en sommige papieren kleedingstukken zijn ook ten onzent lang bekend en in gebruik gekomenal waren het geen hemdenen al waren het ook geen beddakens enz.) De meer dan 70 jarige S. W. Jager, die jaren geleden tot een gezelschap be hoorde dat op éen dag alle elf Friesche steden bezocht, zou eergisteren als keur meester der ijsvereeniging te Harlingen het ijs van de hardrijdersbaan keuren, doch moest de ondervinding opdoen, dat het te zwak was. Hij zakte er tot den hals indoch werd nog door hulpvaardige menschen gered. Uit berichten van verschillende plaatsen blijkt dat men zich hier en daar onvoorzichtig op veel te zwak ijs gewaagd heefd. Op de vijvers in het Haagsche Bosch o. a. bezweek Zondagmiddag een gedeelte van het ijsen raakte een tiental personen te water. Zij werden gelukkig door de omstanders spoedig geholpen en aan den kant gebracht. Een jonge dame echter, die bijna geheel was weggezonken, werd met groote moeite gered door een sergeant van de jagers Y., die na veel inspanning, om haar over het broze ijs te naderen, haar eindelijk wiet te bereiken door haar het gevest van zijn degen toe te steken, waarvan hij het lemmet om klemd hield. Kort daarna reed een al te vlugge rijderdie niet afgeschrikt bleek te zijn door de takken welke om het gat gelegd warenop korten afstand van het wak en zakte er eveneens door, doch wist zich gelukkig zelf te redden. Door de rederijkskamer Jan van Beers, te Assen, zal op 27 Febr. a. s. een wedstrijd in voordracht gehouden wor den waarbij o. a. f 40 en een gouden medaille te verdienen zijn. Naar men zegt zal de Willem Barents dit jaar geen reis naar het hooge noorden ondernemen Te Utrecht zond, naar men aan het Dagblad meldt, met Sint-Nikolaa» een leverancier aan zijne begunstigers een circulaire thuisom binnen vier en twintig uren hunne rekeningen ook over '84 te betalen. Bij verzuim zou hij hen laten dagvaarden. Met nieuwjaar richtte dezelfde manalsof er niets ware gebeurdeen visitekaartje aan dezelfde klanten. Een Haulerwijker hield onlangs een 20jarige deern voor 't lapjeMaar eilacy t de rampzalige wist niet, dat het meiske een tjoenster (tooverheks) wasthans heeft hij dat altijd volgens het zeggen der 19eeuwsche Friezen duur bekocht, want. een zijner koeien is door haar met één ademtocht verstiefden zelfs den „duivel banner" heeft men te vergeefs geld geofferd om de betjoende koe te helpen. Ware de eigenaar naar den veearts gegaan, dan zou vermoedelijk gebleken zijn dat de koe heel gewoon door de koude verstiefd is geraakten de domme menigte zou een onschuldige meid niet schuwen. De N. R. Ct. verhaalt het volgende Als een bewijs hoe lichtvaardig som mige menschendie met het bereiden van levensmiddelen zich bezig houden daarbij te werk gaankan zeker wel het volgende dienen. Een broodbakker te Utrecht heeft een waterput waaruit niet alleen hijmaar ook zijne buren hun water pompen. Onder die bnren behoort een barbierdie woont in een huisje, dat het eigendom is van dien bakker. Nu had die barbier veel last van klachten zijner klanten wegens het stinkende water dat hij gebruikte om hen in te zeepen. De barbier zag het en rook het en had het al lang gezien en geroken en er al met zijne huisheer over gesproken maar het baatte alles niet. Eindelijk werden de klachten der ingeze tenen zoo menigvuldigdat de barbier den huisheer voor het alternatief plaatste; water leiding of verhuizenDat hielp en de barbier kreeg de waterleiding en behield zijne klanten. En de bakker?.... Die haalt het water, dat hij en de zijnen voor drinkwater noodig heeft aan eene open bare pomp in de nabijheid, en het stin kende, vuile water uit zijne huispomp gebruikt hij alleen maar voor het schrob ben van den vloer envoor het brood. Smakelijk etenTer eere van den bakker wordt gemeld dat hij het brood, hetwelk hq voor zijn huisgezin noodig heeft, niet bij een anderen bakker laat halen. Neenhij eet eerlijk met zijn klanten meê.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1885 | | pagina 2